lsém DROPPINGS „KWAMEN HARD AAN" Constance Stuart .persbarrière" van de presidentsvrouw Kwartetreis bracht het bijbels Israël dichterbij Psychologische nekslag voor de Duitsers door Dick Ringlever Inne de Vlieger ZATERDAG 18 AP RH 1970 Die zondagmiddag, de 29ste april 1945, om tien over één. West-Nederland verkeert in alle staten van opwinding. Een armada van 250 Britse Lancasters passeert de duinen even ten noorden van Hoek van Holland. Laag vliegend, soms maar 30 meter boven de toppen, en met zwaar motorgeronk. Een geallieer de luchtaanval Velen vroegen het zich af op die wat wazige lentemiddag. Want lang niet iedereen had een uur daarvoor naar de BBC kunnen luisteren. Naar die even korte als verlossende mededeling: „Een formatie bommenwer pers is zojuist in Engeland opgestegen om voedseldropping uit te voeren boven bezet Nederlands gebied". Woensdag, 29 april ligt die dag 25 jaar achter ons. D-Day'voor de vier miljoen in de hongerende randstad. En hoewel vijf dagen te voren al via de BBC was bekend gemaakt, dat hij zou komen, kwam hij voor de meesten toch nog als een verrassing. De Duitsers, de ge meentebesturen en de comman danten van de Binnenlandse Strijd krachten waren er van op de hoog te, maar ook zij hoorden pas op het laatste moment, dat zondag de dag zou zijn. Aanvankelijk had men de eerste droppings op maandag de 30ste be paald. Dat was de afspraak tussen Britten en Duitsers. Maar op eigen gezag had het Britse Bomber Com mand besloten de droppings te vervroegen, mede in verband met het weer. Rond half twee zouden de Lan casters boven de steden moeten zijn. En zo gebeurde het ook. Ten aanschouwe van' miljoenen, in de straten en op de daken, die zwaai end met zakdoeken, lakens en al les wat maar voor het grijpen was, de vliegers verwelkomden. Waalhaven, Ypenburg en vele andere plaatsen in de randstad, tot Utrecht en Alkmaar toe, werden bedolven onder een bombardement van containers en juten zakken; 1250 ton in totaal op die eerste dag. Broodnodig voedsel voor die velen, die al maandenlang op de rand van de hongerdood hadden geleefd. Die droppings van de 29ste april: ze betekenden het begin van het definitieve oorlogseinde. Het begin ook van een reeks van tien raids, van zowel Britten als Amerikanen, die gezamenlijk 8000 ton zouden uitwerpen. Voor velen kwam die redding net op tijd. Voor vele anderen te laat. Voor hen had de oorlog te lang geduurd. De Nederlandse regering in Londen wist dat, zij kende de nood in bezet Nederland. Koningin Wilhelmina en premier Gerbrandy hadden al veel eerder bij Churchill op de droppings aangedrongen. De Britse oorlogsleider voelde er alles voor. Maar generaal Eisenhower had de verzoeken steeds afge wezen. Hij vond de situatie in Nederland nog te gevaarlijk om daar tientallen squadrons bommen werpers aan op te offeren. Een niet onredelijke houding, want de capitulatie was nog niet getekend en de Duitse luchtdoel lopen stonden toen nog steeds recht omhoog. Nog op 20 april meldde een formatie geallieerde vliegtuigen op weg naar Duitsland een zwaar spervuur van de Flak aan de Nederlandse kust. Met an dere woorden: de Duitse luchtaf weer was nog paraat en beschikte nog over grote voorraden munitie. Wat zou er gebeuren wanneer een armada van Britse oorlogs vliegtuigen, zó laag vliegend, bo ven de Duitse kanonnen zou ver schijnen? Een ramp zou niet denk beeldig zijn geweest. De Duitsers zouden de toestellen zelfs met mi trailleurs een voor een hebben kunnen neerhalen. Pas wanneer er een waterdichte afspraak was met Seyss Inquart zou Eisenhouwer zijn fiat geven. Die afspraak kwam tenslotte, zij het dat ze de Duitse regerings commissaris min of meer werd af gedwongen. Zouden de Duitsers zich aan hun afspraak houden? De ervaring van tien dagen droppings leerde al gauw, dat men zich in het Duitse kamp beheerste, om welke reden dan ook. Er werden slechts enkele schoten gelost met lichte wapens, maar deze richtten geen schade aan, zodat de hon derden toestellen Britse Lan casters en Amerikaanse B-17 Vlie gende Forten veilig naar hun bases konden terugkeren. De vliegers zélf waren daar trouwens niet bang voor geweest. Vooral de Britse piloten