Russen grijpen macht
in Indische Oceaan
DEZE
WEEK
Grzimeks „Dierenleven
rijke bron ven informatie
BRIEVEN AAN KINDEREN
Kanttekening
Niet-zijn of welzijn
ZATERDAG 15 JULI 1970
EEN JAAR geleden beleefden
t ademloos de eerste maanlan-
ng mee. Bij gebrek aan zulke
lannende onderwerpen is het
ize week wel een beetje kom-
immertijd, al hebben we het
onster van Loch Ness er niet
nodig.
Zelfs het nieuws dat Egypte
isitief reageert op Amerikaanse
edesvoorstellen, noemt Nasser
ilf „niets nieuws." Israëls Eban
II wel praten, maar is tegen een
•perkt bestand. Er zal heel wat
iter door de Nijl stromen, eer
it conflict Is opgelost.
Arabische guerilla's maken het
B Grieken moeilijk door op het
iegveld van Athene een toestel
i kapen en de passagiers te gij-
tien, tot de Grieken beloven,
ver een maand Arabische ter-
iristen vrij te laten.
Engeland, nog geplaagd door
i havenstaking (de Britse huis-
ouwen gaan hamsteren nu het
i lang duurt), besluit wapens te
veren aan Zuid-Afrika, niet te
ebruiken in de strijd om de
jartheid. De Veiligheidsraad
trscherpt het wapenembargo.
Indochina: president Thieu van
uid-Vietnam vindt een militair
trbond tussen de vier landen
an Indochina niet haalbaar.
Sxon denkt over een nieuw vre-
esplan voor Vietnam. Hij voelt
iel voor het opnemen van com-
(unisten in de Zuidvietnamese
■Ming.
[Juristen rapporteren dat er in
fraziliaanse gevangenissen wel
pgelijk gemarteld wordt. Bolivia
iat verzetsstrijders vrij, gedwon-
fcn door de gijzeling van twee
pjitsers. Het jonge Britse kabi-
tt verliest een van zijn bekwa-
leden: lan Macleod. Ook
^erlijdt de Griekse minister van
litenlandse zaken Pipinelis.
Er gebeuren veel vliegongeluk-
in. Het Noorse passagiersschip
'ilvia zinkt na een explosie op
Atlantische oceaan; alle 448
issagiers en 271 bemannlngsle-
in in veiligheid.
Zuid-Afrika geeft een apart-
iids-lncident toe (en betreurt
et) bij het Nederlands vlootbe-
>ek aan Kaapstad. Maar welke
verheid, zegt de ambassade,
sn garanderen dat particulieren
jiets nooit meer doen?
iEen commissie adviseert tot
srziening van het militair tucht-
icht. De Nationale raad voor
maatschappelijk welzijn wijst op
nanciële nood, nu vooral kerken
f bedrijven het moeilijk hebben
et het maatschappelijk werk.
e regering wil de bijstandsnor-
sn harmoniseren, wat op een
trlaging in de grote steden kan
erkomen. De gemiddelde Ne-
irlander weet weinig over het
^ggebruik, maar wil het wel
•Vaar straffen.
Werkspoor-Utrecht zal defini-
J worden opgeheven nadat de
feling Holland Materieel eind
71 gesloten is. De huisartsen
giden dat de prijsbeschikking
kn positie ondermijnt. Een wets-
3,twerp wil inspraak van werkne-
girs bij de benoeming van com-
rpsarissen.
eDe winst van Shell Oil is in de
rste helft van 1970 sterk ge-
ald. De handelsbalans is veel
gunstiger dan midden vorig
lar, vanwege sterk gestegen in-
i er. Een bod van Bayer is een
dgende stap in het gevecht
irlt Petrofina om onze ICM
nirf). Ritmeester-sigaren gaan
ner in Britse handen.
Na het fietsen (Eddy Merckx
or de tweede keer winnaar van
Ronde van Frankrijk, Joop
lVfetemelk tweede, Rini Wagt-
^ns nummer 5) is het zwemmen
blazen, atletiek, schaken, en
tuurlijk de Vierdaagse.
