Kieft (a.r.): Over program van PvdA valt te praten Vrouw wordt uit zucht prostituée naar sensatie REGERING HELPT YMF Welzijnsbeleid op lager niveau bepalen Voorlopig geen inflatiecorrectie meer Lange rijen voor gedeputeerden Dode op overweg Rciacl van Bestuur verontwaardigd Vakbonden: Succesje behaald Sex speelt geen rol t is zuiver zakelijk DINSDAG 2 JUNI 1970 DEN HAAG Vermindering van inkomstenbelasting door in flatiecorrectie is billijk. Maar er i6 zoveel geld nodig voor de overheidstaken en publieke voorzieningen, dat ik voor de rege ringsperiode 19711975 de afspraak zou willen maken de in flatiecorrectie op de tabellen niet toe te passen. Dat levert zo'n 250 miljoen gulden per jaar op. Dit is het betoog van de finan- I dat het overheidsapparaat door een u.l.apnnAmiu>h on ficoalo Ho=_ onafhankelijk organisatiebureau cieel-economisch en fiscale des kundige van de fractie van de ARP. de heer G. A. Kieft. Het gesprek gaat over het ambitieus en veel vragend ontwerp-pro- gram van actie van de ARP en over de mogelijkheden en finan ciële ruimte, die er bestaan om al die wensen uit te voeren. Waar is het geld te vinden? En de heer Kieft komt onder meer tot de conclusie: Dan maar geen inflatie correctie. Voor hem is het kiezen tussen twee noodzakelijkheden. Die kwestie van de inflatiecorrec tie is niet uitvoerig in de fraktie be sproken. Maar de heer Kieft had wel de indruk, dat er meer in de fraktie waren die er zo over dachten. Zoals bekend sputterde in de herfst van het vorige jaar de fraktie tegen de inflatiecorrectie en wilde men voor dit jaar een teruggave van 450 miljoen in plaats van 600, zoals mi nister Witteveen voorstelde. De ARP wilde over twee jaren een gelijke verdeling. Vraag: Maar één punt verhoging van de BTW werkt toch efficiënter? Dan komt er 500 miljoen gulden meer per jaar in de schatkist van het Rijk. Kieft: Dat is wel waar, maar het grote bezwaar is, dat er vooral bij een aantrekkende conjunctuur weer onrust komt in de prijzensector. De inflatiespiraal gaat weer draaien. Dat is doodgriezelig. 0 Realiteit Het waarmaken van een program van aktie is niet eenvoudig. Het aan trekkelijke van het ontwerp van de ARP is, dat er ook verder wordt ge keken dan 1975. De heer Kieft ziet er ook een pro gram in voor een langere periode. De realiteit is echter, dat er bij een automatische verzwaring van de be lastingdruk met 0,3 procent per jaar 600 miljoen gulden beschikbaar is voor nieuwe uitgaven. Hiervan moet direct al 70 procent worden besteed aan de autonome stijgingen van de overheidsuitgaven. Dat zijn de stij gingen die niet zijn te vermijden. Bij deze berekening wordt er ver der van uitgegaan dat de premielas ten van de sociale verzekering met 1 procent stijgen en er per werk nemer een stijging van het werkelijk inkomen van een tot twee procent beschikbaar is. Met deze gegevens is het moeilijk prioriteiten te stellen. Maar in de fraktie van de ARP is men geneigd de verlangens te groeperen naar prio riteit. Als voorbeelden van prioriteiten van de eerste orde noemt de heer Kieft de ontwikkelingshulp, de ge- meentefinanciën, de kleine zelfstan digen en sociaal zwakke groepen, de defensie en de strijd tegen de verkrot ting. Op het tweede plan zouden dan kunnen staan extra uitgaven voor de bejaarden, voor de regio en voor het onderwijs. Het zijn overigens maar voorlopige gedachten. 