'Het mooiste
wat er
bestaat'
HEMEL ALS
LUILEKKERLAND
Leiden langzaam
maar zeker minder
leefbaar geworden
DR. RIEMENS (95 JAAR)
Haal dat
bord weg
anders
preek ik
hier niet
meer!
A AN de riante Verlengde Slotlaan in Zeist woont de
nestor van alle Nederlandse dienstdoende predi
kanten. doctor Johannes Riemen» (95). Wie zou mij
beter en prettiger over de eerste helft van die vijftig Leid-
se jaren kunnen inlichten dan hij
Dr. Riemens was tussen de twee
wereldoorlogen hervormd predikant
van de oude veste. Hij preekte en
handelde als een man des vredes.
een irenisch theoloog met een ruim
gezichtsveld, die hoog genoeg stond
A LLES verkeert in een stroomversnelling", zegt ds. P. Kloek, „en het
is voor mjj de vraag of de kerk niet te laat heeft onderkend, welke
eranderingen bezig waren zich te voltrekken. Het succes dat een boekje
Is van bisschop Robinson had, is toch wel merkwaardig. Theologisch is
et helemaal niet zo belangrijk. Maar vele mensen zeiden: daar heb ik
ou altijd mee gezeten die erfenis van huis en de zondagsschool,
et God als een supersinterklaas en de hemel als een luilekkerland
„Ja. het kerkbezoek gaat sterk
hteruit. Die onzalige tegenstelling
ssen verticalisme en horizonta-
jme. daar word je eenvoudig op
drukt. Maar je kunt die twee niet
heiden".
-Wie zijn verantwoordelijkheid te-
fnover de wereld kent, is daarom
)g geen horizontalist. Maar vele
^rkmensen willen graag blijven bij
at ze altijd gehoord hebben, omdat
bang- zijn door het Woord-van
td uit hun tent te worden gelokt."
.Progressieven en conservatieven
n er overal. Maar de dingen,
arvoor destijds Riemens heeft ge-
fhten, zijn nu geconsolideerd en
hi probleem meer. We vragen ons
fs nu al af: heeft een oogstdienst
ndaag -de- dag nog zin?"
[Ook de specialisatie drong door.
n de predikanten hebben er vijf
l bijzondere opdracht: twee voor
(studenten, één voor de academie.
voor de jeugd, één voor bijzon-
r kerkewerk. De inkrimping van
l aantal wijkpredikanten van 9 tot
i, ging wel met pijn."
jU moet weten, dat Leiden al tij-
jis de Franse revolutie negen pre-
lanten had. De héle, die er afging,
de vrijzinnige (met een bijzondere
jracht), de halve is dr. Schoon-
bi, die ten dele ook nog een wijk
door Joh an
van Wolfswinkel
Oud
zeer
p )E KWESTIE van de vrijzinnigen
Q is een oud zeer. Ze kwamen, met
li prcdikantsplaats, in 1890 buiten
kerkverband te staan. De Vere-
pg van Vrijzinnig-hervormden,
n opgericht, bestaat nog wel.
ar er is nu een predikant voor
rondere werkzaamheden."
Dr. Boersema stond destijds nog
J Zoo is de kerken inwendig
yrnnderingen doormaken, is er
1 de loop der jaren aan kerkge-
puwen ook wel een en ander
wijzigd. Een voorbeeld daar-
de Oosterkerk aan de
trengracht te Leiden die. staan.
in een saneringsgebied, op-
igplaats van V. en D. werd.
binnenstad is ook voor de
kerk een probleem.
helemaal buitenspel; ds. Hubeek tel
de mee, maar was toch nog niet he
lemaal opgenomen. Dit betekende
voor'hemeen groot verdriet En te
genwoordig is de integratie van ds.
Wagenvoorde nog altijd niet volle-
big"
Wie houdt de vrijzinnigen dan te
gen?
„Eigenlijk is het zo. dat de grote
meerderheid van de kerkeraad hen
best wil. Maar de financiële moei
lijkheden zijn te groot. U moet be
denken. dat een wijkgemeente als
zuid-west uit bijna 3000 pastorale
eenheden (gezinnen èn alleenstaan
den) bestaat."
