JARENLANG OPGEKROPTE ONRUST
Het rommelt in 't Hilversumse
Boekenmarkt heeft
dringend behoefte
aan nieuwe impuls
Achter die looneisen
gaat veel meer schuil
gtNOS EN OMROEPEN MET HANDEN
VOL PROBLEMEN DE WINTER IN
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1970
Jan Lockhorst (47) kan het na 23 jaar in de haven en na alle conflicten van de laatste weken
nog steeds stellig verzekeren: „Rotterdammers zijn trots op hun haven, ja, dat geldt ook voor
de mensen, die het werk hebben neergelegd. Ze hebben een beetje de instelling „die haven is
van ons en daar komt niemand aan". Het bewijs daarvoor? Ik geloof, dat het al een heleboel
zegt, dat het geen troep is geworden; dat de politie niet heeft hoeven optreden. De mensen
gedroegen zich ordelijk; ze wilden niet, dat Rotterdam als wereldhaven in opspraak komt".
In de sobere spreekkamer van Thomsen's Havenbedrijf draait Lockhorst een „zware", laat kof
fie komen en zegt dan: „Let wel, ik praat niet als vakbondsbestuurder, maar gewoon als ha
venwerker; als een man, die 23 jaar aan de haven heeft gezeten, alle rangen heeft doorlopen
en dus weet wat er op de kades speelt".
'at er in w e r k e 1 ij k h e i d
elt, „want die koppelbazen-
[faire is maar één aspect van
•t havenproblecm, het is de
ippel, die de emmer heeft
:n overlopen. Op de ongelijke
iloningen heeft de zaak zich
toegespitst, maar achter het
inflict zit veel meer. Een brok
t, dat jaren is opgekropt
dat nu met al het gif, dat
len kan produceren, naar bo-
>en komt''.
Zich beperkend tot het recen-
e verleden wijst Lockhorst op
If grootscheepse reorganisatie
Iriejaar terug.
„Goed, we weten dat die no-
ig was. De snelle ontwikkeling
'an de haven liet geen alterna-
lef. Maar voor de havenwerker
>as het toch een moeilijk te
rerteren zaak. Containers, kan-
jeroeschepen, gcpakketteerde
[oederen: ze stelden nieuwe
•isen aan het werk. Mensen, die
inlang hun eigen vertrovlvv-
le werk hadden gedaan, kregen
leens iets anders te doen. Dat
ekte ongenoegen'.
„De man, die tot dan toe een
lijsje van een ton pakte, had
iu tien tot twaalf ton aan zijn
aan. Er kwamen combifunc-
ionarissen, die niet in de diep-
maar in de breedte waren
ipgeleid, die gespecialiseerd
aren op meer gebieden tege
lijk en die werkindelingen
laakten volgens nieuwe inzich-
in. Vooral de ouderen, de vak-
lensen met lange ervaring
'erden daar onzeker door. Door
al die veranderingen beseften
lij dat ze met hun gespeciali
seerde vakkennis niet meer aan
de top zouden komen, dat ande
ren met een bredere opleiding
betere kansen maakten. Toen
daarbij ook nog een paar hon
derd ontslagen vielen, was de
onrust compleet".
Lockhorst: „Het rommelde
hoorbaar. En dat werd nog er
ger toen daarna de golf van fu
sies kwam. Bedrijven die altijd
moedermaatschappij waren ge
weest, werden dochters. De ha
venwerker, die zich van nature
sterk aan zijn bedrijf gebonden
voelt hij beschouwt het een
beetje als zijn eigen bedrijf
werd van de ene dag op de an
dere uit de beslotenheid van
zijn omgeving gerukt, zonder
dat hem daarvoor duidelijk de
redenen waren verteld.''
„In de top werden de fusies
geregeld, de havenwerker zelf
kwam er niet aan te pas. Is het
dan vreemd, dat die havenwer
ker zich verkocht en verraden
voelde, ook al was die reorgani
satie ook in zijn belang tot
stand gebracht".
