Nog altijd denken ze dat je
een aap uit de bossen bent
fi
Rudi's Zijsprong naar komische film
EINDE EN BEGIN
DEZE
WEEK
NIET ONGEVAARLIJK EXPERIMENT
Kanttekening
Recht en maatschappij
US If
ZATERDAS IS AUGUSTUS 1970
Duitse kenners trekken de wenkbrauwen op en schudden zorgelijk het hoofd, als zij praten
over de zijsprong die de gevierde showmaster Rudi Carrell maakt naar de komische film. „Een
niet ongevaarlijk experiment. Rudi Is geen acteur in de eerste plaats, hij is een showman. De
korte grap, een tikje sentiment af en toe, dét ligt hem. Maar hij is vooral de onbetwiste een
ling in de hele Bondsrepubliek, die zijn tv-shows zelf bedenkt, zelf schrijft, zelf arrangeert.
Hij moet het hebben van zijn eigen spitsvondigheden, zijn eigen humor en dwaze invallen. Niet
de tekst van anderen oplepelen.
„Als die film mislukt, als Rudi er
niet als een ster in blinkt, kan hem
dat schaden in zijn populariteit.
Nee, hij kan beter bij zijn tv-shows
blijven!"
En Rudi zelf.
Rudi zit opgewekt en ambitieus
in het heerlijke klimaat van de
Oostenrijkse Wörthersee te filmen.
Hij had wel eens zin in een veran
dering.
„In de show ben ik Rudi. de
koning", zegt hij met wat de Duit-
Rudi Carrell samen met Hans-
tachim Kulenkampf, toen „Der
[uli" nog de populairste figuur in
et Duitse tv-amusement was.
lO.". -
I WAPENSTILSTAND aan het
Suezkanaal en een verdrag tus-
ken Rusland en Duitsland we
hebben wel eens somberder
üeuws in de krant gehad, al staat
Ie wer.sld nog niet langs het
lijntje te juichen.
Nauwelijks gesloten, is het be
stand volgens Israël door Egypte
alweer geschonden; Amerika
moet nu eerst maar zorgen dat
Russische rakettan verdwij-
voor er verder met de Ara
bieren kan worden gepraat. De
vraag is nog, waar er onderhan
deld moet worden, de vraag is
ook welke kracht de Palestijnse
verzetsorganisaties kunnen ont
plooien als ze het zonder steun
Egypta c.a. moeten stellen,
ïx-kanselier Kiesinger vreest
tengtrekking van Amerikaanse
J /toepen uit Europa en daardoor
sterAere Russische inVloed door
'fit Duits-Russisch niet-aanvals-
erdraq. Brandt wil een topge-
prek met Nixon, Pompidou en
leath.
Hard tegen hard gaat het nog
i Uruguay, waar de Braziliaans,?
iolomaat Mitrione door de guer-
lla's van de Tupamaros wordt
edood en anderen worden ont-
oerd. Verzetsleiders worden ge-
rresteerd. Er heerst een soort
ta^t van beleg.
Er is hongersnood in Jemen,
holera in Rusland, Korea en wel-
icht andere landen, dysenterie
Midden-Amerika, watersnood
■Oostenrijk. Er gebeuren veel
rnstige ongelukken, zoals het in
iet water storten van een Spaan-
e bus vol Nederlandse vakan-
iegangers er zijn negen do
en vele, soms zwaar gewon-
len. Een treinongeluk in Spanje
ist 33 mensenlevens, een vlieg-
inqeluk in Peru 99.
Met het naderen van de sep-
embermaand komen er meer
speculaties over de rijksbegroting.
Een qevecht om extra verhoging
an de BTW.
De VU-directeuren willen wel
een universiteitsraad, maar niet
tiet het de-man-een-stem-sys-
leem. Het KVP-Kamerlid Van
Schaik wil een anti-pornografie-
ctie. Wij vernemen het overlij
den van prof. dr. H. Smitskamp
(631, Molyn-directeur P. Groen
(671. zendeling Frank C. Laubach
(851.
Den Haag lost de wethouders-
crisis op, (waar v.ele andere ge
meenten non dik in zitten) en
geeft Vrijdorp (ex-Milva) over aan
de sloper, tot woede van kabou-
ïrs en vele anderen.
