Groeten aan de christelijke partijen Bobbel in neus breekt carrière En Kristiansen bracht bommetje tot ontploffing DICKENS: KRUISVAARDER TEGEN HET KINDERLEED ÉN SOCIALE WANTOESTANDEN 3 ZATERDAG 30 MEI 1970 - Op «en grijze, koude ochtend bestelt Dian Poore een taxi en duwt heastig nog een vergeten haarstukje in haar tas. Die bevat reeds zes pruiken en haarstukjes, drie paar schoenen met respectievelijk hoge, halve en lage hakken, een paar avondschoenen, reserve kousen effen •n met een werkje sokken voor onder een lange broek, een stel ïwart ondergoed, een stel wit ondergoed, een gaine, kousengordel, panty's, twee strapless BH's, een lange en een korte, een gewone en •en vergrotende spiegel, een poederdons, tissues, mascara, losse en vaste poeder, ogenschaduw, eye-liner, wangenrouge, wenkbrauwpotlood, blauwe oogdruppels, twee soorten deodorant; een voor de oksels en een voor de voeten, cleansing-cream, gezichtslotion en eye-wash, een dun sjaaltje om haar kleren tegen make-up te beschermen, sjaals in verschil lende kleuren, drie paar handschoenen, sieraden, parfum, naald en draad. Haar ochtendboterham eet ze in de taxi, die haar door Londen naar de Serpentine voert. Daar wordt ze gefotografeerd in badpak door enkele fotografen die dikke jassen dragen en wier adem uitwasemt in de koude. Als ze haar eindelijk in alle standen en allerlei badpakken hebben gefotografeerd is het volgende decor het Royal Garden Hotel, waar Dian in een prachtig avondtoilet met bontmantel en bijpassend kapsel de trap afzweeft. Hoewel, dat zweven lijkt maar zo, want soms moet ze meer dan minuten lang in de zelfde, ógenschijnlijk natuurlijke stand blijven staan, waartegen haar spieren tenslotte heftig protesteren. Daarna is het haasten naar een foto-atelier, waar de fotograaf Murray Irving een paar uur nodig heeft om foto's te maken voor de dure modebladen. En 's avonds, als Dian thuiskomt, merkt ze, dat ze nog niets heeft gegeten, dat haar voeten pijn en dat ze er beter aan doet alvast maar een aspirine en hete kwast te nemen ter voorkoming van een fikse griep. Een dag uit het leven van een fotomodel, een dag, die wordt door tijd en nog eens tijd. Tijd, die geld kost, zeker voor fotomodel dat na lang en hard werken de top heeft bereikt en ogenschijnlijk astronomische bedragen verdient. Bedragen, die voor een groot deel weer worden omgezet in kleding, die ze voor haar beroep moet dragen. De Engelse Lucie Clayton, die een opleidingsschool voor fotomodellen en mannequins leidt in Londen, heeft in haar boek „Vrouwen voor de lens" op openhartige wijze het leven van deze meisjes beschreven, dat echt niet bestaat uit het spreek rozegeur en maneschijn, want slechts weinige meisjes werkelijk de top. De hoogtepunten in het werk van een mannequin vallen altijd het voor- en najaar. Dan moet er veertien dagen lang vrijwel worden doorgewerkt. Het kan gebeuren dat een klein meisjes in drie kwartier tweehonderd modellen moeten ühowen. Hélène Lang, die in die tijd vaak voor de Parijse mode- nuizen werkt, zegt „In die tijd val ik altijd erg af. Ik ben 1.70 neter lang en aan het eind van de tweede week weeg ik nog naar 89 pond". door Kirsten Emous De betaling is, zeker in Parijs, schandelijk. Daar maakt men gebruik van meisjes die door hun ouders financieel worden Zij verdienen per week 100.a 110. Aantrekkelijker is het poseren voor foto's. Het model Gail A'right werkte twee weken als fotomodel voor collecties van fardin des Modes, waar ze in twee weken 3000.verdiende, naar het was geen gemakkelijk verdiend geld en als je dan log free-lance bent is het maar afwachten of er daarna weer voldoende opdrachten komen, want elk model weet dat zü na ien a vijftien jaar haar beroep vaarwel kan zeggen, en wat dan? Je moet genoeg voldoening kunnen vinden in het feit dat het zo fraai mogelijk in folders, op de t.v. en in bladen ver- je