Kieft (a.r.): Over program
van PvdA valt te praten
Vrouw wordt
uit zucht
prostituée
naar sensatie
REGERING HELPT
YMF
Welzijnsbeleid op lager
niveau bepalen
Voorlopig geen inflatiecorrectie meer
Lange rijen voor
gedeputeerden
Dode op overweg
Rciacl van Bestuur verontwaardigd
Vakbonden: Succesje behaald
Sex speelt geen rol
t is zuiver zakelijk
DINSDAG 2 JUNI 1970
DEN HAAG Vermindering van inkomstenbelasting door in
flatiecorrectie is billijk. Maar er i6 zoveel geld nodig voor de
overheidstaken en publieke voorzieningen, dat ik voor de rege
ringsperiode 19711975 de afspraak zou willen maken de in
flatiecorrectie op de tabellen niet toe te passen. Dat levert zo'n
250 miljoen gulden per jaar op.
Dit is het betoog van de finan- I dat het overheidsapparaat door een
u.l.apnnAmiu>h on ficoalo Ho=_ onafhankelijk organisatiebureau
cieel-economisch en fiscale des
kundige van de fractie van de
ARP. de heer G. A. Kieft. Het
gesprek gaat over het ambitieus
en veel vragend ontwerp-pro-
gram van actie van de ARP en
over de mogelijkheden en finan
ciële ruimte, die er bestaan om
al die wensen uit te voeren.
Waar is het geld te vinden? En de
heer Kieft komt onder meer tot de
conclusie: Dan maar geen inflatie
correctie. Voor hem is het kiezen
tussen twee noodzakelijkheden.
Die kwestie van de inflatiecorrec
tie is niet uitvoerig in de fraktie be
sproken. Maar de heer Kieft had wel
de indruk, dat er meer in de fraktie
waren die er zo over dachten.
Zoals bekend sputterde in de herfst
van het vorige jaar de fraktie tegen
de inflatiecorrectie en wilde men
voor dit jaar een teruggave van 450
miljoen in plaats van 600, zoals mi
nister Witteveen voorstelde. De ARP
wilde over twee jaren een gelijke
verdeling.
Vraag: Maar één punt verhoging
van de BTW werkt toch efficiënter?
Dan komt er 500 miljoen gulden meer
per jaar in de schatkist van het Rijk.
Kieft: Dat is wel waar, maar het
grote bezwaar is, dat er vooral bij
een aantrekkende conjunctuur weer
onrust komt in de prijzensector. De
inflatiespiraal gaat weer draaien.
Dat is doodgriezelig.
0 Realiteit
Het waarmaken van een program
van aktie is niet eenvoudig. Het aan
trekkelijke van het ontwerp van de
ARP is, dat er ook verder wordt ge
keken dan 1975.
De heer Kieft ziet er ook een pro
gram in voor een langere periode.
De realiteit is echter, dat er bij een
automatische verzwaring van de be
lastingdruk met 0,3 procent per jaar
600 miljoen gulden beschikbaar is
voor nieuwe uitgaven. Hiervan moet
direct al 70 procent worden besteed
aan de autonome stijgingen van de
overheidsuitgaven. Dat zijn de stij
gingen die niet zijn te vermijden.
Bij deze berekening wordt er ver
der van uitgegaan dat de premielas
ten van de sociale verzekering met
1 procent stijgen en er per werk
nemer een stijging van het werkelijk
inkomen van een tot twee procent
beschikbaar is.
Met deze gegevens is het moeilijk
prioriteiten te stellen. Maar in de
fraktie van de ARP is men geneigd
de verlangens te groeperen naar prio
riteit.
Als voorbeelden van prioriteiten
van de eerste orde noemt de heer
Kieft de ontwikkelingshulp, de ge-
meentefinanciën, de kleine zelfstan
digen en sociaal zwakke groepen, de
defensie en de strijd tegen de verkrot
ting.
Op het tweede plan zouden dan
kunnen staan extra uitgaven voor
de bejaarden, voor de regio en voor
het onderwijs. Het zijn overigens
maar voorlopige gedachten.
6 Bezuiniging
Op zoek naar geld voor het vele
dat moet gebeuren, wil de heer Kieft
ook denken aan bezuiniging. De af
gelopen vijf jaar zijn er zo'n 3000
ambtenaren bijgekomen. Dat bete
kent een extra uitgave van zeker
45 miljoen gulden.
