Russen grijpen macht in Indische Oceaan DEZE WEEK Grzimeks „Dierenleven rijke bron ven informatie BRIEVEN AAN KINDEREN Kanttekening Niet-zijn of welzijn ZATERDAG 15 JULI 1970 EEN JAAR geleden beleefden t ademloos de eerste maanlan- ng mee. Bij gebrek aan zulke lannende onderwerpen is het ize week wel een beetje kom- immertijd, al hebben we het onster van Loch Ness er niet nodig. Zelfs het nieuws dat Egypte isitief reageert op Amerikaanse edesvoorstellen, noemt Nasser ilf „niets nieuws." Israëls Eban II wel praten, maar is tegen een •perkt bestand. Er zal heel wat iter door de Nijl stromen, eer it conflict Is opgelost. Arabische guerilla's maken het B Grieken moeilijk door op het iegveld van Athene een toestel i kapen en de passagiers te gij- tien, tot de Grieken beloven, ver een maand Arabische ter- iristen vrij te laten. Engeland, nog geplaagd door i havenstaking (de Britse huis- ouwen gaan hamsteren nu het i lang duurt), besluit wapens te veren aan Zuid-Afrika, niet te ebruiken in de strijd om de jartheid. De Veiligheidsraad trscherpt het wapenembargo. Indochina: president Thieu van uid-Vietnam vindt een militair trbond tussen de vier landen an Indochina niet haalbaar. Sxon denkt over een nieuw vre- esplan voor Vietnam. Hij voelt iel voor het opnemen van com- (unisten in de Zuidvietnamese ■Ming. [Juristen rapporteren dat er in fraziliaanse gevangenissen wel pgelijk gemarteld wordt. Bolivia iat verzetsstrijders vrij, gedwon- fcn door de gijzeling van twee pjitsers. Het jonge Britse kabi- tt verliest een van zijn bekwa- leden: lan Macleod. Ook ^erlijdt de Griekse minister van litenlandse zaken Pipinelis. Er gebeuren veel vliegongeluk- in. Het Noorse passagiersschip 'ilvia zinkt na een explosie op Atlantische oceaan; alle 448 issagiers en 271 bemannlngsle- in in veiligheid. Zuid-Afrika geeft een apart- iids-lncident toe (en betreurt et) bij het Nederlands vlootbe- >ek aan Kaapstad. Maar welke verheid, zegt de ambassade, sn garanderen dat particulieren jiets nooit meer doen? iEen commissie adviseert tot srziening van het militair tucht- icht. De Nationale raad voor maatschappelijk welzijn wijst op nanciële nood, nu vooral kerken f bedrijven het moeilijk hebben et het maatschappelijk werk. e regering wil de bijstandsnor- sn harmoniseren, wat op een trlaging in de grote steden kan erkomen. De gemiddelde Ne- irlander weet weinig over het ^ggebruik, maar wil het wel •Vaar straffen. Werkspoor-Utrecht zal defini- J worden opgeheven nadat de feling Holland Materieel eind 71 gesloten is. De huisartsen giden dat de prijsbeschikking kn positie ondermijnt. Een wets- 3,twerp wil inspraak van werkne- girs bij de benoeming van com- rpsarissen. eDe winst van Shell Oil is in de rste helft van 1970 sterk ge- ald. De handelsbalans is veel gunstiger dan midden vorig lar, vanwege sterk gestegen in- i er. Een bod van Bayer is een dgende stap in het gevecht irlt Petrofina om onze ICM nirf). Ritmeester-sigaren gaan ner in Britse handen. Na het fietsen (Eddy Merckx or de tweede keer winnaar van Ronde van Frankrijk, Joop lVfetemelk tweede, Rini Wagt- ^ns nummer 5) is het zwemmen blazen, atletiek, schaken, en tuurlijk de Vierdaagse. Oorlogsschepen zoals deze raketkruiser heeft Rusland nog niet naar Mauritius gezonden. Voorlopig blijft het bij trawlers, die op grote afstand inlichtingen kun nen opvangen en uitzenden. door J. den Boef De Russen zijn druk bezig, zich in de Indische Oceaan te nestelen', de vergeten oceaan, die de Britten niet meer van bëlang vonden, toen ook het laatste restje van hun wereldheerschappij ging verdwijnen. Rusland heeft zich toegang verschaft tot Mauritius, dat wel de sleutel tot de Indische Oceaan' wordt genoemd. Waar Portugezen, Hollanders, Fransen en Engelsen door de eeuwen heen