De Europese Commissie voor-
pelt verdere spanning op onze
arbeidsmarkt. De vakcentralen
sverweqen, een gesprek met mi
nister Roolvink over de loonsi-
luatie voorlopig te weigeren. De
«erste ziekenhuislening tegen 9'/2
procent. Unilever komt met
mooie cijfers, Amro minder. De
Üftenfabriek van VMF gaat naar
Starlift. Geveke-Groenpol naar
Eet SHV-conc.ern, Grand Bazar
naar V. en D
Wij slaan een nieuwe bladzij
In de historie om (Willy Brandt).
De weg naar d.e vrede zal nog
lang en moeilijk zijn (Golda Meir).
We moeten ervoor waken dat
"e niet met hen die tegen ver
slaving ageren, om één tafel ko
men te zitten tot het bespreken
*an maatregelen, waarbij dan een
glaasje wordt geconsumeerd
W. C. F. Scheps, G.?ref. ver.
»oor drankbestrijding).
Dolgedraaide reclasseringsamb-
ienaren stellen zich op tegenover
•te rechterlijke macht en wensen
•eder overleg van de tafel te ve
gen. Het staat iedere reclasse-
nngsambtenaar vrij om kritiek uit
Ie oefenen, doch het gaat niet
ïan om lak te hebben aan de in-
Wellinq waaraan de ambtenaren
J®" verbonden zijn (Prof. mr.
F. C. van Hattum).
Vandaag worden in het Haagse Congresgebouw de dui
zenden vergeten doden, die in het voormalige Nederlands
Indië tijdens de Japanse overheersing zjjn gevallen, her
dacht. Voor de eerste en voor de laatste maal. Zeker tien
duizend mensen nemen aan deze massale plechtigheid deel.
Velen hebben tijdens die ruim drie-en-een half jaar duren
de bezetting de verschrikkingen in de Japanse concen
tratiekampen overleefd. Duizenden hebben familieleden
en vrienden verloren, die zft nu pas, voor het eerst sinds de
capitulatie op 15 augustus 1945, kunnen herdenken, daar
mee zich bevrijdend van een gewetenslast die zjj 25 jaar
lang hebben gedragen.
door Bob Mantiri
sers noemen „zijn spreekwoorde
lijke bescheidenheid". „Maar dit is
heel iets anders. Ik wil eens zien,
of het zal slagen en dan ligt mijn
toekomst bij de film."
Wil Rudi dan filmacteur blijven?
Welnee, hij wil alleen maar draai
boeken schrijven voor komische
films. Na zo'n acht jaar tv-shows
maken, helemaal op eigen initiatief,
wordt het tenslotte wel eens wat
moeilijk.wie begrijpt dat niet? In
geen geval zijn Rudi's ideeën op
gedroogd: „Van het een kom ja
soms op het ander", verklaart hij.
Zijn t.v.-werkgevers wachten ook
af, wat het experiment zal opleve
ren. Te meer, omdat het onderwerp
van de film „De dolle tantes ko
men" niet bepaald gloednieuw is,
sinds „De tante van Charlie" haar
succesvolle weg over de wereld
aan het begin van deze eeuw od-
ging-
Rudi speelt een dolle verkleed
partij en spankert door de film in
vrouwenkleren en met een halflan
ge blonde ponnyprulk op. Er zijn
natuurlijk mooie meisjes genoeg
om hem heen, die hij als „tante"
naar hartelust kan aanhalen.
In de pauze staat hij soms Jour
nalisten te woord en dan excuseert
hij zich: „Kijk me alsjeblieft niet zo
aan, ik voel me compleet belache
lijk In deze kleren. Maar ja.
Regisseur F. J. Gottlieb heeft wel
een kleinigheid te stellen met de
levendige Rudi, die In de film nogal
wat Rauwigheden moet debiteren
en dan zelf met betere, pittiger
teksten aankomt. Juist het ontbre
ken van zijn eigen grappen kan het
publiek teleurstellen, want onwille
keurig verwacht men dat Rudi op
het witte doek nog geestiger zal
zijn dan op het scherm.
Ook wil Rudi nog wel eens in
grijpen in de regie, gewend als hij
is zijn eigen scènes perfect in
beeld te brengen. Maar Gottlieb
gaat zijn eigen weg en laat Rudi
vergeefs aan de teugels rukken.
