Op de barricaden voor
de lezer
Vijfde baan van Schiphol
nog niet aanleggen
1
Nieuwe groeperingen
niet tegenhouden
Snel
reageren
onderweg
door
melk
onderweg
Israël boort Egyptisch
scheepje de grond in
Kritiek Kamer
op aanleg van
smeerpijp
Engeland heeft
geen voordeel
van de EEG
Deel troepen
V S in Europa
na '12 weg
Jongen door
luik uit cel
ontsnapt
9
WOENSDAG 2 DECEMBER 1970
Phé Wijnbeek is 25 jaar bij onze krant
HILVERSUM
Als ze dat nodig vindt, blijft ze „doordrammen". Iets onver
zettelijks. een hoog opvlammend temperament als waarheid of
rechtvaardigheid in het geding zijn, kenmerken haar. En voor
lezers of „werk" is weinig teveel.
Eens mochten journalisten het stalen hekwerk van de Baren-
drechtse brug beklimmen. Toevallig beukten die dag regen en
storm het hoge gevaarte. Dit noch een „dodelijke hoogtevrees"
kon haar weerhouden, maar: „Toen ik boven stond, bleken 23
mannelijke collega's beneden te zijn gebleven in een warm ca
feetje. Ze zaten me op te wachten en vroegen: Phé. ie vertelt het
wel, hè?"
Ze was toen ze 35 jaar geleden als een van de weinige vrou
wen in de journalistiek ging, een fenomeen. Ze is het nog.
Want ze stond haar mannetje en is vrouw gebleven.
Huib Goudriaan
Phé Wijnbeek is vandaag 25
jaar aan onze krant verbonden.
Op 2 december 1945 in dienst ge
komen als redactrice-verslag
geefster voor de grote reportage
en in de jaren daarna ook waar
nemend redactrice binnen- en
buitenland, kan ze terugzien op
een kwart eeuw betrokkenheid
met Nederlands maatschappe
lijk, cultureel en politiek leven
na de grote breuk van '40-'45.
De afgelopen 14 jaar was ze
onze radio- en tv-redactrice. Ze
is tevêns nog steeds Nederlands
enige vrouwelijke radio- en tv-
criticus. Trouw aan haar stelre
gel de lezer zodanig op de hoogte
te houden dat de lezer „zijn
éigen criticus kan zijnheeft ze
zich in Bussum en Hilversum
door haar vriendelijke scherpte
gerespecteerdmaar ook geliefd
gemaakt.
Schrijfster
Phé Wijnbeek is altijd dagblad
journaliste geweest en is daar trots
op. In ons gesprek in haar flat in
Hilversum zegt ze: „Ik hou innig van
mijn werk". Niet minder verbonden
voelt ze zich met een andere, mis
schien meer scheppende vorm van
activiteit: het schrijven van boeken.
Op haar naam staan 20 hoeken (ro
mans, kinder- en meisjesboeken) en
ouderen zullen zich haar herinneren
als lid van het vooroorlogse Christe
lijk Letterkundig Verbond. Leden
van deze kring van auteurs uit het
protestants-christelijk milieu waren
onder andere H. M van Randwijk,
Muus Jacobse en Jan H. de Groot.
Phé werd in Amsterdam geboren
en doorliep er de HBS-A. Ze schreef
als kind al verhaaltjes. Op haar vijf
tiende stuurde ze een verhaal naar De
Spiegel en schrok zich een ongeluk
toen het werd geplaatst. „Ik kreeg
het voor die tijd hoge honorarium
van vijf gulden en durfde dat thuis
bijna niet te vertellen!"
Op aandrang van de schrijver P. J.
Risseeuw liet ze op haar achttiende
een boek uitgeven door Kok te Kam
pen. Met als titel „Tussen spel en
ernst" kwam het uit in prachtband.
„Ik hoop dat niemand het zich nog
zal herinneren, want achteraf beke
ken was het wel wat kinderlijk
Een van de eerste twee boeken, die
in het naoorlogse Nederland op de
markt verscheen was de roman
„Koek van Olden" van Phé Wijnbeek.
