Universiteit kan de expansie niet aan Nederland dook in experiment van de nationale ouderavond caballero. de sigaret «Zij sclireeuwt waar anderen mompelen" 17 bejaarden omgekomen ONDERWIJS IN DISCESSIE GESPREK LATER VOORTZETTEN Conclusie op studentencongres: I I I I Dank van prof. Grosheide m VRIJDAG 6 NOVEMBER 1970 POINTE-AUX-TREMBLES Bij een brand in een bejaardentehuis te j Pointe-Aux-Trembles in de Canadese provincie Quebec zijn gisteren 17 be- j woners om het leven gekomen en 17 gewond. Hetvuur ontstond door het ont ploffen van een verwarmingsketel in de kelder van het drie verdiepingen tellende gebouw, waar 34 ouden van dagen woonden. Het duurde drie uur voordat men de brand meester was. De slacht offers vonden door verstikking de dood. De politie stelt een onderzoek in. Het is de tweede maal dat in deze provincie een bejaardentehuis is af gebrand. Op 2 december 1969 kwa men in Notre Dame-du-Lac 38 be jaarden om. anders dan andere. (Van onze onderwysredacteur) DEN HAAG Helemaal vol gens de vaderlandse onderwijs traditie: ieder deed waar hij zin in had. Dat was het gisteren op de „nationale ouderavond", ont staan uit een initiatief van me vrouw J. Jager-van Vonderen (31)stafmedewerkster op het centraal bureau voor het neu traal bijzonder onderwijs in Den Haag en in haar woonplaats, Voorburg, raadslid voor D'66. Als lid van een werkgroep die iets aan het internationaal onderwijsjaar moest gaan doen, lanceerde mevrouw Jager -levendig van geest, charmant en ook nog energiek- de idee van een avond, waarop men in het hele land iou discussiëren over wat de ouders <n de school van elkaar verwachten. Het plan kreeg in een paar weken vorm. Een folder met prikkelende stellin gen („De ouders hebben zich niet met het huiswerk te bemoeien; ze moeten er alleen voor zorgen dat het ge maakt wordt" „Een rapport met alleen cijfers ls uit de tijd" enz.) ging naar alle scholen. Nou ja, alle... Men mocht met het adressenmateriaal van het ministerie werken, maar bij het openbaar on derwijs bleken nogal wat scholen te zijn die de oproep voor de nationale ouderavond niét ontvingen; misschien bleven de papieren bij gemeentelijke instanties hangen. Hoe het ministerie die scholen bij andere gelegenheden dan bereikt, blijft intrigerend -maar door inschakeling van het centraal bureau voor het openbaar onderwijs is men er dit keer in ieder geval uit gekomen. Belangrijk was dat de organisatie- toppen van rooms-katholiek, het pro testants-christelijk, het openbaar en het neutraal bijzonder onderwijs sa men met de nationale contactcommis sie voor gezinsbelangen aan de op roep voor de nationale avond hun naam gaven. Wat dat betreft (en dat betreft niet weinig) zat de zaak safe. moeten het toch met de ouders nodig weer eens over het godsdienstonder wijs en de seksuele voorlichting heb ben; laten we dat maar op die 5de november doen. Of: een heel ge schikte datum voor de „tafeltjes avond" om over de tussenrapporten te spreken. Half miljoen Weer andere scholen vonden de op zet van de nationale avond de moeite waard; hier en daar kwam er ook steun en belangstelling van groepe ringen als de Dolle Mina's en de Kri- tiese Leraren. Alles bij elkaar kregen de organisatoren positieve reacties van 'n drieduizend scholen van aller lei aard; men vroeg in totaal rond een half miljoen folders aan. Merkwaardig dat in de ene ge meente niets werd gedaan, maar dat in een andere ouders met kinderen op verschilldende scholen naar twee of drie plaatsen tegelijk werden geroe pen. 3000 op de 20.000 scholen. Alle knelpunten in aanmerking