'Er zijn normen die
voor altijd gelden'
CHURCHILL OP DE STOEP BIJ MINERVA
STERKE BANDEN
IN ZWITSERLAND
©DÜIKr]
J G. LAMERS, VIJFTIG JAAR ABONNEE:
Laat Leiden Leiden blijven
Behalve
de MC
is onze
ectuur
in het
Duits
OVER enkele weken, om precies te zijn 15 april, is 't zes jaar geleden
dat wij met twee kinderen, Rudi en Carin, nu 14 en 10 jaar, uit
Leiden, J. P. Coenhof 29, voor onbepaalde tijd naar Zwitserland vertrok
ken. De eerste twee jaren woonden wij in het mooi gelegen Pfdffikon
Kt. Zurich, waar ook Martin (nu 5 jaar) geboren werd. Simds ruim vier
jaar zijn wij burgers van Schwerzenbach aan de Greifensee, waar onze
nu 4-jarige Frans het kwartet volmaakte.
TK. erger me wel eens aan de ingezonden stukken in
deze krant. Somg denk ik: dat kan best wel eens een
Schwerzenbach, In acht jaar van
louter boerendorp met 300 inwoners,
tot een modern woon- en industrie
centrum met meer dan 2500 inwo
ners uitgegroeid, ligt op ongeveer
tien km van het hart van Zürich.
aan het begin van het z.g. Züricher
Oberland. Een groot gedeelte van
het verkeer van en naar het Ober
land, loopt via ons dorp en geeft een
opmerkelijke levendigheid aan de
dorpskern, ook al doordat het station
midden in het dorp is
Afgezien van een met veel bossen
versierde, rond 400 m hoge en 20 km
lange heuvelrug, is de omgeving te-
melijk vlak en wijds, mede door het
zes km lange en twee km brede
meer, dat met een vrij uitgestrekt,
beschermd natuurgebied tegen het
dorp aanligt.
Om in de bergen te komen moeten
we met een klein uurtje autorijden
rekenen, hoewel we in het bijzonder
's winters een indrukwekkend ge-
zicht op deze bergen hebben, waar
ze zich over een breedte van 60 km
I uitstrekken.
VERGELIJKING
J^EN vergelijking met Leiden geeft
uiteraard grove tegenstellingen.
De rond 30 boerderijen buiten
beschouwing latend, zijn bijna alle
huizen, zeker voor Leidse begrippen
inzake woningb'ouw, tamelijk luxu
eus. Helaas zijn de huren ernaar;
ook al verdient men hier goed, toch
zijn ze voor velen aan de hoge kant.
Onze woning kost per maand rond
Fr. 500 wat praktisch een derde van
ons inkomen uitmaakt. Daarvoor
hebben we dan een 4-kamerflat met
badkamer, extra toilet met fontein,
centrale verwarming, onbeperkt ge
bruik van warm en koud water. Na
tuurlijk ligt het voor de grote steden
weer anders, maar over het alge
meen valt elke vergelijking van hui
zen en openbare gebouwen in het
nadeel van Leiden uit.
Hoewel wij van alle moeilijkheden
van de Leidse binnenstad op de
hoogte zijn (we zijn geboren en ge
togen Leienaars en lezen tot de
laatste letter de Nieuwe Leidse a
jour) valt ons toch bij elk bezoek
aan Leiden steeds meer de enorme
rommel op die overal op straat ligt,
en verder de verwaarloosde huizen,
ook de nieuwere, waar we zelf nog
in gewoond hebben, en de bijna cha
otische toestanden in het verkeer. Zo
goed als iedereen rijdt 10 tot 20 km
sneller dan is toegestaan.
Opvallend doelmatig zijn hier de
scholen, met bij ons in het dorp een
zeer moderne turnzaal en overdekt
zwembad, dat voor volwassenen ook
's avonds geopend is. Dan nog op
geringe afstand een hypermoderne
kunstijsbaan die van oktober tot
april bijna de hele dag open is.
Tot zover lijkt alles in beste orde
en blijft ér ogenschijnlijk niets te
wensen over. Maar dat is niet zo,
want ondanks alle luxe, comfort en
geborgenheid op vele gebieden, wor
den de menselijke problemen met de
dag groter.
