Het geheim van ons gedrag Volgens Jean Schalekamp moet Europa zijn positie prijsgeven aan jong Afrika Vertekenen DEZE WEEK De maan gemist, de drie terug Kanttekening Gezegd ZATERDAG 18 APRIL 1970 J7EN" van de vele zaken waarmee we moeten leren te leven Is publiciteit. Leven mèt de publiciteit en leven in de publiciteit. Een be langrijk deel van het leven voltrekt zich in de publiciteit. Wij kunnen die publiciteit zoeken. Ook kan het omgekeerde het geval zijn, name lijk dat zij óns zoekt. Het is, alles bij elkaar, een situatie waarmee velen het moeilijk blijken te hebben. Ouderen meer dan jongeren. Voor jongeren is publici teit als het ware iets vanzelfsprekends. Zij groeien er mee op en hebben geen omstandig heden gekend waarin het anders was. Maar voor vele ouderen is de publiciteit nog een wezensvreemd element. Zij hebben de neiging tot afweerhouding zowel voor zich persoon lijk als voor hun werkzaamheden. In zulk een situatie waarin wij met de publi citeit terecht zijn gekomen is het wel verstan dig te bedenken dat zij een eigen dwang matigheid vertoont. Met andere woorden: men staat er niet dan in betrekkelijke zin vrij tegenover. Het wordt namelijk langzamer hand zo, dat niet de mens over haar beschikt doch zij over de mens. TYAT laatste behoren wij allen te beseffen. In de eerste plaats natuurlijk al die genen wier dagelijkse arbeid ligt in de ver strekking, de venorging of de behartiging van publiciteit. Zij dienen de mogelijkheden ervan te onder kennen. Zij dienen te beseffen over welk een machtig middel zij beschikken. Zij zijn als het ware grenswachters, en aan hen is de beoor deling wat er in de publiciteit komt of niet. Het kan ook tot hun taak behoren om meer eenvoudige zielen, die hier argeloos en on wetend staan, tegen publiciteit in bescherming te nemen. Wc kennen allen wel gevallen waarin naar deze noodzaak te weinig is ge handeld. Maar de macht van de publiciteit moeten ook diegenen beseffen die er minder beroepsmatig mee van doen kunnen hebben. En het moet worden gezegd, dat het daaraan nogal eens schort. Met als gevolg een vertekend beeld naar buiten van een situatie die zich hier of daar heeft voorgedaan. Waarvan dan de krant gemakkelijk een verwijt wordt gemaakt niet terecht overigens. T~\IE gevallen kennen we allen. Er is bij- voorbeeld ergens een conflict. Misschien wel een conflict waarbij twee generaties be trokken zijn. De ene partij schroomt niet haar standpunt publiek te maken. De ander ziet daarvan af, uit welke overweging ook. Het resultaat: informatie van één kant, en daarom wellicht onvolledig. Wat een krant beoogt is doorgeven van door haar verzamelde informatie. Nu is het in de praktijk van het krantenbestaan met die informatie wat wonderlijk gesteld. De infor matie Is altijd gedeeltelijk, in deze zin dat zij zich richt op het bijzondere. Zo plegen om een voorbeeld te noemen niet al die landen in het nieuws te komen die met elkaar in vrede leven, doch de weinige die met elkaar op gespannen voet staan. Ander voorbeeld: niet al die huisvaders komen in het nieuws die 's avonds behouden van hun werk huiswaarts keren, doch diegenen voor wie geen thuiskomst is weggelegd. We moeten dat wel bedenken. Een krant registreert het gebeuren, maar dat gebeuren gaat voor de informatie in feite op in zekere gebeurtelijkheden die op een bepaalde manier opvallen afwijken, zo men wil. TYAAROM is elke informatie gedeeltelijke in- formatie. Is daarom in zekere zin „défor- matie" die „reformatie" behoeft. Een krant kan daaraan veel doen. Ze kan doen uitkomen dat het in wezen het buiten gewone is dat zij aan informatie biedt, en dat het leven daarin waarlijk niet opgaat. Dat er behalve de enkele landen die met elkaar op gespannen voet staan zovele zijn met wie dat niet het geval is en die zeker niet minder de gemeenschap der volken vormen. Wij zullen met ons allen onze houding ten aanzien van het verschijnsel der publiciteit dienen