6 Bezuiniging Op zoek naar geld voor het vele dat moet gebeuren, wil de heer Kieft ook denken aan bezuiniging. De af gelopen vijf jaar zijn er zo'n 3000 ambtenaren bijgekomen. Dat bete kent een extra uitgave van zeker 45 miljoen gulden. Nu zijn er voor de uitgebreidere taken van de overheid meer ambte naren nodig en sommige afdelingen van departementen zijn duidelijk on derbezet. Toch is het noodzakelijk onafhankelijk wordt doorgelicht. Kan er op nog meer manieren worden bezuinigd? De historisch gegroeide subsidie regelingen voor de orkesten en to neelgezelschappen zouden eens be keken moeten worden, zegt de heer Kieft, die ook de kunstportefeuille in de fraktie beheert. Hij voegt eraan toe: Wanneer men in zo'n gezelschap van de wieg tot het graf is verzorgd, is het gevaar groot, dat de onmisbare creativiteit gevaar loopt. De heer Kieft: Bij de subsidiëring in het algemeen moeten nut en offer beter tegen elkaar worden afgewo- gen. Dat is zeker noodzakelijk in deze turbulente tijd, waarin zoveel I verandert. Volgens een voorlopig verkiezings program wil de PvdA een verzwaring van belastingen en premies. In 1975 zou van elke 100 van het nationale inkomen 49 moeten worden besteed aan belastingen en premies. Reaktie van Kieft: In dat program zitten concrete punten, waarover best te praten is. Het zit wat moeilijk met hun de fensieplan. Als de PvdA inderdaad kan aantonen, dat de kwaliteit van de defensie beter wordt zonder dat het meer kost. hebben ze me. Het lijkt me een moeilijke opgave. Voor lopig ben ik er voor, dat Den Toom meer krijgt. De atoomdrempel mag niet lager worden. Geen instrument De heer Kieft is er tegen, zoals de I PvdA wil. de belastingheffing aan te wenden om de inkomens eerlijker te I verdelen. In de VS en Engeland faal den deze pogingen. Men zou in de groepen met lagere inkomens de ne veninkomsten niet kunnen belasten en voor de hogere inkomens nog een verfijning in de tarieven kunnen toe passen. Voor de suggestie in het voorlopige PvdA-program voor 1971-1975 de in komstenbelasting sterk te verhogen, voelt de heer Kieft niet veel. In de praktijk en dat gebeurt vooral in de vrije beroepen ziet men toch weer kans de rekening door te schuiven. Het gevolg is het stijgen van de prijzen. Bovendien kunnen de vaste loontrekkers, als ze geen indexeringsclausule in hun cao hebben dit niet doen. Dit is nog on rechtvaardiger. zegt de heer Kieft, dan het niet teruggeven van de in flatiecorrectie. nm|i!C G. A. KIEFT DEN HAAG Honderden heb ben gistermiddag in lange rijen moe ten wachten tot zijn de gedeputeer den mevrouw mr. Chr. de Ruyter- de Zeeuw en mr. H. van Riel ten afscheid de hand konden drukken. Burgemeesteers en wethouders, pol derbesturen en bestuurders van orga nisaties, maar ook personeel van de provincie kwamen niet met lege handen. De achter de scheidende ge deputeerden staande tafels waren al spoedig gevuld met tientallen af scheidscadeaus. UTRECHT Op een met automa tische knipperlichten beveiligde over weg bij Maartensdijk is gistermiddag kort na vijf uur een personenauto te gen een trein Utrecht-Baarn gebotst. De bestuurder van de auto. de 48-ja- rige S. de Vries uit De Bilt, kwam hierbij om het leven. (Vervolg van pag. 1) DEN HAAG De regering wil onder afdoende voorwaarden het in moeilijkheden verkerende concern van de Verenigde Ma chine Fabrieken (25.000 werkne mers) financieel tegemoet ko men. Zo is men bereid 30 miljoen gulden (de helft van de kosten) beschikbaar te stellen voor de produktie-opzet van dieselmoto ren in Amsterdam en voor de in vestering van kunststofmaehines in Hengelo. Deze maatregelen z|jn nodig om de rentabiliteit en werkgelegenheid te verzekeren. Bovendien belooft de re gering de rente-overbruggingsrege- ling voor de scheepsbouw ook te laten gelden voor scheepsmotoren, die be stemd iqn voor de scheepsbouw. Deze maatregelen zijn meegedeeld na afloop van een moeilijk gesprek met niet minder dan drie schorsin gen tussen de ministers Nelissen en Roolvink en de raad van bestuur van de VMF en de vakbeweging. De oorzaak van de moeilijkheden was dat de regering het verzoek