„Ik was daar erg gelukkig mee."
Bij het Kwartet
Haar journalistieke opleiding kreeg
ze voor 19^0 op de redacties van di
verse kranten, waarbij ze op eigen
houtje Nederlands studeerde. Haar
grote leermeester in de dagbladjour
nalistiek was de bekende journalist
A. F. K. Paree.
Na de inval van de Duitsers ver
dween ze met de door de bezetters
verboden kranten uit de openbaar
heid. In 1945 kwam ze in dienst van
het Kwartet, waar de directie haar al
kende als schrijfster van korte verha
len voor het Zondagsblad.
Phé Wijnbeek: „Maar op de re
dactie waar nog nooit een vrouwe
lijke collega had gewerkt, werd ge
dacht: nu krijgen we een bedillerige
tante die het vak niet kent. De eerste
dag keken de heren me met wantrou
wende ogen aan en de tweede dag
was het ijs gebroken en waren we
vrienden."
Door de beperkte reismogelijkheden
vlak na de oorlog, bracht ze veel tijd
op de redactie door waarbij ze soms
de chef buitenland en de chef zon
dagsblad verving. vToch zat ik liever
niet achter het bureau. De directeur,
meneer Groenewegen, zei altijd: Laat
mejuffrouw Wijnbeek maar lopen,
dan werkt ze beter dan wanneer ze
moet zitten."
In de naoorlogse jaren (de tijd van
de wederopbouw, van „vijf jaar de
mot in en nu zit er schot in") nam
Phé Wijnbeek deel aan de grote
persexcursies door „herrijzend Ne
derland." Ze beschreef het herstel
van de noodgebieden, van de kolen
mijnen, van de waterstaatswerken.
Soms was ze gast van de Konink
lijke Marine. „Ik deed dingen voor de
krant, die ik privé voor geen miljoen
gulden zou hebben gedaan. Zo moest
ik een keer de 18 meter hoge, slinge
rende, touwladder langs een vlieg
tuigmoederschip beklimmen: met het
angstzweet in mijn handen."
Pionieren
Met de komst van de televisie werd
het steeds duidelijker dat de krant
een taak had gekregen in het begelei
den van het nieuwe medium. In 1956
liet Phé op een redactievergadering
merken dat ze wel zou willen pionie
ren op dit terrein.
„Ik realiseerde me dat hier een ter
rein braak lag, omdat het protes
tants-christelijk volksdeel een enor
me achterstand had wat betreft film,
toneel en variété; dat was dltijd te
werelds geweest. Ik dacht: een kluif
werk, maar een verrukkelijke taak."
„In het begin kreeg ik ook vaak
post van lezers, die niet begrepen
waarom iets, wat niet specifiek pro
testants-christelijk was, toch kon
worden geprezen."
Intussen is de manier van com
mentaar schrijven veranderd. De pro
testants-christelijke wereld is anders
gaan denken. „Toen de NCRV onlangs
een programma jeugdherinneringen
uitzond over onder meer Louis Da
vids heb ik moeten lachen. De men
sen beseffen namelijk niet dat Louis
Davids niet tot de jeugdherinneringen
in onze kring behoort, omdat de
showwereld destijds taboe voor ons
was. Door de gewenning lijkt het nu
alsof we er altijd aan hebben meege
daan."
Soifs afbijten
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG De Tweede Kamer
staat gereserveerd tegenover de plan
nen voor de aanleg van de „smeer
pijp" in Oost-Groningen en het lozen
van het vuile afvalwater in de 'mon
ding van de Eems.
Wanneer de minister van verkeer
en waterstaat over deze zaak van
daag geen bevredigend antwoord zou
geven aan de Tweede Kamer, zal de
VVD zelf een motie indienen, kon
digde mevrouw Veder-Smit aan
„Het gaat niet aan het vuil op de
stoep van de Duitsers te gooien",
merkte de heer P. Jongeling (gvp) op.
De heer Posthumus (soc.) vroeg mi
nister Bakker: Hoe kan men nu aan
Duitsland een zuivere Rijn vragen en
tegelijk de monding van de Eems
vervuilen?
