Tientallen notedopjes
dobberen voor Ter Heij de
Als de sportvissers het zilte nat kiezen
ZE VOELEN ZICH THUIS
OP DE NOORDZEE
VEILIGHEID VÓÓR ALLES
NIEUWE LEIDSE COURANT
DINSDAG 22 DECEMBER
TER HEYDE Om 8.32 uur zou het zonsopgang zijn
Maar op die zaterdag toen we op visvangst gingen kon de
zon het boven Ter Heyde niet bolwerken. Boven zee hing
de maan als een donkergele eierdooierEen uitdaging
die de zon echter tegen negen uur met kracht van de ho
rizon veegde. Bloedrood kwam ze van achter de wolken
in volle glorie te voorschijn en liet het oude Ter Heyde
blozen als een jonge juffrouw
Op weg naar de visgronden
heer Van Dam (links) en de
Ruygrok, sinds kort voorzitter
de vereniging en opvolger van
heer J. Zeeman
De zeehengelaars kiezen het i
sop bij Ter Hey.de
Als er op de "T 45" een logboek zou zijnzou er waarschijnlijk in vermeld staan
dat de visvangst die dag niet groot was en dat ze twee passagiers aan boord hadiets
dat niet vaak gebeurt bij de zeehengelaars. De T (er Heyde) 45" is een prachtige
boot, maar ze heeft geen logboek. Ze is 4,50 m. lang en 1,65 m. breed. Een note-
dopje op zee.
zetten, wat mij tot een innige omhel
zing met de natte bootrand noopt, uit
angst overboord te vallen.
Inmiddels is er niet veël meer droog
en niets meer warm. Huub haalt een
handwarmertje te voorschijn. Een
mysterieus warmteafgevend kussentje,
dat inderdaad een beetje helpt. We lig
gen stil, maar worden toch onophoude
lijk door elkaar geschud, door de zee,
die „tamelijk kalm" is.
Onverwant tracht de „T 45" op haar
kop te gaan staan, want de „T 4" met
de vismaten Ruygrok en Van Dam
komt langszij snorren en maakt dei
ning.
„Wat denk je van de boei, Dirk?"
roept onze schipper.' Maar Ruygrok
wimpelt af: „Vanmiddag wordt er
wind verwacht!"
We gaan dus niet naar de boei, 7 km
uit de kust, die wrakboei genoemd
wordt omdat daar een wrak op de zee
bodem ligt De wind is Zuid draaiend
naar West.
HENGEL UIT
IN DE BOOT
pond gevangen heeft! Maar dat
dan ook het record van de week.
We blijven nog een half uurtje
dan varen we terug. Dwars op
wind, haaks op de golven, springen
weer over het water.
In z'n hoekje zit onze fotograaf zi
veel' meer, maar ziet krijtwit en
manmoedig te beheersen. Hij zegt i
beetje groen. De koffie is verkeerd
vallen
Boven de duinen steekt de kop i
de molen uit, één wiek wijst waf
schuwend omhoog. We draaien wat i
De zon achter ter Heyde trekt éf
rechte zilveren lijn over het water, d
we slechts hoeven te volgen. We hel
ben geen kompas meer nodig. We lai
den precies daar waar we gestart zi;
De anderen zijn ook terug. Ze hebbl
geen beste vangst gehad vandaag, mal
zijn er niet rouwig om. Tenslotte gi
het om de sport.
We 'hebben weer vaste grond ond
de voeten. In de branding blijft lid
dobberend de „T 45" achter, die eige»
lijk „Are Die Fox" heet, naar een bod
over een trawllogger in de IJszet
Huub Lelieveld duwt me ten afschei
de vangst van de dag in de hand. H
eet geen vis.
Hoog en laag water Katwijk;
KATWIJK AAN ZEE Woensda
23 dec.: hoog water 10.53 en 23.31
laag water 6.21 en 18.49.
TER HEIJDE De zee is voor
Terheijde altijd vijand en vriend
geweest. Vele stormen hebben dit
oude dorp geteisterd, maar de zee
heeft ook voor „brood en spelen"
gezorgd. Eeuwenlang lag de na
druk op brood. Ter Heyde heeft
een eigen visserij gekend. Hieraan
kwam een einde in 1830 toen te
vergeefs bij de overheid werd aan
geklopt voor financiële steun om
de laatste drie eigen vaartuigen te
herstellen.