Misschien is het daarom wal
moeilijk werkelijk kontakt te krij
gen met de Zwitser. Zelf hebben we
gelukkig een zeer goed kontakt met
twee families, die ook buren zijn,
waarvan de mannen broers zijn, de
ene vrouw een Hollandse is en de
andere uit Neuchatel komt. Wij
moeten hierbij wel aantekenen, dat
we allemaal in dezelfde geloofsge
meenschap (Evangelische Missi-
onsverein) komen en er dus een
geestelijke basis is. Over het alge
meen gaat de Zwitser vroeg naar
bed en leeft hij wat geisoleerd van
zijn buren.
SERVICE
TK ZELF werk in één van de twee
grootste Musikhauser in de kla
vecimbel-afdeling, als techniker en
stemmer en ben voor alle service
aangesteld, zowel bij partikulieren,
waaronder natuurlijk veel musici
alsook in Tonhalle, Opernhaus, Ra
dio en in grammofoonplatenstudio's.
Per jaar reis ik zo'n 35.000 kin met
de auto door Duits-Zwitserland.
Zéér groot geschreven, en dat op
alle gebieden, is de perfektie. Goed,
beter, best, perfekt.
In het begin is het wat moeilijk
dat spel mee te spelen, op den duur
geeft de arbeid wel meer bevredi
ging. Over het algemeen is de
Zwitser zeer op Holland en de Hol
landers gesteld en kunnen we een
potje bij ze breken.
We hebben ons dus goed ingeleefd,
ook al doordat we de taal nu spre
ken en onze kinderen niet meer van
de Zwitserse te onderscheiden zijn.
Thuis spreken we nog steeds Neder
lands met elkaar, wat wel moeilijker
wordt, daar onze lektuur. afgezien
van de Nieuwe Leidse, in het duits
is, inklusief een Zwitserse krant
voor het plaatselijke nieuws.
Met onze vakantieplannen hadden
we tot nu toe geen problemen, daar,
met uitzondering van één keer enke
le weken Tessin, Leiden en Holland
in het algemeen de grote trekpleister
was. Eerlijkheidshalve moeten we
daarbij aantekenen, dat we al veel
van het land gezien hebben, doordat
we vaak met z'n allen gaan, als er
ergens voor een concert een klave
cimbel gestemd moet worden, wat in
de weekeinden nogal veel voorkomt.
FAMILIE
TT AT WE altijd weer naar Leiden
trekken is in de eerste plaats
wel om weer eens onder familie en
kennissen te zijn en „bij te praten."
Helaas zijn ons in de afgelopen ja
ren beide vaders ontvallen en zijn
onze mooie herinneringen daardoor
erg overschaduwd.
Ondanks het feit dat verschillende
delen van de stad de indruk geven
pas gebombardeerd te zijn, is het
voor ons een genot door Leiden te
dwalen, ook al door de vele herinne
ringen die we in de loop der jaren
daar verzameld hebben, vooral toen
ik als pianostemmer door de hele
stad toerde en overal aan de andere'
kant van de gordijntjes 'n kijkje kon
nemen. Met grote dankbaarheid den
ken we terug aan de jaren dat we
mochten meewerken in de Inter
kerkelijke Contactcommissie. Wij
zijn ervan overtuigd dat in het bij
zonder die jaren een stempel op ons
leven hebben gezet.
Als wij denken aan het Advents-
appèl, Paasappèl, Geloofsappèl en al
die andere samenkomsten, zien we
in gedachten weer al die mensen die
op straat, o.a. het Stadhuisplein, of
in één van de Leidse kerken in ware
oecumenen samenkwamen en, ko
mend uit vele kerken, getuigden van
hun geloof in Jezus Christus, die ook
voor ons realiteit geworden is en de
enige weg om het leven zinvol te
maken.
Soms kunnen we heimwee krijgen
naar het Leiden van toen, wat na
tuurlijk niet wil zeggen dat we zo
maar naar Leiden terug zouden
gaan, want we hebben hier ook ster
ke banden gekregen.
In onze vrije tijd mogen we muzi
kaal meewerken aan de Franse uit
zendingen over Radio Monte-Carlo
van Radio Evangile, en verder nog
als begeleider van een dubbel man-
nenkwartet, waarmee we hier en in
de Duitssprekende Kantonen bij
verschillende evangelisaties en con
ferenties optraden.
