Nog altijd denken ze dat je een aap uit de bossen bent fi Rudi's Zijsprong naar komische film EINDE EN BEGIN DEZE WEEK NIET ONGEVAARLIJK EXPERIMENT Kanttekening Recht en maatschappij US If ZATERDAS IS AUGUSTUS 1970 Duitse kenners trekken de wenkbrauwen op en schudden zorgelijk het hoofd, als zij praten over de zijsprong die de gevierde showmaster Rudi Carrell maakt naar de komische film. „Een niet ongevaarlijk experiment. Rudi Is geen acteur in de eerste plaats, hij is een showman. De korte grap, een tikje sentiment af en toe, dét ligt hem. Maar hij is vooral de onbetwiste een ling in de hele Bondsrepubliek, die zijn tv-shows zelf bedenkt, zelf schrijft, zelf arrangeert. Hij moet het hebben van zijn eigen spitsvondigheden, zijn eigen humor en dwaze invallen. Niet de tekst van anderen oplepelen. „Als die film mislukt, als Rudi er niet als een ster in blinkt, kan hem dat schaden in zijn populariteit. Nee, hij kan beter bij zijn tv-shows blijven!" En Rudi zelf. Rudi zit opgewekt en ambitieus in het heerlijke klimaat van de Oostenrijkse Wörthersee te filmen. Hij had wel eens zin in een veran dering. „In de show ben ik Rudi. de koning", zegt hij met wat de Duit- Rudi Carrell samen met Hans- tachim Kulenkampf, toen „Der [uli" nog de populairste figuur in et Duitse tv-amusement was. lO.". - I WAPENSTILSTAND aan het Suezkanaal en een verdrag tus- ken Rusland en Duitsland we hebben wel eens somberder üeuws in de krant gehad, al staat Ie wer.sld nog niet langs het lijntje te juichen. Nauwelijks gesloten, is het be stand volgens Israël door Egypte alweer geschonden; Amerika moet nu eerst maar zorgen dat Russische rakettan verdwij- voor er verder met de Ara bieren kan worden gepraat. De vraag is nog, waar er onderhan deld moet worden, de vraag is ook welke kracht de Palestijnse verzetsorganisaties kunnen ont plooien als ze het zonder steun Egypta c.a. moeten stellen, ïx-kanselier Kiesinger vreest tengtrekking van Amerikaanse J /toepen uit Europa en daardoor sterAere Russische inVloed door 'fit Duits-Russisch niet-aanvals- erdraq. Brandt wil een topge- prek met Nixon, Pompidou en leath. Hard tegen hard gaat het nog i Uruguay, waar de Braziliaans,? iolomaat Mitrione door de guer- lla's van de Tupamaros wordt edood en anderen worden ont- oerd. Verzetsleiders worden ge- rresteerd. Er heerst een soort ta^t van beleg. Er is hongersnood in Jemen, holera in Rusland, Korea en wel- icht andere landen, dysenterie Midden-Amerika, watersnood ■Oostenrijk. Er gebeuren veel rnstige ongelukken, zoals het in iet water storten van een Spaan- e bus vol Nederlandse vakan- iegangers er zijn negen do en vele, soms zwaar gewon- len. Een treinongeluk in Spanje ist 33 mensenlevens, een vlieg- inqeluk in Peru 99. Met het naderen van de sep- embermaand komen er meer speculaties over de rijksbegroting. Een qevecht om extra verhoging an de BTW. De VU-directeuren willen wel een universiteitsraad, maar niet tiet het de-man-een-stem-sys- leem. Het KVP-Kamerlid Van Schaik wil een anti-pornografie- ctie. Wij vernemen het overlij den van prof. dr. H. Smitskamp (631, Molyn-directeur P. Groen (671. zendeling Frank C. Laubach (851. Den Haag lost de wethouders- crisis op, (waar v.ele andere ge meenten non dik in zitten) en geeft Vrijdorp (ex-Milva) over aan de sloper, tot woede van kabou- ïrs en vele anderen. De Europese Commissie voor- pelt verdere spanning op onze arbeidsmarkt. De vakcentralen sverweqen, een