Nu zijn er voor de uitgebreidere
taken van de overheid meer ambte
naren nodig en sommige afdelingen
van departementen zijn duidelijk on
derbezet. Toch is het noodzakelijk
onafhankelijk
wordt doorgelicht.
Kan er op nog meer manieren
worden bezuinigd?
De historisch gegroeide subsidie
regelingen voor de orkesten en to
neelgezelschappen zouden eens be
keken moeten worden, zegt de heer
Kieft, die ook de kunstportefeuille in
de fraktie beheert.
Hij voegt eraan toe: Wanneer men
in zo'n gezelschap van de wieg tot
het graf is verzorgd, is het gevaar
groot, dat de onmisbare creativiteit
gevaar loopt.
De heer Kieft: Bij de subsidiëring
in het algemeen moeten nut en offer
beter tegen elkaar worden afgewo-
gen. Dat is zeker noodzakelijk in
deze turbulente tijd, waarin zoveel
I verandert.
Volgens een voorlopig verkiezings
program wil de PvdA een verzwaring
van belastingen en premies. In 1975
zou van elke 100 van het nationale
inkomen 49 moeten worden besteed
aan belastingen en premies.
Reaktie van Kieft: In dat program
zitten concrete punten, waarover
best te praten is.
Het zit wat moeilijk met hun de
fensieplan. Als de PvdA inderdaad
kan aantonen, dat de kwaliteit van
de defensie beter wordt zonder dat
het meer kost. hebben ze me. Het
lijkt me een moeilijke opgave. Voor
lopig ben ik er voor, dat Den Toom
meer krijgt. De atoomdrempel mag
niet lager worden.
Geen instrument
De heer Kieft is er tegen, zoals de I
PvdA wil. de belastingheffing aan te
wenden om de inkomens eerlijker te I
verdelen. In de VS en Engeland faal
den deze pogingen. Men zou in de
groepen met lagere inkomens de ne
veninkomsten niet kunnen belasten
en voor de hogere inkomens nog een
verfijning in de tarieven kunnen toe
passen.
Voor de suggestie in het voorlopige
PvdA-program voor 1971-1975 de in
komstenbelasting sterk te verhogen,
voelt de heer Kieft niet veel.
In de praktijk en dat gebeurt
vooral in de vrije beroepen ziet
men toch weer kans de rekening
door te schuiven. Het gevolg is het
stijgen van de prijzen. Bovendien
kunnen de vaste loontrekkers, als ze
geen indexeringsclausule in hun cao
hebben dit niet doen. Dit is nog on
rechtvaardiger. zegt de heer Kieft,
dan het niet teruggeven van de in
flatiecorrectie.
nm|i!C
G. A. KIEFT
DEN HAAG Honderden heb
ben gistermiddag in lange rijen moe
ten wachten tot zijn de gedeputeer
den mevrouw mr. Chr. de Ruyter-
de Zeeuw en mr. H. van Riel ten
afscheid de hand konden drukken.
Burgemeesteers en wethouders, pol
derbesturen en bestuurders van orga
nisaties, maar ook personeel van de
provincie kwamen niet met lege
handen. De achter de scheidende ge
deputeerden staande tafels waren al
spoedig gevuld met tientallen af
scheidscadeaus.
UTRECHT Op een met automa
tische knipperlichten beveiligde over
weg bij Maartensdijk is gistermiddag
kort na vijf uur een personenauto te
gen een trein Utrecht-Baarn gebotst.
De bestuurder van de auto. de 48-ja-
rige S. de Vries uit De Bilt, kwam
hierbij om het leven.
(Vervolg van pag. 1)
DEN HAAG De regering
wil onder afdoende voorwaarden
het in moeilijkheden verkerende
concern van de Verenigde Ma
chine Fabrieken (25.000 werkne
mers) financieel tegemoet ko
men. Zo is men bereid 30 miljoen
gulden (de helft van de kosten)
beschikbaar te stellen voor de
produktie-opzet van dieselmoto
ren in Amsterdam en voor de in
vestering van kunststofmaehines
in Hengelo.
Deze maatregelen z|jn nodig om de
rentabiliteit en werkgelegenheid te
verzekeren. Bovendien belooft de re
gering de rente-overbruggingsrege-
ling voor de scheepsbouw ook te laten
gelden voor scheepsmotoren, die be
stemd iqn voor de scheepsbouw.