van het concern om een kredietgarantie van de hand had gewezen. Reden: een aantal activiteiten van het con cern zijn niet rendabel en de regering vindt het niet juist niet rendabele industrie of industrie die niet op korte termijn rendabel is te maken, te subsidiëren. De problemen van het VMF-concern zijn voor een belangrijk deel veroor zaakt door onvoldoende aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden, zoals de technologische ontwikkelin gen, veranderingen in de marktver houdingen, verscherping van de con currentie en de stijging van het kos- tenpeil. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven de ministers dat onderzoe kingen door de Herstelbank en het Bureau Berenschot dit hebben aange toond. De VMF en de vakbeweging waren niet op de hoogte van het re- Omroep Het werk is beroepsarbeid; geen gratis contacten, ook niet als de klant hun wel ligt. De prostituee wil niet dat haar man werkt, want ze kan het zelf wel verdienen. De verhouding tot het kind is sentimenteel en ïakeljjk tegelijk. Dit zijn een paar conclusies uit het proefschrift over prostitutie, waarvan een handelseditie is verschenen. door Rolf Hoekstra De heer Kieft is ook secretaris van de NCRV. Daarom deze vraag: Wat denkt u van de NOS? De NOS lijkt steeds meer op een grote omroep met geen leden. Men heeft 30 procent van de zendtijd, i Dat is veel te veel. Het gevolg is, dat de NOS veel verder gaat dan de I wettelijke opdracht en dat ook ver- strooiingsprogramma's brengt. Het wordt tijd dat de vergadering van het NOS-bestuur openbaar wordt. Belangrijk is verder, dat de invloed van de overheid op de om- I roep en de NOS minder wordt. Tenslotte nog deze wens: De radio moet ook 's nachts uitzen den. Dat mag nu onderhand wel I eens. BERT DE JONG AMSTERDAM daarom wordt een rouw prostituée? Als je aan een vis vraagt wat zeewater is„ zal hij tal van antwoorden geven maar niet op de gedachte komen om „zout" te zeggen. Bij de publieke vrouw is dat precies zo. Ze weet het eigenlijk niet. Haar belangrijkste motief is een enorme zucht naar sensatie. Sexualiteit speelt nagenoeg geen rol", zegt de Amsterdamse huis arts dr. J. W. Groothuyse (47). DsaMs^ructuurvaa Vanmiddag is hij gepromo veerd op het proefschrift „De ar beidsstructuur van de prostitu tie". waarin hij een verbijsterend beeld geeft van „het leven" in een grote stad. Vijftien jaar lang heeft hij het milieu, waarin hij dagelijks z'n praktijk uitoefent, onderzocht. In zijn studie blijft niets over van het vaak gero mantiseerde begrip of onbegrip bij het grote pu- DEN HAAG Minister Klompé en staatssecretaris Van de Poel (erm) zijn van oordeel dat het welzijnsbeleid in de eer ste plaats dient te worden uitge stippeld op gemeentelijk, regio naal en provinciaal niveau. De rijksoverheid dient volgens hen daarbij slechts stimulerend op te treden. De bewindslieden hebben deze zienswijze neergelegd in een memo randum dat dient ter voorbereiding van een wettelijke regeling voor het maatschappelijk en cultureel welzijns beleid. Het memorandum is bedoeld als discussiestuk bij het overleg met een groot aantal instanties. Zij hopen dat het werkstuk een kri tische en vruchtbare gedachtenwisse- ling op gang zal brengen. Als de commentaren binnen zijn zal in het najaar worden begonnen met de op stelling van een voorontwerp van wet voor de welzijnswetgeving. Voordat het eigenlijke wetsont werp in de Staten-Generaal aan de orde komt willen de bewindslieden zich dus grondig laten informeren over dit zo belangrijke onderdeel van het maatschappelijk leven. Voor de wettelijke regeling konten in aanmerking het jeugd- en jonge renwerk, de kunst en de cultuur, de maatschappelijke dienstverlening, de recreatie, de samenlevingsopbouw, de