moet het heerlijk vinden mooïè kleren te dragen, je gepakt zijn door de sfeer en de glamour van dit vak. om het werken en de relatief niet eens zo beste betaling voor lief te lemen, want niet iedereen wordt een Mary Quant of een Twiggy lie, geholpen door echtgenoten, van hun vak méér maakten door elf kleding te ontwerpen of te importeren. Je moet kritiek kunnen verdragen, want er wordt over je uiter- ijk gepraat alsof je er niet bij bent: „Nee zeg, die kunnen we niet want ze heeft een bobbel in haar neus"; „Wat heeft die benen zeg? Het lijken wel olifantpot'en"; „Hé, wat betekent vlek in haar hals? O, zijn dat zenuwen?"; „Nee. alsjeblieft, ze zo'n buik„Zeg, ik geloof dat ze scheel is. O nee, het ne oog staat alleen wat hoger dan het andereenzovoort, nzovoort. Geen enkel fotomodel is volmaakt. Degenen die hun fouten ken en, redden het. Paulene Stone bijvoorbeeld weet alles af van be- Ichting en zegt bij het binnenkomen al: „Oké, waar staat je sterk te lamp?" Ze weet dat er een knik in haar neus zit, die bij een •epaalde belichting te zien is. Veel fotomodellen werken graag in Amerika, omdat er beter betaald, omdat men er zakelijker is, men er meer tijd en eld aan foto's kan besteden, en omdat er vaak reeds kleding, en pruiken gereed liggen. Nog een voordeel is dat men niet bang behoeft te zijn dat, als zich eenmaal in een kousengordeltje of in b.h. laat fotografe - men geen andere opdrachten meer krijgt. In Engeland is men amelijk op dit gebied verbazend puriteins. De industrie is bang at als een model een keer in step-in op de foto heeft gestaan er en bepaald stempel op haar is gedrukt. Val ma Valle, die zich in tegenstelling tot de Engelse foto- lodellen aan de top ook in ngerie laat fotograferen: „Het ordt goed betaald. Voor po- in beha en kcusengordeltje je 950,per uur en voor halfnaaktfoto 1140,Ik eens vier uur moeten wer- nvoor zo'n foto. De rest van week heb ik niets meer hoe- ïn doen." Dan zucht ze: „Maar at ik nu eigenlijk zou willen; huisvrouw zijn." Wel. dan moet zij eens naar aar Nederlandse collega's kij- die voor het overgrote deel zeijn. Die koken 's voor man en kinderen nadat ze 's middags nerts van een ton hebben ten zien. Maar wat hetzelfde ijft: soms zijn ze bek-af en le mooie kleren kunnen hun ir> gestolen worden als ze maar 'n de benen op een andere cel mogen leggen. Kaare Kristiansen is vice-voorzitter van de Kristelig Folkeparti (Christelijke Volkspartij) in Noorwegen en tevens leider varvde veertien leden tellende fraktie in het Parlement. In de Stortinget, het gebouw van het Noorse Parle ment (Storting) ontmoet ik deze 50-jarige politicus. We zijn gast van de Noorse parle mentaire persclub en zitten in een historisch vertrek, geheel afgezet met fijn metselwerk. „De christelijke principes en opvattingen", zegt Kristiansen, „moeten zoveel mogelijk in het openbare leven worden uitgedragen." door BERT DE JONG Grote leider en voorzitter van de Kristelig Folkeparti is Kjell Bondevik, minister voor kerke lijke zaken en onderwijs. Eer der op de dag heb ik in de Stortinget de 69-jarige Bonde vik een imponerende politicus horen noemen. Zijn invloed is groot. In de coalitie met de Liberale Partij, de Centrum Partij en de Conservatieve Partij heeft de Kristelig Folkeparti beslag we ten te leggen op belangrijke mi nistersposten. Een „Roolvink" heeft de partij in de persoon van Egil Aarvik, die Sociale Za ken beheert. Derde minister van de partij is mevrouw Elsa Skjerven. Zij beheert de porte feuille van Familie-aangelege- heden. De coalitie is sinds 1965 aan de macht. Maar bij de verkie zingen van vorig jaar rukte de Socialistische Volkspartij van 68 op tot 74 zetels. Bleven voor de vier regeringspartijen nog 76 zetels over. Bij deze verkiezin gen won de Kristelig Folkeparti één zetel. Kaare Kristiansen, reeds he lemaal grijs, vertelt trots dat hij drie jongens heeft