Deze maatregelen zijn meegedeeld
na afloop van een moeilijk gesprek
met niet minder dan drie schorsin
gen tussen de ministers Nelissen en
Roolvink en de raad van bestuur van
de VMF en de vakbeweging.
De oorzaak van de moeilijkheden
was dat de regering het verzoek van
het concern om een kredietgarantie
van de hand had gewezen. Reden:
een aantal activiteiten van het con
cern zijn niet rendabel en de regering
vindt het niet juist niet rendabele
industrie of industrie die niet op
korte termijn rendabel is te maken,
te subsidiëren.
De problemen van het VMF-concern
zijn voor een belangrijk deel veroor
zaakt door onvoldoende aanpassing
aan de gewijzigde omstandigheden,
zoals de technologische ontwikkelin
gen, veranderingen in de marktver
houdingen, verscherping van de con
currentie en de stijging van het kos-
tenpeil.
In een brief aan de Tweede Kamer
schrijven de ministers dat onderzoe
kingen door de Herstelbank en het
Bureau Berenschot dit hebben aange
toond. De VMF en de vakbeweging
waren niet op de hoogte van het re-
Omroep
Het werk is beroepsarbeid; geen gratis contacten, ook niet als
de klant hun wel ligt. De prostituee wil niet dat haar man werkt,
want ze kan het zelf wel verdienen. De verhouding tot het kind
is sentimenteel en ïakeljjk tegelijk. Dit zijn een paar conclusies
uit het proefschrift over prostitutie, waarvan een handelseditie is
verschenen.
door Rolf Hoekstra
De heer Kieft is ook secretaris van
de NCRV.
Daarom deze vraag: Wat denkt u
van de NOS?
De NOS lijkt steeds meer op een
grote omroep met geen leden. Men
heeft 30 procent van de zendtijd, i
Dat is veel te veel. Het gevolg is, dat
de NOS veel verder gaat dan de I
wettelijke opdracht en dat ook ver-
strooiingsprogramma's brengt.
Het wordt tijd dat de vergadering
van het NOS-bestuur openbaar
wordt. Belangrijk is verder, dat de
invloed van de overheid op de om- I
roep en de NOS minder wordt.
Tenslotte nog deze wens: De
radio moet ook 's nachts uitzen
den. Dat mag nu onderhand wel I
eens.
BERT DE JONG
AMSTERDAM daarom wordt een rouw prostituée? Als
je aan een vis vraagt wat zeewater is„ zal hij tal van antwoorden
geven maar niet op de gedachte komen om „zout" te zeggen. Bij
de publieke vrouw is dat precies zo. Ze weet het eigenlijk niet.
Haar belangrijkste motief is een enorme zucht naar sensatie.
Sexualiteit speelt nagenoeg geen rol", zegt de Amsterdamse huis
arts dr. J. W. Groothuyse (47).
DsaMs^ructuurvaa
Vanmiddag is hij gepromo
veerd op het proefschrift „De ar
beidsstructuur van de prostitu
tie". waarin hij een verbijsterend
beeld geeft van „het leven" in
een grote stad. Vijftien jaar lang
heeft hij het milieu, waarin hij
dagelijks z'n praktijk uitoefent,
onderzocht. In zijn studie blijft
niets over van het vaak gero
mantiseerde begrip of onbegrip
bij het grote pu-
DEN HAAG Minister
Klompé en staatssecretaris Van
de Poel (erm) zijn van oordeel
dat het welzijnsbeleid in de eer
ste plaats dient te worden uitge
stippeld op gemeentelijk, regio
naal en provinciaal niveau. De
rijksoverheid dient volgens hen
daarbij slechts stimulerend op te
treden.
De bewindslieden hebben deze
zienswijze neergelegd in een memo
randum dat dient ter voorbereiding
van een wettelijke regeling voor het
maatschappelijk en cultureel welzijns
beleid. Het memorandum is bedoeld
als discussiestuk bij het overleg met
een groot aantal instanties.
Zij hopen dat het werkstuk een kri
tische en vruchtbare gedachtenwisse-
ling op gang zal brengen. Als de
commentaren binnen zijn zal in het
najaar worden begonnen met de op
stelling van een voorontwerp van wet
voor de welzijnswetgeving.
Voordat het eigenlijke wetsont
werp in de Staten-Generaal aan de
orde komt willen de bewindslieden
zich dus grondig laten informeren
over dit zo belangrijke onderdeel
van het maatschappelijk leven.
