Handelsgeest zit
Rijnsburgers in
de vingertoppen
DE RIJKE BOLLENMAN'
Dt LfcQjfcNDfc VAN
door
T. Lodewijk
karspel de Winterflora zich te roe
ren en zelfs internationale allures te
krijgen.
Er worden nog wel grote interna
tionale tentoonstellingen gehouden
in Heemstede en Rotterdam, en van
bijzonder grote betekenis is in deze
na-oologse jaren de stichting van de
Keukenhof, een succes zonder weer
ga.
En nu begint men ook te Haarlem
weer met de poging ieder voorjaar
een bolbloemententoonstelling te
houden. In 1972 wenkt de Amster
damse „Floriade."
Ij1 EN DER leidende figuren in het
vak heeft eens gezegd: ..Het
bloembollenvak moet een kop groter
worden." In zekere zin is dat ook
wel gebeurd. Niet alleen door de ge
weldige toeneming van de export,
door het beter fungeren van
bestaande en het stichten van nieu
we instellingen en organisaties.
Ook doordat men met de neus op
de feiten werd gedrukt, o.a. van de
Europese „eenwording" (helaas nog
tussen aanhalingstekens) waarvan
het bloembollenvak nog weinig
goeds, maar wel veel moeilijkheden
heeft ervaren.
Helaas ook doordat diverse klei
nere bedrijven, vooal bij de kwekers
maar ook in de export, het hebben
moeten opgeven. Daartegenover ziet
men hoezeer grote bedrijven worden
gesticht die het jaar rond kunnen
werken, modern geoutilleerd en vrij
van orthodoxe remmingen.
TVTAAR individueel komt „de bol-
lenman" aan die kop-groter nog
veel te kort. Vooral de oudere gene
ratie zit nog vaak te vast in de op
vatting, dat het bloembollenvak iets
héél aparts en bij niets anders te
vergelijken is, waardoor men ver
zuimt de lessen te trekken uit de
ervaringen in andere bedrijfstakken.
De zo hoog nodige samenwer
kingsvormen komen maar slecht van
de grond, al heeft men kortelings
succes geboekt met een coöperatie
van hyacintenkwekers die het nieu
we artikel „spuithyacinten" pousse
ren.
Van een beleid op lange termijn
(waarover met name t.a.v. de tulpen
teelt al jaren sprake is) komt maar
niets, omdat men zich altijd weer
laat leiden door de recente gebeurte
nissen wat oogst en markt betreft.
Er zijn nog altijd te veel kwekers en
daardoor een sortiment dat te veel
uiteenloopt; er zijn nog altijd te veel
exporteurs die elkaar voor de voeten
lopen en de prijzen te laag houden.
Maar er is, en dat is een pluspunt,
ook de liefde tot het Vak (in da
bloembollensector hoor je dat men
een hoofdletter te schrijven), een sti
mulans voor steeds nieuwe activitei
ten.
Zodat wij mogen constateren dat
het bloembollenvak bepaald niet
minder zorgen heeft dan een halve
eeuw geleden, maar ook niet minder
toekomstmogelijkheden. Het is aan
de vakmensen van kwekerij en ex
port, van voorlichting en onderzoek
en de besturen der organisaties, die
mogelijkheden te realiseren.
Achter het IJzeren Gordijn
bloeien Hollandse hyacinten in een
Hollandse kas in Moskou't botani
sche tuin. Een staaltje van Neder
lands-Rus sische samenwerking dat
uitstekend is geslaagd en dat, naar
de „Oost-Europa"-groep hoopt, ook
in andere Comecon-landen tot re
sultaten zal leiden.
door
Henk Kamies
Hier worden hyacintbollen nog
met de hand geplant op een bollen- fl B «R K B
/K geloof zeker dat in 1971
wordt begonnen met de
bouw van een zwembad. Wij
hebben er al een aardig spaar
centje voor", aldus de heer W.
L. van der Gugten. wethouder
van Rijnsburg. „Wij zijn er druk
mee bezig en hebben al een
paar zwembaden bekeken. Wij
zoeken naar een goed zwembad.
't Liefst een overdekt van 25 bij
12 meter. Ddór hébben de Rijns
burgers wat aan".