„Een ander probleem uit die
tijd vormden de gastarbeiders,
die boven hun loon nog eens
kostgeldvergoeding kregen en
dus meer in hun loonzakje von
den dan de Nederlandse colle
ga's. Dat vraagstuk is nu wel
opgelost aan de havens wor
den niet meer als vroeger hele
groepen buitenlanders aangeno-
men uit vrees voor reactie van
de eigen mensen maar daar
voor in de plaats kwamen wél
de koppelbazen. Het grote te
kort aan mensen schiep voor
hun acties een gunstig klimaat"
„Dat hun praktijken de ha-
venwerkers-in-vaste dienst
woedend maakten, is logisch. Ze
pruimen het nu eenmaal niet,
dat een ongeschoolde, die zo
van het Centraal Station is ge
haald, meer verdient dan een
vakman. Niet, dat er met die
loonstrookjes aan de weg werd
getimmerd. Maar we hebben
wel sterk de indruk, dat zo'n
koppelbaas door de sociale pre
mies te ontduiken zijn werkne
mers meer betaalde zo'n 25
of 30 gulden in de week was het
al gauw".
„Daar kwam bij, dat die vak
man door die ongeschoolde al
leen maar extra werk te doen
kreeg. Hij moest toezicht op
hem houden en hem werk uit
handen nemen omdat hij er zelf
niet tegen opgewassen bleek. Je
kan rustig stellen dat er roof
bouw op hem werd gepleegd,
ook al omdat er ondanks die
ongeschoolden, nog steeds een
groot tekort bleef. We zijn blij,
dat aan die zaak van de koppel
bazen nu een eind is gekomen,
dat is dan een belangrijk
winstpunt van de uitbarsting".
Een ander winstpunt voor de
havenwerker: zijn hogere loon.
Maar Lockhorst tekent daar di
rect bij aan, dat dit niet een
direct gevolg van de stakingen
is geweest. „De bonden waren
allang in onderhandeling. Het
zat er in, dat onze eisen zouden
worden ingewilligd. Alleen:
door de staking is het akkoord
Jan Lockhorst: „Haven heeft beter leefklimaat nodig."
er sneller gekomen. Ik ben er ze
ker van dat er geen stakingen
geweest zouden zijn als er een
week eerder overeenstemming
was bereikt".
„Maar toen de uitbarsting
"4
ffe.i
Geen hete, maar een koele Hilversum-
'»e zomer is voorafgegaan aan wat men
zou kunnen noemen „een lange hete win
ter voor NOS en omroepen", want zij
luflhebben de handen vol problemen, het
Laten we eerst eens het
vraagstuk van de „openheid bij
de NOS" onder de loep nemen.
4 Misschien denkt u daar hele
maal niet over na, maar het is
toch juist ten bate van u, als
betaler van omroepbijdrage, dat
die openheid wordt voorgestaan.
Natuurlijk hebben zowel NOS
als omroepen stuk voor stuk te
genwoordig de mond vol over
„openheid", maar wat daaron
der nu precies wordt verstaan,
'yeet niemand.
je|. Openheid over aardige of in-
injteressante programma's die
ïan komen, welja. Soms van
arte, soms uit angst mis
kien voor de attente concur-
intie? alleen na lang trek-
a ken. Maar dat is een bijkomsti
ge vorm van openheid: die pro
gramma's komen toch wel aan
iet licht.
In feite gaat het om heel iets
anders, nl. het publiek te tonen,
hoe vlijtig de omroepen en de
NOS de op een alleringewik-
"keldst bestel steunende omroep
wet ten uitvoer leggen en hoe
briljant er wordt omgesprongen
Pmot de miljoenen, die de bijdra-
pot jaarlijks oplevert Dat
•liek krijgt het gevoel, te
inen „meepraten".
Enkele NOS-bestuurders. met
name de heren E. A.
Schüttenhelm (voorzitter) en J.
W. Rengelink (programmacom-
tnissaris tv) hebben zich al
maandenlang enthousiaste voor
standers van die „openheid" be
toond. Zij hadden er helemaal
19| geen bezwaar tegen als de pers
de NOS-bestuursvergaderingen,
waarin dus het algemeen om
roepbeleid wordt verhapstukt,
tou bijwonen.