Er zijn ook altijd lieden geweest
die het vissen meer als sport za
gen. Een maaltje verse vis is ook
voor de huisgenoten een prettige
bijkomstigheid. Deze sport werd
voornamelijk beoefend met de
hengel, vanaf de strekdammen. Er
waren er echter ook, die wat ver
der het water op wilden om buit
te zoeken. Voor de oorlog en ook
vlak erna zag men hen met een
roeiboot, waarop soms een zeil was
gemonteerd, speuren naar het zee
banket.
Jaap Voois (47) is een van de
zen. Als het maar een beetje weer
was trok hij met zijn roeiboot de
zee op en hij werd een kenner van
het water voor Ter Hejjde als geen
ander.
In de jaren zestig kwamen de
polyesterboten met de buiten
boordmotoren op de markt. Jaap
Voois zag er wel wat in en hij was
dan ook de eerste die met dit ma
teriaal op zee verscheen. Het bleek
een succes, de polyesterboten zijn
licht, wendbaar,'snel en volkomen
zeewaardig.
Er kwamen al spoedig enkele
boten bij en toen bleek deze nieu
we vorm van sportvissen niet
meet- te stuiten. Men was enthou
siast. Toch waren er ook proble
men. De politie bijv. keek argwa
nend naar de bootjes, die zo ver
de zee opgingeif. Men was niet he
lemaal overtuigd of het wel veilig
genoeg was.
De vissers wilden echter alles
doen om hun onvervangbaar stuk
recreatie te behouden en' men
richtte een vereniging van Zee-
bootsportvissers op die nu ruim
een jaar bestaat. Het doel van de
vereniging is volgens de statuten
het veilig bevaren van de zee met
sportboten en het bevorderen van
de sportvisserij. De vereniging
heeft veiligheidsvoorschriften en
richtlijnen voor het varen op zee
opgesteld. Ieder lid is verplicht de
ze richtlijnen op te volgen anders
volgt royement. Iedereen, die met
een boot de zee op wil moet wel
lid zijn van de vereniging, daar
men anders van de gemeente Mon
ster geen toestemming krijgt de
boot met een trailer naar de zee te
brengen. De boten van de leden
worden regelmatig gecontroleerd.
Iedereen die de zee optrekt moet
zich afmelden en de vermoedelijke
tjjd van terugkeer opgeven. Het
is dus altijd bekend wie zich op
zee bevindt.
Een wens van de vereniging is
in het bezit te komen van walkie-
falkies, zodat de vissers contact met
de wal en met elkaar kunnen hou
den.
De vereniging bestaat momen
teel uit 108 leden, die een geza
menlijk bezit van 70 boten hebben.
Niet minder dan 22 boten behoren
aan inwoners van Ter Heijde. Ver
der komen de leden overal van
daan, zelfs uit Brussel.
Hoe veilig deze mooie vorm van
recreatie kan zijn bij goed toezicht
blijkt wel uit het feit, dat er sinds
de oprichting van de vereniging
nog geen enkele keer een onge
luk (je) is gebeurd. Als men dan
bedenkt, dat men dit jaar tegen de
vijfhonderd afvaarten telt, is het
duidelijk dat de vereniging van
zeebootsportvissers in Ter Heyde
grote belangstelling geniet.
L. J. RUIJGROK
Het strand van Ter Heyde ligt op
zaterdagmorgen niet verlaten in de
winterkou. Tegen de horizon donker
afstekende figuren sjouwen boten
naar zee. De zeehengelaars gaan
sportvissen. Ze vissen het hele jaar
door.
Een groepje „zeebonken" doet ons
op het strand bij het vertrek naar zee
uitgeleide.
„Jullie hebben het vlaggeschip ge
regen", zegt Jaap Voois en kijkt trots
naar de „T 45". Voorzitter D. Ruygrok,
penningmeester J. Voois, secretaris W.
Voois, de zeevaarders C. van Dam, M.
Zeeman en Gerrit van Antwerpen
spreken ons moed in, terwijl de zee
aan hun lieslaarzen likt.
We zullen de heren straks op zee
weer tegenkomen. Ook secretaris W.
Voois. Hij staat zich bibberend in
zijn korte jekkertje warm te trappelen.