hun steunpunten hadden om hun handelsroutes te beschermen of die van ande ren aan te vallen, hebben nu de Russen zich aangediend. Hun enorme vissersboten, die volge stopt zitten met electronische uitrusting, die men gewoonlijk op spionageschepen vindt, ge bruiker! Mauritius als basis. Daartoe werd een verdrag gesloten met de regering van het eiland, dat ruim twee jaar geleden van Engeland onafhankelijkheid verkreeg. Voor Mauritius lijkt de overeen komst met de Russen een belang rijke verbetering te beloven van de sociaal-economische toestand. Op het eiland wordt bijna uitsluitend suikerriet verbouwd, dat de Hol landers er gebracht hebben, nadat zij zich er In 1638 hadden geves tigd. Deze monocultuur maakt Mauritius volkomen afhankelijk van de wereldmarktprijs voor suiker, die nog altijd de neiging heeft, om laag te gaan. Werkloosheid is het gevolg, ook al omdat de bevolking zich de laatste tientallen jaren enorm heeft uitgebreid. Door het uitbannen van malaria en het verbeteren van medische voorzieningen wonen er op Mauri tius en de eilanden die erbij horen nu tweemaal zoveel mensen als in 1942. Het heeft dan ook een re latief jonge bevolking. Om niet langer alleen van suiker riet afhankelijk te zijn, heeft de regering van Mauritius een verdrag met Rusland gesloten. Enkele hon derden vissers leren in de komende jaren van de Russen, hoe zij met moderne trawlers moeten omgaan. Na verloop van tijd zal Rusland Mauritius enkele trawlers verkopen om de vissers in staat te stellen, groten vangsten uit de Indische Oceaan te halen. In die periode zal op het vasteland een conser- venindustrle worden opgebouwd, die de eilandbewoners de moge lijkheid biedt tot export op grote schaal. In 1968 had Mauritius aan Engeland om soortgelijke hulp ge vraagd. Londen weigerde echter. Geleidelijk aan gingen Russische trawlers steeds dichter bij Mauri tius „vissen". De regering van het eiland, die nauwe banden met Rus sen en Chinezen had aangeknoopt, ontdekte dat er andere mogelijk heden waren. Het ging echter niet van een leien dakje, want niet alle ministers waren geporteerd voor nauwe samenwerking met de Rus sen. Enkele weken geleden dreigde een kabinetscrisis, maar de moei lijkheden die er toen waren,.wer den overwonnen. Niettemin heerst er op Mauritius een gevoel van onbehaaglijkheid. Een correspon dent van de Daily Express meldt uit Port Louis, de hoofdstad van de eilandengroep, op verschillende plaatsen op muren de slagzin te hebben gezien: „USSR, go home". Wat laat realiseert men zich, de handen In een wespennest te heb ben gestoken. Op papier lijkt er niets aan de hand te zijn. Mauritius blijft trouw aan het Gemenebest (de Britse vorstin is ook koningin van het eiland). Een afschrift van het verdrag is naar Londen ge stuurd om premier Heath ervan te overtuigen, dat leningen en tech nische hulp, die Mauritius ook po litiek afhankelijk van de Sowjetunie zouden maken, van de hand wer den gewezen. De Russen worden nauwlettend gadegeslagen, zo luidde de ver zekering, opdat zij zich strikt hou den aan wat niet meer dan een commerciële overeenkomst is. Erg overtuigend klinkt het echter niet. Het heeft meer weg van een ex cuus. Wellicht is Engeland bereid, wat meer aandacht te gaan besteden aan de problemen van Mauritius, zonder nieuwe pogingen te doen, in het gebied van de Indische Oceaan de rol van wereldmogend- heid te gaan spelen. Engeland kan niet voorkomen, dat de Sowjetunie naar de heer schappij in de Indische Oceaan streeft om haar rol in het enorme gebied tussen Afrika en Australië te kunnen versterken. Er is hier een taak weggelegd voor India, dat daar thans nog over de grootste vlooteenheden beschikt. Iets an ders is echter, dat Engeland de Russen in economisch opzicht op Mauritius waarmee het