Een hoopvol geluid voor de in
woners van deze vooruitstreven
de gemeente. Vijftig jaar gele
den ddchten de Rijnsburgers
daar gewoonweg niet aan. Trou
wens aan méér zaken die het
leven toch een stuk veraangena
men, werd toen niet gedacht.
Maar vooral na 1945 zijn de ogen
in Rijnsburg opengegaan. Men
gaat met de tijd mee.
„Vroeger zeiden de Rijnsbur-
gers als je het over sport had:
„De beste sport is hard te wer
ken van 's morgens vroeg tot
's-avonds laat en dat komt het
gezin nog ten goede óók." Maar
dat is niet meer zo. Wij hebben
hier in Rijnsburg goed floreren
de sportverenigingen"zo zegt
de heer Van der Gugten.
Rijnsburg zal één van de weinige
genieenten zijn. waar de wethouders
de tak«n niet hebben verdeeld. On
danks dat reilt en zeiH het bestuur
lijke werk. Wethouder Van der Gug
ten is er zich van bewust dat er in
de afgelopen halve eeuw veel is ver
anderd. Gelukkig meestal ten goede.
Was in de twintiger en dertiger
jaren veelal armoe troef, nu is
Rijnsburg een tamelijk rijke ge
meente, mede dank zij de han
delsgeest van de Rijnsbiugers. De
weinig opbrengende koude grond
teelt is praktisch geheel van de
baan. Nu zijn er kassen waar de
bloemen uit de grond worden
gestampt.
De Rijnsburger kan zich goed en
snel aanpassen en dat is de laatste
jaren duidelijk gebleken.
Wethouder Van der Gugten draagt
aan de groei van Rijnsburg z'n
steentje bij. Naast zijn wethou
derschap heeft hij een bloeiend be-
drijf aan de Oegstgeesterweg. In
september is hij 25 jaar raadslid,
waarvan ruim zes jaar wethouder.
Het is een druk bestaan.
Ook op maatschappelijk gebied
heeft hij veel gepresteerd: hij is 25
jaar penningmeester van de CHU
geweest („Ik ben er pas mee
gestopt") en velen zullen zich nog
herinneren dat hij destijds een gou
den eremedaille verbonden aan de
Orde van Oranje Nassau ontving,
ondermeer vanwege de vele ver
diensten voor de sfport. „Veertig jaar
lang heb ik belangeloos twee avon
den per week gymles gegeven en
WETHOUDER WIM VAN DER GUGTEN
trok ik er iedere zaterdag met de
sport jeugd op uit".
MET MOPPEREN
TN ZIJN wwonluuner vertelt hij
over de veranderingen in die af
gelopen vijftig jaar. Eerst heeft hij
ons echter laten weten dat zijn kin
deren dol zijn op zijn muziek. Dit
naar aanleiding van de vraag wat
die vijf accordeons in de kamer be
tekenen. Het is een muzikaal gezin,
want er is ook nog een plano en een
orgel in huis. De heer Van der
Grugten moet daarom wel van vele
markten thuis zijn, zo te zien.
Als wij dan ter zake komen, blijkt
dat zich toch nog donkere wolken
boven Rijnsburg opstapelen. „Er zijn
nog driehonderd woningzoekenden
en dat is veel voor een gemeente
met 8600 inwoners. Aan de ene kant
mogen wij niet mopperen, omdat er
zo'n vierhonderd woningen in aan
bouw zijn, waarvan rond de twee
honderd van de woningbouwvereni
ging Spinoza, waar ik alle bewonde
ring voor heb. Een actief bestuur en
een zeer goede verstandhouding met
het gemeentebestuur. Wanneer het
zo doorgaat, denk ik dat wij over
vijf jaar wel uit de
huisvestingsmoeilijkheden zijn.
In 1920 was er weinig woongerief.
Nu. in 1970, is dat met sprongen
vooruit gegaan. Er wordt veel geld
verdiend in Rijnsburg, maar men
durft het geld ook te laten rollen.
Binnen vijf a zes jaar staan hier
zeker zevenhonderd nieuwe wonin
gen in plan Frederiksoord, met scho
len en cfpenbare gebouwen erbij. Wij
mogen uitbreiden tot 12.500 inwoners
en dat aantal zal over tien jaar wel
zijn bereikt. Dan zal Rijnsburg het
bordje „vol" moeten plaatsen.