sport- en de lichamelijke vorming en ten slotte de vorming en ontwikke ling van de burgers. Het systeem van rechtstreekse sub sidiëring door het ministerie van cul tuur, recreatie en maatschappelijk werk van de plaatselijke, regionale en provinciale voorzieningen gaat ook op de helling. In het nieuwe sys teem zal het departement aan de la gere overheden een bijdrage geven om het hun mogelijk te maken om voorzieningen binnen hun ressort te subsidiëren. Deze opzet vloeit voort uit de dcentralisatie, die kenmerkend is voor de thans openbaar gemaakte regeringsvoorstellen. Het memorandum gaat verder nog in op de onzekreheid en rechtsbe scherming van de gesubsidieerde in stellingen en hun personeel. Het op stellen van een programma van voor zieningen door de gemeentelijke en provinciale overheid houdt namelijk belangrijke rechtsgevolgen in voor deze instellingen. Verantwoordelijkheid Uitgangspunt is dat de burgers bij dragen tot de financiering van de voorzieningen. Zij moeten zich zelf als het ware financieel verantwoor delijk voelen. De wetgeving zal dan ook, zo wordt in het memorandum gezegd, mede uitgaan van retributies en andere bijdragen aan de voorge nomen voorzieningen. Minister Klompé en staatssecreta ris Van de Poel willen verder per gebied van zo'n 100.000 inwoners een raad instellen die de gemeente een plan voorlegt met voorzieningen. Zo wel de overheid als instanties en de burgerij zullen in deze raden verte genwoordigd dienen te zijn. Zo'n raad blijft evenwel een adviescollege en gaal dus niet op de stoel van de ge meenteraad zitten. Ook zou er een adviescollege voor de rijksoverheid moeten komen. dat hierover bliek leeft. De algemeen gebruikelijke argu menten. die worden aangevoerd als reden waarom de vrouw zich gaat prostitueren, zijn „een ongelukkige jeugd" en „de luiheid van het meis je". Dr. Groothuyse: „Het vrouwelijk psychisch mechanisme werkt gecom pliceerder. Beide argumenten verkla ren wel waarom de vrouw de prosti tutie ingaat, maar niet hoe zij kans ziet erin te blijven. Men zegt wel dat de dwang van de souteneur hiervan de oorzaak is, maar dat is tegenwoordig in de mees te gevallen niet zo. Er zijn diepere gronden aan te voeren. Allereerst kiezen zij voor de prostitutie om de sensatie, die deze vorm van arbeid met zich meebrengt. Het geld als zo danig interesseert haar niet, maar wel de spanning om het de man uit de zak te kloppen." ..Dat daarbij de moraliteit in het gedrang komt, daarvan zijn deze i vrouwen zich nauwelijks bewust. Een man is voor vele vrouwen een wezen waarvan je iets gedaan moet krijgen en dit staat tegenover het verschijn sel, dat de vrouw voor vele mannen niet meer betekent dan een wezn waarmee je in bed moet proberen te komen. In dit spanningsveld ligt voor de prostituee haar arbeidsterrein". „Om het geld alleen doet ze het niet. Ze smijt met geld! De grond van de prostitutie ligt in de vrouw zelf. Niet bewust en niet omdat zij primair zo seksueel is en daarin bevrediging vindt, maar omdat dit gehele leven spatroon haar ligt." Dr. Groothuyse heeft zijn proef schrift toegelicht met authentieke verklaringen van de prostituees zelf. Een vrouw zegt: „Bevrediging? Nul procent natuurlijk. Ik zou het niet kennen, bah. Ook met vaste klanten niet. Je bent. hoe moet ik het zeggen, je bent dood". Een ander zet zeer klinisch uiteen hoe ze haar „werk" ziet. Ze praat erover zoals een ander over zijn of haar werk vertelt. Het is tekenend voor de sfeer waarin het proefschrift ls geschreven: OORPLAAT van de handels editie van het proefschrift ..De arbeidsstructuur van de prostitutie" „Er zijn dagen dat je zegt, ik ga goed mijn best doen. zonder tegenzin. Niet om seksuele redenen, maar om dat je het goed wilt doen. Het is zui