te bepalen. Want wie we ook zijn, we kunnen niet langer doen alsof zij er niet is. Ons stilzwijgen kan dan uitlopen op een extra vertekening van het beeld. Dat is dan de dwangmatigheid die erin schuilt. Te leven in een tijd van publiciteit kan der halve betekenen dat het niet wel mogelijk is zich aan een bijdrage aan de publiciteit te onttrekken. Of men dat leuk vindt of niet. Ziet men dit alles als een kwaad, probeer het dan niettemin te zien als het kleinere kwaad dat boven een groter, namelijk dat van ver tekening, de voorkeur verdient. DIEMER Jean A. Schalekamp (1926) studeerde aan de Sorbonne, woonde tien jaar in Frankrijk, en leeft nu op Mallorca. Hij debuteerde met „De dolle trams". Hierna verscheen de ro man „Bedankt voor alles"Hij is medewerker van het Algemeen Handelsblad en Vrij Neder land, alsmede van nog enkele tijdschriften en dagbladen. Hij vertaalt boeken uit het En gels, Frans en Spaans en voelt zich, volgens ~n eigen woorden, af en toe een Stachanow-ver- taler. Zijn schilderende vrouw Muriel („het enige wat haar iverkelijk interesseert: het gruwelijke landschap van het menselijk gezichtexposeert van 9 tot 29 mei in de Wie- ringer Museumboerderij, Hofstraat 36 in Den Oever. „Met voorlopige uitzondering von Nederland en nog enkele gebieden komt er in hoe langer hoe meer landen hoe langer hoe minder vrijheid en er zijn merkwaardig genoeg hoe langer hoe minder mensen, die dat erg vinden". Deze zin zou de 43- jarige Nederlandse schrijver Jean A. Schalekamp vet willen onderstrepen als hij vertelt over zijn boek „Alles onder handbereik", dat deze week is ver schenen.* Het is een soort (sombere) politieke fictie, woarin de auteur, tevens hoofdpersoon, enigszins onthutst ronddwaalt, opgesloten in z'n eigen problemen. Tijdens een vraaggesprek in het Amsterdamse journalistencafé Scheltema, lijkt hij een wat wereld vreemde en misschien daarom juist sympathieke man, die kennelijk beter schrijft dan hij praat. „Er zijn mensen die uit zichzelf geen woord willen zeg gen. Zoals ikzelf", schrijft hij in z'n boek (blz. 71), wanneer hij zich zorgen maakt over een interview dat hij moet houden. Op pagina 15 geeft hij een beschrijving van zelf, die, als ik hem zo bekijk, terwijl hij aan tafeltje tegenover mij zit, heel treffend is: nog altijd vrij mager. Baard- en hoofdharen zij helemaal grijs. Mijn hoofd houd ik wat schuin, nend op de rug van mijn hand, een beetje sic onzekere houding. In de andere hand heb ik bijna opgerookte sigaret". Alleen is z'n hac^ halflang en, evenals z'n baard, licht grijzend, Hi Er is niet veel te zien op deze foto, maar toch geeft zij het moment weer van de ontploffing aan boord van de Apollo 13. Een tech nicus van Houston maakte de opname met behulp van een 16 inch telescoop en een 10 inch TV-camera. DE PRESIDENT van de Verenig de Staten «telt een belangrijke re de over Vietnam uit, gelast de mu ziek aan een staatsbanket af en gaat aan tafel voor in gebed voor drie mannen die in de ruimte in moeilijkheden zijn: Lovell, Haise en invaller Swigert (omdat Mattlngly mogelijk 'odehond zou krijgen). Twee dagen op weg voor de derde bemande maanreis. krijgen ze tegenslag op tengenslag. Een ontploffing aan boord van Apollo 13 maakt sooedige terugkeer naar de aarde noodzakelijk. *orgen om de zuurstofvoorziening. Spanning bij elke koerscorrectie. De vraag waar de vervroegde landing moet gebeuren. Niet dat de maan gemist wordt, niet de verspeelde miljoenen en het verloren prestige, eerst en vooral het lot van de ruimtevaar ders houdt de wereld bezig, doet gebeden oprijzen, doet vele rege ringen hulp aanbieden. Pas als de capsule in de oceaan geplonst is, en Lovell, Haise en Swigert veilig zijn opgepikt, herademt de wereld. Nog andere emoties genoeg de ze week. Een aardverschuiving sleurt 72 mensen, meest zieke kin deren, in de Franse Alpen mee In de dood. Een ongeluk, mogelijk sa botage (zegt ook minister Roolvink in de Kamer) bij de