schaak DIE JONGEN VAN VAN LAAR PRIJZEN PUZZEL Kleurwedstrijd „Ik verveel me dood", zegt Mark van Laar. Hij zit half onderuit gezakt op de bank, en schopt met zijn voet tegen het tafeltje. De regen gutst langs de ramen. Het ziet er donker en mistroostig uit. Hij heeft eerst zijn moeder al wat geholpen met zakdoeken strij ken. Maar toen hij zijn vinger brandde, is-ie kwaad op de bank gaan zitten. ..Zo meteen komt Bert", troost mamma. „En wat moeten we dan gaan doen?" „Nou ja met z'n tweeën kun je makkelijker iets verzinnen dan alleen". Mark blijft aan 't mopperen. Het komt zeker omdat-ie zijn vin- qér geb'and heet denkt mevrouw Van Laar. Ze kijkt naar de stro mende -egen bui en en het spetten van de druppels in de plassen. „Kijk daar komt Ie vriendje al aan," roept ze. Mark springt op van de bank. Daar rent Bert voorbij het raam. zijn capuchon dicht over zijn hoofd getrokken. Hij sp inqt over de plassen heen. Mark holt naar de voordeur. O, wat is Bert nat. Het water druipt uit zijn laarzen en langs zijn jas. „Jongen jongen", zegt mevrouw Van Laar. „Wat een waterballet! pak maar gauw de handdoek uit de keuken. Mark" „Het is best leuk hoor", lacht Bert. Hij boent zijn rode wangen droog en haalt een kam door zijn kletsnatte haren En 't is zo stil op straat, joh. net of de hele stad 6laapt". Met de armen nm elkaar heen lopen ze naar binnen. „Hé. weet jij iets?" vraagt Mark. „Hoe iets?" „Nou. om te doen, hè?" „Nee", zegt Bert. ,.'k Weet niet. Met de trein?" Mark schudt zijn hoofd. „Het is zo koud in de kolder". „Weet je wat miin broer aan het doen was? Die maakt een fruitbak- Om voor een prijs in aanmerking te komen, behoeft U slechts in te zenden de gevonden versregel uit één van Vondels werken. Onder degenen die ons ook kunnen ver tellen aan welk toneelstuk het fragment is ontleend en hoe de daarop volgende tegels van de eerste strofe luiden, verloten wij een prijs van vijftig gulden. Alle overige inzenders van de juiste op lossing dus ook zij die een gooi naar de hoofdprijs hebben gedaan spelen mee bij de verloting van twee prijzen van vijfentwintig gul den en tien van vijftien gulden. Op lossingen (op briefkaart) verwach ten wij vóór 6 januari 1971. Veel genoegen. je van karton en aluminiumfolie, 't wordt leuk joh. En. dan gaan ze met alle kinde-en van school mor gen naar het bejaardenhuis, ieder een een bakje fruit brengen. Om dat het bijna Kerstmis is" „Dat is een leuk plan", vindt Marks moeder. „Wij hebben nou nooit zoiets leuks op school" moppert Mark. „Jij komt ook noq weieens aan de beurt", lacht moeder „Over een paar jaartjes' „Maar dat duu-t nog zo lang. Ik wil nü.„." „Nou, dan qaan jullie ook een fruitbakje maken" „Nu? Zomaar?" roepen ze alle bei tegelijk. „Ook voor iemand die oud is. Niet alle oude mensen wonen in een bejaardenhuis. Sommigen wo nen alleen in hun huisje. Weet jij niet zo iemand. Mark? En jij. Bert denk eens goed na!" „Tante Jo!" roepen ze. „Ja. tante Jo'" Mark is zijn boze bui verge ten. Hij staat te dansen in de ka mer „Hebt u fruit in huis, mam?" :;0 heden ja, van alles. Maar jul lie gaan eerst een bakje maken, een mooi en stevig bakje." Nu vindt Mark het niet te koud om naar de kelder te gaan. Een fruitbakje voor tante Jo. wat zal ze daar blij mee zijn. Tante Jo is geen echte tante. 