De heer Dijkstra (D'66): Het vuile
water van de Oostgroningse industrie
moet aan de bron gezuiverd worden.
Desnoods moet de overheid in de kos
ten bijdragen
De heer Van der Peijl (c.h.) voerde
aan, dat men wel moet beginnen met
de aanleg van de pijpleiding in de
eerste fase. Evenals andere Kamerle
den drong hij aan op een uitvoerig
wetenschappelijk onderzoek over de
gevolgen van de lozing van het vuile
water.
PHE W IJNBEEK: kruipend door St. Gotthard
Phé vindt op het ogenblik het be
geleiden vooraf van de programma's
belangrijker dan het commentaar
schrijven achteraf. „Dan weten de
mensen waarop ze moeten letten."
Een radio- en tv-redactrice heeft da
gelijks de handen vol aan de kritiek,
de berichtgeving en het begeleiden
van de omroeppolitiek. Maar Phé
Wijnbeek, die als enige actieve jour
naliste in het Bussumse de vooroor
logse persconferenties van de AVRO
bijwaonde, heeft de nodige relaties,
wat haar werk verlicht.
Op persconferenties bijt ze vaak het
spits af voor jongere collega's, dank
zij haar indringende, overigens niet
onvriendelijke manier van vragen.
„Dat doe ik omdat ik de meest zuivel
re informatie voor mijn krant ver
lang. En, natuurlijk, als wordt gepro
beerd iets te verdonkeremanen, als ze
iets niet willen zeggen, blijf ik door-
drammen."
Winston Churchill typeerde konin
gin Wilhelmina, die in oorlogstijd als
vrouw leiding moest geven aan haar
ministers, als „de enige man van het
Nederlandse kabinet". Heeft Phé
Wijnbeek niet de neiging zich zo te
gaan voelen als ze, tussen overwe
gend mannelijke collega's, het raak
heeft gezegd?
Ze antwoordt: „Welnee, ik voel me
helemaal niet mannig, ik ben echt
geen Kenau. Ik vind het niet erg als
mannelijke collega's vóór me lopen,
maar wel lief als ze de deur voor me
opendoen."
Ze stelt de tegenwoordig soms als
ouderwets betitelde hoffelijkheid op
prijs. Maar ze beschouwt zichzelf als
progressief en als een hippie van het
eerste uur. „Toen ik nog een meisje
was, zei vader nogal eens: Ga jij
maar op je kamer zitten tot je .afge
koeld bent."
Angst overheerst
Wat niet betekent dat ze geen be
zwaren heeft tegen een modieus soort
progressiviteit, dat alleen tot uiting
komt in uiterlijk vertoon. „Ik heb
niets tegen lang haar en ik vind hip
pe kleding mooi, maar als het doel is
zich te laten gelden, zeg ik: Doe alles
maar af."
„De geest van de moderne tijd is:
Jongens we moeten progressief zijn
en dat moeten wc tonen' door het
uiterlijk en kreten. Dat is niet goed,
want alleen persoonlijkheid is beslis
send. Bovendien komt er een angst
onder de mensen niet voor vol te wor
den aangezien."
Sinds Phé Wijnbeek in de jourfia-
listiek kwam is er veel veranderd;
welke veranderingen vallen haar het
meest op?
„Er is op de redacties meer specia
lisatie en de redacties zijn groter ge
worden Hierdoor is de band tussen
de collega's wat losser dan vroeger.
Verder valt me op dat er mensen
zijn, die menen dat ze rancuneus
moeten staan ten opzichte van el-
kaars werk. Men komt er minder toe
te zeggen: Jongen, je hebt een goed
stukje geschreven."
„Dat komt voort uit angst, geboren
uit zelfverdediging. Ook de neiging
om aan het Engels ontleende mode
woorden te gebruiken, is angst. Het is
ook een vorm van zwakte, evenals
het intellectualistisch jargon. Voort
durend gebruik van woorden als „lu
diek" en „geëngageerd" betekent ge
brek aan woorden."