Maar boven het bestuur staat
nog de Raad van Beheer als een
soort .ollege van B. en W." en
die zou natuurlijk achter geslo
ten deuren blijven vergaderen.
Ook zou het wel eens kunnen
l0f| voorkomen dat bij bepaalde ge
heime (nog niet publiciteitsrij-
pe) besprekingen de pers even
sou moeten antichambreren,
zoals dat ook in gemeente
raadsvergaderingen het geval
kan zijn.
Het hele voorstel is echter ge
duikeld.
AVRO's voorzitter mr Slote-
maker zei speels op zijn
Persconferentie: „Dan komen
we helemaal niet meer tot com
promissen'.' cn ccn hoge om-
toepbestuurder (die „alsjeblieft
ene nog benarder dan het andere. De
kwestie-Hilversum III, al dan niet met het
éne oog gericht op Radio-Veronica, de
kwestie-radiozendtijduitbreiding (en op
welke netten en op welke uren!), de
AVRO-voorzitter mr. L. H. Slo-
temaker: „Geen pers in de be
stuursvergaderingen; dan komen we
helemaal niet meer tot compromis
sen."
onbekend wil blijven") ver
trouwde mij achter de hand toe:
„Dan zou het bekend worden,
hoe afschuwelijk weinig die be
stuursvergaderingen af en toe
klaarstoven". Weer een ander
vreesde „spreken voor de pers
tribune" en een vierde „ver
keerd begripkortom, de pers
zal geen toegang hebben bij de
veertiendaagse bestuursverga
deringen.
Maar wél komt er een be
paalde vorm van „openheid": na
die vergaderingen zullen steeds
een of twee spreektrompetten
van het bestuur een persconfe
rentie houden, waarin „medede
lingen uit de vergadering" wor
den gedaan.
Hoe Lreed of hoe summier die
zullen zijn... moeten we afwach
ten. Het bestuur kan er vrijuit
over delibereren, wat straks nu
ja dan nee aan de pers moet
worden voorgeschoteld... eigen
opinievorming over de loop van
de debatten is er voor de jour
nalisten die aan de deur het be-
dclhandje „om nieuws" zullen
uitsteken, niet bij.
Wie nu denkt, dat alles „dus"
in kannen en kruiken is met
deze „openheid", slaat de plank
flink mis. Wij in Nederland en
zeker in kwetsbaar Hilversum,
doen nooit „zomaar even iets".
Neen, wij benoemen commis
sies ter bestudering van het
probleem en we stellen een ter
mijn waarop we ergens mee
'uilen beginnen.
NOS-voorzitter E. A. Schütten
helm: „Wat mij betreft: de pers
in de zaal bij bestuursvergaderin
gen. Wij hebben niets te verbergen."
Alzo: er zal een commissie
worden benoemd, deels uit be
stuursleden, deels uit journalis
ten bestaande, en die zal dan
bestuderen wie die mededelin
gen gaan doen, en hoe, enz. Als
datum van ingang voor de
„openheid" is 1 november ge
noemd.
Er kan dus nog volop worden
geconfereerd, als die commissie
nu maar eenmaal is gevormd.
Want het veelhoofdig monster
van Hilversum kan niet gedo
gen, dat er „even" een paar
mensen ergens in worden be
noemd. Er moet eens en vooral
worden gedacht aan het even
wicht in de verhoudingen.
Als er van bestuurszijde een
vertegenwoordiger van omroep
A in de commissie zit, mag er
van omroep B toch wel een ra
dio- of tv-journalist bij komen.
En zo gaat dat maar door.
Niemand wil op iemands te
nen gaan staan, maar juist
daardoor is er aldoor vermoe
den van tenengetrap. Iedereen
gunt hoffelijk iedereen de eer-
maar is toch wel verdrietig als
hij zelf het odium van „gepas
seerd zijn" op zich ziet geladen.