7e is zomaar een mevrouw die in de straat woont. noemen? Mevrouw Mopper. Ze moppert altijd. Dat ze vuile voeten maken, en dat ze de deur open laten staan of h:t tumhekie Altijd moppert ze. Ook als ze alleen door de straat loopt hoor je haar nog altijd boos 'n zich/t't praten. Daarom plagen de kinderen haar altijd en Mark Mark nog het meest. Hij heeft haar een paar keer horen zeggen: „Die jongen van Van Laar..." Als Mark door het raam ziet dat strik of die van Mark met het paar se lint. En nu moet het fruit er nog in. Het ligt allemaal al klaar op de tafel. Twee mandarijnen, een si naasappel. banaan..." „En een reep chocola ook?" vraagt Mark. „Chocolade en een paar noten." „Deze is nog veel mooier dan Hans z'n fruitmand, mevrouw," zegt Bert. „Het is of-ie zo van de groente man komt." vindt Marks moeder. Kerstverhaal voor de jeugd door Heieen van Batenburg Maar iedereen noemt haar tante Jo. Ze is erg aardig. Als de kinderen langs komen, krijgen ze altijd een snoepje. Dat moet je zelf pakken, want tante Jo kan niet goed lopen. Elke dag komt haar dochter en helpt haar uit bed. Zij maakt het huisje schoon en 's avonds brengt ze het eten De Kinderen vinden haar niet aardig. Mark en Bert ook niet. Weet je hoe die twee haar stilletjes mevrouw Mopper bij tante Jo is. gaat hij niet naar binnen en Bert ook niet. De jongens zijn druk aan het werk gegaan. Ze maken er ieder één. Met zijn tweeën een bakje maken, dat gaat haast niet en mamma heeft gezegd: We vinden vast nog wel iemand waar we het heen kunnen brengen. O. wat is dat leuk werk. Mark heeft een deksel van een ronde doos gevonden en Bert heeft een stuk blik ontdekt dat hij helemaal kan ombuigen. Marks moeder steekt af en toe haar hoofd om het hoekje. „Kijk eens. jongens, misschien kunnen jullie dit ook nog wel gebruiken' „Oohhl" roepen ze. Het 'is een blauwe papieren strik en een stuk paars lint en iets van goudpapier. Ze wérken toch, die twee. Zo nu en dan kijken ze eens door het kelderraam. De druppels glijden noq steeds traag langs de ramen. Maar Mark zegt: „Lekker weertje, hè?" Eindelijk zijn ze klaar. „Ik weet gewoon niet wat de mooiste is." zegt mevrouw Van Laar. „die van Bert met de blauwe „En weten jullie nu al welke naar tante Jo gaat en voor wie die ande re fruitmand is?" Ze halen de schouders op. „Draaien jullie je maar om Zo nee. niet kijken. Ik wijs een bakje aan en één van jullie moet zeggen voor wie het is. Jij Bert." „Laat Mark het maar zeggen." „Mark, voor wie is het bakje dat ik aanwijs?" „Voor tante Jo." Ze draaien zich meteen om. Het is Berts bakje met de blauwe strik. „Mogen we het nu gaan bren gen? Hè. mam. toe." bedelt Mark. „Het is zowat droog." Mevrouw Van Laar loopt mee naar de voordeur. De regen is bij na opgehouden, maar de lucht is onheilspellend donker. Ze kijkt be denkelijk naar de jongens. „Het is maar een héél klein eindje," zegt Mark. „Mag het. mevrouw?" smeekt Bert. „Toe dan maar." „Hoi!" „Wacht, ik zal er plastic omheen doen." Mevrouw Van Laar pakt het bakje voorzichtig in, en daar gaan ze. Ergens midden in de straat is een heel nauw gangetje, en als je daar doorheen loopt, kom je bij de tuinen die achter de huizen liggen. Mark loopt voorop. Hij is het gan getje al door. Opeens blijft hij staan. „Bert, kijk eens. Nee, daar." Ja, Bert ziet het ook. Daar staat onder het afdakje van de schuur de fiets van mevrouw Mopper. O bah. wat moeten ze nu? „Zullen we toch gaan?" aarzelt Bert. „Als mevrouw Mopper er is? Niks hoor." beslist Mark. „Ik weet wat anders. We verstoppen ons in de keuken. De deur is altijd open. En dan wachten we tot ze weg is." „Maar dat is