genomen, vind ik het resultaat nog zo gek niet. Je vraagt je af hoe sterk ouders en bestuurders, docenten, leerlingen en geïnteresseerde buitenstaanders el kaar gisteravond aan hun jasje heb ben getrokken en wat er allemaal overhogp is gehaald. Maar er is geen beginnen aan van 3000 ouderavonden tegelijk ook maar een fractie van een verslag te maken. Wie zich voor het verloop van de onderneming interes seert, zal moeten wachten tot volgend jaar. Bij de eerste presentatie van het plan zijn al heel wat commentaren binnengekomen (bij de stellingen in de folder o.a.: „onzinnig" - „hoe kun je het verzinnen" - „wat een flauwe kul") en men verzamelt nu gegevens over wat op de avond zelf is uitge dokterd. Al dit materiaal gaat naar de landelijke ouderorganisaties die er j een verslag van gaan maken, dat men I begin '71 wil laten verschijnen. Ouders O. en W. heeft de nationale ouder avond gesteund met 50 mille. Wat de den nou de bewindslieden zelf op de ze avond? Vader Veringa heeft vijf schoolgaande kinderen: Treesje op de kleuterschool, Lieke net in de 1ste klas en Paul. in de vierde van de lagere school, Frans in 3-havo en Jan j 6-hbs (Lodewijk Makeblijdecollege in Rijswijk). De scholen in kwestie de den echter niet mee aan de nationale onderneming: mevrouw Veringa moest gisteren wél naar een tafeltjes avond op de Maria-(lagere)school, maar dat hield geen verband met de landelijk georganiseerde discussie. De heer en mevrouw Grosheide (vier dochters: Frederlke op de kleu terschool, Evelien op de lagere school, Daniëlle op het christelijk gymna sium Sorghvliet en Pia Maria op de christelijke scholengemeenschap De Populier in Den Haag) woonden de ouderavond van Sorghvliet bij. Maar dat was eigenlijk ook een bijeen komst van andere aard: een avond die elk jaar voor de ouders van de lste klassers georganiseerd wordt en die nu min of meer toevallig met de nationale avond samenviel. Minister en staatssecretaris mogen j ervoor zorgen dat zo'n landelijke ac- I tiviteit gesubsidieerd wordt, maar of j de scholen van hun kinderen eraan j mee doen, daar hebben ze (gelukkig) niets over te vertellen. Explosie Staatsprijs voor Miep Diekman Een avond waarop alle scholen van het land open zouden staan voor iedèreen. De voorbijganger die achter de verlichte ramen van aula's, gym nastiekzalen, klaslokalen en gangen de mensen druk zag oreren, zou zich haasten óók binnen te komen om zich te storten in de discussies over schoolrijpheid en leerlingenschaal, over zittenblijven, middenschool, on gedeeld vwo en wat al niet. Voor de onderwijssector is dit beeld vrij fas cinerend, maar ja. Toen men met het plan naar buiten kwam, was er meteen al de vraag: wat denkt men met zo'n praat-explo sie te bereiken? Daarna waren er besturen die zich gepasseerd voelden omdat de oproep voor de nationale avond rechtstreeks aan de scholen was gestuurd en niet eerst aan het „bevoegd gezag". Er waren scholen die vergaten de ouders in te lichten en er waren er die zeiden: wat hebben we met zo'n commissie voor het internationale on derwijsjaar te maken -moeten die mensen ons ineens een discussie avond opdringen? Andere scholen redeneerden: we RIJSWIJK Zij schreeuwt waar anderen mompelen, zij vloekt waar anderen goedig pro testeren. Zij laat niet af te waar schuwen". Zo karakteriseerde Annie M. G. Schmidt gisteren haar collega Mies Diekman die gisteren uit handen van minister van CRM, dr. Klompé, de drie jaarlijkse staatsprijs voor kinder en jeugdliteratuur 3000) en een litho van Constant, kreeg. Na de veelzijdigheid van de schrijf