van res pectievelijk 20, 19 en 16 jaar. In Noorwegen, waar het groot ste gedeelte van het land uit onbegaanbare bergen bestaat, zijn de verbindingen een groot probleem. Maar Kaare Kristian sen is in tegenstelling tot vele collega's zo gelukkig dat hij el ke dag tussen huis en Oslo op en neer kan. Hij woont name lijk aan de overkant van de Oslofjord en kan gebruik ma ken van een gunstige bootver binding. Achter het huis van de frac tieleider strekken zich de eeuwig zingende bossen uit. Kristiansen vertelt en hij doet het zo, dat je jaloers wordt, dat hij vaak met zijn jongens gaat skiën. Gewoon de achterdeur uit. Veel over dit ongekende bui tenleven hoor ik niet. Want de politiek gaat door. Kristiansen wordt aan de telefoon geroepen. Het is de grote baas. Kjell Bon devik belt uit Bergen aan de Westkust, waar hij het feest meemaakt ter gelegenheid van het 900-jarig bestaan van de stad. Deze morgen Is juist bekend geworden dat minister van bui tenlandse zaken John Lijng van de «Conservatieve Partij wil af treden wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar). Dit voornemen geeft complicaties in de coalitie. Er wordt gespeculeerd op verdere verschuivingen in het kabinet. Kwesties als het lid maatschap van Griekenland van de NAVO en de erkenning van Oost-Duitsland spelen mogelijk een rol. Minister Bondevik raadpleegt zijn fractieleider. Of geeft mogelijk instructies. Na dit belangrijke politieke telefoongesprek laat Kristiansen niets merken. Hij schakelt direct op het verleden over. Ik hoor. dat de christelijke partij in 1933 is opgericht. Voor de Tweede Wereldoorlog had de partij alleen maar hier en daar plaatselijke betekenis. Met zijn twee torenachtige middendelen is het Stortinget in Oslo een bezienswaardig parlementsgebouw. Na de oorlog deed men aan de nationale verkiezingen mee en de Kristelig Folkeparti vero verde in 1949 negen zetels. In de loop van de naoorlogse jaren is de positie van de partij steeds sterker geworden. Kris tiansen bespeurt deze tendens in geheel Scandinavië. Zweden en Finland kennen kleine chris telijke partijen. Een paar weken geleden was Kristiansen in Denemarken om daar te adviseren over de uit bouw van de christelijke partij. De Kristelig Folkeparti heeft vooral aanhang in het westen en zuid-westen van Noorwegen. P „De mensen daar hebben een diep-religieus gevoel. Ze hebben behoefte aan een eigen christe lijke partij", zegt Kristiansen. Ongeveer 96 procent van het Noorse volk is aangesloten bij de Evangelisch Lutherse Kerk. Men is gedoopt en getrouwd in de kerk. De traditie leeft sterk voort. Maar hoeveel gaan er nog geregeld naar de kerk? Mis schien 25 procent. De aanhangers van de Kriste lig Folkeparti zijn trouwe kerk gangers. Het zijn vrome mensen met strenge opvattingen. Bij het begin van het gesprek reikte ik Kaare Kristiansen een glas bier aan. Hij weigerde glimlachend. Uit principe. De partij is tegen gebruik van al cohol. Haar invloed moet groot zijn. Want het is niet gemakke lijk in Noorwegen een borrel in handen te krijgen. Onlangs verklaarde Kristian sen, dat leden, die zich niet meer geëngageerd voelden met de kerk maar moesten bedan ken. Dat zou eerlijk zijn. Met deze uitlating liet hij een bommetje ontploffen. De explo sie werd gehoord midden in de discussie over het befaamde ar tikel twee van de Noorse Grondwet Hierin wordt de vrijheid van godsdienst gewaar borgd, maar verder wordt be paald, dat de Evangelisch Lu therse religie de staatsgods dienst zal blijven. In dit zeker uit de vorige eeuw daterende artikel wordt verder voorge schreven, dat de Noorse kinde in dit geloof moeten worden op gevoed. Gevolg van dit artikel, dat in strijd is met de VN-verklaring voor de rechten van de mens: bij het onderwijs en voor ande re functies moet men lid zijn van de staatskerk. Enkele jaren geleden was er in de Storting geen meerderheid