ver een arbeidsstemming. w«arin je verkeert. Heb je thuis ruzie gehad, dan kan tijdens het werk die nare stemming wel eens overgaan en an dersom, heeft het op je werk dwars gezeten, dat het niet lekker liep, dan heb je thuis ook soms een geprikkeld gevoel". Onthullend is de beschrijving van de prostituees, die or een sport van maken de man al z'n geld afhandig te maken. „Uitpezen" heet dat. Het is de kunst tijdens het werk de prijs tot mams. je bent toch mijn mammie en je doet het voor mij. Het is niets als de kift, dat zc het verteld hebben". Maar een dergelijke reactie zal bijna uniek zijn en is vermoedelijk daarom als anekdote verteld. Dr. Groothuyse: „De publieke vrouw is het meest bevreesd voor herkenning door haar eigen kinderen. Een moeder, die plotseling haar kind voor het raam ziet st«an, is op dat moment immers niets anders dan een moeder met een kind. Deze vrouwen hebben de kinderen nodig voor hun eigen behoefte aan warmte en niet voor de warmte, die het kind ver langt". „Ze hebben veel voor de kinderen over, maar het blijft materieel, want ze zijn niet in staat de liefde te ge ven. die het kind nodig heeft. Een wezenlijke relatie met het kind wordt niet opgebouwd. De behoefte om het kind te hebben en te behouden is fei telijk een emotionele bezitsdrang. Het beste wat de ongehuwde moeder in de prostitutie voor h«ar kind kan doen is het afstaan" Onzedelijk De praktijk leert dat vele vrouwen, die eenmaal „in het leven" zijn ver zeild geraakt daarvan moeilijk kun nen loskomen. De prostituee zelf ziet zich ook niet als een a-sociaal wezen, ze weet dat het onzedelijk is wat ze doet. al was het alleen m»ar omdat ze het van haar eigen man ook niet wil dat hij „ergens" heen gaat. Zelfs als ze ouder wordt, probeert ze zich te handhaven tegenover de j'onge meisjes. Ze valt dan terug op een wat agressiever verkooptechniek. Toch gebeurt het wel d»t ze trouwt met een gewone man en dat ze, zo goed en kwaad als het gaat, de zorg voor en huisgezin op zich neemt. Anderen zoeken een gewone baan en proberen dan via de „ziektewet" een kleine basisvordienste op te bou wen, maar 's nachts staan ze weer in de prostitutie. Sommigen worden pachtster van het publieke huis. waarin ze "ltijd hebben gewerkt. Ze worden werkster, soms zelfs eigena het uiterste op te voeren, zonder da»r I resse van eon „kast" of blijven actief I en nemen de afnemende verdiensten j voor lief. iets tegenover te stellen. Kinderen De kinderen van de prostituee vor men uiteraard een groot probleem, afgezien nog van hel feit dat het een kind door een klant kan zijn verwekt. Een steekproef leert, dat een op de drei kinderen een behoorlijk deel van de jeugd bij de moeder doorbrengt Een kind. dat z'n moeder betrapte op prostitutie nadat het door familie en buren was ingelicht, zegt een paar maanden later: ,,'t Hindert niet hoor Een vrouw die „het leven" de rug heeft toegekeerd en nu in een buurtcafé werkt zegt: „Ik ben al jaren uit de business en heb er helemaal geen weet meer van. Maar in het begin stond ik achter in het café en dan zag ik nog wel eens een goeie klant over de brug lopen en dan dacht ik: „Wat zonde." sultaat van dit onderzoek. Een boze voorzitter van de raad van bestuur, jhr. mr. F O. J. Sickinghe, riep gis teravond dan ook uit: „Ik daag de regering uit deze bewering waar te maken". De weigering van de regering be tekent dat do afdeling rollend mate rieel van Werkspoor in Utrecht (1950 man personeel) wordt gesloten. Dit zal niet eerder gebeuren dan oktober 1971, omdat er nog een order loopt van 80 wagons voor de NS. Wanneer er nog een aanvullende order komt van de Spoorwegen van 60 wagons wordt de executie tot zomer 1972 uit gesteld. Deze laatste order is afhankelijk van het feit