Toen Rudi Carrell vijf Jaar gele
den zijn glorieuze entree maakte
bij de Duitse televisie, was hij
nummer zoveel in de rij van popu
laire tv-figuren.
Hans-Joachlm Kulenkampf was
nummer één, Peter Frankenfeld,
ook quizmaster, volgde hem op de
voet. Lou van Burg vferde nog
triomfen met zijn spellenshow en
Vlco Torriani excelleerde als „de
zingende hotelier".
Maar Rudi ging stug door en
door
„Johnny und Reyk" maken
beste beurten.
verwierf zich, na het vertrek van
Lou van Burg, een vierde belang
rijke plaats niet onder, maar naast
de andere drie favorieten.
Nu echter ziet het er heel anders
voor hem uit: Kuil heeft zich voor
lopig teruggetrokken, Vico Torriani
gaat lang op tournee, Peter Fran
kenfeld puzzelt nog aan een heel
nieuwe show. Rudi is werkelijk de
koning van het Duitse tv-amuse
ment op 't ogenblik. Hij moet en
zal deze winter terugkomen.
Helemaal zonder concurrenten
zal hij echter niet zijn, want er
duiken al andere show-sterren op
aan het tv-firmament, o.a. „Johnny
und Reyk".
Phé Wijnbeek
Er is de laatste tijd veel ge
schreven over Rudi Carrell In Duite
land. Het vorige seizoen kondigde,
hij aan de Bondsrepubliek te willen
verlaten en met zijn shows de we
reld in te gaan.
Lange tijd vertelde hij elke jour
nalist, dat hij nooit quizmaster zou
willen zijn en nooit voor de film
wou spelen. Toch Is Rudi dit voor
jaar als quizmaster opgetreden.
En nu heeft zijn rusteloosheid
hem naar de film gedreven. Wat
mag hiervan de oorzaak zijn? Toch
show-moeheid? Rudi zelf geeft er
geen antwoord op: „Ik probeer
maar eens wat," zegt hij afwerend.
!n elk geval zal hij het komende
seizoen weer bij de Duitse tele
visie in zijn eigen shows verschij
nen.
De VARA, waarbij Rudi zijn naam
vestigde, heeft allang het nakijken,
maar zij is haar ster niet vergeten.
Nog dit jaar zal zij tweemaal een
Duitse show van Rudi Carrell
rechtstreeks overnemen en wel op
de zaterdagen 10 oktober en 5 de
cember.
U kunt er alvast rekening mes
houden I
Door de loop van de gebeur
tenissen in Nederlands Indië
heeft zich eigenlijk nooit de
mogelijkheid voorgedaan voor
een massale herdenking van de
bevrijding en van de slacht
offers in de Pacific Oorlog.
De herdenking op 5 mei is
voor alles een Nederlandse aan
gelegenheid. Tóen het moeder
land weer vrij was, zaten in het
i-r—'-ikrijksdeel, 22.000 kilome
ter hier vandaan, nog duizenden
land- en rijksgenoten gevangen
in de interneringskampen. Voor
hen 'kwam de bevrijding offi
cieel op de 15de augustus, offi
cieel, want hun vrijheid kregen
zij pas, om soms onduidelijke
redenen, pas weken, zelfs
maanden later.
Hoe komt het dan dat hier in
Nederland nooit wezenlijk aan
dacht is besteed aan wat zich in
zijn toenmalige koninkrijksdeel
heeft afgespeeld? Mejuffrouw
mr. H. C. L. van Maarseveen
(59), adviseusq van het comité
15 augustus 1970 dat de herden
kingsplechtigheid in het Con
gresgebouw organiseert: „Wij
hebben heel wat barricades
moeten overwinnen om gedaan
te kunnen krijgen dat die her
denking wordt gehouden".
Het plan is afkomstig van ci
viel ingenieur G. S. Vrijburg. In
een vergevorderd stadium werd
het destijds voorgelegd aan ex-
burgemeester H. A. M. T.
Kolfschoten die de organisatie
van de vijf-mei viering in han-
'°n had.