voor wijziging van de Grond wet. Een speciale commissie bestu deert nu dit probleem. „Een heel moeilijke kwestie", geeft minister van defensie Otto Grieg Ti demand (Conservatieve Partij) later op de dag toe. De christelijke partij is erg op dit artikel gebrand. Kristiansen zegt er niet veel over. Hij wil vooral eerlijkheid en duidelijkheid. Vandaar zijn bommetje. De principiële poli tieke strijd in Noorwegen spitst zich voorlopig toe op dit artikel. De andere partijen, die voor wijziging voelen, hebben ook trouwe kerkgangers onder hun aanhang. Staatssecretaris Knudsen van defense (Conser vatieve Partij is verbaasd o^/er wat ik vertel over de toenade ring tussen de protestante ker ken en de R.K. Kerk in Neder land. Maar hij spreekt geen oordeel uit. „Het gaat om het dienen van dezelfde Heer", zegt Knudsen tenslotte. Met fractieleider Kristiansen begin ik niet over dit onder werp. De afstand tussen Neder land en Noorwegen is twee tot drie uur reizen door de lucht. Daarom is het moeilijk te gelo ven dat het denken op dit ter rein wellicht niet principieel maar toch in de praktijk nog zoveel verschilt. Er is te weinig communicatie. Kristiansen moet dit ook zo voelen. Zijn partij overweegt zich op Europees niveau (Noor wegen wil zich onder de nodige voorwaarden aansluiten bij de EEG) bij de christelijke partijen in de andere landen te voegen. Contacten over de grenzen zijn hard nodig. Bij het afscheid in de stem mige ruimte krijg ik een stevige en lange handdruk. Kaare Kris tiansen zegt met klem „Breng onze hartelijke groeten over aan de christelijke partijen in Ne derland.,." Uk de schetsen van Boz Dickens! Is er één naam die beter dan deze in staat is, het Engeland van het begin der negentiende eeuw voor ons op te roepen? Dat is het Engeland van vóór de grote hervor mingswet van 1832, dat bezig was, van een agrarisch land tot „de werk plaats van Europa" te worden en tijdens Dickens' leven zijn inwoner tal van dertien miljoen in 1812 ver dubbelde. Zelden werd een schrijver uiteenlopen- der beoordeeld. De een zag in hem een satiricus en een vrouwenhater, de ander een voorbeeld van toegepast christendom, weer een ander een neuroticus van een onaangename sentimentaliteit en nog een ander een sociaal hervormer met een nei ging tot marxistische ideeën. Voor de meeste lezers roept hij echter de geneug ten op van huiselijkheid, van warme harten bij het gezellige haardvuur, van echt Engel se humor en christelijke mildheid. Bovenal iheeft Dickens zijn grote naam te danken aan de geniale wijze, waarop hij de vinger heeft weten te leggen op de misstanden van zijn tijd, waardoor hij de exponent werd van het Britse karakter en het vroeg- Victoriaanse Engeland. Zijn naam bleef niet beperkt tot Enge land. doch werd een begrip in de ganse wereld, zo dat bij zijn dood op 9 juni 1870, een krant in Genua verscheen met de kop: „Onze Dickens is dood". De wereldfaam die hij zich verwierf, dankte hij aan de ucie Clayton: „Vrouwen voor de Ad. M. C. Stok. Den geïll., f 17,90) -#■ Nu nog fikse beenspieroefeningen en dan later misschien het plankier op. David Copperfield en zijn tante Trotwood gave, een boodschap te brengen van hart tot hart. Opmerkelijk is, dat de grote critici hem rangschikken direct na Shakespeare en dit om de universaliteit en omvang van zijn werk en zijn taalbeheersing. Hij open baarde de naamloze massa van het Engel se volk aan de standen en na het verschij nen van zijn boeken waren de toestanden in Engeland nooit meer dezelfde. Dickens, geboren in het jaar van Napo leons veldtocht tegen Rusland, zag vlijm scherp hoe Engeland, het in 1688 bevoch ten parlementaire stelsel ten spijt, nog al tijd werd geregeerd door een selecte groep bevoorrechten, adellijke grondeige naren en rijke fabrikanten, conservatieven, wier enige doel was. iedere vernieuwing en hervorming in de kiem te