Oorlogsschepen zoals deze
raketkruiser heeft Rusland nog
niet naar Mauritius gezonden.
Voorlopig blijft het bij trawlers, die
op grote afstand inlichtingen kun
nen opvangen en uitzenden.
door J. den Boef
De Russen zijn druk bezig, zich in de Indische Oceaan te nestelen', de vergeten oceaan, die
de Britten niet meer van bëlang vonden, toen ook het laatste restje van hun wereldheerschappij
ging verdwijnen. Rusland heeft zich toegang verschaft tot Mauritius, dat wel de sleutel tot de
Indische Oceaan' wordt genoemd. Waar Portugezen, Hollanders, Fransen en Engelsen door de
eeuwen heen hun steunpunten hadden om hun handelsroutes te beschermen of die van ande
ren aan te vallen, hebben nu de Russen zich aangediend. Hun enorme vissersboten, die volge
stopt zitten met electronische uitrusting, die men gewoonlijk op spionageschepen vindt, ge
bruiker! Mauritius als basis. Daartoe werd een verdrag gesloten met de regering van het eiland,
dat ruim twee jaar geleden van Engeland onafhankelijkheid verkreeg.
Voor Mauritius lijkt de overeen
komst met de Russen een belang
rijke verbetering te beloven van de
sociaal-economische toestand. Op
het eiland wordt bijna uitsluitend
suikerriet verbouwd, dat de Hol
landers er gebracht hebben, nadat
zij zich er In 1638 hadden geves
tigd. Deze monocultuur maakt
Mauritius volkomen afhankelijk van
de wereldmarktprijs voor suiker,
die nog altijd de neiging heeft, om
laag te gaan. Werkloosheid is het
gevolg, ook al omdat de bevolking
zich de laatste tientallen jaren
enorm heeft uitgebreid.
Door het uitbannen van malaria
en het verbeteren van medische
voorzieningen wonen er op Mauri
tius en de eilanden die erbij horen
nu tweemaal zoveel mensen als in
1942. Het heeft dan ook een re
latief jonge bevolking.
Om niet langer alleen van suiker
riet afhankelijk te zijn, heeft de
regering van Mauritius een verdrag
met Rusland gesloten. Enkele hon
derden vissers leren in de komende
jaren van de Russen, hoe zij met
moderne trawlers moeten omgaan.
Na verloop van tijd zal Rusland
Mauritius enkele trawlers verkopen
om de vissers in staat te stellen,
groten vangsten uit de Indische
Oceaan te halen. In die periode
zal op het vasteland een conser-
venindustrle worden opgebouwd,
die de eilandbewoners de moge
lijkheid biedt tot export op grote
schaal. In 1968 had Mauritius aan
Engeland om soortgelijke hulp ge
vraagd. Londen weigerde echter.
Geleidelijk aan gingen Russische
trawlers steeds dichter bij Mauri
tius „vissen". De regering van het
eiland, die nauwe banden met Rus
sen en Chinezen had aangeknoopt,
ontdekte dat er andere mogelijk
heden waren. Het ging echter niet
van een leien dakje, want niet alle
ministers waren geporteerd voor
nauwe samenwerking met de Rus
sen.
Enkele weken geleden dreigde
een kabinetscrisis, maar de moei
lijkheden die er toen waren,.wer
den overwonnen. Niettemin heerst
er op Mauritius een gevoel van
onbehaaglijkheid. Een correspon
dent van de Daily Express meldt
uit Port Louis, de hoofdstad van
de eilandengroep, op verschillende
plaatsen op muren de slagzin te
hebben gezien: „USSR, go home".