vlakbij de ka mer. Als ze.... nee hoor...." „Ze merkt niks. joh. Ze qaat al tijd zo weer weg. Kom nou!" Aarzelend volgt Bert Mark die op zijn tenen door het tuintje naar de keukendeur sluipt. De deur is werkelijk open. Hij kraakt niet en hij oiept niet Daar staan ze nu in de keuken van tante Jo; Ze durven niet meer te praten. Mark wijst naar een tafel tegen de muur. Er staan drie stoe len omheen. Ze kruipen er naartoe. Mark moet zo lachen, hij houdt zijn hand voor de mond. Bert geeft hem een por „Stil nou joh. Als mevrouw Mop per het merkt!" Voorzichtig schuiven ze de stoel poten door. Mark heeft het bakje Hij legt het zo lang op de stoel. Zo, ik zit lekker," fluistert hij. Ze hebben hun knieën hoog op getrokken. Bert voelt zich ook al een beetje veiliger onder de tafel het gele kleedje hangt er een eind overheen. Hij kan alleen het zeil maar zien. Bert kijkt ernaar en....ooh.„. „Mark, kijk eens," fluistert hij verschrikt. „Waar? Wat is er?" „Daar. bij de deur." wijst Bert En nu ziet Mark het ook. Allemaal vuile moddervoeten. Ze gaan pre cies naar de keukentafel toe. Oei. als mevrouw Mopper dat ziet! Ze horen stemmen in de kamer. De stem van mevrouw Mopper. „Ik... ik ga weg hoor," zegt Bert angstig. „Ze komt vast hier naar toe." „Welnee. Wacht nou maar." Mark vist een zakdoek uit zijn zak. Die is niet erq schoon meer en nat van de regen. Hij schuift tussen de stoelpoten door en kruipt op zijn knieën met zijn voeten in de hoog te naar de deur Hij boent met zijn zakdoek over de vloer. Ja hoor, het gaat. Mark boent en boent, zijn hoofd wordt knalrood. Hij kijkt ach terom naar Bert. Schoon? vragen zijn ogen. Bert knikt. Voorzichtig kruipt Mark terug. Maar hij bukt niet diep genoeg en zijn hoofd bonst tegen de zitting van de stoel. De poot schuift brommend opzij. Bert durft zich niet te bewegen Ze hebben het vast gehoord... Eindelijk zit Mark weer op zijn Dlaats. de vuile zakdoek in zijn hand geklemd. Ze durven niets te gen elkaar te zeggen Als twee houten poppen zitten ze. Ineens horen ze duidelijk praten in de kamer ernaast. Het is de stem van mevrouw Mopper. Maar... het lijkt wel of ze huilt. Het is helemaal niet die snerpende kijven de stem die ze zo goed kennen Ssst... nu praat tante Jo. „Stil maar kind," zegt ze. „Wees nou maar niet zo verdrietig. Ik weet immers best dat je geen naar mens bent. Je zorgt zo goed voor mij. Elke dag kom je door weer en wind. Wat zou ik moeten beginnen als ik jou niet had. Maar er is niemand die voor jou zorgt en aan jou denkt. Ik wist niet dat de kin deren jou vaak plagen. Ze weten ook niet dat je dikwijls zo'n pijn hebt en zo moe bent. Maar ik, ik zal het ze toch eens vertellen". „Nee, nee," snikt mevrouw Mop per. „Ik ben ook niet altijd aardig voor ze. Dat weet ik wel. Als ze hier weer met vuile voeten binnen lopen, daar kan ik niet tegen. En dan mopper ik weer op ze." De jongens zitten doodstil. Daar horen ze mevrouw Mopper weer. Ze snuit haar neus en zegt: „Ik ga maar eens een kopje thee zetten, dat is beter dan al die tranen." De jongens kijken elkaar aan. Bert wil al onder de stoel door kruipen, maar Mark houdt hem net op tijd tegen, want meteen gaat de keukendeur open. De benen van mevrouw Mopper gaan langs de keukentafel. Ze staat met haar rug naar de jongens toe en laat het water in de ketel lopen. Ze horen het gas aanploffen. O. en nu... nu komen de benen van mevrouw Mopper naar de tafel. Ze rammelt met kopjes. Haar voeten zijn vlak