„Hij heeft heel geïnteresseerd
geluisterd", zegt mr. Van
Maarseveen. „En zo is het ver
der gegaan, tot het uiteindelijk
aan de regering werd voorge
legd. Premier De Jong voelde er
in principe wel wat voor, maar
hij moest het eerst aan het ka
binet voorleggen. Contre coeur
kreeg je de regering een beetje
mee, maar toen prins Bernhard
beschermheer werd en de Ko
ningin daarna toezegde de her
denkingsplechtigheid te zullen
bijwonen, ja toen moest de re
gering ook meedoen. Nu komt
er natuurlijk een zwaardere
vertegenwoordiging van de re
gering, anders zou het met een
staatssecretaris zijn afgedaan".
„Ik wil niet zeggen dat dit
een anti-houding is, maar meer
een niet-geïnteresseerd-zljn van
de hele Nederlandse bevolking
in wat we zijn en wie we zijn."
Mr. Van Maarseveen illus
treert dat met een voorbeeld.
De mensen vragen je maar al te
vaak hoe heb je Nederlands ge
leerd. Je spreekt zo goed Neder-
inds."
Verontwaardigd zegt ze: „Ze
denken dat je een aap uit de
bossen bent. En dat je alleen
maar zal zeggen: ja ik heb het
aan boord geleerd". Ze weten
het gewoon niet. En dat hangt
van ons af om die mensen voor
te lichten. We hadden eigenlijk
al lang in alle communicatieme
dia invloed moeten hebben,
maar die krijgen we niet. Men
weet gewoon niet wie wij zijn.
„Nogmaals: we kriigen eenvou
dig de kans niet om een juist
beeld te geven van wat wij zijn.
De radio en televisie doen dat
op hun eigen manier, maar zo
fragmentarisch".
„De mensen begrijpen niet
dat we Nederlanders zijn en dat
vordt de jeugd ook niet bijge
bracht. Wat weten ze eigenlijk
van Nederlands Indië. Óp
school werd meestal volstaan
met wat aardrijkskunde. Men
denkt alleen aan Nederlands
(ndië als een kolonie. Dat ver
houdingen in de loop der jaren
zijn veranderd, weten ze niet".
„Nu zijn we hier in Neder
land en maken wij deel uit van
het volk. Waarom moeten wij
alleen maar herdenken dat Ne
derland werd bevryd". Je moet
de bevrijding van het hele ko
ninkrijk vieren, omdat wij er
allemaal bijhoren. Wanneer?
Eigenlijk zou je het dus op een
andere datum moeten vieren, in
september of zo. Of zoals de
Engelsen doen op Klaproosdag,
11 november. Dan herdenken ze
-*• Mr. H. C. L van Maarseveen
de Eerste en Tweede Wereld
oorlog tegelijk."
„Ik persoonlijk vind het niet
erg dat de herdenking op vijf
mei wordt gehouden, maar zeg
er dan ook duidelijk bij: op de
ze dag waren onze rijksgenoten,
onze mensen in het voormalige
koninkrijksdeel Nederlands In
dië, nog niet bevrijd. En dat is
tot dusver niet gebeurd. Hoog
stens die doden een beetje her
denken in twee zinnen."
„Nu zou je dus, logisch rede
nerende, dienen te zeggen: wan
neer moet de volgende herden
kingsplechtigheid worden ge
houden? Op welke dag? De oor
log in de Pacific is een histo
risch feit, waaraan je niet voor
bij kunt gaan", aldus mejuf
frouw mr. Van Maarseveen.
-B- ij-
Nieuwe boeken
Url Avnery: Israel zonder Ziaonisten,
een pleidooi voor vrede in het Mid-
den-Osten. Ultg. Elsevier, Amsterdam,
206 blz., f 9.50.
Hans Lllje: Terwijl Hij onderweg tot
one sprak, theologisch. Ultg. 192 blz..
f 12.90.
Dr. M. Zeegers: Moeilijk in de om
gang, leven met zenuwzieken. Ultg. Cal-
lenbach, Nl|kerk. 111 blz.. f4.90.
Paul SchQtz: Waarom lk nog christen
ben. Ultg. Boekencentrum, 118 blz.,
f 12.90.
lohan Fabriclus: Onder de hete Carai-
bische zon, bundel reisverhalen. Ultg.
Leopold. Den Haag, 179 blz., f 16.90.