hadden er fel op aangedrongen de droppings eerder uit te voeren. Ze waren enthousiast voor het idee. Er was zelfs een squadron, dat in Enge land het bureau van de comman dant bezette onder het uitroepen van „We want fooddroppings!" Het waren ook de Britse vlie gers, die het grootste aandeel heb ben gehad in de droppings. Van de totaal 8000 ton voedsel, wier pen zij 6000 ton uit omdat zij meer raids uitvoerden. Zelfs wanneer het weer slecht was en de Amerikanen nadat verkennende Mosquito- jagers ongunstige berichten hadden doorgegeven het lieten afweten, gingen zij toch de lucht in. Onder die Britten één Neder lander: de nu in Londen wonende en bij Shell werkende dr. Heuken- feldt Jansen. Hij maakte deel uit van het 72ste squadron van het Britse Bomber Command. Dat het er maar één was, kwam voornamelijk doordat de meeste Nederlandse vliegers waren inge deeld bij het Britse 320e squadron van Coastel Command, vliegers van de Nederlandse MLD, die bij het uitbreken van de oorlog had den weten te ontsnappen. De grote rest meestal Enge landvaarders, want van de lucht macht had op 10 mei 1940 vrijwel niemand kunnen uitwijken was ondergebracht in het in 1943 op gerichte Nederlandse 322 Spitfire- squadron en slechts enkelen waren verspreid in de squadrons van Bomber Command terecht ge komen. Het Nederlandse aandeel In de operatie is dus maar gering ge weest, althans in de lucht. Bij de voorbereidingen op de grond wa ren de Nederlanders wèl betrok ken. Zeer nauwgezet moesten in overleg met de BS de droppings plaatsen worden bepaald: Ypen burg, Waalhaven, voetbalvelden en andere terreinen, waar met een wit kruis was aangegeven, waar de vliegers hun lading moesten lossen. Zowel voor de Nederlanders als voor de Duitsers waren de drop pings een indrukwekkende gebeur tenis. Het majestueuze vertoon van de zeer laag en langzaam vliegen de toestellen (de Amerikanen lieten zelfs hun landingsgestel uit om de snelheid maar zoveel mogelijk te beperken) was voor de Nederlan ders het eerste tastbare symbool van de snel naderende bevrijding. Aangrijpend was hun reactie. Soms speelden zich wilde taferelen af, voorals als containers en zak ken vol kostbaar voedsel buiten de officiële droppingsplaatsen vielen. Dat gebeurde onder meer in Rot terdam, waar een van de Lancas ters zijn lading midden in de Kra- lingse plassen dropte. Nog geen kwartier later leverde een vloot van roeibootjes er een complete zeeslag Bij de Duitsers had de operatie een ander effect. Psychologisch kregen zij de nekslag. Voor hen was de capitulatie niet op 5 mei, maar op die zondagmiddag, de 29ste april, de ouverture van een voor hen onafwendbare nederlaag, die zes dagen later definitief zou komen. '1 eha :t b» ;RV^ze vlotte vrouw met het h gezicht, gulle glimlach wenkbrauwen boven ere kijkers, verdient der- lizend dollar (dat is naar lotte oers van nu 108.880.—) perschef van mevrouw n. Zij heeft in korte tijd rerscheidene vrouwelijke lalisten op stang gejaagd itspraken als: „Dames n op een party niet rond pen én aantekeningen te in", „dames stellen zich arty's netjes voor met ver- ling van de onderneming voor ze werken", en nes verbergen geen band- Nöfniers in haar bh's." prouw Stuart: „Ik doe wat dat het beste is om I eerste plicht waar te ma- I het beschermen van de van mevrouw Nixon. weede plicht gaat de pers ince Cornell is 31 jaar ïhuwd met de 32-jarige Stuart, een assistent president. Zij aanvaard- taak bij Patricia Nixon [mevrouw Gerry van der wegging, om te gaan op de Amerikaanse am- in Rome. sommige dames van de rich erover beklaagden dat soms bepaalde journalis- exclusieve mededelingen zei ze: „Ik kan er tegen, 'len nog meer exclusieve ïlingen worden gedaan, van de dames komt aan 10.p opmerking werpt ze dan groepje felle concurren te verslaggeefsters geven ~ns toe dat mevrouw nu beter voor de pers relijk is dan bij Con- 'oorgangster. Niettemin let Stuart nauwgezet op de van haar werkgeefster, wat aktiviteiten van de visvrouw komen niet in 'den omdat mevrouw zegt: „Geen verslag". naaèuiy Stuart is levendig, vro- P aantrekkelijk, rood haar -X- Constance Stuart, perschef van mevrouw Nixon. groene ogen. Tweemaal per week ontmoet