bij die van Mark. Ze heeft bruine schoenen aan met veters. Mark steekt zijn hand naar voren en doet net of-ie een veter los wil Beste meisjes en jongens, deze keer krijgen de liefhebbers van kleur- wedstrijden een mooie kans. De tekening hiernaast is beschikbaar gesteld door de Vereniging tot Verspreiding der Heilige Schrift, Keizerskracht 470 in Amsterdam. Het is één van de platen uit het fijne kleurboek „Kin deren en de Bijbel" van deze vereniging. Jullie mogen de plaat kleuren met het materiaal dat je het liefst gebruikt (bijv. kleurpotlood, inkt, viltstift of verf). En iedereen mag er iets bij fan taseren. als het tenminste past in deze voorstelling uit het Kerstverhaal. Wij loven zeven prijzen van vijftien gulden uit en misschien nog wat extra verrassingen (als er veel mooie werkstukken komen) Je hebt alleen kans op zo'n prijs wanneer je onder of achterop je tekening je naam. adres en leeftijd hebt geschreven en ook of je een jongen of een meisje bent. We willen het graag weten wanneer zieke of gehandicapte kinderen mee doen. Dan kunnen wij er rekening mee houden als zij een beetje zijn geholpen bij het maken van hun kunstwerkje (dat mag in hun geval best). En nu aan de slag en je werkstuk zo netjes mogelijk vóór 6 januari opsturen. Schrijf op de envelop: Kleurwedstrijd trekken. Berts mond valt opeij schrik. Bijna heeft-ie qeroj Néé! Daar qaan de voeten var vrouw Mopper alweer naar dj mer. De deur gaat dicht wenkt met zijn hoofd. Ze scha ieder onder een stoel door] kruipen op hun knieën naaj deur. In één, twee. drie staan ze buiten. Ze rennen het schuurtje, het tuinhek dooi smalle paadje is één grote De modder spat om hun oren n' als ze bij de straat gekomen staat ze hijgend stil. „Mark. hé Mark, hoor e we het andere pakje..." „Ja." zegt Mark, „dat had ik^° gedacht." Ze hollen weer verder, recht naar huis. „En," vraagt Marks mo|n „vond tante Jo het leuk?" Bert en Mark kijken elkaar Het pakje!! Dat zijn ze hele vergeten. Het ligt nog op de in de keuken. „Ja. ziet u..." hakkelt „We..." „We vertellen het straks We moeten het andere bakjejP hebben. We weten er al ieijffl voor. Mag het?" „Natuurlijk mag het." Me\P Van Laar loopt al naar de kei om het te halen. „Alsjeblieft," f ze. „en voorzichtig ermee." Weer rennen ze door de s nu de andere kant op. „Als de deur dicht is, legge het gewoon op de stoep, vlak de keuken." beslist Mark. „Maar als iemand het dan pakt. of als het gaat regenen?" „Joh, we kruipen achter de en dan wachten we tot ze komt. Het duurt vast niet meer." j Mark krijgt gelijk. Ze hei zich nog maar net achter de j verstopt of daar komt mev Mopper aangereden. Ze zet fiets in de schuur en loopt nai deur. De jongens knijpen in kaars hand. Mevrouw Mopper bukt zidj draait het fruitbakje om en haar handen. Ze leest wat het goudpapiertje gesel staat- Vrolijk Kerstfeest. Ze kij verwonderd en blij. Haar ogen ken in het rond. En daar zit tussen de groene hen de blcj kuif van Mark schemeren. Ze h een paar passen naar voren roept: „Als dat die jongen van Laar niet Is..." Mark en Bert rennen weg. eerstvolgende zijpaadje in naa i straat. „Ze was blij hè?" zegt Bert I „Nou!" zegt Mark. En nog ef „Nou!" Hij staart in de verte het lijkt wel of hij heel diepj denkt. Dan zegt hij ineens: ,,ll mee, Bert. We moeten tante Jo haar bakje noq qeven!" Horizontaal. 1. rijst in de aar, 5. jachthond, 8 rivier in Duitsland. 11. organische verbinding, 15. lofspraak, 17 toon ladder. 