nog nauwe banden onderhoudt vrij spel geeft. Nu de conservatieven het bewind van de socialisten heb ben overgenomen, komt daar wel licht verandering in. Mauritius, dat in 1598 door Hol landse zeevaarders naar stadhou der prins Maurits werd genoemd, nadat zij een kijkje op het onbe woonde eiland hadden genomen, ligt ongeveer 800 km ten oosten Honderd jaar geleden ver scheen de eerste druk van Brehms Tierleben (1869), dat door enkele wetenschaps mensen van die dagen niet hoog werd gewaardeerd. Brehm had zijn dierenleven destijds in zes delen doen ver schijnen, geschreven voor „huisgenoten en familieleden, voor iedere dierenvriend, jager, landbouwer, geleerde en eenvoudige lezer". 'In vele talen werd zijn werk vertaald. Van de zes delen had Brehm er zelf vijf geschreven. Het deel Insekten, spinnen en weekdii n namen de professo ren Ernst Taschenberg en Os kar Schmidt voor hun rekening. De tweede druk, die Brehm zelf nog met zijn genoemde me dewerkers bewerkte, verscheen al in 1876. Nadien is van Brehms Tierleben een derde en vierde druk verschenen in der tien delen, waaraan al veel meer specialisten hun krachten hebben gewijd. Bijna vier generaties hebben hun kennis omtrent het leven der dieren te danken aan Brehm. Voor diegenen die het dertiendelige werk te kostbaar vonden, werden in de loop der tijden verkorte uitgaven op de markt gebracht, zowel in het Duits als in het Nederlands. Ook verscheen in beide talen een z.g. „jeugduitgave". Voor ons is Brehm vele jaren een trouwe hulp geweest bij het beantwoorden van vragen. De laatste decennia is de weten schap ook op het gebied van de zoölogie en biologie zover ge vorderd, dat we vooral na de Tweede Wereldoorlog voor in formatie bij Brehm vaak niet langer terecht konden. Wij zijn daarom de uitgevers van Grzi meks Het leven der dieren bijzonder dankbaar dat zij deze encyclopedie op de markt durf den brengen. De „Brehm van de twintigste eeuw" bestaat ook uit dertien delen. Van de Nederlandse uit gave Het Spectrum, Utrecht /Antwerpen) kwamen tot dus- vervier delen uit. Na de aankondiging van het ln druk verschijnen van „Grzi meks Tierleben" hebben velen in de Duitssprekende landen zich afgevraagd of het wellicht gebrek aan piëteit kon zijn je gens de beroemde Alfred Ed mund Brehm, diens wereldbe roemde werk niet meer onder de oude titel te herdrukken? Bernhard Grzimek zegt daar ln de Duitse encyclopedie onge veer dit van: „In een maanden lange briefwisseling over de noodzaak van het gebruik van mijn naam, heb ik toegestemd deze te gebruiken voor de uit te geven encyclopedie. De uitge vers die aan dit werk miljoenen marken ten koste zouden leg gen, durfden dit waagstuk wel aan, doch meenden dat de kans van slagen mede zou afhangen van de titel waarin mijn moeilij ke naam zou prijken. Ook van wege mijn grotere internatio nale bekendheid door mijn functie van directeur van de Zoo van Frankfurt/M en o.a. mijn werk voor de Nationale Parken in televisievoordrachten, waardoor mijn naam in de ogen van de uitgevers meer in de openbaarheid geraakte dan die van andere vakgeleerden, die vaak in alle stilte waardevolle onderzoekingen verrichtten." Grzimek is ook bekend ge worden door zijn vele boeken en artikelen in geïllustreerde bladen, o.a. het maandblad „Das Tier", een uitgave die hij met nog twee vakgeleerden verzorgt. Door zijn reizen in alle we relddelen en zijn strijd tegen natuurontluistering en tegen uitroeiing van diersoorten, heeft hij zich grote faam verworven. Bij luchtverkenningen van die- renconcentraties in en om de Ngorongoro-krater kwam zijn zoon Michael, die een uitste kend cineast was, in zijn waar nemingsvliegtuigje in 1959 om het leven. Grzimeks recente strijd tegen de brute manier waarop zee honden worden afgeslacht is alom