Wat laat realiseert men zich, de
handen In een wespennest te heb
ben gestoken. Op papier lijkt er
niets aan de hand te zijn. Mauritius
blijft trouw aan het Gemenebest
(de Britse vorstin is ook koningin
van het eiland). Een afschrift van
het verdrag is naar Londen ge
stuurd om premier Heath ervan te
overtuigen, dat leningen en tech
nische hulp, die Mauritius ook po
litiek afhankelijk van de Sowjetunie
zouden maken, van de hand wer
den gewezen.
De Russen worden nauwlettend
gadegeslagen, zo luidde de ver
zekering, opdat zij zich strikt hou
den aan wat niet meer dan een
commerciële overeenkomst is. Erg
overtuigend klinkt het echter niet.
Het heeft meer weg van een ex
cuus.
Wellicht is Engeland bereid, wat
meer aandacht te gaan besteden
aan de problemen van Mauritius,
zonder nieuwe pogingen te doen,
in het gebied van de Indische
Oceaan de rol van wereldmogend-
heid te gaan spelen.
Engeland kan niet voorkomen,
dat de Sowjetunie naar de heer
schappij in de Indische Oceaan
streeft om haar rol in het enorme
gebied tussen Afrika en Australië
te kunnen versterken. Er is hier
een taak weggelegd voor India, dat
daar thans nog over de grootste
vlooteenheden beschikt. Iets an
ders is echter, dat Engeland de
Russen in economisch opzicht op
Mauritius waarmee het nog
nauwe banden onderhoudt vrij
spel geeft. Nu de conservatieven
het bewind van de socialisten heb
ben overgenomen, komt daar wel
licht verandering in.
Mauritius, dat in 1598 door Hol
landse zeevaarders naar stadhou
der prins Maurits werd genoemd,
nadat zij een kijkje op het onbe
woonde eiland hadden genomen,
ligt ongeveer 800 km ten oosten
Honderd jaar geleden ver
scheen de eerste druk van
Brehms Tierleben (1869), dat
door enkele wetenschaps
mensen van die dagen niet
hoog werd gewaardeerd.
Brehm had zijn dierenleven
destijds in zes delen doen ver
schijnen, geschreven voor
„huisgenoten en familieleden,
voor iedere dierenvriend,
jager, landbouwer, geleerde
en eenvoudige lezer".
'In vele talen werd zijn werk
vertaald. Van de zes delen had
Brehm er zelf vijf geschreven.
Het deel Insekten, spinnen en
weekdii n namen de professo
ren Ernst Taschenberg en Os
kar Schmidt voor hun rekening.
De tweede druk, die Brehm
zelf nog met zijn genoemde me
dewerkers bewerkte, verscheen
al in 1876. Nadien is van
Brehms Tierleben een derde en
vierde druk verschenen in der
tien delen, waaraan al veel
meer specialisten hun krachten
hebben gewijd.
Bijna vier generaties hebben
hun kennis omtrent het leven
der dieren te danken aan
Brehm. Voor diegenen die het
dertiendelige werk te kostbaar
vonden, werden in de loop der
tijden verkorte uitgaven op de
markt gebracht, zowel in het
Duits als in het Nederlands.
Ook verscheen in beide talen
een z.g. „jeugduitgave".
Voor ons is Brehm vele jaren
een trouwe hulp geweest bij het
beantwoorden van vragen. De
laatste decennia is de weten
schap ook op het gebied van de
zoölogie en biologie zover ge
vorderd, dat we vooral na de
Tweede Wereldoorlog voor in
formatie bij Brehm vaak niet
langer terecht konden. Wij zijn
daarom de uitgevers van Grzi
meks Het leven der dieren
bijzonder dankbaar dat zij deze
encyclopedie op de markt durf
den brengen.
De „Brehm van de twintigste
eeuw" bestaat ook uit dertien
delen. Van de Nederlandse uit
gave Het Spectrum, Utrecht
/Antwerpen) kwamen tot dus-
vervier delen uit.
Na de aankondiging van het
ln druk verschijnen van „Grzi
meks Tierleben" hebben velen
in de Duitssprekende landen
zich afgevraagd of het wellicht
gebrek aan piëteit kon zijn je
gens de beroemde Alfred Ed
mund Brehm, diens wereldbe
roemde werk niet meer onder
de oude titel te herdrukken?