gesprek met mi nister Roolvink over de loonsi- luatie voorlopig te weigeren. De «erste ziekenhuislening tegen 9'/2 procent. Unilever komt met mooie cijfers, Amro minder. De Üftenfabriek van VMF gaat naar Starlift. Geveke-Groenpol naar Eet SHV-conc.ern, Grand Bazar naar V. en D Wij slaan een nieuwe bladzij In de historie om (Willy Brandt). De weg naar d.e vrede zal nog lang en moeilijk zijn (Golda Meir). We moeten ervoor waken dat "e niet met hen die tegen ver slaving ageren, om één tafel ko men te zitten tot het bespreken *an maatregelen, waarbij dan een glaasje wordt geconsumeerd W. C. F. Scheps, G.?ref. ver. »oor drankbestrijding). Dolgedraaide reclasseringsamb- ienaren stellen zich op tegenover •te rechterlijke macht en wensen •eder overleg van de tafel te ve gen. Het staat iedere reclasse- nngsambtenaar vrij om kritiek uit Ie oefenen, doch het gaat niet ïan om lak te hebben aan de in- Wellinq waaraan de ambtenaren J®" verbonden zijn (Prof. mr. F. C. van Hattum). Vandaag worden in het Haagse Congresgebouw de dui zenden vergeten doden, die in het voormalige Nederlands Indië tijdens de Japanse overheersing zjjn gevallen, her dacht. Voor de eerste en voor de laatste maal. Zeker tien duizend mensen nemen aan deze massale plechtigheid deel. Velen hebben tijdens die ruim drie-en-een half jaar duren de bezetting de verschrikkingen in de Japanse concen tratiekampen overleefd. Duizenden hebben familieleden en vrienden verloren, die zft nu pas, voor het eerst sinds de capitulatie op 15 augustus 1945, kunnen herdenken, daar mee zich bevrijdend van een gewetenslast die zjj 25 jaar lang hebben gedragen. door Bob Mantiri sers noemen „zijn spreekwoorde lijke bescheidenheid". „Maar dit is heel iets anders. Ik wil eens zien, of het zal slagen en dan ligt mijn toekomst bij de film." Wil Rudi dan filmacteur blijven? Welnee, hij wil alleen maar draai boeken schrijven voor komische films. Na zo'n acht jaar tv-shows maken, helemaal op eigen initiatief, wordt het tenslotte wel eens wat moeilijk.wie begrijpt dat niet? In geen geval zijn Rudi's ideeën op gedroogd: „Van het een kom ja soms op het ander", verklaart hij. Zijn t.v.-werkgevers wachten ook af, wat het experiment zal opleve ren. Te meer, omdat het onderwerp van de film „De dolle tantes ko men" niet bepaald gloednieuw is, sinds „De tante van Charlie" haar succesvolle weg over de wereld aan het begin van deze eeuw od- ging- Rudi speelt een dolle verkleed partij en spankert door de film in vrouwenkleren en met een halflan ge blonde ponnyprulk op. Er zijn natuurlijk mooie meisjes genoeg om hem heen, die hij als „tante" naar hartelust kan aanhalen. In de pauze staat hij soms Jour nalisten te woord en dan excuseert hij zich: „Kijk me alsjeblieft niet zo aan, ik voel me compleet belache lijk In deze kleren. Maar ja. Regisseur F. J. Gottlieb heeft wel een kleinigheid te stellen met de levendige Rudi, die In de film nogal wat Rauwigheden moet debiteren en dan zelf met betere, pittiger teksten aankomt. Juist het ontbre ken van zijn eigen grappen kan het publiek teleurstellen, want onwille keurig verwacht men dat Rudi op het witte doek nog geestiger zal zijn dan op het scherm. Ook wil Rudi nog wel eens in grijpen in de regie, gewend als hij is zijn eigen scènes perfect in beeld te brengen. Maar Gottlieb gaat zijn eigen weg en laat Rudi vergeefs aan de teugels rukken. Toen Rudi Carrell vijf Jaar gele den zijn glorieuze entree maakte