„De vrijzinnig-hervormden hebben
er maar 400 a 500. We kunnen ons
de weelde niet veroorloven, daarvan
een aparte wijk te maken. Uit eigen
beweging zal geen wijkgemeente
ooit een vrijzinnig predikant beroe
pen. En van bovenaf is geen oplos
sing mogelijk. Het kostte zelfs al
grote moeite, dr. Schoonheim
half-wijkpredikant te maken."
Hierbij komt, dat de verant
woordelijkheid voor wereld en cul
tuur, waar het de vrijzinnigen in de
vorige eeuw om ging, tegenwoordig
in woord en daad van de meeste
hervormde predikanten verdiscon
teerd is. Toch is er onder de vrijzin
nigen veel offervaardigheid, om deze
plaats te continueren. Alles komt
ten laste van hen zélf, omdat men de
vereniging niet wil opheffen.
In Staalwijk is de vrijzinnige
professor Sevenster nog jaren ou
derling geweest, tot hij rector mag
nificus werd. Zoiets was vroeger
eenvoudig niet denkbaar.
Erfenis
TTET OUDE richtingen-compromis
van 1924 (3 confessionelen, 3
ethischen, 1 gereformeerde-bonder
en 1 Kohlbruggiaan) doet het nu ook
niet meer.
Het is een historische erfenis van
de wijkgemeente Koningskerk, een
bonder te beroepen. Vroeger trou
wens van het Centrum ook (ds. Van
Apeldoorn). Na het vertrek van ds
Kleermaker werd die wijk gesplitst,
over andere wijken verdeeld en de
bondsplaats naar de nieuwe wijk
zuid-west overgeplant.
Het bleek echter voor ds Bouter
(die uit Stavenisse was gekomen) on
mogelijk, de bondsbeginselen met de
nieuwe wijk te combineren. Hij
móost zich wel anders opstellen, ging
ook gezangen laten zingen.
Dit leidde tot een blijvende breuk.
Achteraf bleek die gezangenkwestie
nog niet eens doorslaggevend. Maar
ds. Bouter weigerde de door de Bond
verlangde koers in deze wijk te vol
gen.
De middeleeuwse kerkgebouwen
(Pieters- en Pancras- of Hooglandse)
betekenen een zware last voor de
Leidse hervormde gemeente. Aan
zulke grote weinig comfortabele ge
bouwen is nauwelijks meer behoefte.
Wé) echter aan gezellige, aan de wij
ken aangepaste kerken.
Hebben de rooms-kat.holieken er
geen belangstelling voor?
„Na de bouw van de St. Petrus- en
de restauratie van de Lodewijkskerk
niet meer. Ook zijn de historische
banden met de Pieterskerk zó sterk,
dat alleen het praten over een even
tuele afstoting al sterke weerstanden
oproept. We hebben nu een goede
oplossing aanvaard: 's zondags is de
kerk voor de gemeente bestemd.
Ds. P. KLOEK.
verder krijgt de universiteit er de
beschikking over als groot-auditori
um. Van afstoten of verkoop is nu
geen sprake meer. Maar het probleem
blijft
De restauratie van de Hooglandse
kerk duurt nog een poos. Het koor is
al twee jaar in gebruik. Een deel
van de belendende huisjes is ver
bouwd tot Pniël-wijkcentrum en
voor de studenten.
Gemeenschap
J£EN BELANGRIJK feit in de
Leidse kerkgeschiedenis Is de
oprichting van de „Gemeenschap
van kerken".
Als voortzetting van de vroegere
„Oecumenische Raad", die meer een
zaak van de liefhebbers was. Nu zijn
de leidinggevende figuren uit alle
kerken erbij betrokken, óók de kerke
raden zélf, waardoor de besluiten
bindend worden."
„De hervormde. gereformeerde,
rooms-katholieke. oud-katholieke,
lutherse, doopsgezinde kerken en de
remonstrantse broederschap zijn bij
de Gemeenschap aangesloten. Men
richt zich in 't bijzonder op de Me-
renwijk, wil daar zoeken naar nieu
we aan dit jonge stadsgebied aange
paste vormen van kerkewerk. zoals
dit ook gebeurt in de Amsterdamse
Bijlmermeer en de Rotterdamse
Alexanderstad. Ook worden geza
menlijk pogingen tot liturgische ver
nieuwing gedaan."