Bernhard Grzimek zegt daar
ln de Duitse encyclopedie onge
veer dit van: „In een maanden
lange briefwisseling over de
noodzaak van het gebruik van
mijn naam, heb ik toegestemd
deze te gebruiken voor de uit te
geven encyclopedie. De uitge
vers die aan dit werk miljoenen
marken ten koste zouden leg
gen, durfden dit waagstuk wel
aan, doch meenden dat de kans
van slagen mede zou afhangen
van de titel waarin mijn moeilij
ke naam zou prijken. Ook van
wege mijn grotere internatio
nale bekendheid door mijn
functie van directeur van de
Zoo van Frankfurt/M en o.a.
mijn werk voor de Nationale
Parken in televisievoordrachten,
waardoor mijn naam in de ogen
van de uitgevers meer in de
openbaarheid geraakte dan die
van andere vakgeleerden, die
vaak in alle stilte waardevolle
onderzoekingen verrichtten."
Grzimek is ook bekend ge
worden door zijn vele boeken
en artikelen in geïllustreerde
bladen, o.a. het maandblad „Das
Tier", een uitgave die hij met
nog twee vakgeleerden verzorgt.
Door zijn reizen in alle we
relddelen en zijn strijd tegen
natuurontluistering en tegen
uitroeiing van diersoorten, heeft
hij zich grote faam verworven.
Bij luchtverkenningen van die-
renconcentraties in en om de
Ngorongoro-krater kwam zijn
zoon Michael, die een uitste
kend cineast was, in zijn waar
nemingsvliegtuigje in 1959 om
het leven.
Grzimeks recente strijd tegen
de brute manier waarop zee
honden worden afgeslacht is
alom bekend.
Door C. van Doorn
Diereninspecteur van
Diergaarde „Blijdorp"
Uit deze onvolledige opsom
ming van aktiviteiten blijkt wel
dat Grzimek spreek uit
Dzjiemek bijzondere ver
diensten heeft op velerlei ge
bied.
Grzimeks encyclopedie is op
gebouwd volgens de zoölogische
systematiek. De 13 delen be
staan uit: 1 deel lagere dieren, 1
deel insekten, 1 deel weekdieren
en stekelhuidigen, 2 delen vis
sen waarvan het tweede deel
tevens handelt over de amphi-
bie, 1 deel reptielen, 3 delen vo
gels en 4 delen zoogdieren.
Hieraan hebben 400 specialisten
meegewerkt. Al deze namen te
noemen zou te ver voeren. Een
uitzondering willen we maken
voor de Nederlandse medewer
kers, wijlen prof. dr. E. J. Slij
per, prof. dr. N. Tinbergen en
dr. A. Kortlandt
Met grote nauwgezetheid
heeft de Nederlandse redactie,
van Madagascar (republiek Mala
gasy). Verderop, tot Australië, vindt
men in de oceaan geen enkel ei
land meer ten zuiden van het
Indische subcontinent (en Ceylon)
en Indonesië. Toen er onlusten op
Mauritius waren en Britse troepen
te hulp moesten komen, moesten
ze helemaal uit Singapore gehaald
worden, omdat ook Aden al was
verlaten.
In 1810 verjoegen de Britten de
Fransen, die onder Napoleon nogal
wat moeilijkheden hadden veroor
zaakt. Zij noemden het eiland lie
de France.
De Fransen hadden zich in 1710
op Mauritius gevestigd, nadat de
Hollandse kooplieden het hadden
prijsgegeven, omdat er niets meer
te verdienen viel. Zij brachten van
Madagascar slaven naar het on
gezonde eiland. De Britten lieten
na afschaffing van de slavernij in
het midden van de negentiende
eeuw Indische contractkoelies
overkomen. Sindsdien heeft Mauri
tius een veelsoortige bevolking,
waarvan thans ongeveer tweederde
deel van Indische afkomst is.