bij de Duitse televisie, was hij nummer zoveel in de rij van popu laire tv-figuren. Hans-Joachlm Kulenkampf was nummer één, Peter Frankenfeld, ook quizmaster, volgde hem op de voet. Lou van Burg vferde nog triomfen met zijn spellenshow en Vlco Torriani excelleerde als „de zingende hotelier". Maar Rudi ging stug door en door „Johnny und Reyk" maken beste beurten. verwierf zich, na het vertrek van Lou van Burg, een vierde belang rijke plaats niet onder, maar naast de andere drie favorieten. Nu echter ziet het er heel anders voor hem uit: Kuil heeft zich voor lopig teruggetrokken, Vico Torriani gaat lang op tournee, Peter Fran kenfeld puzzelt nog aan een heel nieuwe show. Rudi is werkelijk de koning van het Duitse tv-amuse ment op 't ogenblik. Hij moet en zal deze winter terugkomen. Helemaal zonder concurrenten zal hij echter niet zijn, want er duiken al andere show-sterren op aan het tv-firmament, o.a. „Johnny und Reyk". Phé Wijnbeek Er is de laatste tijd veel ge schreven over Rudi Carrell In Duite land. Het vorige seizoen kondigde, hij aan de Bondsrepubliek te willen verlaten en met zijn shows de we reld in te gaan. Lange tijd vertelde hij elke jour nalist, dat hij nooit quizmaster zou willen zijn en nooit voor de film wou spelen. Toch Is Rudi dit voor jaar als quizmaster opgetreden. En nu heeft zijn rusteloosheid hem naar de film gedreven. Wat mag hiervan de oorzaak zijn? Toch show-moeheid? Rudi zelf geeft er geen antwoord op: „Ik probeer maar eens wat," zegt hij afwerend. !n elk geval zal hij het komende seizoen weer bij de Duitse tele visie in zijn eigen shows verschij nen. De VARA, waarbij Rudi zijn naam vestigde, heeft allang het nakijken, maar zij is haar ster niet vergeten. Nog dit jaar zal zij tweemaal een Duitse show van Rudi Carrell rechtstreeks overnemen en wel op de zaterdagen 10 oktober en 5 de cember. U kunt er alvast rekening mes houden I Door de loop van de gebeur tenissen in Nederlands Indië heeft zich eigenlijk nooit de mogelijkheid voorgedaan voor een massale herdenking van de bevrijding en van de slacht offers in de Pacific Oorlog. De herdenking op 5 mei is voor alles een Nederlandse aan gelegenheid. Tóen het moeder land weer vrij was, zaten in het i-r—'-ikrijksdeel, 22.000 kilome ter hier vandaan, nog duizenden land- en rijksgenoten gevangen in de interneringskampen. Voor hen 'kwam de bevrijding offi cieel op de 15de augustus, offi cieel, want hun vrijheid kregen zij pas, om soms onduidelijke redenen, pas weken, zelfs maanden later. Hoe komt het dan dat hier in Nederland nooit wezenlijk aan dacht is besteed aan wat zich in zijn toenmalige koninkrijksdeel heeft afgespeeld? Mejuffrouw mr. H. C. L. van Maarseveen (59), adviseusq van het comité 15 augustus 1970 dat de herden kingsplechtigheid in het Con gresgebouw organiseert: „Wij hebben heel wat barricades moeten overwinnen om gedaan te kunnen krijgen dat die her denking wordt gehouden". Het plan is afkomstig van ci viel ingenieur G. S. Vrijburg. In een vergevorderd stadium werd het destijds voorgelegd aan ex- burgemeester H. A. M. T. Kolfschoten die de organisatie van de vijf-mei viering in han- '°n had. „Hij heeft heel geïnteresseerd geluisterd", zegt mr. Van Maarseveen. „En zo is het ver der gegaan, tot het uiteindelijk aan de regering werd voorge legd. Premier De Jong voelde er in principe wel wat voor, maar hij moest het eerst aan het ka binet voorleggen. Contre coeur kreeg je de regering