ENCK in Vlaardingen doet kunstmest broei en en glft'ge dampen boven het Waterweggebied hangen. Een gun stige wind waait het gevaar boven het Waterweggebied hangen. Een gunstige wind waalt het gevaar weg, maar nok door dit Incident wordt al luider geroepen om maat- reqelen tegen vervuiling van het milieu. Onze consumentenbond gaat (na do Belgen) ook het zee water beproeven Minder spectaculair, maar voor honderdduizenden even spannend: de schr-ftelijke eindexamens. En midden in de week zet Feijenoord het tweede been in de finale om de Europabeker, en stapt Ajax uit de strijd om de Jaarbeursbeker. Veel andor belangrijk nieus komt door dat nlles in de knel. Zoals: geweld bij Vletnambetogingen In Amerika. Massaslachtingen onder Vietnamezen in Cambodja, dat Amerika's hulp Inroept om de Noord-Vietnamezen te verdrijven. Brandt uit de VS terug met de boodschap dat het Amerikaanse le ger in Europa bliift. Geen breuk in het Kremlin, partijchef Brezjnef be vestigt de economische moeilijkhe den toe. Toegeven over en weer tussen Russen en Chinezen. Protesten tegen een Grieks mas saproces, de plotselinge vrijlating van de zieke Mikis Theodorakis en d# beschuldiging van diens Franse vriend Servan Schreiber dat de Amerikaanse geheime dienst Grie kenland regoert. De Duitser Achen- bach met zl|n kwade verleden geen kandidaat voor de Europese Com missie. Israel van martelingen van gevangenen beticht. Amerikaans- -Russische besprekingen over de beperking van de strategische be wapening in Wenen. In eigen land dan nog voorgeno men wettelilke regeling van de In spraak van werknemers bij com missaris-benoemingen Den Uyl boos op Mel'ema, die de oppositie vertragend werk verwijt. Breuk en lijmpogingen bij de School voor de journalistiek. Een CRM onderzoek naar „zwartkijkers" onder de leden van omroepverenigingen (de Tros voorlopig geen B-omroep). In de sociaal-economische hoek een fusie van vier grote bouwers (Van Eesteren, Boele en VAn Ees teren, Van Splunder. Van Hattum en Blankevoort), een mogelijke fu sie waarbij Vredestein betrokken is, een beweerd samengaan van Het grote publiek denkt dat in de politiek maar een spelletje wordt gespeeld. Altijd probeert men gelijk »e krijgen en zich eruit te draaien. Dit is een van de oor zaken dat zoveel kiezers niet naar de stembus zijn gegaan. (A.J. Ka- land). Hij keek eerst eens wat voor vlees hij in de kuip had en zei toen tegen me: 7eg maar Bertus, me neer de commissaris. En nu komt dan het moment, dat Ik kan zeg gen: Zeg maar Jan, Bertus. (Com missaris Klaasesz tot zijn schei dende kamerbewaarder). De problematiek van de oduere bevolking is in onze huidige maat schappij onoplosbaar. In onze op produktie gerichte samenleving staan de bejaarden buiten spel. Al leen toekijken is nog mogelijk. (Prof. dr. H. R. Wijngaarden). Ons onderwijs rent voort als een kip zonder kop, zigzag voortfladde- rend, ongrijpbaar - en niemand weet waar het te pletter zal lopen. (Drs. H. L. C. Michielsen) Als de groei van de bevolking, het wagenpark en de industrie in het huidige tempo blijft doorgaan, zal de luchtverontreiniging de ko mende tien to» twintig jaar mins tens twee- en misschien wel vijf maal zo erg worden als nu (Prof. dr. M. F. Mörzet Bruyns). twee oude dagbladen: NRC en Handelsblad. Optimistische gelui den bij de Staatsmijnen. Een moeilijk jaar voor Unilever, een verlies van 29 miljoen bij VMF, de tweemiljoenste girorekeninghou der, lager Brits disconto, een prijs stijging 'n het eerste kwartaal van niet minder dan 2'/j procent, en waar moet dat naartoe? In elk ge val - zegt het Verbond van onder nemingen moet de strijd tegen de inflatie xraentig worden voortgezet. Hij ls in het Rotterdamse Overschie geboren. Z'n vader was toen 67 jaar, een gepensio neerde godsdienstleraar van de gereformeerde bond binnen de hervormde gemeente. Z'n moe der was een gewezen non. Hij mag zich beroemen op een fa milierelatie met de grote con tra-reformator