smoren. Men kan Dickens' leven beschouwen als een verbeten kruistocht tegen analfabetis me. schandelijke arbeidsvoorwaarden, even schandelijke woontoestanden en vooral te gen het misbruik dat invloedrijke mannen wisten te maken van parlementaire moge lijkheden tot uitstel. ..procrastination', waarvan de verarmde dagloner, de gemal traiteerde werknemer het slachtoffer werd. Dickens sprak niet. als zovelen van zijn tijdgenoten, tot het intellect, doch tot het hart. Lazen de welgestelden hem vooral om zijn gaven als onderhoudend verteller, de grote massa zag hem als sociaal her vormer. Zo8ls trouwens blijkt uit de sterk auto biografische roman David Copperfield". had Dickens in zijn vroege kinderjaren reeds met de zonloze zelfkant der samen leving kennis gemaakt. Heet het in „Bleak House" dat zelfs grote mannen hun arme bloedverwanten hebben, Dickens' lot was het, alleen maar arme bloedverwanten te hebben. Het diep- trafische van Dickens' trieste jeugd is. dat deze niet het gevolg was van ziekte of werkloosheid van zijn vader, doch op reke ning komt van diens losbolligheid en zwak heid van karakter. Dickens' vader, John, was geen „arme dagloner"! Als ambtenaar van het Betaal- kantoor der Navy genoot hij in het jaar van zijn huwelijk, 1809, een inkomen van 200 pond sterling, wat voor die tijd een royaal inkomen was. Uit zijn huwelijk met Eliza beth Barrow John Dickens had zijn goe de baan te danken aan zijn schoonvader, die echter wegens malversaties later het land moest verlaten werd in 1810 een dochter, Fanny, en in 1812 Charles gebo ren. Vader John Dickens boezemt ons belang in, niet alleen omdat hij de vader van En- gelands grootste romancier werd, doch vooral, omdat hij als model diende voor Charles' grootste creatie, Mr. Micawber, de aandoenlijke figuur, onveranderlijk in geldverlegenheid, doch die zich met veel optimisme en flinke hoeveelheden hete punch door zijn moeilijkheden heensloeg, vast overtuigd dat het weldra beter zou gaan; „that something would turnup". Het origineel van deze figuur, John Dic kens, moet ook van een goed glas hebben gehouden, want de tweede maal dat hij wegens schulden in de „Marshalsëa" ge vangen werd gezet, was te wijten aan een vordering van een handelaar in de betere soorten wijnen. Het is verwonderlijk, dat Charles de fi guur van zijn vader met zoveel humor en zo weinig bitterheid heeft geschilderd, want juist aan hem heeft hij zijn somberste jeugdervaringen te danken. Minder vergevensgezind heeft de grote romancier zich tegenover zijn moeder ge toond. Nadat dc vader uit do Morshalsea- gevangenis werd ontslagen een broer betaalde zijn schulden deed de moeder alle moeite, hem weer in de schoensmeer- door Sim Teunisse fabriek geplaatst te krijgen Thans dreef de vader echter zijn zin door en zond de leergierige jongen naar een goede school. De houding die zijn moeder hierin heeft aangenomen, heeft Dickens nimmer verge ten. Juist in de jaren van zijn diepste verne dering heeft hij de mens. vooral de jonge mens, gezien in zijn tragische verlatenheid, omringd door sociale onrechtvaardigheid en onverschilligheid Waar Dickens ook toefde of werkte, overal heeft hij scherp geobserveerd. Van hem wordt gezegd, dat zijn beschrijvingen zo scherp zijn, de details van een huis bij voorbeeld zo nauwkeurig, dat men het jan de hand daarvan zou kunnen opbouwen. Een onuitputtelijke bron van ervaring en kennis werd de werkkring die hij als twin tigjarige verwierf als parlementair steno graaf, waarin hij de reputatie kreeg van de „snelste en meest accurate werker van de Charles Dickens galerij". Hij verdiende daar toen zestig gul den per week; voor die dagen een royaal inkomen. Juist zou hij naar ruimere kamers verhui zen, toen zijn vader weer wegens schuld werd gedetineerd. Hij beperkte zijn uitga ven om zijn vader te kunnen steunen. In zijn latere leven zou ook de