„De na-oorlogse ontwikkeling leid
de er onvermijdelijk toe, dat men
voortaan niet meer over een geïso
leerd Leiden kan spreken. Wel. in
pastorale verantwoordeli ikheid, over
de Leidse regio. We zetten de pogin
gen om tot samenwerking met
Oegstgeest, Leiderdorp en Voorscho
ten te komen, met kracht voort."
„De kerken èn de gemeenten heb
ben elkaar nodig, moeten nauw sa
mengaan. om in onze wereld te kun
nen getuigen van de ene Heer en om
het woord der verlossing te spreken".
om over grensmuren heen te kijken,
die enthousiast en idealistisch ge
noeg was om de oogst-, de kerst
nacht-, en de jeugddienst „door te
drukken" en geestig en spits genoeg
om verroeste tradities bespottelijk te
maken. Hij praat alshof hij het nög
beleeft.
„Toen, lk in 1917 uit Dedemsvaart
naar Leiden kwam. ging het daar in
de hervormde kerk erg ouderwets
toe; van oecumene was nauwelijks
sprake en orthodoxen en vrijzinni
gen leefden streng gesepareerd".
U was toch een ethisch theoloog?
„Ja, maar ik behoorde wel tot het
degelijke midden; ik was trouwens
beroepen, dank zij de samenwerking
van ethischen èn confessionelen.
Al in Dedemsvaart had ik pogin
gen aangewend om de hervormde
predikanten in een soort van broe
derschap bij elkaar te brengen, om
zo alle misstanden en misverstanden
uit de weg te ruimen.
In Utrecht vond in 1920 een grote
vergadering van kopstukken der
verschillende richtingen plaats. De
uitersten ontmoetten elkaar hier
voor het eerst. We hebben toen wel
een belijdeniskern gehandhaafd: an
ders zie je elkaar niet meer
BEKROMPEN
TX LEIDEN was alles nogal be
krompen. Er bestonden een con
fessionele en een kohlbruggiaanse
partij (met ds. Oberman), verder een
gereformeerde-bondsafdeling. met
een tendens naar de confessionelen.
Ds. Punselie was de eerste ethische
predikant".
Bij zijn komst in Leiden vond dr.
Riemens schrijnende tegenstellingen
tussen de gezeten welvarende bo
venlaag en de fijn beschaafde af
gesloten wereld van de universiteit,
en anderzijds de brede armetierige
massa van het industrieproletari-
.aat.
„Sommige ergerlijke toestanden
troffen mij al dadelijk. Zo stond er
op een bord. aan de Ingang van de
Pieterskerk, hoeveel de plaatsen
kostten: een kwartje in de hoge
mooie banken, een dubbeltje bene
den in het ruim. een stuiver verder
op en niets in de ach+erste armen-
banken.
Ik zei tegen de koster: haal dat
bord weg; anders preek ik hier niet
meer'.
Nög zie ik dat arme vrouwtje bij
de diaconie achter de tralies staan.
Ze werd weggestuurd, omdat ze haar
nood niet wéér kon maken
Die diakenen en kerkvoogden wa
ren echte héren, toch eigenlijk óók
beste mensen. Maar je kon er niet
veel mee beginnen.
Ik trof in Leiden al gauw veel
geestverwanten aan. zodat we er sa
men in slaagden, de kerkvoogden tot
een ander inzicht te brengen. Zo
werd die wonderlijke plaatsengeld-
regeling tóch opgeheven".
STIKVOL
TAOMINEE RIEMENS had de
Pniëlwijk. Dank zij de mede
werking van zijn uitnemende wijk-
bestuur konden allerlei goede dingen
worden verwezenlijkt.
Met zijn collega Goedhart heeft
hii de eerste Leidse jeugddienst ge
organiseerd.
..De meerderheid van de kerke
raad was er tegen. Toen hebben we
een paar keer de Waalse kerk ge
bruikt Die liep telkens stikvol De
kerkeraad ging toen overstag Eén
keer per maand mochten we beurte
lings In de Hooglandse en de Mare-
kerk een jeugddienst houden.
De belangstelling bleef groot In
de Hooglandse kerk kwamen een
tweeduizend mensen. Ook andere
collega's, ds. Punselie en ds. Kuil
man. gingen in de ieugddiensten
voor".
Tn die tijd werd er nog met lange
stokken gecollecteerd. Dit ging onder
de prepk gewoon door en als de ke<-k
vol was. waren de collectanten bii
het amen nog niet klaar.