Dat emotionele, licht-geprik-
kelde en toch zo goedhartige,
in-burgerlijke Hilversum! Zo
veel.... neen, téveel bij wet ge
sanctioneerde hoofden met bij
behorende zinnen, 't is ook geen
kleinigheid daarbij het roer ste
vig in handen te houden.
Maar „openheid" komt er, en
toch kwam en de werkgevers
direct met die 25 gulden over de
brug kwamen, toen was het hek
ook meteen van de dam. Toen
werd er gezegd: „Als ze zo
gauw door de knieën gaan, zit
er wel meer in!" Op dat mo
ment rolde de bal verder.
„Totaal in de War rende men
aan achter organisaties, die wel
politiek brood in een actie za
gen. Volksmenners, die niet in
de eerste plaats de belangen
van de arbeider voor ogen had
den, maar eigen politiek gewin.
Kijk, dat is een droevige zaak.
Het is zo gemakkelijk voor de
televisie een serie vloeken uit te
slaan en een lékkere speech te
houden. Dat slaat wel aan.
maar voor mij hoeft het niet".
„Wat Arbeidersmacht en Fré
Meis deden, daar ben ik tegen.
Je moet je in dit soort conflic
ten vooral nuchter opstellen. En
als je de zaken nuchter bekijkt,
dan kom je alleen maar tot de
conclusie dat de haven veel be
ter uit was met die 25 gulden
dan veel andere bedrijven met
400 gulden ineens. Want dat
blijken de meesten te vergeten:
die 25 gulden werken ook vol
gend jaar door en reken maar
uit wat dat betekent 1300
gulden in totaal, veel meer dan
die 400 voor volgend jaar in an
dere bedrijven, als ze het al
krijgen".
Lockhorst blijft overigens bij
zijn mening, dat die looneisen
voor de havenwerkers in wezen
niet het zwaarst wegen. „Het is
wel belangrijk, maar minstens
even belangrijk zijn de secun
daire arbeidsvoorwaarden. Daar
zij we door de snelle ontwikke
ling van het havenbedrijf en al
le daarmee samenhangende
problemen nauwelijks aan toe
gekomen".
„Naar aanleiding van het Zo-
rah-rapport in 1963 zijn er wel
verbeteringen gekomen o.m.
in de opstelling van het werk-
rooster, waardoor de havenwer
ker nu ruim van tevoren weet
wanneer hij moet werken en
wanneer hij vrij is en dus niet
meer 's morgens vroeg aan de
poort hoeft te horen, dat hij pas
's avonds moet opkomen
maar er zijn nog zeer vele an
dere punten. Eventuele ver
vroegde pensionering bijvoor
beeld of rustiger werk zonder
continu-dienst voor 60-jarigen
en ouderen'.
Al die secundaire sociale
aspecten, die tot nu toe steeds
in de hoek zijn gelaten, zijn op
het ogenblik onderwerp van
studie bij de drie erkende vak
bonden, die daarover uiterlijk
op 1 november een rapport aan
de werkgevers moeten uitbren
gen.
Lockhorst: „Die datum is op
dracht van de leden. Ze willen
er nu de zaak toch aan het
rollen is gelijk haast achter
zetten. Terecht, want juist daar
klemt het probleem".
Over de inhoud van het rap
port zegt hij als vakgroepsbe-
tuurder van de Christelijke Be
drijfsgroepen Centrale nog niets
te kunnen bekendmaken. „Maar
ik heb goede hoop, dat de eerste
resultaten ervan begin volgend
jaar al merkbaar zullen zijn'.
Dat ze ook effect zullen heb
ben op de ernstige personeelste
korten, daarvan is hij overtuigd.