uit de zestiende eeuw, Petrus Canisius, die in 1925 heilig werd verklaard. In verband met het verschij nen van z'n boek is hij naar Nederland gekomen. Hij logeert bij zijn vriend en schrijver Es- teban Lopez. Het is een van die weinige bezoekjes aan ons land, want Jean Schalekamp leeft nu al tien jaar met z'n vrouw Mu riel, een Indisch-Nederlandse schilderes en hun drie kinderen van vijftien, dertien en vijf jaar, op het Spaanse eiland Mallorca. Hij zegt: „Ik woon in een groot landhuis, dat vreselijk vervallen is. Van de veertien kamers zijn er vijf bewoonbaar. Er is een kapelletje en een prieel waar ik rustig kan wer ken. Rond het huis ligt een gro te, romantisch verwaarloosde tuin. Ik hou van de zon en de ruimte. In Amsterdam heb ik met m'n vrouw en twee kinde ren op één kamer gewoond." Politiek gezien is Schalekamp een zeer sombere figuur, die voor de „kolonelsregimes" met directe of indirecte steun van toonaangevende westerse mo gendheden nog een grote toe komst ziet weggelegd. In Neder land ziet hij in z'n visionaire roman overigens geen kolonels- regime komen, maar meer een autoritaire democratie, geba seerd op de macht van de Inge zonden-s tukkenschrij vers en Verontruste Luister- en Kijk geldbetalers. „In ons land bestaat een grote drang naar vrijheid, vooral bij de jongeren. Maar aan de ande re kant zie je het verzet groeien onder lieden, die zich gesteund weten door het kapitaal, het le ger, door een groot deel van pers, radio, televisie en kerk. En het is de vraag welke partij gaat winnen." „Daarom vind ik de aanwe zigheid van een leger in ons land gevaarlijk. Ons leger is niet opgewassen tegen de grote strijdmachten van Amerikanen of Russen. Het houdt alleen het gevaar van 'n staatsgreep in." De hoofdfiguur alias Schale kamp is in „Onder handbereik" voor vele dingen bang, maar vooral voor het ouder worden, het neo-fascisme en z'n nijpend geldgebrek. In deze volgorde. Hij schrijft: „Ik gruw van de ouderdom Wie het verle den niet aankan en het heden door Rolf Hoekstra nog minder, moet zich mis schien met de toekomst bezig houden. Ook dat is een aan vaardbare vorm van escapisme. En zelfs de toekomst heb ik bij wijze van spreken onder hand bereik" (blz. 11). Hij projecteert zich daarom, ook om zijn angst voor het ouder worden af te reageren, in een toekomst van over pak weg vijftien twintig jaar, waarin hij in een denkbeeldig land in Afrika terechtkomt. In een land zonder leger, godsdienst en tra dities. Hij schrijft: „Het spreekt vanzelf dat Mangawali (de jon ge Afrikaanse staat red.) zich aan iedere invloed van buitenaf, om het even of die nu kapitalis tisch, imperialistisch, dan wel Leninistisch, Stalinistisch of Maoïstisch is, onttrokken heeft Het land heeft zijn hele econo mie en industrie volledig in eigen handen en als enige van alle jonge Afrikaanse landen heeft het al sinds lang geen en kele vorm van ontwikkelings hulp meer nodig" (blz. 42). „Eens zal onze blanke arro gantie de doodklap krijgen en we zullen het nooit meer te bo ven komen. En terwijl ik dit in mijn eigen kleine arrogantie denk en Pink Floyd Realize, realize zingt, weet ik dat ik zelf niet meer ben dan een klei ne bange blanke burger, sympa thiserend met de Revolutie maar zo verschrikkelijk 'gesteld op mijn eigen comfort" (blz. 38). Jean Schalekamp zegt: „De nu onderontwikkelde Tanden worden de beschaafde landen van morgen. Ook .daar ziet men de strijd tussen jong en oud". Hij schrijft: „Jullie weigeren de toekomst. Jullie allemaal, Europeanen, Amerikanen en Russen, allemaal. Het enige wat jullie zien is de technologische toekomst, maar voor de rest weigeren jullie hardnekkig iedere vooruitgang. Je bijt je vast in het verleden en dat zal jullie ondergang zijn" (blz. 78-79). Het is interessant te lezen hoe de schrijver, tevens hoofdper soon, deze ondergang via het te levisiescherm in de jonge en vrije Afrikaanse staat volgt. Men biedt hem zelfs aan met een