We hebben gevraagd of het ln de
jeugddiensten met „korte middelen"
mocht Nou. toen was het collecteren
in tien minuten afgelopen.
Tk heb nooit lang gepreekt en ook
seen tussenzang opgegeven". Domi
nee Riemens was dus. ook wat dat
betreft, vooruitstrevend.
Op drie oktober was er 's morgens
diensl in de Pieterskerk en 's avonds
nog een geestelijke toepassing in de
Onsterkerk.
Toen dominee Riemens voor dp
eerste keer aan de beurt was. liel hij
on drie oktober-avond een zangkoor
komen en liet ook de gemeente véél
zingen.
De kerk was nog nooit Zo vol ge
weest „Maar ik kreeg de kous op
m'n kop: Dominee, wat bent u ons
nu tegengevallen, dat is weer zo'n
nieuwigheid
NACHT
Tussen 1920 - 1930 zijn we ook
met de kerstnachtdiensten begonnen.
Wc hadden niet de primeur, want
dominee James in Rotterdam was
ons nog vóór geweest".
door Johan
van Wolfswinkel
Dominee Riemens en zijn wijk-
bestuur waren de initiatiefnemers
„De dienst begon 11 uur en moest
klokslag 12 geëindigd zijn. Er werd
tien minuten gepreekt en verder ge
zongen.
De kerkeraad heeft nog een pro
testbrief gekregen, met 500 namen
van (uiterst rechtse) tegenstanders,
die het een roomse dienst noemden.
Maar het ging toch door, de volgen
de jaren. Het resultaat was werke
lijk adembenemend. In de Hoog
landse kerk zaten eens 2300 mensen.
Een winkeljuffrouw in de
Breestraat herkende me U bent
de dominee van de kerstdienst; doet
u dat gauw weer? (het was pas au
gustus, nota bene)".
Aan professor Roessingh, aanvoer
der van de malcontente vrijzinnigen,
heeft dominee Riemens bijzonder
prettige herinneringen. Hij was het,
die de brug naar de orthodoxie
sloeg. Ook aan dr. Boersema, die
kerkdiensten in het Volkshuis aan
de Apothekersdijk hield, en aan de
bijzonder sympathieke professor Se
venster, later ouderling.
„Door de rotary ben ik met vele
vrijzinnigen in aanraking gekomen.
Later zocht ook dr. Boissevain con
tact met die gescheiden groep. Ik
kwam er al gauw achter, dat
Boersema en Sevenster helemaal
niet zo links waren; dat ze beslist
niet het Evangelie verwiex*pen.
Ik heb Sevenster eens gevraagd,
voor mij ,in de Hooglandse kerk te
preken. Dat was een historisch mo
ment. Een echte antirevolutionair zei
me na afloop: als dat nu vrijzinnig
is. dan ben ik het óók
Dr. Riemens, die promoveerde op
het „Symbolisme van Auguste Saba-
tier" erkent, met Ménégauz: „nous
sommes sauvés par la foi et non par
les crcyances" („wij worden gered
door het geloof en niet door de gelo
ven") en met Pascal: „het geloof
heeft z'n raison (rede), waar het
denkend verstand niet bij kan
SAMEN
LJIJ VERTELT verder over de goe-
de, collegiale samenwerking. Zo
werden de nieuwjaarsdiensten altijd
slecht bezocht, maar alle predikan
ten kerkten bij de dienstdoende col
lega.
„Ik heb een paar keer voor
Boersema aan de Apothekersdijk ge
preekt. Om zijn kinderen te dopen.
moest hij naar het (vrijzinnige)
Oudshoorn. Toen in de oorlog alle
communicatie verbroken was, heb
ben we samen enkele doc/pdiensten
in de Oosterkerk gehouden"
Dat was wel een soort van door
braak"
„Feitelijk wel; je bent ten slotte
een hulpmiddel in hoger hand. Na
de komst van Punselie, een jaar
voor mij (hij werd 'met één stem
meerderheid beroepen) begon er al
dadelijk een frissere wind te waai
en".
„En. niet te vergeten de ruime do
minee Touw. die in de Hitlertijd met
zijn lang niet malse uitspraken een
enorme rol heeft gespeeld
Dr. Beekenkamp (van de bond)
was een prediker van zeer grote
welsprekendheid.