familie van zijn vrouw keer op keer een beroep op hem doen. Men heeft deze familie dan ook wel genoemd „het meest ruggegraatloze stel mensen waarmee een kostwinner ooit zat opgescheept". Dat nochtans in al zijn werken de milde lach van de humor doorbreekt, is één van de ondoorgrondelijke wonderen der men selijke natuur, ofschoon deze zelfde Dic kens kon geselen en striemen, overal waar hij het kind zag lijden onder hardvochtige ouders, te zeer op eigen baat beluste werkgevers en domme leermeesters. In de tijd dat Dickens zijn „Sketches by Boz" publiceerde en aan zijn afleveringen begon van de Pickwick Papers, was hij een ietwat dandy-achtige figuur, met een voorliefde voor fluwelen jasjes, bontge kleurde vesten, halsdoeken en witte hoe den. Opmerkelijk is, dat hij een tijd lang ge lijktijdig aan de Pickwick Papers en aan ..Oliver Twist" werkte. Het was het jaar van Victoria's troonsbestijging, 1837. Zo grondig was zijn roem nu gevestigd, dat in afgelegen districten de mensen de post tegemoet liepen, om te weten hoe het ver haal verder ging! Een eeuw na zijn dood lezen wij hem niet meer om wat hij beeft te zeggen. De jeugd van tegenwoordig weet nauwelijks wat armoede is en de sociale verhoudin gen hebben zich zo grondig gewijzigd dat een schrijver als Dickens hoogstens nog wordt gelezen om de manier waarop hij zijn boodschap brengt. Moeilijk te zeggen, welk van zijn werkan het beste, of het meest geniaal is De bekende Britse romancier Somerset Maug ham rekende David Copperfield" onder de tien beste romans ter wereld. Misschien vat het „Kerstlied in Proza" het best zijn levensfilosofie samen: humor en milde menselijkheid. Dickens' kruistocht tegen hardvochtig heid en sociaal onrecht werkte effectiever voor de arme verschoppelingen van eeri zorgvuldig ln „standen" ingedeelde samen leving dan stapels vragen, petities en pro testen in het Engelse Lagerhuis. Hij vernie tigde zijn tegenstander met zijn bijtende spot. Dat hij in „Oliver Twist" een van de gemeenschap onderhouden jongen om „meer eten" laat vragen, was zo Iets onge hoords, dat hij daarmee de Britse samenle ving op haar grondvesten deed trillen. Het is bekend dat men in Dickens' tijd voor het vegen van schoorstenen „Armen- wet"-kinderen gebruikte. Gevallen van ver stikking waren daarbij geen zeldzaamhoid. Dickens laat in zijn boek zo'n schoorsteen- vegersbaas zeggen: „Ze (de kinderen) zijn er gewoon verzot ooi" In „Oliver Twistheet het: Hij »ou een pracht van een doodbidder zijnl De symbo liek van het geval dat Oliver bij een dood kistenmaker in de leer komt. ligt voor de hand: in het leven van deze schandelijk uitgebuite kinderen was de dood een im mer nabije realiteit. De eetkommen, zo legt de schrijver uit, hoefden nooit omgewassen. „De jongens polijstten ze met hun lepels!" Dickens heeft zijn boodschap gebracht met volzinnen waarvan talrijke voor het leven in ons geheugen gegrift staan. Men kan geen werk van hem opslaan, zonder direct getroffen te worden door een onna volgbare wijze van zeggen. Mild als Dickens kon zijn, vooral waar het er om ging ons de sfeer van het Engel se Kerstfeest te laten voelen, trok hij fef van leer tegen aanmatigende, incompetente en harteloze ambtenaren, die In het „Cir cumlocution Office" om de zaak heendraai- en en de enkeling onder de traag wente lende stenen der bureaucratie fijnmalen. Met bijtende spot heeft hij ook de kei harde zakenman getekend en als zodanig geldt zijn figuur Scrooge als het prototype. Scrooge, die van de dood van zijn com pagnon, Marley. niet zo verschrikkelijk on dersteboven was om de dag van diens begrafenis niet met een ..magnifieke trans actie" te wijden! De stoffelijke resten van de grote schrij ver, voortijdig opgeteerd door overmatige arbeid, rusten bij de grote dichters In de kathedraal van Westminster.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 15