Voor de wettelijke regeling konten
in aanmerking het jeugd- en jonge
renwerk, de kunst en de cultuur, de
maatschappelijke dienstverlening, de
recreatie, de samenlevingsopbouw,
de sport- en de lichamelijke vorming
en ten slotte de vorming en ontwikke
ling van de burgers.
Het systeem van rechtstreekse sub
sidiëring door het ministerie van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk
werk van de plaatselijke, regionale
en provinciale voorzieningen gaat
ook op de helling. In het nieuwe sys
teem zal het departement aan de la
gere overheden een bijdrage geven
om het hun mogelijk te maken om
voorzieningen binnen hun ressort te
subsidiëren. Deze opzet vloeit voort
uit de dcentralisatie, die kenmerkend
is voor de thans openbaar gemaakte
regeringsvoorstellen.
Het memorandum gaat verder nog
in op de onzekreheid en rechtsbe
scherming van de gesubsidieerde in
stellingen en hun personeel. Het op
stellen van een programma van voor
zieningen door de gemeentelijke en
provinciale overheid houdt namelijk
belangrijke rechtsgevolgen in voor
deze instellingen.
Verantwoordelijkheid
Uitgangspunt is dat de burgers bij
dragen tot de financiering van de
voorzieningen. Zij moeten zich zelf
als het ware financieel verantwoor
delijk voelen. De wetgeving zal dan
ook, zo wordt in het memorandum
gezegd, mede uitgaan van retributies
en andere bijdragen aan de voorge
nomen voorzieningen.
Minister Klompé en staatssecreta
ris Van de Poel willen verder per
gebied van zo'n 100.000 inwoners een
raad instellen die de gemeente een
plan voorlegt met voorzieningen. Zo
wel de overheid als instanties en de
burgerij zullen in deze raden verte
genwoordigd dienen te zijn. Zo'n raad
blijft evenwel een adviescollege en
gaal dus niet op de stoel van de ge
meenteraad zitten. Ook zou er een
adviescollege voor de rijksoverheid
moeten komen.
dat hierover
bliek leeft.
De algemeen gebruikelijke argu
menten. die worden aangevoerd als
reden waarom de vrouw zich gaat
prostitueren, zijn „een ongelukkige
jeugd" en „de luiheid van het meis
je". Dr. Groothuyse: „Het vrouwelijk
psychisch mechanisme werkt gecom
pliceerder. Beide argumenten verkla
ren wel waarom de vrouw de prosti
tutie ingaat, maar niet hoe zij kans
ziet erin te blijven.
Men zegt wel dat de dwang van de
souteneur hiervan de oorzaak is,
maar dat is tegenwoordig in de mees
te gevallen niet zo. Er zijn diepere
gronden aan te voeren. Allereerst
kiezen zij voor de prostitutie om de
sensatie, die deze vorm van arbeid
met zich meebrengt. Het geld als zo
danig interesseert haar niet, maar
wel de spanning om het de man uit
de zak te kloppen."
..Dat daarbij de moraliteit in het
gedrang komt, daarvan zijn deze
i vrouwen zich nauwelijks bewust. Een
man is voor vele vrouwen een wezen
waarvan je iets gedaan moet krijgen
en dit staat tegenover het verschijn
sel, dat de vrouw voor vele mannen
niet meer betekent dan een wezn
waarmee je in bed moet proberen te
komen. In dit spanningsveld ligt voor
de prostituee haar arbeidsterrein".
„Om het geld alleen doet ze het
niet. Ze smijt met geld! De grond van
de prostitutie ligt in de vrouw zelf.
Niet bewust en niet omdat zij primair
zo seksueel is en daarin bevrediging
vindt, maar omdat dit gehele leven
spatroon haar ligt."
Dr. Groothuyse heeft zijn proef
schrift toegelicht met authentieke
verklaringen van de prostituees zelf.
Een vrouw zegt: „Bevrediging? Nul
procent natuurlijk. Ik zou het niet
kennen, bah. Ook met vaste klanten
niet. Je bent. hoe moet ik het zeggen,
je bent dood".
Een ander zet zeer klinisch uiteen
hoe ze haar „werk" ziet. Ze praat
erover zoals een ander over zijn of
haar werk vertelt. Het is tekenend
voor de sfeer waarin het proefschrift
ls geschreven:
OORPLAAT van de handels
editie van het proefschrift
..De arbeidsstructuur van de
prostitutie"
„Er zijn dagen dat je zegt, ik ga
goed mijn best doen. zonder tegenzin.