„Wat de haven nodig heeft is
een beter leefklimaat. Alleen
dan houd je mensen vast. Ook
die mensen, die met een certifi
caat van de havenvakschool op
zak, elders misschien wat meer
kunnen verdienen. Je moet de
sfeer in de haven zo maken, dat
het prettig werken is. Dat is
voor zeer velen belangrijker
dan een paar tientjes meer in
het loonzakje".
kwestie-openheid NOS, de kwestie-her
indeling radiozendtijd ten bate van 2ft
uur meer voor de NOS. Het rommelt flink
in het Hilversumse en er is zoveel spraak
en tegenspraak, dat de journalisten vrij
wel dag aan dag schrijvensstof hebben.
dan zal er bij de lezende, luiste
rende of kijkende omroepbij
drage-betaler nog wel eens een
schokje worden veroorzaakt,
want dan blijkt des te duide
lijker, dat die 75 niet wordt
neergelegd alleen maar voor ge
zellige dan wel opbouwende te
levisieprogramma's.
De kreet: „Dit programma
hoefde voor mij niet, ik betaal
toch al kijkgeld genoeg", wordt
nog veel te vaak en geheel te
onpas gehoord.
Ten eerste betaalt niemand
meer kijkgeld, maar een om
roepbijdrage. uitsluitend voor
het recht een tv- en/of radio
toestel in zijn of haar woning te
laten functioneren. In die geest
is dus geen enkel beroep moge
lijk op de in de programmasec
tor- volstrekt autonome omroe
pen!
Omroepbijdragen en revenuen
uit de reclame worden in Hil
versum ponds-ponds-gewijze
tussen NOS en omroepen ver
deeld voor de programmavoe
ring (inclusief het onderhoud
van personeel e.d.), nadat er
eerst een behoorlijke hap is af
gegaan voor de televisie-nieuw-
bouw van de NOS. het onder
houd van de tv-gebouwen en de
kosten van de gehele technische
dienst voor radio en televisie
ressorterende onder dc NOS.
met laboratoria, autopark, tech
nische installaties en al, plus de
personeelskosten daarvoor, er
alles wat aan het omroepwezer
te pas komt buiten de program
mavoering en het bouwen var
radiostudio's door de omroepen.
He» geld voor de programma
voering komt ten lange leste
ook uit 's Rijks pot van recla
megelden en omroepbijdragen,
de radiostudiobouw moeten de
omroepen zelf financieren uil
hun contributies en gidsexploi-
tatie. Dat is zuiver verenigings-
danwel stichtingswerk.
Misschien is het goed. dat het
kijk- en luisterpubliek mede
door vergaderingsverslagen
hiervan nog eens extra goed op
de hoogte komt. Dan is de
openheid, die echter vooral ge
richt is op het tonen van de
brave samenwerking binnen de
totale omroep (eis van de wet!)
toch ergens goed voor. Ook al is
het maar een zeer voorzichtig
so ort openheid.
Over de andere „hete hangij
zers" die deze winter in het
Hilversumse dienen te worden
gehanteerd, hoort unog nader..
Omzetstijging van een aantal artikelen over de Jaren
1963-1969 (indexcijfers 1963=100)
grammofoon
platen
konsumptieve
bestedingen in
het buitenland
bloemen en
planten
dranken (gekocht
in winkels)
voedings en
genotmiddelen
Alle inclusief prijsstijgingen
1963 '64 '65 '66 '67 '68 '6£
De toenemende welvaart brengt niet automatisch met zich mee
dat het Nederlandse publiek meer boeken koopt. Onderzoekin
gen hebben uitgewezen dat sinds 1963 het boek geen belang
rijker plaats in het bestedingspatroon van het publiek is gaan
innemen. Er zit wel een stijgende tendens in de verkoop van het
aantal boeken. Zo werden in het tweede halfjaar van 1963 on
geveer 25 miljoen boeken verkocht tegen ruim 26.4 miljoen in
het derde en vierde kwartaal van het afgelopen jaar. Maar daar
staat tegenover dat de Nederlandse bevolking sterk is toege
nomen.