„Voor 31 oktober spraken we af.
dat hij over Calvijn en ik over Lu
ther zou spreken Na afloop, terwijl
we onze jassen aantrokken, en er
niemand bij was. zei hij: „Ik houd
eigenlijk veel meer van Luther dan
van Calvijn
Tot het (negenhoofdige) predikan
tencollege behoorde later ook de ge
reformeerde-bonder ds. Ottevanger.
„We woonden dicht bij elkaar en
onze verstandhouding was prettig.
Op een keer zei ik: zeg, we brengen
toch eigenlijk hetzelfde Evangelie;
laat dat nou 's zien Preek jij de
volgende dienst in de Oosterkerk zo
evangelisch mogelijk, dan zal ik het
later zo gereformeerd mogelijk
doen
AVONDZANG
/^OLLEGA. zei ik na z'n preek, er
w'as geen woord, waar lk het
niet van harte mee eens ben. Hij
had zelfs de „avondzang" laten zin
gen
Dominee Riemens denkt dankbaar
terug aan wat hij in Leiden heeft
mogen doen. „Met de gereformeer
den hadden we niet veel communi
catie, al was de verhouding niet an
tithetisch. We hielden in 't begin
van het jaar met hervormden, gere
formeerden en luthersen een
week-der-gebeden, om beurten in de
verschillende kerken. Ik heb ook
Naast de jeugddiensten zijn er
nu ook verscheidene jeugdka-
pellen ontstaan. Die van de Vre-
deskerk in Leiden vierde on
langs het 5-jarig bestaan. Over
de belangstelling heeft de lei-
professor Schilder nog gekend
Hoe denkt u over de geref. „kui-
tertianen?"
„Ik zie bij de gereformeerden een
verblijdende ontwikkeling. Kuitert
zegt de dingen goed, fris en ad rem.
Toch begrijp ik die oppositie van de
verontrusten ook wel. Hij zal mis
schien wel gelijk hebben met Adam,
maar ja, als je niet meer weet, waar
je vandaan komt
Dominee Riemens hoort veel goeds
van' Leiden, ook van z'n oude wijk.
„Het Evangelie is het waard; het
is het mooiste wat er bestaat
Geboren en getogen te Leiden. Zomaar een toe
vallige omstandigheid zonder veel betekenis of heeft
dit feit tóch invloed gehad op je persoonlijkheidsvor
ming? Je moet diep in je herinnering duiken om een
aanknopingspunt te vinden, maar dtin zie je het plot
seling heel scherp. Het was omstreeks 1941 dat Indo
nesische studenten zonder emplooi, gamelanconcerten
en wajangvoorstellingen gingen geven in de hal van
het Museum voor Volkenkunde.
Je ging erheen als lagere schooljongentje, misschien
omdat ]e niets anders te doen had; je weet het niet
meer. Maar wel herinner je je nog hoe fel ineens je
belangstelling werd getrokken voor mensen a-iders
dan wij. Deze belangstelling zon nooit meer vermin
deren maar zou zich in de loop
van de jaren alleen maar verbre
den en verdiepen.
Hoe vaak heb je na die eerste
keer niet door de zalen van het
Museum voor Volkenkunde en het
Museum van. Oudheden gedwaald,
soms wat. rondkijkend soms syste
matisch zoekend, maar steeds speu
rend naar de betekenis var de
voorwerpen als neerslag van acti
viteiten van mensen uit andere
culturen en andere tijden Vele
jaren later is deze jeugdige belang
stelling geconcretiseerd in studie
en beroepskeuze.
VOORRECHT
I-JET was ongetwijfeld een voor
recht in Leiden te kunnen op
groeien. een stad die door zijn ka
rakteristieke eigenschappen zozeer
je persoonlijkheidsvorming gunstig
heeft kunnen beïnvloeden. Een voor
recht om in Leiden op te groeien en
toch later vertrokken. Waarom?
Vanzelfsprekend heeft Apeldoorn
vele natuurlijke en sociale voordelen
boven Leiden; de prachtige omge
ving. Veluwe en IJsseldal. het woon
klimaat, de geringere woningnood en
daardoor veel gunstiger prijzen. Toch
viel het besluit Leiden te verlaten
eerder dan de keuze van de nieuwe
woonplaats. Want Leiden is lang
zaam maar zeker minder leefbaar
geworden.