Niet om seksuele redenen, maar om
dat je het goed wilt doen. Het is zui
ver een arbeidsstemming. w«arin je
verkeert. Heb je thuis ruzie gehad,
dan kan tijdens het werk die nare
stemming wel eens overgaan en an
dersom, heeft het op je werk dwars
gezeten, dat het niet lekker liep, dan
heb je thuis ook soms een geprikkeld
gevoel".
Onthullend is de beschrijving van
de prostituees, die or een sport van
maken de man al z'n geld afhandig te
maken. „Uitpezen" heet dat. Het is de
kunst tijdens het werk de prijs tot
mams. je bent toch mijn mammie en
je doet het voor mij. Het is niets als
de kift, dat zc het verteld hebben".
Maar een dergelijke reactie zal bijna
uniek zijn en is vermoedelijk daarom
als anekdote verteld.
Dr. Groothuyse: „De publieke
vrouw is het meest bevreesd voor
herkenning door haar eigen kinderen.
Een moeder, die plotseling haar kind
voor het raam ziet st«an, is op dat
moment immers niets anders dan een
moeder met een kind. Deze vrouwen
hebben de kinderen nodig voor hun
eigen behoefte aan warmte en niet
voor de warmte, die het kind ver
langt".
„Ze hebben veel voor de kinderen
over, maar het blijft materieel, want
ze zijn niet in staat de liefde te ge
ven. die het kind nodig heeft. Een
wezenlijke relatie met het kind wordt
niet opgebouwd. De behoefte om het
kind te hebben en te behouden is fei
telijk een emotionele bezitsdrang. Het
beste wat de ongehuwde moeder in
de prostitutie voor h«ar kind kan
doen is het afstaan"
Onzedelijk
De praktijk leert dat vele vrouwen,
die eenmaal „in het leven" zijn ver
zeild geraakt daarvan moeilijk kun
nen loskomen. De prostituee zelf ziet
zich ook niet als een a-sociaal wezen,
ze weet dat het onzedelijk is wat ze
doet. al was het alleen m»ar omdat ze
het van haar eigen man ook niet wil
dat hij „ergens" heen gaat.
Zelfs als ze ouder wordt, probeert
ze zich te handhaven tegenover de
j'onge meisjes. Ze valt dan terug op
een wat agressiever verkooptechniek.
Toch gebeurt het wel d»t ze trouwt
met een gewone man en dat ze, zo
goed en kwaad als het gaat, de zorg
voor en huisgezin op zich neemt.
Anderen zoeken een gewone baan
en proberen dan via de „ziektewet"
een kleine basisvordienste op te bou
wen, maar 's nachts staan ze weer in
de prostitutie. Sommigen worden
pachtster van het publieke huis.
waarin ze "ltijd hebben gewerkt. Ze
worden werkster, soms zelfs eigena
het uiterste op te voeren, zonder da»r I resse van eon „kast" of blijven actief
I en nemen de afnemende verdiensten
j voor lief.
iets tegenover te stellen.
Kinderen
De kinderen van de prostituee vor
men uiteraard een groot probleem,
afgezien nog van hel feit dat het een
kind door een klant kan zijn verwekt.
Een steekproef leert, dat een op de
drei kinderen een behoorlijk deel van
de jeugd bij de moeder doorbrengt
Een kind. dat z'n moeder betrapte
op prostitutie nadat het door familie
en buren was ingelicht, zegt een paar
maanden later: ,,'t Hindert niet hoor
Een vrouw die „het leven" de
rug heeft toegekeerd en nu in
een buurtcafé werkt zegt: „Ik
ben al jaren uit de business en
heb er helemaal geen weet meer
van. Maar in het begin stond ik
achter in het café en dan zag ik
nog wel eens een goeie klant
over de brug lopen en dan dacht
ik: „Wat zonde."
sultaat van dit onderzoek. Een boze
voorzitter van de raad van bestuur,
jhr. mr. F O. J. Sickinghe, riep gis
teravond dan ook uit: „Ik daag de
regering uit deze bewering waar te
maken".
De weigering van de regering be
tekent dat do afdeling rollend mate
rieel van Werkspoor in Utrecht (1950
man personeel) wordt gesloten. Dit
zal niet eerder gebeuren dan oktober
1971, omdat er nog een order loopt
van 80 wagons voor de NS. Wanneer
er nog een aanvullende order komt
van de Spoorwegen van 60 wagons
wordt de executie tot zomer 1972 uit
gesteld.