bekend. Door C. van Doorn Diereninspecteur van Diergaarde „Blijdorp" Uit deze onvolledige opsom ming van aktiviteiten blijkt wel dat Grzimek spreek uit Dzjiemek bijzondere ver diensten heeft op velerlei ge bied. Grzimeks encyclopedie is op gebouwd volgens de zoölogische systematiek. De 13 delen be staan uit: 1 deel lagere dieren, 1 deel insekten, 1 deel weekdieren en stekelhuidigen, 2 delen vis sen waarvan het tweede deel tevens handelt over de amphi- bie, 1 deel reptielen, 3 delen vo gels en 4 delen zoogdieren. Hieraan hebben 400 specialisten meegewerkt. Al deze namen te noemen zou te ver voeren. Een uitzondering willen we maken voor de Nederlandse medewer kers, wijlen prof. dr. E. J. Slij per, prof. dr. N. Tinbergen en dr. A. Kortlandt Met grote nauwgezetheid heeft de Nederlandse redactie, van Madagascar (republiek Mala gasy). Verderop, tot Australië, vindt men in de oceaan geen enkel ei land meer ten zuiden van het Indische subcontinent (en Ceylon) en Indonesië. Toen er onlusten op Mauritius waren en Britse troepen te hulp moesten komen, moesten ze helemaal uit Singapore gehaald worden, omdat ook Aden al was verlaten. In 1810 verjoegen de Britten de Fransen, die onder Napoleon nogal wat moeilijkheden hadden veroor zaakt. Zij noemden het eiland lie de France. De Fransen hadden zich in 1710 op Mauritius gevestigd, nadat de Hollandse kooplieden het hadden prijsgegeven, omdat er niets meer te verdienen viel. Zij brachten van Madagascar slaven naar het on gezonde eiland. De Britten lieten na afschaffing van de slavernij in het midden van de negentiende eeuw Indische contractkoelies overkomen. Sindsdien heeft Mauri tius een veelsoortige bevolking, waarvan thans ongeveer tweederde deel van Indische afkomst is. Het eiland heeft een grote cre oolse (Afrikaanse) minderheid, die het evenals enkele tienduizenden Chinezen en wat minder Europea nen (voornamelijk Fransen) niet zo goed met de Indiërs kunnen vin den. Om die reden waren zij in 1968 tegen het verkrijgen van on afhankelijkheid. Maar de Onafhan kelijkheidspartij van premier sir Seewoosagur Ramgoolam had de meerderheid in het 70 leden tellen de parlement en zette door. Met steun van Londen. Het onafhankelijkheidsproces was op gang gekomen voordat in juni 1967 door de zesdaagse oorlog in het Nabije Oosten het Suez- kanaal werd geblokkeerd. Niemand heeft toen vermoed, dat deze korte zeeroute van de Middellandse zee naar de Indische oceaan zo lang gesloten zou blijven. Er Is ook nu nog geen kijk op, dat deze water weg als gevolg van een vergelijk tussen Israël en de Arabische lan den opnieuw bevaarbaar wordt ge maakt. Bovendien ligt het in de lijn der verwachtingen, dat ook na heropening van het Suezkanaal veel schepen (en niet alleen de grote tankers) de langere route rondom de Kaap blijven volgen. De strategische positie van Mau ritius Is opnieuw actueel geworden. De belangstelling die de Russen er voor hebben, is op zichzelf al een aanwijzing. Voor de Russen Is het van groot belang, als het Suezkanaal weer gebruikt kan worden. Zij kunnen dan snel grote oorlogsbodems naar het gebied van de Indische Oceaan sturen om de positie te versterken van de onderzeeërs, die daar ongetwijfeld al geruime tijd opereren. De als kerstbomen met electronische apparatuur opgetuig de trawlers verraden de aanwezig heid van de onderzeeërs, die een nieuwe bedreiging vormen voor de landen van de (overigens lang niet overal) vrije wereld. onder wie de bekende specialis ten op dierkundig gebied: L. Butot, dr. F. P. Koumans, dr. F. P. Mees, dr. A. Scheygrond, J. Sluiters en dr. A. van Wijn gaarden, de vertaling gelezen, waar nodig gecorrigeerd en aangevuld met een Nederlandse literatuurlijst. Het werk bevat de dierennamen in alfabetische volgorde in het Latijn, Neder