een beetje mee, maar toen prins Bernhard beschermheer werd en de Ko ningin daarna toezegde de her denkingsplechtigheid te zullen bijwonen, ja toen moest de re gering ook meedoen. Nu komt er natuurlijk een zwaardere vertegenwoordiging van de re gering, anders zou het met een staatssecretaris zijn afgedaan". „Ik wil niet zeggen dat dit een anti-houding is, maar meer een niet-geïnteresseerd-zljn van de hele Nederlandse bevolking in wat we zijn en wie we zijn." Mr. Van Maarseveen illus treert dat met een voorbeeld. De mensen vragen je maar al te vaak hoe heb je Nederlands ge leerd. Je spreekt zo goed Neder- inds." Verontwaardigd zegt ze: „Ze denken dat je een aap uit de bossen bent. En dat je alleen maar zal zeggen: ja ik heb het aan boord geleerd". Ze weten het gewoon niet. En dat hangt van ons af om die mensen voor te lichten. We hadden eigenlijk al lang in alle communicatieme dia invloed moeten hebben, maar die krijgen we niet. Men weet gewoon niet wie wij zijn. „Nogmaals: we kriigen eenvou dig de kans niet om een juist beeld te geven van wat wij zijn. De radio en televisie doen dat op hun eigen manier, maar zo fragmentarisch". „De mensen begrijpen niet dat we Nederlanders zijn en dat vordt de jeugd ook niet bijge bracht. Wat weten ze eigenlijk van Nederlands Indië. Óp school werd meestal volstaan met wat aardrijkskunde. Men denkt alleen aan Nederlands (ndië als een kolonie. Dat ver houdingen in de loop der jaren zijn veranderd, weten ze niet". „Nu zijn we hier in Neder land en maken wij deel uit van het volk. Waarom moeten wij alleen maar herdenken dat Ne derland werd bevryd". Je moet de bevrijding van het hele ko ninkrijk vieren, omdat wij er allemaal bijhoren. Wanneer? Eigenlijk zou je het dus op een andere datum moeten vieren, in september of zo. Of zoals de Engelsen doen op Klaproosdag, 11 november. Dan herdenken ze -*• Mr. H. C. L van Maarseveen de Eerste en Tweede Wereld oorlog tegelijk." „Ik persoonlijk vind het niet erg dat de herdenking op vijf mei wordt gehouden, maar zeg er dan ook duidelijk bij: op de ze dag waren onze rijksgenoten, onze mensen in het voormalige koninkrijksdeel Nederlands In dië, nog niet bevrijd. En dat is tot dusver niet gebeurd. Hoog stens die doden een beetje her denken in twee zinnen." „Nu zou je dus, logisch rede nerende, dienen te zeggen: wan neer moet de volgende herden kingsplechtigheid worden ge houden? Op welke dag? De oor log in de Pacific is een histo risch feit, waaraan je niet voor bij kunt gaan", aldus mejuf frouw mr. Van Maarseveen. -B- ij- Nieuwe boeken Url Avnery: Israel zonder Ziaonisten, een pleidooi voor vrede in het Mid- den-Osten. Ultg. Elsevier, Amsterdam, 206 blz., f 9.50. Hans Lllje: Terwijl Hij onderweg tot one sprak, theologisch. Ultg. 192 blz.. f 12.90. Dr. M. Zeegers: Moeilijk in de om gang, leven met zenuwzieken. Ultg. Cal- lenbach, Nl|kerk. 111 blz.. f4.90. Paul SchQtz: Waarom lk nog christen ben. Ultg. Boekencentrum, 118 blz., f 12.90. lohan Fabriclus: Onder de hete Carai- bische zon, bundel reisverhalen. Ultg. Leopold. Den Haag, 179 blz., f 16.90. Auguste Lezar: De Brug, roman voor de oudere leugd. Uitg. Leopold, 156 blz., f 12.90. Evelyn Ames: een glimp van het para dijs. Ultg. Leopold, 221 blz., f 16.90. Ben van Eysselstei|n: Henriette L.T. de Beaufort, en schri|fster en haar werk. Uitg. Leopold. 143 blz., f 11.90 geilt. Ruth Wolf: Oponthoud van een vreem deling, roman. Uitg. Leopold. 