Tenzij wij nog toestemming krij
gen een bestemmingsplan te realise-
rem langs de nieuwe weg, zoals in
Oegstgeest. Daar liggen weilanden,
waar geen kassen op mogen worden
neergezet. Als dat plan door zou
gaan, kunnen er nog eens achthon
derd woningen bij komen".
VOORUITKIJKEN
HE HEER Van der Gugten betreurt
de controverse tussen het ge
meentebestuur en veiling „Flora",
over de aankoop van grond. ..Jam
mer dat het zo ia gelopen. Voor de
gemeente is bet een strop. Nu
moesten wij de uitbreiding van de
andere kant laten beginnen, 't Heeft
de gemeente tot nu toe al heel wat
geld gekost. Dit jaar verwachten wij
wel de uitspraak van de Kroon".
De heer Van der Gugten, die zelf
als jochie van 11 jaar al op de lad
der stond om zijn vader te helpen
als schilder, draagt Flora toch een
goed hart toe. En dat an ook moei
lijk anders als wethouder van een
bloemendorp. Hij heeft bewondering
voor de Rijns burgse handelsman.
„Jekunt cfc geen velling komen, of
er zitten Rijnsburgers om bloemen,
groenten of fruit te kopen. Zowel
voor de im- als de export. Van
jongsafaan hebben ze de han
delsgeest in de vingertoppen.
In de tijd van Spinoza zeiden ze
al: Er waaien geen winden door
Hollandse iteden, of zij brengen hun
winst voor 'ujnsburg mede. Zeker 50
pet. var. de bloemen- en gxoenten-
hande. Is in R'nburgse handen'-.
Hoewel de bloemen nummer een
zijn in Rijnsburg, neemt de groente
toch ook nog een plaats in. In
Rijnsburg is zelfs nog een groente
veiling. die samen werkt met d«
Katwijkse veiling.
Misschien was dat vroeger niet re
duidelijk maar nu kijkt de Rijnsbur
ger ver vooruit Eén van de oorza
ken is ongetwijfeld dat het onder
wijs een belangrijker plaats inneemt
dan vroeger het geval was.
De heer Van der Gugtent „Wij
hebben nu de grootste tuin
bouwschool van ons land en verder
de nieuwe MAVO-school. Voorheen
gingen de Rijnsburgse kinderen naar
Katwijk, Oegstgeest of Leiden op de
Mavo, nu zijn de rollen omgedraaid.
Ook van buiten onze gemeente ko
men kinderen op deze MA
VO-school" Ook is in de gemeente
geen oude lagere school meer te vin
den. Of het zijn nieuwe scholen, of
zij zijn verbouwd.
HOGE HUREN
TAE RIJNSBURGERS misse» niet
veel meer. Een modern sport
complex en twee nieuwe gym
nastiekzalen bieden de sport een be
hoorlijke accommodatie.
Over de stport zegt de heer Van
der Gugten: „Wij kennen hier alleen
de zaterdagsport. Ik ben trouwens
van mening dat op den duur de ge
hele zondagsport naar de zaterdag
wordt verschoven, opdat degenen die
anders naar een voetbalwedstrijd
gaan kijken, de zondag in hun gezin
kunnen doorbrengen".
Nog één ding moet de wethouder
van 't hart: „De huren van de wo
ningen vind ik een orjverkwikkelijke
zaak. Voor velen is een huur van
f 50 per week moeilijk op te bren
gen. Er zijn nog genoeg arbeiders
die met f175 gulden thuiskomen en
zelfs met nog minder. Als je daar
dan nog eens f50 vanaf moet halen
voor de huur, is dat haast niet op te
brengen. Met die prijzen weet je
niet. waar je blijft. ITats die kort
geleden werden gebouwd voor
f 35.000 worden nu nog niet ge
bouwd voor ƒ48.000. Dat is hope
loos.
Tenslotte is de heer Van der Gug
ten van mening dat Rijnsburg als
bloemendorp z'n naam eer moet aan
doen. Daarom zal men niet achter
blijven met de groenvoorzieningen.
Dat zal de komende jaren eerder
verdubbelen dan verminderen. Ook
in het uitbreidingsplan Frederiks
oord is veel groen opgenomen.