ster te hebben gememoreerd, consta teerde de jury, dat het totale oeuvre van Miep Diekman een scala te zien geeft van vitaliteit en virtuositeit. Na lezing van dit geheel blijft er een raadsel: hoe kan zoveel directe open heid samengaan met een zo innig fluis terende introversie in één mens, één auteur. Niet inkapselen Miep Diekman, in 1925 in Assen ge boren, werd door de jury unaniem I voorgedragen voor de staatsprijs. Met het oog op de vele prijzen en j I grote internationale erkenning die het werk van Miep Diekman ten deel is gevallen kon de minister zich voor stellen, dat de staatsprijs er bij de schrijfster niet zoveel op aankomt. Dr. Klompé had evenwel gelezen, dat de toekenning van deze staatsprijs Miep Diekman wel wat doet onder andere omdat zij in haar boeken het regeringsbeleid ten opzichte van de jeugd heeft aangevallen. Minister Klompé geloofde, dat er nooit een re gering zal zijn, waarop geen kritiek mogelijk is en die geen kritiek nodig heeft. Eén van de redenen voor toe kenning van de prijs was het criticus zijn van Miep Diekman. Leerstoel In haar dankwoord hield de schrijf ster een pleidooi voor het instellen van een leerstoel in de kinder- en jeugdliteratuur. Zij signaleerde voorts, dat bij grote delen van ons volk een leestraditie ontbreekt. Als minister met de bijnaam „onze lieve vrouwe van altijd durende bijstand", zou me- i vrouw Klompé bij haar collega's van onderwijs en wetenschappen de in stelling van de leerstoel kunnen be pleiten. aldus mevrouw Diekman. Voor enkele centen médr per glas geniet U van de aller beste Hollandse cognac, DE KUYPER VIEUX met de originele uit Frankrijk geïmporteerde brandy. (Van een onzer verslaggevers) ROTTERDAM De structuur van het gehele tertiaire onderwijs moet op de helling teneinde de sociale structuur van de universiteit te kun nen verbeteren. De bestaande instel lingen voor het hoger beroepsonder wijs zouden na deze grondige herzie ning naast hun huidige taak niet al leen de eerste tweejarige fase van de universitaire bpleiding in de tech nische. sociale en economische weten schappen, maar ook een nieuw drie- of vierjarig programma van een alge meen vormend karakter kunnen ver zorgen. Tot deze conclusie kwam prof. dr. R. A. de Moor (docent theorie en ge schiedenis van de algemene sociolo gie aan de Katholieke Hogeschool van Tilburg en voorzitter van de com missie planning wetenschappelijk on derwijs) in zijn inleiding „Student en universitaire organisatie", die hij donderdag tijdens het congres „Stu denten Vooruitgangmakers in de Nederlandse Economische Hogeschool hield. Prof. De Moor legde in z'n inleiding de nadruk op het spanningsveld: uni versiteit-als-organisatie en student. Hij ging er daarbij van uit, dat het onderwijs in de meeste studierichtin gen meer gedifferentieerd moet wor den. De onderwijsprogramma's die nen op één van de volgende doelstel lingen als centrale doelstelling te worden gericht: de beoefening van j bepaalde disciplines, de toepassing van wetenschappelijke kennis in een I beroep en een meer algemene intel lectuele vorming met eén maatschap- pelijk-cultureel accent. Integratie De doelstellingen moeten voorts in zeer concrete gedragsveranderingen worden vertaald, zodat studietaken, onderwijsmethodieken en toetsen hierop systematisch en geïntegreerd kunnen worden gericht. Prof. De Moor voegde er aan toe, dat ook een normatieve en sociale integratie van docenten onderling en tussen docen ten en studenten noodzakelijk is. De universiteit heeft haar enorme expansie alleen kwantitatief ver werkt, aldus