Aan het eind van dit relaas willen
wij graag nog alle Leidenaars en na
tuurlijk en het bijzonder hen die wij
van dichtbij kennen, van harte groe
ten. Mocht de één of ander bij ons
in de buurt komen en bij een goede
kop koffie of een Zwitserse speciali
teit wat willen babbelen over vroe
ger en nu, dan is hier ons adres:
F. A. v.d. Reijden
Ziclackerstrassc 22,
8603 Schwerzenbach, tel. 051. 85.44.51
rooie zijn die dat heeft geschreven, en het stuk komt dan
niet overeen met het karakter van de krant. In zo'n geval
zou ik er graag een commentaar onder zien".
Ik zit in de huiskamer van het echtpaar Lamers aan de Hoge Rijndijk.
De heer J. G. Lamers, bijna 90 jaar, leest onze krant vanaf de op
richtingsdag. Een van onze oudste abonnee's dus. Hij vertelt met graagte
zijn mening over vele zaken. Kijkt eerst wat benauwd, als ik hem vertel,
dat hij in het Jubileumnummer komt.
„Ik heb enkele jaren geleden een
attaque gehad en kreeg daardoor
een geheugenstoornis. Ik denk niet
dat ik veel kan vertellen over 50
jaar geleden".
Ik zeg hem dat dat ook niet de
bedoeling is. Ik wil de mening van
een man die zovele jaren de Nieuwe
Leidse als nieuwsbron heeft gehad.
Zijn mening over dingen van van
daag. De mening van zomaar iemand
van 90. Bijvoorbeeld over politiek.
„Politiek? Ik houd van sportiviteit.
Kijk, zoals studenten, communisten
en andere minderheidsgroepen de
monstreren, dat vind ik niet sportief.
Die mensen zijn nare elementen. Ik
herinner me nog dat studenten tegen
Veringa demonstreerden. Dat was
van: vijf, zes, zeven, acht, Veringa
moet in de gracht Sportief is, als ze
een rustig gesprek gaan voeren,
maar dat doen ze niet Zij zijn min
derheden met harde stemmen, ze
willen andere mensen hun wil op
leggen. Demonstreren is goed, als je
wilt pleiten voor een goed doel".
„Er zijn nu eenmaal normen, die
gelden voor altijd, die kunnen niet
veranderen. Een relatie tussen ou
ders en kinderen, daar zijn nonnen
voor. Maar als je de jongeren van
tegenwoordig ziet, ze zijn tegen elke
vorm van gezag".
GEZAG
TJET GEZAG van nu is te slap. Het
moet veel krachtiger worden. Ik
herinner me een dominee, die altijd
zei: jongens, petje af voor de agent.
Dat is misschien overdreven, maar
toch.
„In de Bijbel staat: de overheid
draagt het zwaard niet tevergeefs.
Ik zou het hele strafstelsel willen
veranderen, het is niet streng ge
noeg. Met zwaardere straffen zouden
de misdaden en overtredingen veel
minder worden".
„Maar zoals ze het tegenwoordig
doen. Iemand begaat een misdaad, er
komt een psychiater bij en die ver
klaart dat de man een ongelukkige
jeugd heeft gehad, dat hij er niets
aan kan doen. Maar ieder mens
moet toch de verantwoording voor
zijn eigen daden dragen. Ook die
misdadiger met zijn ongelukkige
jeugd".
„Ik ben niet voor opsluiting in cel
len. Dwangarbeid is veel beter. De
gevangenen moeten werken, dat is
gezonder. Een gezonde tucht zal als
gevolg hebben dat de mensen van
goede wil sympathiek tegenover het
gezag staan en de mensen van kwa
de wil er bang voor zijn. Streng zijn
is goed. Het moet niet gemeen streng
zijn, nee, eerlijk streng".
„Vernieuwing in de politiek? Ik
zal u zeggen, ik vind het een klucht
Het volk is een kudde. Er is één of
andere agitator, en wat die man wil
is de wil van het volk. Er is nog
nooit zo'n verwarring in de politiek
geweest als nu. Ik vind wel dat de
anti-revolutionairen, de CHU en de
katholieken moeten samengaan. Het
voornaamste is dat het religieuze be
ginsel zich openbaart in hun poli
tiek".
WONINGNOOD
TTE GEMEENTEPOLITIEK in Lei"
den kan door de beugel. Ik
vind het eigenlijk geen politiek, het
is meer ervoor zorgen dat alles reilt
en zeilt. Een belangrijk probleem is
natuurlijk de woningnood. Daarvoor
heb ik zelf een oplossing bedacht".