Auguste Lezar: De Brug, roman voor
de oudere leugd. Uitg. Leopold, 156 blz.,
f 12.90.
Evelyn Ames: een glimp van het para
dijs. Ultg. Leopold, 221 blz., f 16.90.
Ben van Eysselstei|n: Henriette L.T. de
Beaufort, en schri|fster en haar werk.
Uitg. Leopold. 143 blz., f 11.90 geilt.
Ruth Wolf: Oponthoud van een vreem
deling, roman. Uitg. Leopold. 164 blz..
f 13 90.
Sjoerd Lelker. Op blote voeten, roman
Ultg. Leopold. 174 blz., f 12.90.
Slny van Iterson: Het gouden suiker
riet, leuqdboek. Uitg. Leopold, 197 blz..
f 12.90.
Andre] A. Amalrik: Haalt de Sovjetunie
1984?, essay. Ultg. Elsevier. Amsterdam,
96 blz.. f 6.50.
j^IJ ONS is de rechtspleging openbaar. Ieder
kan er kennis van nemen. Onze publi
citeitsmedia, in het bijzonder de kranten, ma
ken van die toestand van openbaarheid ge
bruik om wat kenbaar is ook metterdaad be
kend te maken. We noemen dat publiciteit.
Ik laat nu in het midden of die altijd juist en
verantwoord is.
Minder dan de resultaten van de rechtsple
ging komt de rechtspleging zelf in de publici
teit. Gewoonlijk is dat maar goed ook, want
wanneer de rechtspleging in de publiciteit
komt, is er vaak wel iets mee „aan "de hand".
Het kan echter óók gebeuren, dat een beoefe
naar van de rechtspleging, gewoonlijk dus een'
rechter, er behoefte aan gevoelt om van de
mogelijkheid van publiciteit gebruik te maken
om iets wat hij op het hart heeft ook maar
publiekelijk te zeggen.
Zoals we weten, is dat deze week gebeurd,
toen een rechter nogal scherpe kritiek uitte
tegen hedendaagse denkwijzen bij de reclas
sering. Wat daarvan nu te zeggen?
jpjEB ik het wel, dan zijn ook bij het werk
van de reclassering veranderingen gaan
de die met vergelijkbare veranderingen in an
dere sectoren van het leven als het ware on
der één noemer zijn te brengen.
Zoals bekend, staat de „maatschappij" in onze
dagen tamelijk onder de kritiek. We noemen
dat en het is al een gebruikelijk woord ge
worden maatschappijkritiek. Zolang die
kritiek maar niet tot Iets automatisch wordt,
zit daar veel goeds in. Want het is helemaal
niet vanzelfsprekend dat de maatschappij goed
is. Er valt inderdaad wel iets aan te verbete
ren, hetzij op onderdelen hetzij hier en daar
wellicht zelfs aan de structuren.
Maar dan spreekt het vanzelf, dat deze kri
tiek vooral geacht mag worden te leven bij
diegenen die, bijvoorbeeld krachtens hun
werkkring, veel met die maatschappij te ma
ken hebben en daarbij zo hun ervaringen op
doen. Denk aan de maatschappelijk werkers.
Wat nu de reclassering betreft, deze is de
laatste tijd meer en meer van het juridische
gekomen in de sfeer van het maatschappelijk
werk. Zulk een ontwikkeling voltrekt zich na
tuurlijk niet vanzelf. Ook hierin werkt de kijk
door op de mens en wat deze geacht kan wor
den voor zjjn mens-zijn te behoeven.
T)EZE overgang is een belangrijke. Het heeft
uiteraard ook zijn invloed op de „plaats
bepaling" van wie reclasserend bezig is. Wie
in de juridische sfeer werkzaam is, neemt te
genover wie gereclasseerd moet worden een
andere positie in dan wie het doet als een
maatschappelijk werker.
Natuurlijk zijn beiden er om te helpen. En
de reclassering hééft altijd veel geholpen.
Maar ook voor het gevoel van wie moet worden
gereclasseerd zal het zó zijn, dat wie hem
helpt buiten het justitiële, en dus vanuit het
maatschappelijk werk, meer naast hem staat.
HU zal dan ontvankelijker zijn.
Waarbij komt, dat bij deze benadering van de
te reclasseren man of vrouw meer vrijwillig
heid wordt verondersteld bij het aanvaarden
van de geboden hulp.