Het eiland heeft een grote cre
oolse (Afrikaanse) minderheid, die
het evenals enkele tienduizenden
Chinezen en wat minder Europea
nen (voornamelijk Fransen) niet zo
goed met de Indiërs kunnen vin
den. Om die reden waren zij in
1968 tegen het verkrijgen van on
afhankelijkheid. Maar de Onafhan
kelijkheidspartij van premier sir
Seewoosagur Ramgoolam had de
meerderheid in het 70 leden tellen
de parlement en zette door. Met
steun van Londen.
Het onafhankelijkheidsproces
was op gang gekomen voordat in
juni 1967 door de zesdaagse oorlog
in het Nabije Oosten het Suez-
kanaal werd geblokkeerd. Niemand
heeft toen vermoed, dat deze korte
zeeroute van de Middellandse zee
naar de Indische oceaan zo lang
gesloten zou blijven. Er Is ook nu
nog geen kijk op, dat deze water
weg als gevolg van een vergelijk
tussen Israël en de Arabische lan
den opnieuw bevaarbaar wordt ge
maakt. Bovendien ligt het in de
lijn der verwachtingen, dat ook na
heropening van het Suezkanaal
veel schepen (en niet alleen de
grote tankers) de langere route
rondom de Kaap blijven volgen.
De strategische positie van Mau
ritius Is opnieuw actueel geworden.
De belangstelling die de Russen
er voor hebben, is op zichzelf al
een aanwijzing.
Voor de Russen Is het van groot
belang, als het Suezkanaal weer
gebruikt kan worden. Zij kunnen
dan snel grote oorlogsbodems
naar het gebied van de Indische
Oceaan sturen om de positie te
versterken van de onderzeeërs, die
daar ongetwijfeld al geruime tijd
opereren. De als kerstbomen met
electronische apparatuur opgetuig
de trawlers verraden de aanwezig
heid van de onderzeeërs, die een
nieuwe bedreiging vormen voor de
landen van de (overigens lang niet
overal) vrije wereld.
onder wie de bekende specialis
ten op dierkundig gebied: L.
Butot, dr. F. P. Koumans, dr. F.
P. Mees, dr. A. Scheygrond, J.
Sluiters en dr. A. van Wijn
gaarden, de vertaling gelezen,
waar nodig gecorrigeerd en
aangevuld met een Nederlandse
literatuurlijst. Het werk bevat
de dierennamen in alfabetische
volgorde in het Latijn, Neder
lands, Engels, Frans en Duits.
Veel aandacht is besteed aan
het gedrag van het dier zowel
in de vrije wildbaan als in die
rentuinen en wildparken. Ook is
een ruime plaats ingeruimd
voor die diersoorten die met
uitroeiing worden bedreigd.
Over de voortplanting van het
dier geeft de encyclopedie uit
voerige informatie. De afstam
ming van recente diersoorten is
vanzelfsprekend ook behandeld.
De beste dierentekenaars
werden aangetrokken. In het
totale werk zijn meer dan 1300
kleurenpagina's opgenomen.
Grote uitslaande kleurenplaten
die verschillende diersoorten
natuurgetrouw afbeelden in hun
eigen leefmilieu, z.g. biotoop
platen, zijn wel bijzonder ge
schikt voor onderwijsdoelein
den. Buiten de toelichtende te
keningen in de tekst, zijn uit
sluitend foto's en platen in
kleur opgenomen.
Het werk bestaat in totaal uit
7500 bladzijden. De delen zijn
fraai en stevig gebonden, zodat
ze er tegen kunnen, vaak ter
hand te worden genomen.
Het leven der dieren is een
buitengewoon waardevol na
slagwerk, dat geschreven is
voor ieder die belang stelt in de
dierenwereld.
Wij zien deze rijke bron van
informatie graag in het bezit
van bibliotheken van scholen,
instituten en zeker ook in de
boekenkasten van veel gezin
nen.