Phé Wijnbeek bespeurt soms een
geringschatting voor het werk, die
blijkt uit het gezegde: „Ik ga even
een stukkie draaien." Phé: „Dat even
een stukki edraaien ligt me niet. Ik
geloof dat het parmantigheid is.
En zodra je denkt dat je er bent gaat
je werk achteruit. Ik ben 35 jaar in
de journalistiek, maar ik leer nog
iedere dag."
„Met dit alles wil ik niet zeggen
dat ik niet van de jonge collega's
houd. Ik vind ook dat de journalistiek
een stukkie draaien ligt me niet. Ik
ben bijzonder blij dat het statige van
vroeger is verdwenen."
Polder en Couperus
Statigheid heeft Phé overigens
nooit aangesproken. Bij de ingebruik
neming van de St. Gotthardtunnel,
bewees ze dat door in „rare kleren"
en op haar buik het laatste stukje
kruipend af te leggen. „En", zegt ze
„toen de collega's, die dat niet hadden
aangedurfd me vroegen hoe het was,
kon ik ze wel vermoorden!"
Is ze een avonturierster, een
uithuizige amazone, die verlangt
naar de verte? Niets van dit al
les. Ze gaat graag met vakantie
bij voorkeur naar de oude
Arabische wereld maar ver
langt het meest naar een Hol
lands polderlandschap met een
plas en een roeibootje. En haar
liefhebberijen zijn lezen (lieve
lingsschrijver; Couperus), koken
en huiselijke gezelligheid. „In al
le bescheidenheid; zelf sauzen en
soepen uitvinden, koken op de
geur en heel mooie toetjes ma
ken is mijn weekendamuse
ment."
Ze brengt me naar de deur,
steekt dreigend een vinger op en
zegt: „Steek me alsjeblieft niet
omhoog. Ik ben een heel gewone
journaliste en een heel gewone
vrouw!"
..Representativiteit vakverenigingen"
ROTTERDAM „Proeve van
een ontwerp van de wet op de
representativiteit van vakvereni
gingen" heet het werkstuk dat
het in Rotterdam, ten kantore
van de contactgroep van werkge
vers in de. metaalindustrie, ge
vestigde comité representativiteit
werkgevers en werknemersver
enigingen vanmiddag in de open
baarheid heeft gebracht.
Drs. VV. Bos. voorzitter van het
comité. lid van het presidium en
plaatsvervangend voorzitter van de
contactgroep van werkgevers in de
metaalindustrie, schryft in een voor
woord o.m. dat een aantal organisa
ties door het gemis aan wettelijke
bepalingen over de representativiteit
van werkgevers- en werknemersvak
verenigingen in belangrijke mate
wordt belemmerd in de uitoefening
van zjjn functie.
Steunende op de in de praktijk op
gedane ervaringen, heeft het comité
een proeve van een wetsontwerp met
memorie van toelichting geschreven.
Er is een aantal ontwerpen van wet
tot wijziging van andere wetten, in
verband houdende met deze materie,
aan toegevoegd.
F rijheid
„De grondwettelijk gegarandeerde
vrijheid van vereniging houdt mede
de vrijheid van vakorganisatie in",
aldus het comité. „Niettemin wijst de
praktijk de laatste jaren uit dat een
uitdrukkelijke erkenning van de vrij
heid van vakorganisatie noodzakelijk
is.
Tal van onafhankelijke, d.w.z. bui
ten de zgn. erkende vakbeweging
staande organisaties, doorgaans aan
geduid als „categoriale" organisaties,
slaagden er niet in erkenning te ver
krijgen. In feite betekent dit dat zjj
niet in de gelegenheid zijn haar
werkzaamheden als vakorganisatie te
verrichten."
De sociaal-economische structuur
in ons land wordt déardoor geken
merkt, dat belangrijke sociale en
veelal ook economische adviezen door
de erkende vakcentrales in samen
werking met de werkgeverscentrales
worden verstrekt die zo zwaarwegend
zijn dat deze veelal tot dienovereen
komstige beslissingen leiden.
Dit houdt derhalve in een sterke
machtsconcentratie en een feitelijke
monopolievorming, waarbij de aange
sloten organisaties in de verscheiden
bedrijfstakken slechts een bescheiden
rol kunnen spelen.