164 blz.. f 13 90. Sjoerd Lelker. Op blote voeten, roman Ultg. Leopold. 174 blz., f 12.90. Slny van Iterson: Het gouden suiker riet, leuqdboek. Uitg. Leopold, 197 blz.. f 12.90. Andre] A. Amalrik: Haalt de Sovjetunie 1984?, essay. Ultg. Elsevier. Amsterdam, 96 blz.. f 6.50. j^IJ ONS is de rechtspleging openbaar. Ieder kan er kennis van nemen. Onze publi citeitsmedia, in het bijzonder de kranten, ma ken van die toestand van openbaarheid ge bruik om wat kenbaar is ook metterdaad be kend te maken. We noemen dat publiciteit. Ik laat nu in het midden of die altijd juist en verantwoord is. Minder dan de resultaten van de rechtsple ging komt de rechtspleging zelf in de publici teit. Gewoonlijk is dat maar goed ook, want wanneer de rechtspleging in de publiciteit komt, is er vaak wel iets mee „aan "de hand". Het kan echter óók gebeuren, dat een beoefe naar van de rechtspleging, gewoonlijk dus een' rechter, er behoefte aan gevoelt om van de mogelijkheid van publiciteit gebruik te maken om iets wat hij op het hart heeft ook maar publiekelijk te zeggen. Zoals we weten, is dat deze week gebeurd, toen een rechter nogal scherpe kritiek uitte tegen hedendaagse denkwijzen bij de reclas sering. Wat daarvan nu te zeggen? jpjEB ik het wel, dan zijn ook bij het werk van de reclassering veranderingen gaan de die met vergelijkbare veranderingen in an dere sectoren van het leven als het ware on der één noemer zijn te brengen. Zoals bekend, staat de „maatschappij" in onze dagen tamelijk onder de kritiek. We noemen dat en het is al een gebruikelijk woord ge worden maatschappijkritiek. Zolang die kritiek maar niet tot Iets automatisch wordt, zit daar veel goeds in. Want het is helemaal niet vanzelfsprekend dat de maatschappij goed is. Er valt inderdaad wel iets aan te verbete ren, hetzij op onderdelen hetzij hier en daar wellicht zelfs aan de structuren. Maar dan spreekt het vanzelf, dat deze kri tiek vooral geacht mag worden te leven bij diegenen die, bijvoorbeeld krachtens hun werkkring, veel met die maatschappij te ma ken hebben en daarbij zo hun ervaringen op doen. Denk aan de maatschappelijk werkers. Wat nu de reclassering betreft, deze is de laatste tijd meer en meer van het juridische gekomen in de sfeer van het maatschappelijk werk. Zulk een ontwikkeling voltrekt zich na tuurlijk niet vanzelf. Ook hierin werkt de kijk door op de mens en wat deze geacht kan wor den voor zjjn mens-zijn te behoeven. T)EZE overgang is een belangrijke. Het heeft uiteraard ook zijn invloed op de „plaats bepaling" van wie reclasserend bezig is. Wie in de juridische sfeer werkzaam is, neemt te genover wie gereclasseerd moet worden een andere positie in dan wie het doet als een maatschappelijk werker. Natuurlijk zijn beiden er om te helpen. En de reclassering hééft altijd veel geholpen. Maar ook voor het gevoel van wie moet worden gereclasseerd zal het zó zijn, dat wie hem helpt buiten het justitiële, en dus vanuit het maatschappelijk werk, meer naast hem staat. HU zal dan ontvankelijker zijn. Waarbij komt, dat bij deze benadering van de te reclasseren man of vrouw meer vrijwillig heid wordt verondersteld bij het aanvaarden van de geboden hulp. Men gewaagt in dit verband zelfs al van „ver eenzelviging" van de reclasseerder met de re- classent. Ook zegt men wel, dat de oude be nadering meer „verticaal" placht te zijn dus van boven naar beneden tegenover de nieuwere meer „horizontaal" dus als op hetzelfde