Yf7AT ik hierboven heb geschreven is de
titel van een boek. Het is van E. Bar-
tels, opgenomen in de aantrekkelijke Naula-
reeks van Samsom en wil, blijkens reeds de
ondertitel, zijn een pleidooi voor een nieuw
milieubeheer. Prof. Voous van de VU schreef
een aanbevelend voorwoord.
Boeken als dit zijn nuttig en nodig. Het te
kent protest aan tegen de merkwaardige en
tegelijk onverantwoorde manier waarop wij
mensen met de schepping omspringen. Dat
doende, zagen we eigenlijk de tak door waar
op we zitten.
Het is wel opmerkelijk, dat de mens eigen
lijk alle tijden door met de schepping zo wei
nig raad heeft geweten. In allerlei opzichten
heeft hij op zonderlinge wijze huis gehouden.
Denk alleen maar aan de vele diersoorten
die hij heeft uitgeroeid.
Zelf leek zijnde op dit gebied, heb ik de
indruk dat toch pas in onze dagen op breder
schaal de ogen opengaan voor het feit dat
de mens hard doende is, allerlei prachtige
situaties van evenwicht, zoals ze in de schep
ping als het ware ingebouwd zijn, hard-
grondig te verstoren.
^AL van eeuwen heeft dc mensheid er maar
wat op los geleefd, is aan het potver
teren geslagen, en is slordig en kortzichtig
met de natuur omgegaan.
Men had van de heer der schepping anders
mogen verwachten. Er is heel wat roofbouw
gepleegd en de mens heeft zich dikwijls al
lerminst van zijn verantwoordelijkheid voor
het behoud der schepping gekweten.
Geen wonder, dat voor dit feit nu toch aan
dacht komt. De bevolking van onze planeet
heeft een omvang gekregen die voedselpro
blemen dubbel actueel maakt. Daarnaast is
ook de voor de benadering van deze vragen
noodzakelijke informatie belangrijk losge
komen. En intussen heeft ook de wetenschap
uiterst belangrijke vorderingen gemaakt.
Daaronder de wetenschap die zich in het bij
zonder richt op de natuur en op de daarin
aan te treffen wonderbaarlijke vormen van
evenwicht. Een evenwicht dat zulk een we
zenlijke functie heeft, maar dat zo vaak zo
bitter weinig is ontzien.
VOALS anderen op hun eigen gebied, komen
op het gebied dat het hunne is nu met
name de biologen in beweging. Hier ook weer
de studenten onder hen.
Studenten zijn op allerlei terrein „geënga
geerd", en ik heb geen moeite dat een ver
heugende zaak te noemen. Ze zijn het ook
op het terrein van de natuur, en hun pro
test is hier evenals elders maar al te dik
wijls gerechtvaardigd.
Het boek van Bartels dat ook ik graag
ter lezing aanbeveel is er een voorbeeld
van, hoe nuttig populaire informatie hier kan
zijn. Maar er zijn gelukkig heel wat publi-
katies die in een kritische en vermanende
toon zijn gesteld. Want de natuur is niet het
enige gebied waar de mens het bij laat zit
ten; het Is hier echter wel bijzonder sprekend.
Schrijver Bartels merkt terecht op dat onze
aarde eigenlijk een groot ruimteschip is. We
kunnen er niet af en we moeten het er mee
doen. Maar wat handelen we dikwijls oneco
nomisch.
Het.is vaak een kwestie van achteloos op
maken. We maken het kapitaal op, in plaats
van ons tot de rente van het kapitaal te
beperken.
J£EN dwaze, kortzichtige mensheid, die, zou
men als christenmens willen zeggen, niet
zo veel terecht brengt van de opdracht, bij
de schepping gegeven.
De mens immers moet de schepping onder
houden, moet, voor zijn aandeel daarin, de
zaak draaiende houden. Die schepping zelf
is een kunststuk, zonde en tekortkoming ten
spijt. Waarlijk geen wonder dat juist door
al deze wonderen, waarvan we als mensen
omgeven zijn, de gedachten als vanzelf gaan
naar de Schepper van dit mooie. Denk alleen
aan de fantastische cirkelgangen in het be
staan van plant en dier, waarbij geen scha
kel kan worden gemist.