ze de pers in de gehoorzaal van het Witte Huis. Ze heeft die bijeenkomsten met verslaggeefsters zelf ingesteld. Het gaat er soms vermakelijk aan toe. Mevrouw Stuart neemt de dames onderhanden wegens fouten die zij in berichten heeft ontdekt. Zij lijdt onder een gemis aan beroepskennis inzake het nieuws en daarvan is ze zich bewust. Ze heeft 65 verslaggeefsters uit genodigd om zo erachter te ko men wat zij verlangen en om hun ideeën te leren kennen. „Ik leer van de pers," geeft ze openhartig toe. Door haar pogingen regels vast te stellen voor de verslag geving van het presidentieel gezelschapsleven is Conny Stuarl zelf voer voor klets- rubrieken geworden. Ze verbood namelijk het meenemen van bandrecorders naar feestelijke bijeenkomsten, met de waar schuwing: „Wanneer ik buiten gewoon zware boezems consta teer doordat jullie bandrecor ders meesjouwen, zou ik open lijk de vraag kunnen stellen hoe jullie zo zwaar geworden zijn". De dames zetten dat prompt in de krant. Conny was er „een beetje verbaasd" over. Ze blijft niettemin van plan openhartig te zijn. Eén van haar preekjes over étiquette zat de pers ook niet zo lekker. „Alsjeblieft dames." luidde het vermaan, „jullie zijn gasten en gasten lopen niet rond terwijl ze aantekeningen aan 't maken zijn, zelfs niet achter palmen in potten. Laat de blocnotes in de tasjes. Wan del rond en doe indrukken op, en maak jullie verslag na de party". Ze gaf de verslaggeefsters voorts in overweging zich keu rig voor te stellen met haar eigen naam en de naam van blad of persbureau waaraan zij verbonden zijn, „zoals elke wel opgevoede dame zou doen", 't Was te voorzien dat welbe kende verslaggeefsters zich toen gingen voorstellen aan welbe kende gasten. Niet alle regels van Conny zijn te handhaven, maar ze blijft plezier hebben in haar werk. „In de grond van de zaak vind ik de baan leuk," zei ze in een interview. Mevrouw Stuart beschikt voor haar werk over vijf medewerk sters, allen zijn ze republikeinen en niemand heeft perservaring. Ze creëerde titels voor haar teams zoals coördinatrice voor speciale projecten. De enige die overbleef van het personeel van mevrouw Van der Heuvel is mevrouw Helen McCain Smith die veel journa listieke ervaring heeft. Ze was negentien jaar redactie-secre taresse van de New York Daily News. Mevrouw Smith kreeg de titel ..directrice betrekkingen met de pers". „Maar dat be tekent niet dat ze perschef is," zegt mevrouw Stuart, „die rang heb ik voor mezelf gereser veerd". De Kwartetreis was voor de 55 deelnemers een onvergetelijke belevenis, al is zwemmen in de Dode Zee geen pleziertje, want je ogen zeggen steeds nee tegen het zout. Beter gaat het in Natanya, verrukkelijke badplaats niet ver van Tel-Aviv. En Tel-Aviv is niet ver van Amsterdam: El Al overbrugt de afstand in vijf uur. Dertig Joodse jongelui uit Argentinië gingen voor een jaar werken in een kib boets. Wie de verrukking zag en hoorde hoe zij, toen ze Israël uit zee zagen op blinken „O land van melk en honing" zongen, en even later in het vliegtuig bij het raken van de bodem elkaar in tranen omhelsden, die voelt iets van de onzicht bare kracht achter de opbouw van de staat Israël. Zou deze ontroering niet verwant zijn met de opwindende ervaring van „nu gebeurt het", die er is in de onderschei den fasen van hét grote herstel van mens en wereld? Dan heeft wat thans op het knooppunt van drie werelddelen in Israël gebeurt, onmiskenbaar perspectief. Ds. J. W. van der Hoeven sprak er over in de graftuin. Daar leidde hij vlak bij het geopende graf, ook de paasdienst. Een dienst die voor de deelnemers aan de Kwartetreis een hoogtpunt in hun her innering blijft. Het is rustig in Israël. Aan de tragedie van de oorlog herinneren op de meeste plaatsen alleen de berichten, die, telkens als er slachtoffers vallen, in deze ge meenschap van bijna drie miljoen diepe indruk maken. Voor de bezoeker krijgt een verblijf in dit land een bijzondere inhoud door het vele dat er aan herinnert hoe God hier, op dit kleine plekje van de aardbol, de mensheid in Christus reddend aangreep. Iedereen weet van de overdadige kerk bouw over de heilige plaatsen heen. Maar die hinderlijke