niveau. Bij deze situatie is deelnemen van de re classeerder aan maatschappijkritiek, ongeacht de omvang daarvan, iets dat minder verbazen zal dan wanneer ze zou voorkomen bij de reclasseerder van het tevoren bekende type. jQEZE ontwikkeling nu heeft wat insiders reeds bekend was geleid tot wat ge spannen verhoudingen hier en daar met de eigenlijke organen van de rechtspleging. Reeds was te verwachten, dat vandaag of morgen een rechter of een officier die er geen vrede mee had, eens uit zijn slof zou schie ten. Dat is dan nu geschied, niet voor het eerst zelfs. Deze nogal scherpe uitval heeft in elk geval zijn goede kant gehad, dat de „conflictsitua tie" nog eens duidelijk aan het licht is ge treden. Wat tot gevolg kan hebben, dat de noodzaak wordt ingezien dat de verhoudin gen nu ook worden uitgepraat. Dit laatste is ook daarom wenselijk, omdat de rechtspleging weliswaar een zekere distantie behoort te betrachten jegens de maatschappe lijke ontwikkelingen, de maatschappijkritiek inbegrepen, maar dat dit nooit het karakter mag aannemen van onderlinge vervreemding. Als dat gesprek maar gevoerd gaat worden, zal een leder graag bereid zijn om voorbij te zien aan het feit, dat men zich de wijze zelf waarop de zaak aan de orde werd gesteld ook anders kon denken. DIEMER Negen leden van de Vakgroep Letteren van de Bond van Christen kunstenaars in Nederland hebben samen een bundel korte verhalen gepubliceerd. Zi| hebben er de titel Einde en Begin voor bedacht. Kok te Kampen heeft het werk|e uitge geven in de serie Lettergrepen. Het telt 130 bladzijden en kost 6,90. Dieuwke Winsemius vertelt onder de titel 'Gisteren Is Vandaag' over twee zusters, waarvan er een als de 'Ik' van de historie fungeert. Eén man is In hun beider leven gekomen: een louche figuur, een bedrieger. De 'ik' is deze episode te boven gekomen, maar haar zuster be zwijkt er geestelijk aan. De man heeft zich doodgereden, maar de ongelukkige vrouw leeft met zijn portret alsof hij het zelf is. Ze gaat ermee naar bed en beeldt zich tenslotte in dat ze van hem zwanger is. Opneming In eer inrichting is het einde. Willem G. van de Hulst, schilder, te kenaar en schrijver, heeft naar mijn me ning voor de grafische bijdrage gezorgd. Een man op een nacht In een Frans plaatsje ziet op het plein een jong meisje een bad nemen in een fontein. Zijn vrouw achter hem wordt wakker en heeft precies gedroomd wat hij heeft gezien. Een para normaal gebeuren, zoals dat In de werke lijkheid niet al te zelden voorkomt. Ingenieur J. W. Veerman geeft, In de stijl van zijn beroep, een verhaal over 'De Dood van God'; een staaltje van science fiction dat Ik niet probeer na te vertellen. Er Is, sinds de optimistische science fiction van Jules Verne. In dit genre een totale verandering opgetreden; de hedendaagse specimina van dit genre zijn pessimistisch en beangstigend, weer slag van de angstige onzekerheid waar mee de mens staat tegenover de niet bij te houden ontwikkeling In de techniek. Veerman heeft dit gecombineerd met de bekende modekreet uit de theologie. Auke J. Jelsma, in zijn novelle 'De Anti christ', vermengt moderne met antieke noties op een naar mijn smaak wat pre tentieuze manier. Er schuilt in dit korte verhaal een diepzinnige gedachte, maar de uitwerking is te schetsmatig gebleven. Wie zo diep grijpt naar het mysterie van wat Satan, resp. de Antichrist kan doen binnen het kader van wat God toelaat, kan niet volstaan met