In wereldverband wordt er, nu de mensheid
wakker geschud raakt, al een en ander aan
gedaan. Voor de Unesco, deze nevenorgani
satie van de Verenigde Naties die zich met
name bezighoudt met problemen van opvoe
ding. wetenschap en cultuur, is het al een
terrein geworden waarop zij zich met inten
siteit beweegt. Daarnaast is het bijvoorbeeld
ook de FAO, de wereldvoedselorganisatie, die
activiteiten ontplooit om onoordeelkundig ge
bruik van de schepping tegen te gaan en
verstandig gebruik ervan te bevorderen.
Men moet hopen dat het pogen, klein en
groot, slaagt, wil onze planeet niet tot een
woestijn verworden. Het niet-zijn in plaats
van welzijn.
DIEMER
TOST LOUIS
SLPierre
:mus
door dr. C. Rijnsdorp
Lewts Carroll heette eigenlijk
Charles Lutwidge Dodgson; hij werd
geboren in 1832, studeerde te Ox
ford en doceerde daar wiskunde van
1855 tot 1881. In 1865 verscheen
zijn fantastische sprookje Alice's
adventures in Wonderland, dat een
meesterwerk van nonsens-literatuur
is genoemd. In 1872 volgde Alice's
adventures through the looking-glass.
Vier jaar later publiceerde Carroll een
soort episch gedicht, The Hunting of
the Snark, dat eveneens nationaal
bezit geworden is. Bij Querido in
Amsterdam is nu een vertaling ver
schenen (door C. Buddingh') van een
keuze uit de vele brieven die Lewis
Carroll aan kleine meisjes heeft ge
schreven. Het boekje heet Brieven
aan kinderen (93 blz., 8.90) en is
verlucht met zestien foto's van Car
roll's vriendinnetjes, door hemzelf
genomen.
Carroll is du6 wel een groot kinder
vriend geweest. „Maar." zo schrijft hij op
31 maart 1890 (hij stierf in 1898). „soms
zijn ze echt een verschrikking voor me
vooral jongens: met kleine meisjes kan ik
nu en dan wel opschieten, als ze niet met
te velen zijn. Ze worden gauw .de trop'
Maar met kleine jongetjes voel ik me to
taal niet op mijn gemak. Een vriend in
Oxford dacht dat ik dol was op alle kinde
ren. Maar ik ben geen alleseter! als
een varken. Juist heel kieskeurig..."
In diezelfde brief spreekt Carroll over
de honderd of nog iets meer kinderen die
mijn leven met hun vriendschap hebben
opgefleurd. Gewoonlijk wordt het kind een
zo volkomen ander wezen wanneer ze op
groeit tot vrouw, dat onze vriendschap
eveneens moet veranderen en dat gebeurt
meestal door van een hartelijke intimiteit af
te zakken tot een graad van elkaar kennen
die alleen nog bestaat uit een glimlach en
een buiging wanneer we elkaar ontmoe
ten!..."
Tekenend in deze volzin is dat .het kind'
voor Carroll identiek is met het kleine
meisje. Maar de .vraag (indien het een
vraag is) of we hier te maken hebben met
een vorm van gesublimeerde pedofilie,
kunnen we rustig terzijde schuiven.
Carroll beschikte over een heel bijzon
der soort humor (zoals bij ons De School
meester). Misschien kon hij alleen zo In de
strenge wereld van de wiskunde, die be
halve in de hoogste regionen geer. plaats
laat aan fantasie, zich als levend mens
handhaven. Tegenover de strenge logica
van zijn vak was het in het bijzonder de
speelse onzin die hem een gevoel van
bevrijding gaf.