De waarde van deze structuur in
het midden latende moet echter, al
dus het comité, worden geconstateerd
„dat het volstrekt ondemocratisch on
dus ontoelaatbaar moet worden ge
acht nieuwe ontwikkelingen, waarbij
nieuwe groeperingen in de menings-
en besluitvorming wensen te worden
betrokken, te verhinderen op grond
van de overweging dat deze wel eens
LONDEN Er zijn geen bewijzen
voor de stelling dat de EEG de lidsta
ten economisch voordeel heeft op
geleverd of dat Engeland een .eco
nomische opleving kan verwachten
als het toetreedt tot de EEG. Dit heeft
het Britse „National Institute" in een
rapport verklaard, een organisatie die
zich bezig houdt met economische
prognose en analyse.
Deskundige waarnemers zeiden gis
teren dat het rapport van het insti
tuut, dat gestaafd wordt met talloze
cijfers, kan worden gezien als anti-
EEG-propaganda. Zij wezen erop dat
de cijfers machtige instrumenten kun
nen vormen in de handen van de te
genstanders van Engelands toetre
ding.
Parkeren is ook in Jeruzalem
een probleem, bovendien nemen
daar niet alleen auto's aan het
verkeer deel. De eigenaar „par
keerde" deze kameel op het
parkeerterrein tegenover een
poort in Oost-Jeruzalem.
Kamer: Eerst beslissen over tweede luchthaven
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG De vijfde lan
dingsbaan van Schiphol moet
voorlopig niet worden aangelegd.
Deze algemene wens van de
Tweede-Kamerleden werd naar
voren gebracht bij de behande
ling van verkeer en waterstaat.
De aanleg van de baan werd in
direct verband gebracht met de be
slissing over de plaats van de tweede
nationale luchthaven. Een andere
voorwaarde voor de aanleg van de
eventuele vijfde Schiphol-baan was,
dat vóldaan werd aan de nodige in
spraak voor de beslissing zou vallen.
De heer Van der Peijl (c.h.) dacht,
dat aan het aanleggen van een vijfde
landingsbaan toch niet te ontkomen
zou zijn. In ieder geval zou snel naar
de plaats van de tweede luchthaven
gezocht moeten worden.
Er moet een behoorlijke aanzet
voor een tweede luchthaven komen,
zei mevrouw Groensmit-van der
Kallen (kath.v.), voor er sprake is van
de aanleg van de vijfde baan.
Zij noemde twee plannen voor de
aanleg van deze luchthaven in de
Markerwaard.Zo kvil ir. Volkers, het
voormalige hoofd van de Deltadienst,
in de Markerwaard een aparte polder
van zeven bij zeven kilometer aan
leggen.
De kosten bedragen 125 miljoen
gulden, die men kan uitsparen door
voor Schiphol geen vijfde baan aan te
leggen. Dan is er het plan langs de
IJsselmeerdijk tussen Enkhuizen en
Lelystad een vliegveld aan te leggen
met vijf tot zes landingsbanen.
Ir. Oele (soc.) vroeg ministèr Bak-
- ker
de knoop snel door te hakken.
Maar'dan moet de plaats van de
tweede nationale luchthaven toch wel
ongeveer vaststaan. De heer Oele
vroeg het bouwen van huizen te ver
bieden in gebieden, die voor de aan-
een bedreiging van de bestaande
structuur zouden kunnen vormen,
wat overigens nog bewezen zou moe
ten worden".
leg van de tweede luchthaven in aan
merking zouden komen.
Veiligheid
I)e verkeersveiligheid en hef ge
middelde aantal doden van negen
mensen per dag als gevolg van ver
keersongelukken kwamen gisteren
eveneens herhaaldelijk ter sprake.
Drs. Van Thijn (soc.) diende, zoals hij
ook twee jaar geleden had gedaan,
een motie in, waar in de regering
wordt gevraagd een verkecrsveilig-
hcidsdienst in te stellen. Deze dienst
moet de veiligheidsnormen voor oude
en nieuwe wegen vaststellen.