ontwikkelingsteam naar het onderontwikkelde Europa te reizen, maar dit aanbod wijst hij schaterlachend af. Europa is interessant gewor den voor de Afrikaanse toeris ten. Er worden goedkope char tervluchten georganiseerd: „Volledig verzorgde trips langs de spooksteden van Europa. Per superjet naar Algiers. Vervol gens per boot naar Marseille en dan met comfortabele, ver warmde bussen langs de dode of verwoeste steden, die eens de trots van Europa en het reisdoel van iedere toerist 'waren" (blz. 201). Het drama heeft zich voltrok ken. Het boek kan worden ge sloten. De politieke fictie heeft tot slot een nieuw begin gekre gen. Gekregen van een Neder landse schrijver, die de dicta tuur in Spanje verkiest boven het nog steeds democratische Nederland. Hij geeft toe wel erg somber te zijn geweest, maar daar is zijn boek niet minder boeiend om. En toch, zo vraag je je af, wat doet schrijver Schalekamp als hater van elke vorm van dicta tuur in Spanje? „Daar zit ik dan ook vaak mee. Toch voel ik me. ondanks de dictatuur, in Spanje vrijer dan in Nederland. Ik vind het prettig me to de j een vreemdeling te voelen] en vendien heb ik goede ré OOO-I met Spaanse vrienden en a uit' vers en ik signaleer de on eind. kelingen daar in Nederl i vai bladen." )ei „Mijn kinderen gaan gel op 'n heel moderne school, lp godsdienstonderwijs, wanl -aan ben anti-katholiek, en po erkt voor buitenlanders niet jk kt plicht zijn. Bovendien kt gesc we thuis aan tafel voldoem gengif geven". 6 kai En voor alle duidelijkhei ®n. v even, echt niet kwaad be V- integendeel, een laatste „Soms zou ik willen: opschrijven wat ik denk 1 was het maar: wat ik bedo niet precies dat wat ik ni« doel, ik bedoel: niet altij 1 Sti ernaast" (blz. 10). rvan I buil „Alles onder handb nens. van lean A. Schakelkam; gave van Contact. Amsti paperback, f 14.90. „Ook het christendom staat niet meer afwijzend tegenover de evo lutieleer. In de rooms-katholieke kerk heeft de paus zich persoonlijk over deze kwestie uitgesproken, en wel in 1950 in de encycliek Humani generis. De rooms-katholieke kerk neemt vandaag aan dat de uit de familie van de apen voortgekomen oermensen in het vroeg-pleistoceen (dus ongeveer 800.000 jaar gele den) door een goddelijke daad de onsterfelijke ziel ingeblazen werd. Volgens deze geloofsopvatting heeft God dus van een bestaand dierlijk lichaam gebruik gemaakt en dit door een scheppingsdaad in een mens veranderd." Is Hans Hass, schrijver van het boek Wij mensen (Bos Keuning N.V., Baarn, 239 blz., ƒ12.90) misschien rooms-katho- liek? Zo niet. dan Is het opvallend dat hij het protestantisme er niet bijgehaald heeft. Hij zou dan op zijn minst hebben kunnen wijzen op de verdeeldheid bij de gelovige protestanten ten aanzien van de evolutie-theorie(enl Is hij wèl rooms-katholiek, dan krijgt deze op zichzelf staande passage (blz. 16) het karakter van een stilzwijgende zelfrechtvaardiging. Want het aparte en nieuwe van dit boek (oorspronkelijke titel Wlr Menschen; de vertaling is van J. W. J. Megens) is, dat de auteur, sinds 1943 doctor in de natuurwetenschappen en in ternationaal bekend als zee-onderzoeker, uit die aanvaarding van de evolutie de consequenties trekt als het erop aan komt het menselijk gedrag te onderzoe ken. Dit is name1 iik volgens de auteur nog niet geschied. „De belangrijkste probleemstellingen van de filosofie, de psychologie, de so ciologie en de overige wetenschappen die zich met het menselijk gedrag bezig houden. zijn gebaseerd op begrippen-sys temen die ontwikkeld werden in een tijd toen de afstamming van de mens uit het dierenrijk nog riet bekend was." „Voor deze wetenschappen is ook van daag nog de mens niet slechts het mid delpunt van hun beschouwingen, maar ook het uitgangspunt voor vrijwel alle overwegingen. S'nds nu echter over onze herkomst niet langer twijfel bestaat, moet het alleen maar als consequent gezien worden ook het gedrag van de mens te gen de achtergrond