Waf lijkt het lang geleden dat je
in de omgeving van Leiden nog
rustig kan fietsen, wandelen en
zwemmen; dat je inkopen kan doen
in de binnenstad zonder dat je er
vergiftigd werd door de uitlaataas-
sen van lange rijen auto's en brom
mers voor verkeerslichten.
Wat lijkt het lang geleden dat er
een Amicitia was. een Turk. een Zo-
merzorg en die heerlijk antieke
theetuin aan de Witte Singel: dat de
zaterdagmarkt nog op de Boter
markt was; dat in de december
maand kale straten altiid uitbundig
verlicht waren en de Breestraat al
tijd heel zuinig.
Wat lijkt het lang geleden dat er
nog geen knappe koppen waren die '1
drie oktober feest wilden „regelen",
zodat het nog een echt volksfeest
was; dat op de derde oktober het
centrum van Leiden een niet georga
niseerde maar zeer genoeglijke
reünie van oud -Leidenaars was?
Waardoor is er veel verdwenen?
Moest dal nu zo? Je kunt de schuld
oenen aan de verkeersproblemen.
Maar iedere stad heeft zijn verkeer.
Ook Apeldoorn, met zijn wir-war
van dorpsstraatjes en eer drukke
rijksweg die door het centrum
kronkelt. kent een groet ver-
keersrtmhleem. Toch hebben de ver-
keersdesknndiaen di1 probleem
verstandig aangepast: zo verstandig
dat zij via een krant"bericht iedere
Apeldoorner op de koffie nodigden,
die meende iets aan het verkeerspa-
troon te kunnen verbeteren.
Nee, in Leiden ligt de fout niet
primair in het verkeer, maar in de
aanpak van het verkeersvraagstuk.
Zoals het nu is, wordt het verkeer
niet geleid, maar heeft het verkeer
Leiden overwoekerd.
HERINNERING
£OMS ALS je nog eens in Leiden
komt, zie je weer de vele plekjes
waar 'je een eigen herinnering aan
hebt en zie je ook vele verande
ringen in het stadsbeeld. Een enkele
keer valt zo'n verandering scherp
op. Je loopt over het Steenschuur en
je ziet tegenover de Lodewijkskerk
een treurwilg in het water liggen.
Inwendig verrot en toen omgewaaid.
Een klein stukje Leiden. Die boom
werd omstreeks 1885 geplant door
een jongen ran ongeveer 15 jaar,
Arnold Hendriksen. die later vele
jaren beheerder van de begraaf
plaats aan de Groenesteeg zou zijn.
Toevallig weet je dit onbelangrijke
feit, omdat die jongen later je groot
vader zou zijn. Zo zijn er tientallen
plekjes in Leiden waar je een kleine
bijzonderheid van weet. Als al je
vooropa's sinds 1643 in Leiden ge
woond hebben, heb je veel van die
verhaaltjes gehoord die hardnekkig
van de ene generatie op de andere
worden doorverteld.
Je vraagt je wel eens af of je weer
in Leiden zou willen wonen. Maar
iedere keer als je weer eens in Lei
den bent geweest moet je eerlijk er
kennen: „nee. liever niet meer", on
danks de vele goede dingen die Lei
den nog heeft. Leiden heeft nog al
tijd een groot stuk culturele leef
baarheid. ondanks het feit dat Lei
den weinig accommodatie biedt.
Leiden heeft geen schouwburg zoals
in Apeldoorn Orpheus met het
restaurant Euridice: de Leidse
Stadsgehoorzaal is zo gebouwd dat
je meer hoort wat er op het toneel
gebeurt dan dal je er wat van ziet,
aangenomen dat je er in geslaagd
bent de Gehoorzaal te bereiken.
Maar Leiden heeft wel de stich
ting K en O. bemand met mensen
die, voortdurend, vechtend tegen de
omstandigheden." gebrek aan geld,
gebrek aan. goede zaalruimte, gebrek
uan kantoorruimte, de Leidse bevol
king een belangrijk stuk leefbaar
heid hebben geschonken. Leiden kan
terecht trots zijn op deze unieke
instelling. En dankbaar. En die
dankbaarheid tonen. In mei 1970
bestaat K en O 25 jaar.
P. H. KIEL
(De heer Kiel is leraar aardrijkskun
de M.O. in Apeldoorn red. N.L.C.)
Voor meer herinneringen aan
Leiden leze men pagina 23 (red.).