prof. De Moor. Het orga nisatorische basispatroon is nauwe lijks veranderd, waardoor de struc tuur aan de basis versplinterd is. Professionele bestuurders met een bijzondere scholing in het besturen van onderwijsorganisaties zullen ook op faculteitsniveau onmisbaar zijn als centrum van het bestuursproces. Met het oog op de sociaal gezonde groei van de universiteiten moet de onderwijs organisatie volgens prof. De Moor, onderverdeeld worden in modulen. Onderwijseenheden, waarin een beperkte groep van docenten samen met een overzienbare groep van studenten verantwoordelijk is voor het onderwijs gedurende een be paalde fase van de opleiding. Als tweede grondgedachte stelde prof. De Moor, dat de fysieke vormgeving van de universiteit de sociale structuur dient te ondersteunen. Prof C. J. B. J. Trimbos, hoogle raar in de preventieve en sociale Studenten willen I ook de 400gulden I AMSTERDAM De Algemene Studentenvereniging Amsterdam II heeft in een brief minister Veringa van onderwijs en wetenschappen I voorgesteld over te gaan tot een uit- II kering ineens van ƒ400 voor studen ten en studerenden die een rijksstu dietoelage genieten. I Verder acht het ASVA-bestuur het noodzakelijk dat 'voortgang gemaakt wordt met de herziening van het sys- j I teem van de studiefinanciering, ten j behoeve van alle studenten. Uitkerin- gen dienen gedaan te- worden on geacht het ouderlijk inkomen, aldus het As va- bestuur. Na de prijsuitreiking praten minister Klompé (links) en Miep Diekmann nog wat na Het was druk op op het postkan toortje. Een lange slinger voor het loket van stortingen en cheques. Geld brengen, geld halen. Handtekenin gen zetten, passen laten zien. Soms even een kleine strubbeling wanneer iets niet goed was gevuld. Nieuw oponthoud. In de rij een oud vrouwtje, wat beverig en onwennig, Wat te be scheiden voor deze tijd. Ze sloot niet telkens het stapje aan als de rij op schoof en een paar keer wist een linkerd zich dan voor haar te zwen ken. Eindelijk toch was ze bij het loket „Een briefkaart, alstublieft..." zei ze tegen het jonge meisje bij de geld- bak. „Loket hiernaast...'* Ze begreep het niet zo erg. maar een zware man drong al naast haar en spreidde een handvol bankbiljet ten met stortingsbiljet voor de hel pende juffrouw uit. De vrouw stond wat aarzelend' op zij, waar niemand een plaatsje voor haar inruimde. Een vinger wees naar achteren: „Aansluiten..." Gedwee ging ze, stond weer. schuivelde verder... eindelijk toch weer het loket. De briefkaart kreeg Uit de Haagse hof geplukt j ze, betaalde met voorzichtige vin gers, keek toen rond en ontdekte de schrijftafeltjes met bankje. Met een zucht ging ze zitten. Be keek de briefkaart en nam een dui delijk besluit. De briefkaart zou nu en hier beschreven worden! Aan een lange ketting zwabberde een ballpoint. Wat onhandig nam ze het ding op. Eindelijk lag de stift goed in haar hand en breeduit zette ze zich tot schrijven. Het was kennelijk haar dag niet, want de letters kwamen niet blauw op het papier. De stift was duidelijk en onherroepelijk leeg. Mistroostig liet ze het ding los. Bleef nog even uithijgen. Tegenover haar zat een jongeman, langharig en gehuld in een schapenvacht. Hij schreef met vlugge haastige streken; plakte toen de enveloppe dicht en keek daarbij recht in het moede gezichtje. „Lukt het niet?" vroeg hij. Ze schrok, vond hem een beetje een en gerd, maar hij keek goedig en ze wees op de kettingstiftDie is leeg..." Hij lachte: „Da's gauw verholpen" en reikte haar zijn ballpoint, zijn eigen zonder die lastige ketting. „Maar