Deze laatste order is afhankelijk
van het feit of de rijtuigen tegen in
beginsel concurrende prijzen kunnen
worden geleverd. Minister Nelissen
legde dit zo uit dat de wagons wel
iets te duur mochten zijn. Jhr.
Sickinghe dacht dat de wagons wel
tegen de gevraagde prijs geleverd
j zouden kunnen worden.
I De vertegenwoordigers van de
i vakbond zagen deze toezegging van
de minister als een succes. Men had
I in ieder geval tijdens het lange onder
houd met de regeringsdelegaties meer
j zekerheid kunnen bevechten. „We
hebben tijd gewonnen".
De heer Sickinghe brieste omstreeks
het middernachtelijk uur echter nog
van verontwaardiging. Hij vond het
j stuk. dat uit de bus was gekomen,
een bittere teleurstelling. Daar heb
ben we nu zo lang op moeten wach
ten. „De regering pleegt een politiek
op kort zicht".
Minister Nelissen had er in zijn
commentaar op gewezen dat de vol
ledige verantwoordelijkheid voor het
concern en de sluiting straks van de
Werkspoor-afdeling rollend mate
rieel bij de VMF ligt. Maar mr.
Sickinghe zei: „De overheid heeft
alles met onze zaak te maken. Er is
maar één afnemer, namelijk de NS.
De regering is wel verantwoordelijk".
De regering wees namelijk ook de
ordergarantie af voor de bestelling
van 70 wagons per jaar gedurende
vijf jaar. De NS hadden overwegend
bezwaren tegen een dergelijke ga
rantie.
Mr. Sickinghe klaagde: Overal
wordt de nationale industrie be
schermd, maar in Nederland worden
we op de EEG-bepalingen gepind.
Hij beloofde niet uit het raam te
springen. Het door de regering ge
vraagde herstructureringsplan wordt
gemaakt.
Het stuk dat gisteren uil de bus
was gekomen, zag de heer Sickinghe
als een uitgangspunt. Het gesprek
moet worden voortgezet. „Ja. en
wanneer de regering blyft weigeren,
gaat Werkspoor Utrecht dicht".
Over een afvloeiingsregeling liet de
voorzitter zich niet positief uit. Hij
zei afwijzend: „Moeten we het lot van
23.000 man personeel op het spel zet
ten voor 2.000 man die moeten af
vloeien en misschien aan de overkant
weer aan het werk kunnen
Minister Roolvink gaf toe dat zo'n
afvloeiingsregeling zwaar op een be
drijf kan drukken. Daarom denkt hij
aan een regeling per bedrijfstak.
In de brief van de ministers aan
de Kamer wordt duidelijk als beleids
lijn uitgestippeld dat niet-rendabele
industrieën niet worden ondersteund.
De vernieuwing van het bedrijfsleven
zou door een dergelijke steunverle
ning worden geremd. Bovendien
werkt een dergelijk beleid inflatoir.
Reactie mr. Sickinghe: „Dus wij wor
den gestraft voor de gunstige con
junctuur".
De toezeggingen die de regering
heeft gedaan worden afhankelijk ge
steld van het binnen enkele weken
op te stellen herstructureringsplan
met een sluitende financiële opzet.
Voorwaarde is verder een onder
zoek naar de structuur van de onder
neming door een organisatiebureau.
De VMF verplicht zich de aanbevelin
gen van zo'n onderzoek op te volgen.
Ook wenst de regering een streng
toezicht te houden op de besteding
van de dertig miljoen gulden. Ver
der wil men voorwaarden stellen
voor eventuele dividenduitkeringen,
ook aan het personeel.
Vanmiddag ..zou het socialistische
Kamerlid Wieldraaijer minister Ne
lissen mondelinge vragen stellen, die
door de regeringsbeslissing voor een
groot deel reeds zijn beantwoord. De
oppositie was van plan nog vandaag
(een dag voor de raadsverkiezingen)
een discussie te openen.
Dr. Vondeling van de PvdA zei
vannacht zich niet te kunnen voor
stellen dat de meerderheid in de Ka
mer een dergelijk belangrijk debat
niet zou toestaan. Vooral omdat er
zulke grote belangen op het spel
staan.
Tevoren had minister Nelissen met
klem ontkend dat de regering aanvan
kelijk van plan was geweest de VMF-
beslissingen pas na de verkiezingen
bekend te maken.