19. plaats In N. Br. 21. spoorstaaf. 23. eetwaren. 26 palmboom. 28. vis. 29. lengtemaat (afk.). 30. voorvoegsel. 31. meisjesnaam, 32. scheik. element. 34. loot, 35. maanstand. 36. gebonden (muz.). 39. epiloog, 42. stoomschip (afk.), 43. vochtmaat, 44. slotrede. 45. snijwerktuig, 47. water (Fr.), 49 rund. 51. onmeetbaar getal. 52. plaats in Qelderland. 54. Ledger (afk.), 55. vreemde munt, 56. tijding, 58 voorvoegsel. 59. een groot aantal, 61. Javaanse titel. 63. meisjesnaam, 64 levendig. 65 afk. van idem, 66. woonschip. 67, oppergod. 68. onder anderen (afk.), 70. dwaas. 72. spil van een wiel; 73. motorletterteken voor Egypte. 74. telwoord (Eng.). 75. kleine woning. 77. voorstander der volksregering, 84 ik (Lat 86. per dag (afk.). 88. stad in Albanië. 90. bloedarmoede. 92 Myth, figuur. 93. stok. 95. en omstreken (afk.) 96. holte in een muur, 98. vlaktemaat, 99. voegwoord (Fr), 100. naald boom. 101. rivier in Italië, 103. aan land gaan op een planeet, 107. meisjesnaam, 108. deel van de voet, 110. hartslagader, 111. bijb. figuur, 113. schildpad. 114. stompie, 115. titel van turkse landvoogden, 116. prent. Verticaal. 1. gelijklopend, 2. plaats in Gelderland, 3. zijtak Rijn. 4. ex officio (afk.), 5. Javaanse huisvogel, 6. Myth, figuur. 7. meubel. 8 Arabisch hoofd, 9. spant, 10. vlakte maat. 11. voorvoegsel. 12. groente, 13. zwakke. 14. afgepas te hoeveelheid, 16. Grand Cross of St. Michaël and St. George. 18. afk. van mount. 20. plaats in Italië, 22 vaartuig. 24. Z. Amer. thee, 25. flakkerende vlam, 27. plaats in de N O.P.. 29. betoging, 33. raad voor zeezaken, 36 bergplaats, 37. waterstand. 38. heer (afk.). 40. muzieknoot. 41. water in Friesland. 43. goud (afk. Lat.), 46. scheik. element. 48. Spaanse vloot, 50. kluchtig. 51. wapenschouw, 53. brugschuit, 55. Myth, figuur. 57. lusthof. 60. meisjesnaam. 62. voorvoeg sel, 65. ingeving. 69. luchtschipper. 71. scheik. element, 74. onderofficier (afk.). 76 grondtoon, 77. kindergroet, 78. stad uit de Oudheid, 79. Baden's eiland in de Bodenzee. 80. circa (afk.), 81 plaats in Z.H.. 82. riviertje op Sumatra. 83. voor zetsel. 85 pers. voornaamw., 87. moerasplant. 89. pla3ts in Italië. 91. zeer groot, 92. Europeaan, 94. rivier in Duitsland, 97. teug, 98. hoekpijler, 100. Spaanse titel. 102. plaatsje onder Gfamsbergen. 104. berg, 105. slede, 106. mal, 107. zandheuvel. 109. karaat (afk 112. afk. op telegramformulie- Bij juiste oplossing leest men op de cijfers: 49. 113, 4, 10, 12, 83, 70, 6. 80. 38, 13, 42, 23, 75, 58, 96, 108, 93, 2, f 106, 100, 47, 77, 28, 9, 62, 107 een versregel uit één van Vondels toneelwerken. Damrevue Na de nieuwe technische uitgave Damrevue is nu een Mededelingen blad van de Dambond verschenen, eveneens typografisch goed ver zorgd door dezelfde drukker. Het blad verschijnt in december, maart, juni en september. Leden van de bond ontvangen het gratis. (Niet-le- den f 3.50 per jaar.) Van oudsher is het een moeilijk te beantwoorden vraag of een bondsorgaan zowel techniek als nieuws en verslagen móet bevat ten. De ervaring heeft geleerd dat de techniek snel de recreatiespeler te hoog gaat, terwijl hij wel in de overige facetten van het damleven is geïnteresseerd. Onder het motto: „De consu ment betaalt" is daarom het tech nische blad ontkoppeld en kunnen de liefhebbers zich daarop afzon derlijk abonneren zonder dat de belangstelling voor het damleven behoeft te verflauwen. Het blad schijnt wel aan te slaan want er worden nog dagelijks abonnées genoteerd. Indien dit aantal nog met 2.500 toeneemt, wordt de inhoud (zonder prijsstij- ginq) verdubbeld. Uit de competities nog enige fragmenten: (1) Zwart: 2. 