of de rijtuigen tegen in beginsel concurrende prijzen kunnen worden geleverd. Minister Nelissen legde dit zo uit dat de wagons wel iets te duur mochten zijn. Jhr. Sickinghe dacht dat de wagons wel tegen de gevraagde prijs geleverd j zouden kunnen worden. I De vertegenwoordigers van de i vakbond zagen deze toezegging van de minister als een succes. Men had I in ieder geval tijdens het lange onder houd met de regeringsdelegaties meer j zekerheid kunnen bevechten. „We hebben tijd gewonnen". De heer Sickinghe brieste omstreeks het middernachtelijk uur echter nog van verontwaardiging. Hij vond het j stuk. dat uit de bus was gekomen, een bittere teleurstelling. Daar heb ben we nu zo lang op moeten wach ten. „De regering pleegt een politiek op kort zicht". Minister Nelissen had er in zijn commentaar op gewezen dat de vol ledige verantwoordelijkheid voor het concern en de sluiting straks van de Werkspoor-afdeling rollend mate rieel bij de VMF ligt. Maar mr. Sickinghe zei: „De overheid heeft alles met onze zaak te maken. Er is maar één afnemer, namelijk de NS. De regering is wel verantwoordelijk". De regering wees namelijk ook de ordergarantie af voor de bestelling van 70 wagons per jaar gedurende vijf jaar. De NS hadden overwegend bezwaren tegen een dergelijke ga rantie. Mr. Sickinghe klaagde: Overal wordt de nationale industrie be schermd, maar in Nederland worden we op de EEG-bepalingen gepind. Hij beloofde niet uit het raam te springen. Het door de regering ge vraagde herstructureringsplan wordt gemaakt. Het stuk dat gisteren uil de bus was gekomen, zag de heer Sickinghe als een uitgangspunt. Het gesprek moet worden voortgezet. „Ja. en wanneer de regering blyft weigeren, gaat Werkspoor Utrecht dicht". Over een afvloeiingsregeling liet de voorzitter zich niet positief uit. Hij zei afwijzend: „Moeten we het lot van 23.000 man personeel op het spel zet ten voor 2.000 man die moeten af vloeien en misschien aan de overkant weer aan het werk kunnen Minister Roolvink gaf toe dat zo'n afvloeiingsregeling zwaar op een be drijf kan drukken. Daarom denkt hij aan een regeling per bedrijfstak. In de brief van de ministers aan de Kamer wordt duidelijk als beleids lijn uitgestippeld dat niet-rendabele industrieën niet worden ondersteund. De vernieuwing van het bedrijfsleven zou door een dergelijke steunverle ning worden geremd. Bovendien werkt een dergelijk beleid inflatoir. Reactie mr. Sickinghe: „Dus wij wor den gestraft voor de gunstige con junctuur". De toezeggingen die de regering heeft gedaan worden afhankelijk ge steld van het binnen enkele weken op te stellen herstructureringsplan met een sluitende financiële opzet. Voorwaarde is verder een onder zoek naar de structuur van de onder neming door een organisatiebureau. De VMF verplicht zich de aanbevelin gen van zo'n onderzoek op te volgen. Ook wenst de regering een streng toezicht te houden op de besteding van de dertig miljoen gulden. Ver der wil men voorwaarden stellen voor eventuele dividenduitkeringen, ook aan het personeel. Vanmiddag ..zou het socialistische Kamerlid Wieldraaijer minister Ne lissen mondelinge vragen stellen, die door de regeringsbeslissing voor een groot deel reeds zijn beantwoord. De oppositie was van plan nog vandaag (een dag voor de raadsverkiezingen) een discussie te openen. Dr. Vondeling van de PvdA zei vannacht zich niet te kunnen voor stellen dat de meerderheid in de Ka mer een dergelijk belangrijk debat niet zou toestaan. Vooral omdat er zulke grote belangen op het spel staan. Tevoren had minister Nelissen met klem ontkend dat de regering aanvan kelijk van plan was geweest de VMF- beslissingen pas na de verkiezingen bekend te maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 7