Hij zegt bemoedigend: „Ik ben er eens
14 dagen ziek van geweest.
Er komt een hengelaar langs. Jan
Zeeman, die al om vijf uur het aas
uitgooide en niets heeft gevangen. Hij
aarzelt niet ons twee „outsiders" de
schuld te geven: „Jullie maken de
vissen aan 't schrikken!" Vreemd
blijft het natuurlijk, dat de hele vloot
van de Heydse zeehengelaars tijdens
ons bezoek een slechte vangst had.
Verderop proberen pechvogels hun
motor weer op gang te brengen. Ze
staan tot hun dijen in het water van
de branding.
Huub Lelieveld met de kabeljauw
van een pond. Een vangst, die hij
maar „zo-zo" vond. Hij is beter ge
wend.
De binnenkant van de boot is inmid
dels door het opspuitende zeewater
kletsnat.
Het zitbankje is maar smal en heeft
meer iets van een glijbaan naar de
spiegel (achterkant), waar onze schip
per onverstoorbaar de 20 pk motor „in
de hand houdt". We zijn 4 a 500 meter
uit de kust. De toren van Monster en
de kerkspits van Ter Heyde vervagen.
Onze fotograaf glibbert op handen
en voeten door de boot. Hij wil foto's
maken maar kan zonder zeebenen de
horizon niet recht voor de lens krijgen.
KOUDE DUIM
Anderhalf kilometer uit de kust
gaan we bivakkeren. Huub laat 60
meter nylonkoord zakken en op 7 me
ter diepte boort het klipanker zich in
de grond. We zijn alleen met de boot,
de zee en de horizon. Huub heeft een
koude duim, Wat betekent, dat hij
plotseling opstaat om zijn armen
warm te slaan. Voor de „T 45" is dit
aanleiding om een vreugdedans in te
Het is 9.50 uur en Huub Lelieveld
gooit de drie hengels uit. Met een ge
weldige worp zwaait hij de lijnen in
zee. „We" vissen met de onderlijn met
twee azen en een anker op de zeebo
dem. De azen zijn spartelende zeepie-
ren en een groot soort duizendpoten,
die zagers heten. We trachten grieze
lend afstand te bewaren van de bak
met de krioelende have. Er liggen nu
overal om ons heen notedoppen met
twee of drie hengelaars te dobberen.
Ook de boothengel gaat uit, die is voor
zware vis. „Kan je ook haaien mee
vangen.zegt Huub lakoniek en
roept plotseling: „Hé.er zit wat
ik voel dat er wat zit. We hebben
béétmaar het zal wel een gulletje
zijn", voegt hij eraan toe om teleur
stelling te voorkomen. De bovenkant
van de hengel buigt iets om. Huub
haalt met de zeemolen de lijn in. Ik
hoop op een zeemeermin omdat mijn
dierenliefde zich ook tot de kabeljau
wen en de gullen uitstrekt. Maar de
vis bleek ons beet te hebben. Hij zat er
niet aan en het aas ook niet meer. Je
kan er ook geen peil op trekken. Neem
nou de schar. Het is schartijd, maar de
hengelaars hebben nog geen schar ge
zien.
PARASOL
De goed voor zijn passagiers zor
gende Huub heeft een zonneparasol te
gen de boeg gezet, ofschoon hij dat
niet plè manier van sportvissen .vindt!
Maar we hebben nu tenminste iets be
schutting tegen de wind. Zelfs de zon,
die nu felwit aan de hemel staat geeft
geen warmte. De „Onrust 3" passeert
met twee man en zorgt voor een flinke
golfslag, die ons met parasol en al aar
dig aan de rol brengt. Ook zij hebben
niets gevangen.
En dan hebben we echt beet! Een
Boten op wieltjes zijn een bekend
gezicht bij café De Sport in Ter
Heyde, als de zeehengelaars gaan
uitvaren. Op de foto de vismaten
Van Dam en Ruygrok met de „T4",.
Secretaris Van Dam gaat voorop.
wijting van lk pond ligt stilletjes in de
boot te zieltogen. „Het heeft geen zin
hem weer in het water te gooien. Hij
gaat toch dood. Een zeevis is een roof
vis, die bijt diep in de haak en kan
heel kort buiten zee", antwoordt Huub
op een zwakke suggestie van mijn
kant.