lands, Engels, Frans en Duits. Veel aandacht is besteed aan het gedrag van het dier zowel in de vrije wildbaan als in die rentuinen en wildparken. Ook is een ruime plaats ingeruimd voor die diersoorten die met uitroeiing worden bedreigd. Over de voortplanting van het dier geeft de encyclopedie uit voerige informatie. De afstam ming van recente diersoorten is vanzelfsprekend ook behandeld. De beste dierentekenaars werden aangetrokken. In het totale werk zijn meer dan 1300 kleurenpagina's opgenomen. Grote uitslaande kleurenplaten die verschillende diersoorten natuurgetrouw afbeelden in hun eigen leefmilieu, z.g. biotoop platen, zijn wel bijzonder ge schikt voor onderwijsdoelein den. Buiten de toelichtende te keningen in de tekst, zijn uit sluitend foto's en platen in kleur opgenomen. Het werk bestaat in totaal uit 7500 bladzijden. De delen zijn fraai en stevig gebonden, zodat ze er tegen kunnen, vaak ter hand te worden genomen. Het leven der dieren is een buitengewoon waardevol na slagwerk, dat geschreven is voor ieder die belang stelt in de dierenwereld. Wij zien deze rijke bron van informatie graag in het bezit van bibliotheken van scholen, instituten en zeker ook in de boekenkasten van veel gezin nen. Yf7AT ik hierboven heb geschreven is de titel van een boek. Het is van E. Bar- tels, opgenomen in de aantrekkelijke Naula- reeks van Samsom en wil, blijkens reeds de ondertitel, zijn een pleidooi voor een nieuw milieubeheer. Prof. Voous van de VU schreef een aanbevelend voorwoord. Boeken als dit zijn nuttig en nodig. Het te kent protest aan tegen de merkwaardige en tegelijk onverantwoorde manier waarop wij mensen met de schepping omspringen. Dat doende, zagen we eigenlijk de tak door waar op we zitten. Het is wel opmerkelijk, dat de mens eigen lijk alle tijden door met de schepping zo wei nig raad heeft geweten. In allerlei opzichten heeft hij op zonderlinge wijze huis gehouden. Denk alleen maar aan de vele diersoorten die hij heeft uitgeroeid. Zelf leek zijnde op dit gebied, heb ik de indruk dat toch pas in onze dagen op breder schaal de ogen opengaan voor het feit dat de mens hard doende is, allerlei prachtige situaties van evenwicht, zoals ze in de schep ping als het ware ingebouwd zijn, hard- grondig te verstoren. ^AL van eeuwen heeft dc mensheid er maar wat op los geleefd, is aan het potver teren geslagen, en is slordig en kortzichtig met de natuur omgegaan. Men had van de heer der schepping anders mogen verwachten. Er is heel wat roofbouw gepleegd en de mens heeft zich dikwijls al lerminst van zijn verantwoordelijkheid voor het behoud der schepping gekweten. Geen wonder, dat voor dit feit nu toch aan dacht komt. De bevolking van onze planeet heeft een omvang gekregen die voedselpro blemen dubbel actueel maakt. Daarnaast is ook de voor de benadering van deze vragen noodzakelijke informatie belangrijk losge komen. En intussen heeft ook de wetenschap uiterst belangrijke vorderingen gemaakt. Daaronder de wetenschap die zich in het bij zonder richt op de natuur en op de daarin aan te treffen wonderbaarlijke vormen van evenwicht. Een evenwicht dat zulk een we zenlijke functie heeft, maar dat zo vaak zo bitter weinig is ontzien. VOALS anderen op hun eigen gebied, komen op het gebied dat het hunne is nu met name de biologen in beweging. Hier ook weer de studenten onder hen. Studenten zijn op allerlei terrein „geënga geerd", en ik heb geen moeite dat een ver heugende zaak te noemen. Ze zijn het ook op het terrein van de natuur, en hun pro test is hier evenals elders maar al te dik wijls gerechtvaardigd. Het boek van Bartels dat ook ik graag ter lezing aanbeveel is er een voorbeeld van, hoe nuttig populaire informatie hier kan zijn. Maar er zijn gelukkig heel wat publi- katies die in