De heer Van der'Peijl vroeg een
streng toezicht op het gedrag van de
weggebruikers.
Wegen
De opvoering van de inkomsten uit
het Rijkswegenfonds werd onvermij
delijk genoemd. Ook de verhoging
van de uitgaven voor.het openbaar
vervoer vond instemming.
Mevrouw Groensmit-van der Kal
len, stelde, dat om budgettaire rede
nen de beslissing over de aanleg van
de Schiphollijn is uitgesteld. Om die
zelfde redenen moesten ook railver
bindingen naar de ;nieuwe woon- en
werkgebieden uitgesteld worden.
Zij vroeg daarom een fundamentele
positiebepaling met de toekomstige
taak en functie van de Spoorwegen
De heer Jongeling, (g.p.v.) gisteren
na zijn ziekte voor het eerst weer in
de Tweede Kamer, vondt het maar
een vreemde zaak. dat veel verkeers
wegen zijn veranderd in parkeerwe-
gen.
Wanneer de straten ontruimd zou
den worden van de geparkeerde
auto's, zou ineens weer veel meer
ruimte ontstaan voor het openbaar
vervoer. De heer Jongeling vroee de
minister om een onderzoek in deze
richting.
Voor de verbreding van de weg
Gouda-Oude Rijn vroeg de heer T.
Tolman (ch) speciale aandacht. De
voorbereiding van dit werk is meer
dan een jaar vertraagd.
„Waarom", vroeg (te heer Tolman,
„verzwijgt de minister, dat er een
plan is van vier aannemingsmaat
schappijen om een betonnen weg op
palen van Gouda naar Utrecht aan te
leggen? Het plan is qua kostenverge-
lijkinig en technisch uitvoerbaar",
stelde de heer Tolman.
Een belangrijk aspect is het geringe
onderhoud van een weg op palen.
Ook het feit dat het wegvak drie jaar
na de opdracht opgeleverd kan wor
den, is van betekenis. De heer Tol
man noemde een weg op palen een
keiharde betonnen werkelijkheid.
Zwitsers fabrikaat!
een
blijvend I
geschenk I
TEL AVIV Een Israëlisch mari
nevaartuig heeft in de Golf van Suez
een Egyptische motorboot tot zinken
gebracht. Vier opvarenden zijn daar
bij om het leven gekomen, zo heeft
het Israëlische leger bekendgemaakt.
Egypte bestrijdt deze lezing en be
weert dat het om een onbewapende
vissersboot ging. „Israël heeft hier
mee een misdrijf begaan. Egypte zal
WASHINGTON De Amerikaanse
defensie-minister Laird heeft gisteren
laten doorschemeren, dat bepaalde le
geronderdelen misschien uit Europa
worden teruggetrokken. De huidige
gevechtssterkte van de Amerikaanse
strijdkrachten zal echter in ieder ge
val tot de zomer van 1972 worden
gehandhaafd. Hij zei dit voor zijn
vertrek naar Brussel, waar hij de
Navo-conferentie bijwoont Laird is
van plan daar ook de positie van de
in Noord-Vietnam gevangen gehou
den Amerikanen ter sprake te bren
gen.
een klacht by de VN indienen en
houdt zich het recht voor tegenmaat
regelen te nemen", aldus Kaïro.
Het incident was het eerste van
deze ernstige omvang sinds het be
stand in het Nabije Oosten vier
maanden geleden van kracht werd.
Israël zegt dat de Egyptenaren do
cumenten bij zich hadden waaruit
bleek dat dc mannen spionage hadden
bedreven. Bovendien was er hasjiesj
aan boord. Een legerwoordvoerder
dacht dat dit wellicht was bedoeld als
betaling voor verstrekte informaties.
TILBURG Naar eerst thans be
kend is geworden, is in het Tilburgse
hoofdbureau van politie maandag
avond de 15-jarige Tilburger T. uit
zijn cel gebroken. Hij is omdat hij
zo tenger is vermoedelijk ontsnapt
via een luikje in de cel waarin hij,
verdacht van diefstal, was opgesloten.
Het luikje was niet groter dan 23 bij
30 centimeter.