Men gewaagt in dit verband zelfs al van „ver
eenzelviging" van de reclasseerder met de re-
classent. Ook zegt men wel, dat de oude be
nadering meer „verticaal" placht te zijn
dus van boven naar beneden tegenover de
nieuwere meer „horizontaal" dus als op
hetzelfde niveau.
Bij deze situatie is deelnemen van de re
classeerder aan maatschappijkritiek, ongeacht
de omvang daarvan, iets dat minder verbazen
zal dan wanneer ze zou voorkomen bij de
reclasseerder van het tevoren bekende type.
jQEZE ontwikkeling nu heeft wat insiders
reeds bekend was geleid tot wat ge
spannen verhoudingen hier en daar met de
eigenlijke organen van de rechtspleging. Reeds
was te verwachten, dat vandaag of morgen
een rechter of een officier die er geen
vrede mee had, eens uit zijn slof zou schie
ten. Dat is dan nu geschied, niet voor het
eerst zelfs.
Deze nogal scherpe uitval heeft in elk geval
zijn goede kant gehad, dat de „conflictsitua
tie" nog eens duidelijk aan het licht is ge
treden. Wat tot gevolg kan hebben, dat de
noodzaak wordt ingezien dat de verhoudin
gen nu ook worden uitgepraat.
Dit laatste is ook daarom wenselijk, omdat de
rechtspleging weliswaar een zekere distantie
behoort te betrachten jegens de maatschappe
lijke ontwikkelingen, de maatschappijkritiek
inbegrepen, maar dat dit nooit het karakter
mag aannemen van onderlinge vervreemding.
Als dat gesprek maar gevoerd gaat worden,
zal een leder graag bereid zijn om voorbij te
zien aan het feit, dat men zich de wijze zelf
waarop de zaak aan de orde werd gesteld ook
anders kon denken.
DIEMER
Negen leden van de Vakgroep
Letteren van de Bond van Christen
kunstenaars in Nederland hebben
samen een bundel korte verhalen
gepubliceerd. Zi| hebben er de titel
Einde en Begin voor bedacht. Kok
te Kampen heeft het werk|e uitge
geven in de serie Lettergrepen. Het
telt 130 bladzijden en kost 6,90.
Dieuwke Winsemius vertelt onder de
titel 'Gisteren Is Vandaag' over twee
zusters, waarvan er een als de 'Ik' van
de historie fungeert. Eén man is In hun
beider leven gekomen: een louche figuur,
een bedrieger. De 'ik' is deze episode te
boven gekomen, maar haar zuster be
zwijkt er geestelijk aan. De man heeft
zich doodgereden, maar de ongelukkige
vrouw leeft met zijn portret alsof hij het
zelf is. Ze gaat ermee naar bed en beeldt
zich tenslotte in dat ze van hem zwanger
is. Opneming In eer inrichting is het
einde.
Willem G. van de Hulst, schilder, te
kenaar en schrijver, heeft naar mijn me
ning voor de grafische bijdrage gezorgd.
Een man op een nacht In een Frans
plaatsje ziet op het plein een jong meisje
een bad nemen in een fontein. Zijn vrouw
achter hem wordt wakker en heeft precies
gedroomd wat hij heeft gezien. Een para
normaal gebeuren, zoals dat In de werke
lijkheid niet al te zelden voorkomt.
Ingenieur J. W. Veerman geeft, In de
stijl van zijn beroep, een verhaal over
'De Dood van God'; een staaltje van
science fiction dat Ik niet probeer na
te vertellen. Er Is, sinds de optimistische
science fiction van Jules Verne. In dit
genre een totale verandering opgetreden;
de hedendaagse specimina van dit genre
zijn pessimistisch en beangstigend, weer
slag van de angstige onzekerheid waar
mee de mens staat tegenover de niet bij
te houden ontwikkeling In de techniek.
Veerman heeft dit gecombineerd met de
bekende modekreet uit de theologie.
Auke J. Jelsma, in zijn novelle 'De Anti
christ', vermengt moderne met antieke
noties op een naar mijn smaak wat pre
tentieuze manier. Er schuilt in dit korte
verhaal een diepzinnige gedachte, maar
de uitwerking is te schetsmatig gebleven.