De omzet van de boek
handelaren is in dezelfde
periode belangrijk toege
nomen maar dat is geheel
op rekening te schrijven
van de prijsstijging, die
zich in niet geringe mate
in de afgelopen jaren heeft
voorgedaan. Bedroeg in
1963 de gemiddelde prijs
van een boek nog slechts
3.80. vorig Jaar was dit
bedrag gestegen tot onge
veer 625. een stijging
derhalve met bijna 65 pro
cent. De totale boeken-
omzet ging van 97.7 mil
joen in he' tweede halfjaar
van 1963 naar ƒ163.8 mil-
ioen in het tweede halfjaai
van 1969
Hierbij is het Interessant
:e weten dat het nationale
■nkomen sinds 1963 meer
dan verdubbeld is. wat
overigens niet wil zeggen
dat de welvaart ook
'weemaal zo groot is ge
worden De priisstijgingen
moeten namelijk worden
geëlimineerd Bekend is
voorts dat het nationale in
komen voor ongeveer zes
tig procent wordt gebruikt
voor consumptieve beste
dingen; de rest wordt ge
spaard of gaat naar de
fiscus In de vorm van be-
'astingbetaling
Geld uilgeven voor boe
ken kan min of meer op
een lijn worden gesteld
met recreatieve bestedin
gen. Wat dat betreft is een
vakantie in het buitenland
avengoed een concurrent
van het boek als een
qrammofoonplaat.
Uil een van de bij dit
artikel geplaatste grafieken
blijkt duidelijk dat de ver
koop van bijvoorbeeld
grammofoonplaten met
sprongen omhoog gaat, op
de voet gevolgd door de
consumptieve bestedingen
in het buitenland. Op de
derde plaats komt het ko-
oen van bloemen en plan-
'en en pas dan zijn het de
boeken die de weg naar
het publiek vinden.
Vergelijken we de boe
kenverkoop met de gewo
ne bestedingen, de graad
meter var de welvaart,
dan zien we dat zij niet
veel meer is toegenomen
in de afgelopen twee jaar,
terwijl de consumptieve
bestedingen zich in sterk
stijgende l'jn blijven bewe
gen Bij deze laatste ver
gelijking zijn de prijsstij
gingen van het beek bui
ten beschouwing gelaten.
In opdracht van de
Stichting Speurwerk be
treffende het Boek heeft
het Nederlands Instituut
voor de publieke opinie in
1963, 1964 en 1965 een
onderzoek ingesteld naar
de boekenaankopen door
Nederlandse gezinnen.
Sinds juli 1969 is opnieuw
een onderzoek gaande,
waarvan thans de eerste
resultaten zijn gepubli
ceerd in het Nieuwsblad
voorde boekhandel.
Het NIPO draagt in dit
rapport een groot aantal
cijfers aan. die tot één
conclusie leiden: dat de
boekenmarkt beschouwd
moet worden als een nog
al statische. Het koopge
drag van het publiek wij
zigt zich enigermate, maar
van een sterke opleving
van de boekverkoop is
geen sprake
Opmerlelijk is wel, dat
de moeder in een gezin,
die tot voor kort de helft
van de boekaankopen voor
haar rekening nam. minder
vaak de boekwinkel bin
nenstapt Het percentage
is eind vorig jaar gedaald
tot 46. Bi: de echtgenoot
is een omgekeerde ten
dens waarneembaar: in
1963 kocht hij 23 procent
van de boeken, in 1969 al
26 procent.
Sinds jaar en dag wordt
er gemiddeld elke week In
een van de zes gezinnen
een of meer boeken ge
kocht. In de tweede helft
van het jaar bedraagt de
gemiddelde aankoop in de
hoeken kopende gezinnen
1.7 boek per week. In een
op de drie gezinnen koopt
men nooi' een boek of is
het langer dan een jaar
geleden dat men het laat
ste boek kocht.
Men kan dus zeggen dat
een derde deel van de
Nederlandse gezinnen re
gelmatig boeken koopt,
een derde deel soms en
een derde deel nooit. In
deze tendens is sinds 1963
qeen wijziging gekomen.
Bij de opkomst van het
pocketboek in de vijftiger
jaren heeft de boeken
markt een grote impuls
gekregen. Nog in 1963 wa
ren 48 procent van de ge
kochte boeken paper
backs. Sindsdien heeft
zich een daling Ingezet,
die in 1969 resulteerde in
een percentage van 43.