Joop Vink passeert met de „Onrust T
72", een speedboot. Ook de twee broers
Vooijs gaan het tuffend verderop zoe
ken. De „T 4" met Ruygrok en Van
Dam gaat ons eveneens verlaten. Ze
gaan meer Noord. Ben de molen van
Monster wordt goed vis gevangen.
Het is 10.55 uur en onze schipper
heeft de koffie klaarstaan met een
scheut cognac. Zelfs koffie zwab
bert over. Bij zoveel nattigheid komt
het er niet meer op aan.
Maar verder zijn we van alle gemak
ken voorzien: zwemvesten, 'vuurpijlen,
een blaashoorn voor noodsignalen, een
verbandtrommel, twee roeispanen als
de motor mocht uitvallen, een radio
voor het weerbericht, een kompas en
niet te vergeten het boekje „Veilig vis
sen op zee" van Iwan Garay. „Goud
waard" zegt Huub prijzend. Toch zit
ten we niet zo best. De gul is of dicht
bij de kust of bij de wrakboei. Wij
zitten in het midden. Of Huub weet
dat zijn twee passagiers nauwelijks het
hoofd boven water kunnen houden?
De vissers zijn nu allemaal onder de
kust gaan liggen. Wij vertrekken ook.
We hebben inmiddels drie wijtingen
binnengehaald. We passeren de „Tja-
de", die 2 wijtingen heeft en ook Joop
Vink komt weer in het gezicht: hij ligt
lui uitgestrekf achter het windscherm
van de speedboot en doet niets. Er valt
toch weinig te halen. De „T 23" met de
blauwe luifel heeft ook niets. Een rub
berboot, die meer op een luchtbed met
buitenboordmotor lijkt, heeft ook al
niets gevangen.
KABELJAUW
We koersen toch op de wrakboei
aan. In de verte ligt de afgedankte
reddingboot „Koen Boot", die vanuit
Ook in de speedboot hebben ze de
hengels uitgegooid.
Scheveningen met zeehengelaars uit
vaart. „Nou, da's toch geen sportvissen
meer, zoals die het doen. Als ik zó zoij
moeten vissenmoppert Huub Le-
Maar dan komt onze schipper Huub
Lelieveld, lang, bebaard en breed la
chend in actie en met een forse greep
tilt hij zijn passagiers door het lage
zeewater in de boot: „Geen natte voe
ten", Neen, nóg niet. Hij vertelt er niet
bij dat we straks één koude zeedouche
na de andere zullen krijgen.
Om 9.25 uur steekt de „T 45" in zee,
die inmiddels veranderd is in één gou
den schittering. Van Dam en Ruygrok
duwen ons uit de branding. Een paar
forse stoten van Huub met de schuif-
stok en dan neemt de buitenboordmo
tor het oyer. We kiezen het ruime sop
met de zekerheid, dat we stevige grond
onder de voeten hebben: de boot heeft
een met polyesterschuim opgevulde bo
dem. Gebeure er wat er gebeurt, we
blijven drijven.
We passeren met een mak gangetje
de golfbreker, vanwaar ons een paar
hengelaars toeroepen dat we moeten
„afhouwen". We draaien meer naar
stuurboord, laten de pier achter ons.
En plotseling verandert de mooie „T
45" in een steigerend paard. Ze steekt
grommend de kop recht omhoog in de
wind. Ze zwiept van stuurboord naar
bakboord. Ze springt met 35 km snel
heid vooruit, als een ketsende steen over
het water. De rand van de boot is nog
geen 40 cm van het wateroppervlak.
Op het erf van de heer W. Ver-
vloet, Strandweg 11 in Ter Heyde
hangt het meldkastje van de zee
hengelaars. Ze moeten nauwkeurig
opgeven wanneer ze vertrekken en
wanneer ze terug zullen zijn.
lieveld. Om 12 uur gaan we voor de
tweede keer voor anker, 2% km uit de
kust. We vangen twee gullen en een
kabeljauw van een pond. En dan te
denken, dat Jopie Vink er een van 22
HILLEGOM In verband met het
afscheid wegens het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd houdt
de heer H. de Vries, technisch hoofd
ambtenaar van het gas-en water-
voorzieningsbedrijf voor de bloem
bollenstreek, morgen woensdag 23
december van 5 tot 6 uur een recep
tie in hotel-restaurant Zomerzorg.
I