van zijn dierlijke af stamming te beschouwen dus niet van de laatste schakel van de lange keten uit te gaan, maar van haar bescheiden be gin" (17). Mijn excuus voor dit lange citaat, maar hiermee is de kern van het boek aange duid. Nu stel Ik voorop dat men hier te doen heeft met een populair-wetenschap- pelijke uiteenzetting, die zich richt tot een breed lezerspubliek. Tot dat publiek rekent zich ook uw nieuwsgierige recensent en als Ik iets over dit boek vertel, doe ik het als be langstellende leek. Ik geef geen oordeel, maar beperk mij tot informatie over de Inhoud en misschien tot een enkele op merking. Dan moet er in de eerste plaats op gewezen worden, dat de schrijver tot zijn veertigste jaar uitsluitend als onderzoeker is opgetreden en dat hi: zich pas sedert een jaar of tien toeiegt op onderwerpen die liggen op de gecombineerde gebieden van biologie, psychologie eh filosofie. Hij is dus geen oespiegelaar achter een schrijftafel. Op de achterkant van het boek leest men: „Zijn hobbv, cnderwaterjacht en -fo tografie in de Middellandse Zee, groeide uit tot wetenschappelijke onderzoekingen in vele wereldzeeën. Zijn publicaties hier over trokken internationaal de aandacht, film- en tv-series van zijn hand werden bekroond (Biennale 1951 Oscar 1959)." Uitgaande van de gedachte dat ons besef van tijd relatief is, filmt de schrijver mensen die zich onbespied wanen, „want zo gauw een mens weet dat hij gefilmd wordt, gedraagt hii zich niet meer nor maal" (78). Zo film hij het marktplein in Venetië, mensen in een tempel in Benares, een bedelaar op de trappen van een kerk in Rio de Janeiro, etende mensen op een van de eilanden van West-Samoa, drin kende olifanten m Afrika, een krantenver koper in Wenen, arbeiders aan de lopen de band. Indianen in hun huizen, de „up per ten" in luxueuze Franse hotels, bier- tenten in MOnchen, een meisje op de boulevard in Nice, in het wild levende chimpansees enz. Deze filmopnamen worden dan ver sneld of vertraagd afgedraaid, dit om te ontkomen aan het eenzijdige tijdsbesef dat met ons aangeboren levenstempo verband houdt. De onderzoeker wil name lijk de zo nodige distantie nemen. BIJ alle vergelilking8materiaal met het dierlijk leven blijft het een van de kern vragen van dit ooe1- „Wat is het essen tiële verschil tussen dier en mens?" De schrijver besteedt veel aandacht aan de apparatuur die de mens als kunstmatige organen heeft ontwikkeld. Hass ziet de he'e cultuur en techniek als een complex geheel van kunstmatige organen en wijdt daar een hoofdstuk aan. „Slaapt een dier dan gebruikt hij vele van zijn organen niet deze moeten echter desondanks gevoed worden. Hier staat nu plotsalina een wezen de mens dat orpónen aflegt en tegen andere verruiltl Dst is volstrekt niet valt zelfsprekend, maa' vanuit het standpJ van de evolutie iets ongehoords! E<| vooruitgang met niet te overziene gevfl gen" (100). Dit alles berust op vondsten, die i zodanig niet uit een geleidelijke ontwikk^ ling-zonder-meer kunnen worden klaard. Er is mutatie, er worden sproi gen gemaakt, er is ruimte voor de verra| sing, voor het onverwachte Een theoloog ziet hier ruimte voor ii pulsen uit een transcendente sfeer, vc een begeleiding van Godswege, ja v<X het geschapen zijn van de mens na Gods beeld. Dit beeld verschijnt natuur! niet In het onderzoeklngsveld van de b« loog, maar hij wordt zijns ondanks te kens weer getroffen door het enorme on derscheid tussen dier en mens, bij i biologische verwantschap. Een kort except van Wij mensen z<i door zijn compactheid onleesbaar zijn. f heb daarom maar wat gebladerd en praat. Over wat de denkbeelden van d schrijver wetensrhappelilk betekenen d welke perspectieven ze eventueel nen, zal de bioloog er liefst een gelovi| bioloog moeten oo'drlen Uw recensent is niet meer geweest ó4 een geïnteresseerd lezer. En er staat va^ meer in dan ik neb kunnen aanduiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 14