een globale schets van nog geen vel druks. Theologisch- filosoflsch een koene greep, met literair naar verhouding een zwakke uitwerking. Toch zijn er goede details, al zet Ik een vraagteken bij het 'Romeinse ras' op bl. 44. Op bl. 51 staat een diepe ge dachte. die ik volkomen deel en waarmee elk nadenken over de kerk rekening moet houden, namelijk „dat het christendom steeds een te zware bloem voor het men selijke geslacht was geweest". Sipke van der Land vertelt in enkele bladzijden over een pyromaan en zet boven zijn verhaal natuurlijk Vuur. In aan zet geen slechte psychologische bena dering van deze vreemde afwijking: brand te willen stichten ter wille van het brand stichten zelf. Dan komt R. G. Broesma met de lang ste bijdrage (40 blz.). Een Jonge socioloog wil een weten schappelijk onderzoek Instellen in het dorp van zijn jeugd. Jeugdherinneringen en zijn ondervindingen bij het onderzoek wisselen elkaar af. Het Is mij niet hele maal duidelijk geworden waarop precies het accent valt: de persoonlijke reacties van.de jonge man of de kerkelljk-maet- schappelijke situatie In het dorp. Men komt niet tot een duidelijke eindindruk. Tenslotte geeft B. van der Laan zijn op dracht terug. Mink van Rijsdijk schrijft over 'Hij van Hiernaast'. Het is een ontmoeting met „een beroepsfilmer, een weldoorvoede, arrogante Lebemann, met een dwingende hautaine charme, en Duits, heel erg Duits" (bl. 101). Het verhaal speelt zich af op een Donaukruleer. De pointe van de geschiedenis kan worden weergege ven met de uitspraak van deze Duitser op bl. 110: „Het krankzinnige Is, dat ik je aardig vind. Lief. Maar als dan zo'n stom me dronken douanier naar je nationaliteit vraagt, verandert allee. Dan stel je |e op, maak je groot je bent Hollandse hoorngeschal en vlagyertoon. Niemand mag denken dat je Duitse bent. Om die hoogmoed en die angst haat Ik je dan." Men eindigt met de vraag: tot hoever kan vaderlandsliefde christelijk heten? „Verrijzenis" Is de titel van Jacoba M. Vreugdenhlls bijdrage. Twee jongens heb ben een derde Jongen. Gerard, vermoord en onder de grond gestopt. De ene moor denaar is gevlucht, de andere Is gebleven waar hij was. Binnen een jaar wil hij eind examen doen. Dan leest hij In de krant van bouwplannen. Op het braakliggende terrein, aan de rand waarvan het slacht offer begraven ligt, wil men een kerk bouwen. Dat duurt nog wel een poos. Maar tegen het einde van het verhaal gaat men het terrein egaliseren. „Aan alle kanten werd de beschuttende woe kering weggehakt en jn het midden stond nog geen kerk, die een toevlucht kon wezen. Toekijken moest hij toen juist op die plaats de eerste schop In de aard bodem werd gestoken. In de aardbodem die riep en geroepen had. Hoor! Het bloed..." (120). Jan E. Niemeijer besluit de verzameling met een verhaal over de ezelin die Jezus droeg: Dulcla, mijn Ezelin. Ook een gave vertelling, zonder moderne accenten en daarom het best vergelijkbaar met het stuk van Wlm van de Hulst. Men mist in deze bundel gelukkig de traditionele obli gate stichtelijkheid en de mooischrijverij van vroeger. De toon Is eerlijker en een tikje harder geworden, hoewel er ook elementen aanwijsbaar zijn van wat Ik 'mystificerend schrijven' zotr "willen hoe- men. Vakkundig gesproken Is dit werk van middelmatig tot goed. Late vakantie gangers b.v. doen er niet gek aan het boekje tussen hun kleren te stoppen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 19