Zo stevent Rijnsburg af op een
mooie toekomst. Alleen, hoe zit dat
als de 'lemeente eenma-ii het bord to
„vol" heeft hangen? Maar daarop
weet ook de wethouder het ant
woord nog niet.
De man, die door de
doorsnee-Rijnsburger gewoon met
„Wim" wordt Aangesproken, doet z'n
best en met hem zijn medebestuur
ders.
„Je moet wel eens hard wezen ais
gemeentebestuur. Dat is vaak moei
lijk, maar 't moet. In 't belang van
de toekomst van de gemeente", zegt
hij. Hier en daar breekt Rijnsburg
af. Maar, om weer op te bouwen!
Op een plaats waar nu een paar
arbeidershuisjes staan, zal eens een
flat verrijzen, plaats biedend aan
misschien wel honderd gezinnen of
nog meer. Zo tracht Rijnsburg het
ruimteprobleem enigszins op te los
sen.
WANNEER wij lezen, dat vijftig jaar geleden, in 1920, de bloem
bollenexport 16,5 miljoen kilo beliep met een waarde van 19,5
miljoen en we zetten daartegenover een exportcijfer van 90 miljoen kilo
met een waarde van rond 360 miljoen, dan zou men verwachten dat
dit artikel over „een halve eeuw bloembollenkwekerij en -export" één
jubelzang zou zijn. Dat kan alleen al niet, omdat bollenmensen altijd
klagen. Zij leven, zoals ieder weet, van hun verlies. Ze leven er vaak
nog goed van ook. Maar men mag toch wel zeggen, dat vergroting van
omzet vergroting van zorgen betekend heeft. En die zorgen, daar zit
men heden ten dage nog midden in.
Vijftig jaar geleden had het
Moerabollenvak net Wereloorlog I
achter de rug en het behoeft geen
betoog, dat dit een zwarte periode
Men vond redding door zich te
erpen op de coöperatieve groen-
♦endrogerij, maar old-timers krijgen
n°g een nare smaak in de mond
wanneer men spreekt van de „Co-
dro" affaire. De afwikkeling van de-
*e onderneming na de oorlog, waar
bij de regering, die haar tot-en-met
gestimuleerd had, de bollenmensen
in de kou liet staan, was een harde
klap.
En wat de bollenmensen telkens
|weer verwonderde is de opvatting in
Den Haag, zelfs tot op de huidige
dag dat dat bloembollenvak er zo
gezond voor staat. Dat beleefde men
met minister Colijn in de crisisjaren,
|dat beleefde men zelfs nu nog met
jminister Lardinois, toen men hulp
uit Europese fondsen vroeg voor de
stichting van een nieuw handels- en
organisatiecentrum in Hillegom.
ONZEKERHEDEN
jQVER DE geschiedenis van het
bloembollenvak in die vijftig
jaar ware een boek te schrijven zo
dik als een statenbijbel, wij zullen
ons moeten bepalen tot enkele
hoofdpunten.
Bloembollen zijn een uitermate
conjunctuurgevoelig artikel en wat
op het politieke schouwtoneel zich
afspeelt (met alle gevolgen in andere
Sectoren) vindt onvermijdelijk zijn
weerslag op de bloembollenexport,
en via deze op de kwekerij. Daarbij
komt dat het artikel geen fa-
prieksprodukt is maar onderhevig
aan klimatologische invloeden,
waardoor de oogsten sterk uiteenlo
pen, als ook de kwaliteit
En ten slotte ontbreekt het maar al
ie vaak aan betrouwbare gegevens
waarop men een prognose kan bou
wen. Daardoor heeft het gerucht
grote invloed op de markt De ex
port probeert de indruk te geven dat
de oogst „over de mand zal lopen"
met als gevolg lage prijzen; de kwe
kers lopen met lange gezichten want,
de oogst wordt niet best, om hogere
prijzen te kunnen bedingen. Het kan
dan ook gebeuren dat men pas laat
in het veilingsseizoen de balans kan
opmaken, en dat die er heel anders
juitziet dan men had verwacht.
SANERINGSSTRIJD
IN DE jaren dertig beleefde het
bloembollenvak een bijzonder
slechte tijd. Er werd zelfs een rege
ringscommissaris voor het bloembol
lenvak benoemd, die de „sane
ringsmaatregelen" moest uitvoeren.