„De gemeente benoemt een com
missie, die nagaat welke huizen in
Leiden te groot zijn voor de bewo
ners. Vervolgens gaat het comité
naar die mensen toe om vriendelijk
te bepraten of op die lege kamers
geen woningzoekende echtparen
kunnen gaan wonen".
Op mijn vraag of in het grote huis
van het echtpaar Lamers ook
mensen inwonen antwoordt me
vrouw Lamers:
„Wij hebben altijd mensen in huis
gehad. Vijf keer verschillende
mensen, het is altijd goed gegaan,
we hebben nooit narigheid met hen
gehad. Nu nog hebben we contact
met hen".
De heer Lamers gaat verder met
zijn visie op Leiden:
„De Leidenaars zitten nog altijd
onder de druk van vroeger. Dat
maakt het voor het gemeentebestuur
zo'n moeilijke stad".
„Om nog even op die normen te
rug te komen: zo'n man als Ampt-
meijer, die houdt helemaal niet van
normen. Dat soort mensen ziet er
schunnig uit Het zijn eigenaardige
types. Ik zeg altijd: de politiek zit in
de haren, en van die politiek van
Amptmeijer moet ik helemaal niets
hebben".
APARTHEID
T^EN „HOBBY" van meneer Lamers
is Zuid-Afrika. Hij leest over dit
land en schrijft regelmatig ingezon
den stukken. „Ik ben vóór de apart
heid. Dat klinkt wel raar in een land
waar iedereen er tegen is, maar de
mensen zeggen dat zo klakkeloos; ze
denken er niet goed over na. Ik heb
er mijn leven lang over nagedacht.
Je moet goed beseffen dat de Ban
toes aan het begin van een bescha
ving staan. Iets waarover wij 2000
jaar hebben gedaan, zouden zij even
in enkele tientallen jaren moeten
klaarspelen. Daarom moet er apart
heid zijn. Niet omdat die mensen
zwart zijn, maar omdat zij nog niet
de graad van beschaving hebben die
de blanken hebben".
Ik vraag hem wat hij dan denkt
van het verbod voor zwarten om
blanke restaurant en scholen te be
zoeken, om in een blanke bus te
gaan zitten.
„Ja. dat kun je ook omdraaien.
Een blanke mag ook niet in een
zwarte bus zitten".
„Het lijkt mij eerder dat de blan
ke niet in een zwarte bus wil zit
ten", zeg ik. Maar hij blijft bij zijn
standpunt.
Natuurlijk moet hij, als abonnee
met een 50-jarige traditie zijn me
ning over de Nieuwe Leidse geven:
„We vinden het allebei een gezellige
krant. Als het kerstmis is dan zeg
gen we, sjonge, wat saai, geen krant
Oud-zijn hoeft niet te bete
kenen dat het leven om je heen
je niet meer interesseert. Bij de
heer Lamers, die vijftig jaar de
Nieuwe Leidse leest, wordt dat je
duidelijk.
vandaag.
Je moet bij een krant, en dat geldt
niet alleen voor de Nieuwe Leidse.
direct kunnen zien op wat voor fun
dament hij staat Bruins Slot, de
hoofdredacteur van Trouw, verkon
digde enkele jaren geleden dezelfde
mening als ik, maar hij is helemaal
omgezwaaid; dat kan ik hem niet
goed vergeven. Wij lezen Trouw dah
ook niet
Wat ik bij veel kranten vindt is,
dat er te veel ruimte wordt ingeno
men door de sport Ik heb zelf altijd
aan sport gedaan, gymnastiek en
schermen, maar dat was voor mij
een bijzaak. In de krant worden
sportmensen verheerlijkt. Maar de
verpleegsters in een ziekenhuis, de
dokters, die zijn toch veel belang
rijker, maar daar hoor je nooit van.
De zondagsport in de Nieuwe
Leidse, ik zie wel dat het nodig is.
maar zuiver vind ik het niet; het
kerkelijke leven lijdt eronder".
DE TIJD gaat snel. Dat ondervond ik kort geleden, toen een vriende
lijke, al enige jaren in Leiden wonende, maar elders docerende
hoogleraar mij uitnodigde hem te komen opzoeken met de toevoeging:
„Kent U Leiden enigszins?" Met overtuiging kon ik „Ja" antwoorden.
Toch zal ik mij aan vele lezers al weer opnieuw moeten voorstellen.