10. 11, 12. 14. 16/19. 22, 23. 27. 28 Wit: 25. 26, 31, 33. 36/39, 41/43. 48. 49 Spelverloop-. 3329, 23x34; 39x30 28—33, 38x29. 27—32 enz 1. Bij analyse' vonden de spelers dat ook deze variant niet zou heb ben geholpen: 4944, 1015: 44—40. 15—20; 40—34. 20—24; 37—32, 28x46: 33—2%- 22x44: 31x13, 19x8. 4339. 44x33: 33x9 of 23—29; 34x23. 46x3. (2) Zwart: 2 6. 7. 12/15, 19. 20. 23 25 35 Wit! 21, 27. 28, 31. 32. 34. 36. 38. 39. 43/45 Hier was 3833 verboden we gens 1924 28x17 meerslag. 35—40!; 44x35. 24—30; 35x24. 20—49. Even later deed zich in dezelfde partij deze slotstand voor: (3) Zwart 14, 15. 25. 35. 37 Wit: 7. 39, 40 43. 44 In heviqe tijdnood ging het: 48 7-11, 37—41: 49. 43—38. 14—20? J. Hottinga F. Verboven B. de Jong F. Verboven 8. de Jong a); 50. 123 en de laatste zet voor de tüdcontrole was de win nende. a) op 4146 zou komen 3832 en 39—34, op 41—47 38—33 en 39—34. 1419 in plaats van de tekstzet had remise kunnen brengen. Plezier ermee Wij geloven erin geslaagd te zijn, in dit kerstnummer drie opga ven te bieden waaraan iedere op losser plezier kan beleven. Ze zijn namelijk ongelijk van moeilijkheid, en dat betekent dat ook de minder ervaren oplosser er ten minste eentje van zou moeten kunnen vin den. Dat is dan opgave 2, een mat in drie zetten, niet te veel materiaal op het bord en dus een overzichte lijke stelling. U moet natuurlijk vooraf wèl de kleine eigenaardig heden van de stelling bekijken. De andere twee opgaven zijn van wat zwaarder kaliber, hoewel het U betrekkelijk weinig moeite zal kos ten samen met Bogoljubov in op gave 1 fris op aanval en dus op winst te spelen. Een kort maar krachtig oplossingsbeloop, dat toch noq wel binnen het bereik van vele oplossers zal vallen. Als moeilijkste van de drie blijft opgave 3 over. Om het vinden van de oplossing niet al te eenvoudig te maken, onthouden wij ons van commentaar. Trouwens: zo moeilijk is deze opgave nu ook weer niet. Men een beetje proberen en enige accuratesse komt men een heel eind. vooral omdat het aantal zij paadjes ditmaal bij uitzondering erg klein is. OPLOSSINGEN Hieronder de oplossingen van de opqa- ven uit de rubriek van 19 december. (1) Rosengarten-Schlömer. Zwart' won als volgt: 1 Dhllll (Zo wint zwart het beslissende tempo) 2. Kxhl cID. 3. Kq2 (3.Kh2 Txf2 mat) 3. Dc6„ Nu Is de zelfde stelling ontstaan waarmee we be gonnen. Maar pion c2 is nu wegl Wit gaf het daarom op. Hij kan het mat in enkele zetten niet meer voorkomen. (2) Prasse - Schönluss. Ja, wit kan zich nog redden, en wel aldus: 1. Txc6lt bxc6 (1. Kb8? 2. Txb7l Ka8 3. Txa 711 en mat volgt) 2. Tb8tl Kc7 3. Tb7- Kd8 4. Pe6! Ke8 5. Pxq7! Kd8 6. Pe6! en zwart moet zich met remise tevreden stellen, want 6. Kc87? leidt na 7.Tc7! Kb 8 8. Dhll wederom tot mat. (3) Gruber-Strobl. Wit wint aldus: I. Dc6l (Dreigt 2.Pb5 mat) 1. „b5 2. PxbSI DxbS 3. Dxc 71 Ka S 4. OxdS! Db8 (01 4. Ka7 5. Dc7! Ka8 6. Ld5!) 5. LdSf en zwart gaf het op, want na 5. Ka7 6. Dxb8 Kxb8 7.a7!l plus a8 D wint wit gemakkelllk. Probeert U zelf eens te vinden wat er qebeurt na I. Lxc6. (1) Uit een partij NürnbergBogoljubov (Simultaanvoorstelling 1933) Zwart won snel. Hoe? I B Lik I id 1 1 IP m 1 ik! IP B 2 IP A A 5 «r- Wit aan zet gaf mat In drie. Hoe?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 20