Ook het percentage ge
kochte gebonden boeken
liep teruq en wel van 42
naar 40.
Zeventig procent van de
consumptieve
bestedingen
boekenomzet
gekochte boeken is als
bellettrie te beschouwen,
dat zijn dus romans,
godsdienstige-, jeugd- en
kinderboeken. De rest vor
men nas'agwerken, bijbels,
woordenboeken. studie
boeken en dergelijke.
De gemiddelde prijs van
het boek dat buiten de er
kende boekhandel is ge
kocht, blijkt sinds 1965
aanzienliik sterker te zijn
gestegen (van 3.70 naar
f 5.80). dan de prijs van
het boek dat daar wel
werd gekocht (van ƒ5.30
naar 6.70).
Nog enkele andere re
sultaten van het onderzoek
die de moeite waard zijn:
de erkende uitgeverijen
namen in 1965 zeventig
procent van de omzet in
aantallen boeken voor hun
rekeninq Vier jaar later
was dit percentage ge
daald tot 62 Hun aandeel
in de om?et bleef evenwel
groter, een gevolg van de
hogere verkoopprijs. De
omzet bh nlet-erkende uit
geverijen nam met onge
veer eenzelfde percentage
toe.
De erkende boekhandels
en warenhuizen zorgden in
1965 voor 53 procent van
de totale omzet in aantal
len. Ook dit percentage
qing sterk achteruit: thans
42
Wat voor soort boeken
koopt het publiek? De lite
raire romans en gedichten
aenieten dezelfde belang
stelling, bijna negen pro
cent van het totaal aantal
qekochte boeken, zowel in
1963 als in 1969. Het per-
centaqe ontspanningsro
mans daalde van 28 naar
18. dat van oorlogsromans
van 4 naar 1 Opleving
was er bi- de detective
boeken fresp. 9 en 11 pro
cent), bi' de godsdienstige
boeken'1 en 2)
De klnoer- en jeugdboe
ken (van 20 naar 15 pro
cent) zijn niet meer zo In
rek althans volgens hef
NIPO-onderzoek.
Waar worden de boeken
gekocht? In 1963 werd 51
procent van de boeken in
de gewone boekhandel ge
kocht. Dat was in het af-
qelopen Jaar ruim 45 pro»
cent. De verzendboekhan-
del nam 2 procent voor
zijn rekening, terwijl de
omzet in warenhuizen om
hoog ging van 7 naar 9
procent Via damesbladen
werd 14 resp. 8 procent
verkocht. Een opvallende
stijging depd zich voor in
da sector abonnementen/-
boekenclub van 3 procent
in 1963 tot 9 procent in
het afgelopen jaar.
Direct hiermee verband
houdt de verkoop van
boeken aan de deur. in de
winkel en per post. In
1963: 12 procent aan de
deur, 66 procent io de
winkel er. 14 procent per
post en in 1969 resp. 7.65
en 23 procent
Het Nieuwsblad voor de
boekhandel noemt al deze
cijfers to'eurstèllend, te
meer daar de boeken ge
rangschikt worden onder
luxe-goederen (geen pri
maire levensbehoefte),
waarvoor door de stij
gende welvaart steeds
meer geld beschikbaar
komt.
Hoe moet verandering
worden gebracht In deze
ontwikkeling? In de eerste
o'aats zul'en de prijzen
van de boeken in de hand
moeten worden gehouden.
Dit is onder meer mogelijk
door een verlaging van de
titelproduktle, waardoor
een verhoging van oplagen
moqeliik l.j.
Verder Is het dringend
nodig da' de boekenmarkt
een nieuwe Impuls krijgt.
Wellicht is hel ontstaan
/an de boekenclubs een
sleutel tot uitbreiding van
het lezerspubliek. Daarbij
zou dan eerst het oog
kunnen worden gericht op
de meer dan een miljoen
gezinnen ir Nederland die
nooit een boek kopen om
over lezen maar te zwij-
qen En dat bl| een nog
steeds v»rdere uitbreiding
van de vrije tijd.