Direct na de bevrijding kwam ik in
Leiden aan als student. Na mijn afstu
deren werd ik adjunct-secretaris van
Curatoren. In 1953 daarnaast raadslid,
in 1958 wethouder en in 1961 dus nu
acht jaar geleden, waren de zestien
Leidse jaren ten einde.
In die tijd had ik er moeite mee mij
voor te stellen, dat ik misschien eens
ergens anders zou wonen. Ik voelde
mij geheel met Leiden verbonden;
misschien ook omdat ik meer stadge
noten kende dan menig ander. De
verklaring van deze pretentie is een
voudig: de universiteit en de stad
leidden een eigen leven dat zal nu
nog wel zo zijn en vanuit mijn
centrale positie bij de universiteit
kende ik heel velen die daaraan wa
ren verbonden.
Het raadslidmaatschap en daarna
het wethouderschap en niet te verge
ten het secretariaat van de 3 oktober
vereniging in de ogen van som
migen misschien nog wel de belang
rijkste functie! brachten mij tot in
alle hoeken van het buiten-universitaire
Leiden.
„In hoeverre heeft uw opgroeien en
wonen in Leiden uw leven bepaald?"
Ik heb er gestudeerd en de eerste
elf jaren van mijn loopbaan liggen
daar; beslissende jaren in iemands le
ven. De studentenjaren hebben mij
omgebouwd van een zekere kamerge
leerde in de dop tot iemand met veel
belangstelling voor het besturen en de
openbare zaak. De universiteit en de
stad hebben mij daarna de kansen
geboden om deze voorkeur in de
praktijk te beproeven.
Het besturen van een universiteit
was in de vijftiger jaren evenmin al
tijd even gemakkelijk. De ontwikke
ling moest aanzienlijk worden
versneld en veel hing af van de stu
wende kracht van het toen nog vrij
kleine ambtenarenkorps van Curato
ren. Bovendien is aan de universiteit
niets menselijks vreemd. De mense
lijke eigenschappen waar een bestuur
der op moet inspelen, waarmee hij
voortdurend rekening moet houden,
doen zich natuurlijk ook voor in de
dagelijkse contacten met hoogleraren,
leden van de wetenschappelijke staf
en studenten, zij het naar mijn indruk
met dit verschil, dat de bestuurlijke
problemen Juist in het menselijke
vlak nogal eens groter waren dan in
de gevestigde gemeentelijke admi
nistraties.
In die jaren was mijn hoop nog
eens burgemeester te worden. De
kansen waren eerst niet erg groot,
maar het lidmaatschap van de Leidse
raad van 1953 tot 1958 was een kostba
re vooropleiding. Ik heb er nog veel
plezier van. Als burgemeester heb ik
uiteraard ook wel eens te maken met
een wat minder gemakkelijk raadslid,
maar dan wordt bij mij een zekere
tolerantie bevorderd, omdat ik mij her
inner hoe lastig ik zelf in die jaren
ook wel eens was.
In 1958 mocht ik de nieuwe vijfde
wethouderszetel bezetten. Graag was
ik langer dan drie jaar wethouder
geweest. Aan die tijd behoud ik de
beste herinneringen. Het zou te ver
voeren hiervan veel te vertellen, maar
projecten als de vuilverbranding en
de Veemarkthal heb ik in die jaren
ook helpen voorbereiden. Mijn mede
lijden hebben mij in die tijd veel
geleerd. Met dankbaarheid en eerbied
denk ik terug aan mijn veel te vroeg
overleden collega S. M. Stolp.
..Zijn er opmerkelijke verschillen
tussen Leiden en de gemeente waar u
nu woont en heeft uw tegenwoordige
woonplaats u de ogen geopend voor
duidelijke onvolkomenheden en te
kortkomingen in de Leidse samenle
ving?"
Verschillen zijn er natuurlijk, maar
ook overeenkomsten. Middelburg is
ook een oude stad met een trotse histo
rie. Door de 19e eeuwse stilstand in de
ontwikkeling is Middelburg veel ga
ver aan het nageslacht overgeleverd
dan steden als Leiden, die in de 19e
eeuw vaak al een heel ander gezicht
hebben gekregen.