kerkbouw getuigt toch ook van verering. Soms tot in details. Het ijzeren hekwerk rondom de „steen van Jezus' doodsangst" in Gethsémané ver toont vogels met hun nestjes. Waarom zouden wij het ook niet zo mogen zien. dat vrome kunstenaars namens de mens heid ervoor wilden danken dat door Jezus' doodsangst het leven mag voort gaan? Die storende kerkbouw- en de kille souvenirhandel verhinderen gelukkig niet dat een veel betere voorstelling ontstaat van de bijbelse tijd, ook al ligt de Via Dolorosa door ruïnering en herbouw na herbouw wel zes meter lager dan de huidige. Archeologen zijn naast de overlevering een woordje mee gaan spreken. Het lijkt er veel op dat in de laatste halve of kwart eeuw de echte plaats waar Jezus door de soldaten werd bespot, is blootgelegd, evenals de plaats van Petrus' verlooche ning, met het keukengerei van de dienst maagd erbij. Wij voeren van Tiberias naar Kaper- naüm over dezelfde „zee" waarop Petrus wandelde en zagen bij de opgegraven resten van de waarschijnlijk uit Jezus' tijd stammende synagoge schaftende werklui op het gras hun brood opeten met een gebakken visje uit het meer erbijDe Church of Scotland heeft in Tiberias bij het meer een prachtig ge legen hospitium voor toeristen. Om te onthouden! opbouw van het nieuwe Israël. Duidelijk volgens een prioriteitenschema. Een grap pig en vernuftig voorbeeld van efficiency zijn op de platte daken de kleine tanks, waarin via een spiegel het water door de zon wordt verwarmd. Praktisch: een landingsplaats voor helikopters voor de deur van het departement van Golda Meir en ook bij het Hadassa-ziekenhuis, wat tijdens de Sinaï-oorlog vele levens redde. Een vermenging van nut en ideële be leving blijven de tweehonderd kibboetsim, de bekende vorm van gemeenschapsleven in arbeid en omgang. Ook een generaal kan er als lid van die gemeenschap zijn thuis hebben. Op een verlofdag wast de generaal dan borden. Telkens weer treft het tempo van de Voor- en nadelen van het systeem zijn -X- Waarschijnlijk uit Jezus' tijd stammen deze resten van de synagoge in Kapernaüm -X- Gezicht op Bethlehem. Djaar staat het oudste christelijke bede huis van Israël nl. de Geboorte kerk. ter discussie, maar vast staat dat zonder de zich verdedigende kibboetsim de grens heel anders zou lopen. Als je in zo'n kibboets rondloopt (men is er gastvrij) en bijvoorbeeld een sinaasappel of een banaan zo van de boom eet, verbaast men zich erover wat besproeiingssyste men aan dorre bodem ontlokten. Een christelijke kibboets is het te weinig bekende Nes Ammim, 25 km ten noorden van Haifa. De naam betekent: Banier der volken en in het nieuw- Hebreeuws: Wonder der Volken. Het ini- liatief ligt in Nederland en de bedoeling is om tegenover al wat de kerk aan Israël misdeed, de woorden van het evangelie te vertalen in een evangelische daad door mee te werken aan de opbouw. Nes Am mim heeft te weinig vakmensen en te weinig geld. Ds. R. Bakker (Molenlaan 25, Rotterdam), onze ervaren reisleider, wijst de weg als u hieraan wat wilt doen. Dat Israëli kunstzinnig zijn moét er wel uitkomen bij een zó met emotie ge laden verleden en heden. We herinneren aan Mare Chagalls prachtige ramen van de twaalf stammen in de synagoge van het Hadassa-ziekenhuis te Jeruzalem. Het gebouw van de Knesset (parlement) over weldigt onontkoombaar door zijn impres sie van werkzame rust. En ontroerend is het gebouw dat sober en geladen als muziek in zware mineur de zes miljoen geslachtofferde Joden van de Tweede Wereldoorlog herdenkt, de Yad Vashem. Er is voor Joden veel stof voor him gebed bij de klaagmuur, na de zesdaagse oorlog van juni '67 weer hun klaagmuur. Zie ze daar bezig, hartstochtelijk in riten gevangen. Letterlijk met heel hun heen en weer wiegende lichaam. Moge weldra gelden dat ook dit „klagen wordt gezang™ door Hem, die maakte dat zelfs de vogels kunnen blijven zingen. Aangenaam werd op deze reis ervaren dat verschil van kerk of van wat niet al er rondom de heilige plaatsen gewoon niet is. Er was een sterke sfeer van harmonie en gemeenschap. Wie eenheid wil beleven rondom het wezenlijke moet zulk een re ia meemaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17