Dit soort nonsens paste bij het Victo
riaanse jonge meisje, dat stijf gekleed ging
en bijzonder stijf werd opgevoed. Strenge
wetenschap bij Carroll, en strenge moraal
voor de kleine meisjes. In beide gevallen
was de ludieke onzin een ontsnapping en
zo kon er tussen Carroll en zijn vriendin
netjes een psychisch contact ontstaan dat
hem inspireerde.
Dat Carroll's humor ook de volwassen
Britten zozeer heeft toegesproken kan
erop wijzen, dat ook voor hen iets derge
lijks gold. uiteraard voor de Engelsen uit
de betere klasse Het volk had voor en na
zijn eigen humor.
Na dit korte filosofietje kan ik ten dien
ste van de lezer niet beter doen dan een
aantal citaten te serveren.
„Er zijn twee redenen waarom ik mijn
hartelijke groeten niet zend aan je broers
en zusters de ene is dat zij ze telkens
weer terugzenden: alsof ze ze helemaal
niet op prijs stelden: de andere, dat ze in
dit bitterkoude weer al hun warmte zullen
verliezen. De bomen hier in de buurt zien
er zo prachtig uit alsof je een zomerbos
had genomen en al het groen eruit gevro
ren, het is net Sprookjesland" (12).
„Sommige kinderen hebben de bijzonder
onprettige eigenschap om volwassen te
worden: ik hoop dat jij je niet met dat
soort dingen in zult laten tot we elkaar
weerzien" (16).
„Ik heb het verschrikkelijk druk gehad,
en heb stapels brieven moeten schrijven
kruiwagens vol haast. En daar word ik
zo moe van dat Ik gewoonlijk nog dezelfde
minuut nadat ik opgestaan ben weer naar
bed ga: en soms ga ik zelfs een minuut
voor ik opgestaan ben alweer naar bed!
Heb je ooit gehoord dat iemand zo moe
was?..." (52).
„Lieve Agnes, Eindelijk ben ik erin ge
slaagd je te vergeten I Het is een hele toer
geweest, maar ik heb .6 lessen in verge
ten' genomen a een daalder per les. Na
drie lessen was ik mijn eigen naam verge
ten. en vergat ik naar de volgende les toe
te gaan. Dus zei de Professor dat ik uitste
kende vorderingen maakte, .maar ik hoop',
voegde hij eraan toe. .dat u niet zult ver
geten voor de lessen te betalen.' Ik zei dat
dat ervan af zou hangen of de andere
lessen goed waren of niet: en de laatste
van de zes lessen was zo goed. weet je.
dat ik alles vergat! Ik vergat wie ik was. ik
vergat te eten 's avonds, en tot dusver heb
ik helemaal vergeten de man te betalen. Ik
zal je zijn adres geven, omdat jij misschien
graag lessen van hem zult willen nemen
om mij te vergeten" (63).
„En ik houd van een paar handenvol
haar; maar er moet altijd wel het hoofd
van een klein meisje onder zitten waarop
ze groeien, anders zouden ze elke keer als
je de deur opendoet door de hele kamer
geblazen worden, en dan raken ze weg,
weetje" (67).
„Als ze de pen niet ter hand nemen kan,
laat ze dan proberen of ze hem ter voet
kan nemen. Een keurig voetschrift kan je
altijd van pas komen" (68).
„Het doet me veel verdriet te horen dat
je krielkip graag eieren wegrolt. Je moet
haar af en toe voorhouden: .Wie wat be
waart. heeft wat.' Je moet zeggen: .Een
krielkip die een ei verkwist, wordt stellig
verschrikkelijk arm. en zaJ zich genood
zaakt zien tenslotte huis aan huis te gaan
bedelen om hardgekookte eieren. Hoe zou
jij het vinden. Krielkip', zou je moeten ver
dergaan. .als heel jouw kroost hardgekook
te kuikentjes waren? Dan zou het je wel
spijten dat je zo ongemanierd was ge
weest!' Vertel haar dat allemaal, en ver
geet het vooral niet!" (84)