ik schrijf zo langzaam, en u bent klaar..." Hij blies het bezwaar weg: „Ik zit hier droog hoor, niks geen haast". Ze begon zenuwachtig te krabbelen. Hij zag haar trillen. „Ik ga effe een sigaretje roken buiten. doe maar kalm aan". Weg was hij. Zij ging er voor zit ten. schreef toen haar kaart. Ze bekeek hem met plezier, het was netjes zo. De jongen kwam te rug. Ze gaf hem de ballpoint, bedankte wat beverig. „Al goed hoor", baste hij. Weg was hij, al bij de draaideur. Opeens kon ze wel vlug. Ging hem achterna, riep: „Meneer..." Hij keek om, deed een stap terug: „Kan ik nog wat doén?" Ze grabbelde in haar boodschap- pentas, scheurde daar wat aan pa pier. haalde toen iets te voorschijn I en drukte het hem in de hand: „Be- dankt nog..." Toen draaide ze zelf naar buiten, verdween in de straat. De jongen stond daar en staarde naar een klein rood appeltje in zijn hand. „Verrek", zei hij en stopte het in zijn zak. Drie dagen liet hij het daar, toen werd het wat rimpelig en at hij het op: „Dat bedoelde ze toch...", dacht hij bij dede eerste hap. psychiatrie aan de Medische Facul teit in Rotterdam, ging in zijn inlei ding over het ontstaan en de ontwik keling van de studenten-attituden uit van de student als individu. Hij be steedde daarbij grote aandacht aan het interimrapport van de werkgroep Studenten Onderzoek, waarin de re sultaten van een landelijk onderzoek naar de houding van studenten zijn verwerkt. De maatschappelijke oriëntatie van verreweg de meeste studenten is vol gens prof. Trimbos reeds bepaald voor hun intrede in de universitaire gemeenschap. De waarden en normen van de meerderheid der studenten zijn een continuering of evolutie van de waarden en normen van het ouderlijk milieu. De zogenoemde ge neratiekloof is betrekkelijk. De studentenactivisten zijn te be schouwen als slechts één groep op een continuum van ontevredenen, die op diverse manieren hun wenselijk geachte veranderingen willen realise ren. Prof. Trimbos betoogde, dat het fout is de oorzaak van onbehagen, spanningen etc. op de universiteiten enkel en alleen onder de studenten uit arbeidersmilieus te zoeken. De studenten uit deze milieus vormen nog steeds een kleine geprivilegieerde minderheid. Studenten fenomenen zijn volgens prof. Trimbos niet los te zien van veel grotere culturele en maatschap pelijke fenomenen, die samenhangen met een civilisatie in snelle ontwik keling. Geïsoleerde preoccupatie met studentenproblemen is een vorm van sleutelen met maatschappelijke oog kleppen voor, aldus prof. Trimbos, die studenten als zodanig geen vooruit- gangmakers noemde. AMSTERDAM Tijdens een fees telijke bijeenkomst zal zaterdag aan prof. dr. G. IH. A. Grosheide F. Wzn. een schilderij worden aangeboden ter eelegenheid van het feit. dat het 25 jaar geleden ls, dat hij hoogleraar in de wiskunde en astronomie aan de Vrije Universiteit werd. Prof. Grosheide werd op 8 augustus 1909 eeboren als zoon van prof. dr. F. W. Grosheide. Hij studeerde wis kunde aan de VU. promoveerde in 1937 en werd in 1938 lector. Op 28 september 1945 volgde zijn benoe ming tot hoogleraar in de wiskunde aan de Vrije Universiteit. Prof. Grosheide was rector magni ficus in het cursusjaar 1957 - 1958. Nauw is hij betrokken geweest bij de opbouw van de interfaculteit der actuariële wetenschapnen en econo metrie. Van de faculteit der Wis kunde en natuurwetenschappen is hij vijf jaar decaan geweest. Verder is prof Grosheide onder an dere voorzitter van het bestuur van de stichting De Vrije Leergangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 7