Tegen die sanering ontstond een fel
le strijd.
De ..antisaneerders" (een van de
felste was het huidige kamerlid voor
jde Boerenpartij Anton Nuyens)
weerden zich heftig. Retorische
veldslagen werden geleverd in de
Vergaderingen van de (toen nog niet
Koninklijke) Algemene Vereniging
voor Bloembollencultuur, met de
Hillegommer Murk staande op z'n
stoel en met tenorstem roepend „Zij
die gaan sterven, groeten u!".
i Er waren zo'n tienduizend kwe-
ikers. kleine en grote, en zo'n zeshon
derd exporteurs met een onbekend
Aantal reizigers bereisden alle lan
den om de bollen af te zetten. Een
*oms moordende onderlinge concur
rentie hield de prijzen (te) laag, ook
oor de kwekers. Soms hadden die
kwekers het voordeel van hoge prij
zen, maar dat was dan weer een
nadeel voor de exporteurs.
Deze moeilijk onder controle te
krijgen situatie is er de oorzaak van
geweest, dat men in al die vijftig
jaren nimmer heeft kunnen zeggen
„Nu is het bloembollenvak er boven
op". De legende van de „rijke bol-
lenman" was. een legende. Al wa
ren er die kans zagen een groot en
sterk bedrijf te stichten, soms van
de grond af.
VORDERINGEN
jV"OCHTANS zijn er voortdurend
vorderingen. Professor Van
Slogteren op het Laboratorium voor
Bloembollencultuur maakte het mo
gelijk bloembollen te exporteren
naar landen op het zuidelijk half
rond en onder zijn opvolger profes
sor Schenk zullen de zogenaamde
„vijf graden tulpen" die met Kerst
mis bloeien, grote opgang maken.
Bijzondere zorg wordt besteed aan
kwaliteitsverbetering en ziekten -
bestrijding. Het pionierswerk van de
merkwaardige „professor" De Mol.
met radioactieve bestraling, wordt
op breder schaal voortgezet door het
Instituut ter Verbering van Tuin-
bouwgewassen in Wageningen.
Nadat jaren vergeefs is gepoogd
weer vaste voet te krijgen achter
net IJzeren Gordijn, slaagt de Ne
derlands-Russische samenwerking in
een broeiproject in de Russische
hoofdstad en heeft een sneciale
„Oost-groep" van de Bond van
Bloembollen handelaren goede hoop
dat de omzet hierheen zich zal uit
breiden. Ook het zorgenkind Ameri
ka krijgt, dank zij een nieuwe aan
pak (ook al door wetenschappelijke
medewerking) een fleuriger gezicht.
STRIJDBAAR
TN DE JAREN na de Tweede We
reldoorlog woedt in het bloembol
lenvak 'een felle, onzakelijke strijd
om de plaats van de beurs en de
zetel van „Bloembollencultuur," een
zeer kostbare strijd ook, want wan
neer die na veertien jaren eindelijk
ten gunste van Hillegom is beslecht,
heeft de geldontwaarding en prijs
stijging voor een miljoenenverlies
gezorgd.
De beide grote organisaties, de
Bond van Bloembollenhandelaren en
de KA VB, gaan over tot de benoe
ming van gesalarieerde voorzitters.
Nieuwe strijd laait op bij de in
voering van de publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie, waarvan de te
genstanders té laat merken dat de
zaak al in kruiken en kannen is. Het
ProduktschaD voor Siergewassen,
waarin werkgevers en werknemers
vertegenwoordig zijn. behartigt de
belangen van „bollen, bloemen en
bomen" maar krijgt een geduchte
aderlating wanneer de EEG diverse
regelingen in het bollenvak laat ver
dwijnen.
SHOWBUSINESS
TN het tentoonstellingswezen komt
lelijk de klad. wanneer het hou
ten gebouw, om duidelijke redenen
..Monte Carlo" genaamd, waarin te
Sassenheim bloemententoonstellin
gen werden gehouden, in de honger
winter wordt opgestookt.
Breed-op komen er dan vier ten
toonstellingen per seizoen ln de
Bloemlusthal van HBG te Lisse,
maar ze kunnen het bestaan niet
rekken. Dan echter begint in Boven-