een kritische en vermanende toon zijn gesteld. Want de natuur is niet het enige gebied waar de mens het bij laat zit ten; het Is hier echter wel bijzonder sprekend. Schrijver Bartels merkt terecht op dat onze aarde eigenlijk een groot ruimteschip is. We kunnen er niet af en we moeten het er mee doen. Maar wat handelen we dikwijls oneco nomisch. Het.is vaak een kwestie van achteloos op maken. We maken het kapitaal op, in plaats van ons tot de rente van het kapitaal te beperken. J£EN dwaze, kortzichtige mensheid, die, zou men als christenmens willen zeggen, niet zo veel terecht brengt van de opdracht, bij de schepping gegeven. De mens immers moet de schepping onder houden, moet, voor zijn aandeel daarin, de zaak draaiende houden. Die schepping zelf is een kunststuk, zonde en tekortkoming ten spijt. Waarlijk geen wonder dat juist door al deze wonderen, waarvan we als mensen omgeven zijn, de gedachten als vanzelf gaan naar de Schepper van dit mooie. Denk alleen aan de fantastische cirkelgangen in het be staan van plant en dier, waarbij geen scha kel kan worden gemist. In wereldverband wordt er, nu de mensheid wakker geschud raakt, al een en ander aan gedaan. Voor de Unesco, deze nevenorgani satie van de Verenigde Naties die zich met name bezighoudt met problemen van opvoe ding. wetenschap en cultuur, is het al een terrein geworden waarop zij zich met inten siteit beweegt. Daarnaast is het bijvoorbeeld ook de FAO, de wereldvoedselorganisatie, die activiteiten ontplooit om onoordeelkundig ge bruik van de schepping tegen te gaan en verstandig gebruik ervan te bevorderen. Men moet hopen dat het pogen, klein en groot, slaagt, wil onze planeet niet tot een woestijn verworden. Het niet-zijn in plaats van welzijn. DIEMER TOST LOUIS SLPierre :mus door dr. C. Rijnsdorp Lewts Carroll heette eigenlijk Charles Lutwidge Dodgson; hij werd geboren in 1832, studeerde te Ox ford en doceerde daar wiskunde van 1855 tot 1881. In 1865 verscheen zijn fantastische sprookje Alice's adventures in Wonderland, dat een meesterwerk van nonsens-literatuur is genoemd. In 1872 volgde Alice's adventures through the looking-glass. Vier jaar later publiceerde Carroll een soort episch gedicht, The Hunting of the Snark, dat eveneens nationaal bezit geworden is. Bij Querido in Amsterdam is nu een vertaling ver schenen (door C. Buddingh') van een keuze uit de vele brieven die Lewis Carroll aan kleine meisjes heeft ge schreven. Het boekje heet Brieven aan kinderen (93 blz., 8.90) en is verlucht met zestien foto's van Car roll's vriendinnetjes, door hemzelf genomen. Carroll is du6 wel een groot kinder vriend geweest. „Maar." zo schrijft hij op 31 maart 1890 (hij stierf in 1898). „soms zijn ze echt een verschrikking voor me vooral jongens: met kleine meisjes kan ik nu en dan wel opschieten, als ze niet met te velen zijn. Ze worden gauw .de trop' Maar met kleine jongetjes voel ik me to taal niet op mijn gemak. Een vriend in Oxford dacht dat ik dol was op alle kinde ren. Maar ik ben geen alleseter! als een varken. Juist heel kieskeurig..." In diezelfde brief spreekt Carroll over de honderd of nog iets meer kinderen die mijn leven met hun vriendschap hebben opgefleurd. Gewoonlijk wordt het kind een zo volkomen ander wezen wanneer ze op groeit tot vrouw, dat onze vriendschap eveneens moet veranderen en dat gebeurt meestal door van een hartelijke intimiteit af te zakken tot een graad van elkaar kennen die alleen nog bestaat uit een glimlach en een buiging wanneer we elkaar ontmoe ten!..." Tekenend in deze volzin is dat .het kind' voor Carroll identiek is met het kleine meisje. Maar de .vraag (indien het een vraag is) of we hier te maken hebben met een vorm van gesublimeerde pedofilie, kunnen we rustig terzijde schuiven. Carroll