En zo kom ik toch op een Leidse
onvolkomenheid: er wordt m.i. nog
niet helemaal voldoende gedaan aan
de restauratie van de vele monumen
ten die Leiden nog rijk is, waaronder
vele woonhuizen. Toen ik in Middel
burg burgemeester werd en hoorde
welke geslaagde restauratieplannen
daar al waren verwezenlijkt, had ik er
spijt van in Leiden aan dit onderwerp
niet meer aandacht te hebben besteed.
Gelukkig las ik in het laatste Leidse
Jaarboek dat verschillende prachtige
restauraties tot stand zijn gekomen,
maar ik begreep tevens dat de aanpak
MR. DRIJBER
in Leiden toch nog wat breder en
intensiever moet zijn. Die mogelijk
heid is de gemeente gegeven, omdat
bij restauraties Rijk en gemeente ie
der 30 pet. kunnen geven, zonder dat
het de gemeente uiteindelijk iets kost.
dank zij een goede regeling van het
Gemeentefonds.
Ik hoorde vaag iets over plannen
voor de stichting van een NV
Stadsherstel Leiden. Van harte hoop
ik dat deze plannen doorgaan. Ge
meente en particulier initiatief kun
nen gezamenlijk veel bereiken en
moeten ook veel bereiken, anders gaat
het monumentenbezit te veel achter
ruit. De tijd is gunstig. De belangstel
ling om in oude huizen in de bin
nenstad te wonen is overal sterk toe
genomen. Bovendien heeft Leiden nog
de gemakkelijkste oplossing bij de
hand: huisvesting van studenten.
„Zou u bereid zijn, als zich de gele
genheid daartoe voordeed, naar Lei
den terug te keren?".
Ik blijf mij met Leiden verbonden
voelen. Daarom zou ik altijd bereid
zijn terug te keren, maar ik aarzel
toch zo nu en dan wel, wanneer ik
komende van buiten de randstad Lei
den bezoek. Het is wel erg vol gewor
den.
KARIG
JAMMER VIND ik het ook dat Lei
den zo weinig de kans heeft gekre
gen voor een ruime uitbreiding buiten
het centrum. Voor een evenwichtige
strüctuur was een veel ruimere
grenswijziging noodzakelijk geweest.
Als ik zie wat in andere delen van het
Land aan radicale herindelingen wordt
doorgevoerd, dan betreur ik het altijd
nog dat Leiden zo karig is bedeeld. Er
zal wel niets meer aan te doen zijn en
onder deze omstandigheden verheug
ik mij er over dat, voorzover ik dat
op afstand kan zien, de samenwerking
met de gemeenten rondom de stad
zich zo goed heeft ontwikkeld.
„Enkele ook voor anderen interes
sante herinneringen aan uw Leidse
tijd."
In 1946 ontving Churchill in Leiden
een eredoctoraat. Deze gloriedag ein
digde op de sociëteit „Minerva" en na
een gloedvolle rede nam Churchill
met het V-teken afscheid, omdat zijn
auto zou voorstaan. Toen hij naar bui
ten trad, was er echter geen auto te
zien. Voor Churchill geen bezwaar:
hij ging rustig op de stoep zitten
wachten en stak een sigaar op. tot
grote vreugde van de hem omringen
de studenten en bevolking.
De 3 oktober vereniging blijft een
grote plaats in mijn herinnering be
houden. Het was een voorrecht lid te
zijn van een bestuur, dat dank zij niet
te beperkte geldmiddelen elk jaar
weer een groot programma voor de
burgerij kon organiseren. Daarvoor
moest en moet waarschijnlijk nog
hard gewerkt worden. Aan de
bestuursleden werden hoge eisen
gesteld. Wie niet voldeed moest al
spoedig het veld ruimen. Welk bestuur
presteert dit? Meestal doen enkelen
het werk en de rest zit erbij.
Herinneringen aan Leiden kan ik
uit onbeperkte hoeveelheid leveren
Uw redactie zou mij dat niet in dank
afnemen. De dank is overigens aan
mij. Het deed goed als oud-Leidenaar
te ondervinden nog niet geheel verge
ten te zijn, want voor mij blijft gel
den: eenmaal Leidenaar blijft Leide-
naar (en Leienaar).
(De heer Drijber is nu burge
meester van Zwolle; toen hij dit
voor onze Jubileumkrant schreef,
had hij juist afscheid van Middel
burg genomen Red. NLC).
SYSTEMEN
mm* mm mm,
fCyp I II
BRRNDKRSTEN
KANTOORINRICHTING
i hoofdstr. 186
tel: 01710-30797*8
Ileiderdorp