Wie zo diep grijpt naar het mysterie van
wat Satan, resp. de Antichrist kan doen
binnen het kader van wat God toelaat,
kan niet volstaan met een globale schets
van nog geen vel druks. Theologisch-
filosoflsch een koene greep, met literair
naar verhouding een zwakke uitwerking.
Toch zijn er goede details, al zet Ik
een vraagteken bij het 'Romeinse ras' op
bl. 44. Op bl. 51 staat een diepe ge
dachte. die ik volkomen deel en waarmee
elk nadenken over de kerk rekening moet
houden, namelijk „dat het christendom
steeds een te zware bloem voor het men
selijke geslacht was geweest".
Sipke van der Land vertelt in enkele
bladzijden over een pyromaan en zet
boven zijn verhaal natuurlijk Vuur. In aan
zet geen slechte psychologische bena
dering van deze vreemde afwijking: brand
te willen stichten ter wille van het brand
stichten zelf.
Dan komt R. G. Broesma met de lang
ste bijdrage (40 blz.).
Een Jonge socioloog wil een weten
schappelijk onderzoek Instellen in het
dorp van zijn jeugd. Jeugdherinneringen
en zijn ondervindingen bij het onderzoek
wisselen elkaar af. Het Is mij niet hele
maal duidelijk geworden waarop precies
het accent valt: de persoonlijke reacties
van.de jonge man of de kerkelljk-maet-
schappelijke situatie In het dorp. Men
komt niet tot een duidelijke eindindruk.
Tenslotte geeft B. van der Laan zijn op
dracht terug.
Mink van Rijsdijk schrijft over 'Hij van
Hiernaast'. Het is een ontmoeting met
„een beroepsfilmer, een weldoorvoede,
arrogante Lebemann, met een dwingende
hautaine charme, en Duits, heel erg
Duits" (bl. 101). Het verhaal speelt zich
af op een Donaukruleer. De pointe van
de geschiedenis kan worden weergege
ven met de uitspraak van deze Duitser
op bl. 110: „Het krankzinnige Is, dat ik je
aardig vind. Lief. Maar als dan zo'n stom
me dronken douanier naar je nationaliteit
vraagt, verandert allee. Dan stel je |e op,
maak je groot je bent Hollandse
hoorngeschal en vlagyertoon. Niemand
mag denken dat je Duitse bent. Om die
hoogmoed en die angst haat Ik je dan."
Men eindigt met de vraag: tot hoever
kan vaderlandsliefde christelijk heten?
„Verrijzenis" Is de titel van Jacoba M.
Vreugdenhlls bijdrage. Twee jongens heb
ben een derde Jongen. Gerard, vermoord
en onder de grond gestopt. De ene moor
denaar is gevlucht, de andere Is gebleven
waar hij was. Binnen een jaar wil hij eind
examen doen. Dan leest hij In de krant
van bouwplannen. Op het braakliggende
terrein, aan de rand waarvan het slacht
offer begraven ligt, wil men een kerk
bouwen. Dat duurt nog wel een poos.
Maar tegen het einde van het verhaal
gaat men het terrein egaliseren. „Aan
alle kanten werd de beschuttende woe
kering weggehakt en jn het midden stond
nog geen kerk, die een toevlucht kon
wezen. Toekijken moest hij toen juist op
die plaats de eerste schop In de aard
bodem werd gestoken. In de aardbodem
die riep en geroepen had. Hoor! Het
bloed..." (120).
Jan E. Niemeijer besluit de verzameling
met een verhaal over de ezelin die Jezus
droeg: Dulcla, mijn Ezelin. Ook een gave
vertelling, zonder moderne accenten en
daarom het best vergelijkbaar met het
stuk van Wlm van de Hulst. Men mist in
deze bundel gelukkig de traditionele obli
gate stichtelijkheid en de mooischrijverij
van vroeger. De toon Is eerlijker en een
tikje harder geworden, hoewel er ook
elementen aanwijsbaar zijn van wat Ik
'mystificerend schrijven' zotr "willen hoe-
men. Vakkundig gesproken Is dit werk
van middelmatig tot goed. Late vakantie
gangers b.v. doen er niet gek aan het
boekje tussen hun kleren te stoppen.