beschikte over een heel bijzon der soort humor (zoals bij ons De School meester). Misschien kon hij alleen zo In de strenge wereld van de wiskunde, die be halve in de hoogste regionen geer. plaats laat aan fantasie, zich als levend mens handhaven. Tegenover de strenge logica van zijn vak was het in het bijzonder de speelse onzin die hem een gevoel van bevrijding gaf. Dit soort nonsens paste bij het Victo riaanse jonge meisje, dat stijf gekleed ging en bijzonder stijf werd opgevoed. Strenge wetenschap bij Carroll, en strenge moraal voor de kleine meisjes. In beide gevallen was de ludieke onzin een ontsnapping en zo kon er tussen Carroll en zijn vriendin netjes een psychisch contact ontstaan dat hem inspireerde. Dat Carroll's humor ook de volwassen Britten zozeer heeft toegesproken kan erop wijzen, dat ook voor hen iets derge lijks gold. uiteraard voor de Engelsen uit de betere klasse Het volk had voor en na zijn eigen humor. Na dit korte filosofietje kan ik ten dien ste van de lezer niet beter doen dan een aantal citaten te serveren. „Er zijn twee redenen waarom ik mijn hartelijke groeten niet zend aan je broers en zusters de ene is dat zij ze telkens weer terugzenden: alsof ze ze helemaal niet op prijs stelden: de andere, dat ze in dit bitterkoude weer al hun warmte zullen verliezen. De bomen hier in de buurt zien er zo prachtig uit alsof je een zomerbos had genomen en al het groen eruit gevro ren, het is net Sprookjesland" (12). „Sommige kinderen hebben de bijzonder onprettige eigenschap om volwassen te worden: ik hoop dat jij je niet met dat soort dingen in zult laten tot we elkaar weerzien" (16). „Ik heb het verschrikkelijk druk gehad, en heb stapels brieven moeten schrijven kruiwagens vol haast. En daar word ik zo moe van dat Ik gewoonlijk nog dezelfde minuut nadat ik opgestaan ben weer naar bed ga: en soms ga ik zelfs een minuut voor ik opgestaan ben alweer naar bed! Heb je ooit gehoord dat iemand zo moe was?..." (52). „Lieve Agnes, Eindelijk ben ik erin ge slaagd je te vergeten I Het is een hele toer geweest, maar ik heb .6 lessen in verge ten' genomen a een daalder per les. Na drie lessen was ik mijn eigen naam verge ten. en vergat ik naar de volgende les toe te gaan. Dus zei de Professor dat ik uitste kende vorderingen maakte, .maar ik hoop', voegde hij eraan toe. .dat u niet zult ver geten voor de lessen te betalen.' Ik zei dat dat ervan af zou hangen of de andere lessen goed waren of niet: en de laatste van de zes lessen was zo goed. weet je. dat ik alles vergat! Ik vergat wie ik was. ik vergat te eten 's avonds, en tot dusver heb ik helemaal vergeten de man te betalen. Ik zal je zijn adres geven, omdat jij misschien graag lessen van hem zult willen nemen om mij te vergeten" (63). „En ik houd van een paar handenvol haar; maar er moet altijd wel het hoofd van een klein meisje onder zitten waarop ze groeien, anders zouden ze elke keer als je de deur opendoet door de hele kamer geblazen worden, en dan raken ze weg, weetje" (67). „Als ze de pen niet ter hand nemen kan, laat ze dan proberen of ze hem ter voet kan nemen. Een keurig voetschrift kan je altijd van pas komen" (68). „Het doet me veel verdriet te horen dat je krielkip graag eieren wegrolt. Je moet haar af en toe voorhouden: .Wie wat be waart. heeft wat.' Je moet zeggen: .Een krielkip die een ei verkwist, wordt stellig verschrikkelijk arm. en zaJ zich genood zaakt zien tenslotte huis aan huis te gaan bedelen om hardgekookte eieren. Hoe zou jij het vinden. Krielkip', zou je moeten ver dergaan. .als heel jouw kroost hardgekook te kuikentjes waren? Dan zou het je wel spijten dat je zo ongemanierd was ge weest!' Vertel haar dat allemaal, en ver geet het vooral niet!" (84)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 11