'Het mooiste wat er bestaat' HEMEL ALS LUILEKKERLAND Leiden langzaam maar zeker minder leefbaar geworden DR. RIEMENS (95 JAAR) Haal dat bord weg anders preek ik hier niet meer! A AN de riante Verlengde Slotlaan in Zeist woont de nestor van alle Nederlandse dienstdoende predi kanten. doctor Johannes Riemen» (95). Wie zou mij beter en prettiger over de eerste helft van die vijftig Leid- se jaren kunnen inlichten dan hij Dr. Riemens was tussen de twee wereldoorlogen hervormd predikant van de oude veste. Hij preekte en handelde als een man des vredes. een irenisch theoloog met een ruim gezichtsveld, die hoog genoeg stond A LLES verkeert in een stroomversnelling", zegt ds. P. Kloek, „en het is voor mjj de vraag of de kerk niet te laat heeft onderkend, welke eranderingen bezig waren zich te voltrekken. Het succes dat een boekje Is van bisschop Robinson had, is toch wel merkwaardig. Theologisch is et helemaal niet zo belangrijk. Maar vele mensen zeiden: daar heb ik ou altijd mee gezeten die erfenis van huis en de zondagsschool, et God als een supersinterklaas en de hemel als een luilekkerland „Ja. het kerkbezoek gaat sterk hteruit. Die onzalige tegenstelling ssen verticalisme en horizonta- jme. daar word je eenvoudig op drukt. Maar je kunt die twee niet heiden". -Wie zijn verantwoordelijkheid te- fnover de wereld kent, is daarom )g geen horizontalist. Maar vele ^rkmensen willen graag blijven bij at ze altijd gehoord hebben, omdat bang- zijn door het Woord-van td uit hun tent te worden gelokt." .Progressieven en conservatieven n er overal. Maar de dingen, arvoor destijds Riemens heeft ge- fhten, zijn nu geconsolideerd en hi probleem meer. We vragen ons fs nu al af: heeft een oogstdienst ndaag -de- dag nog zin?" [Ook de specialisatie drong door. n de predikanten hebben er vijf l bijzondere opdracht: twee voor (studenten, één voor de academie. voor de jeugd, één voor bijzon- r kerkewerk. De inkrimping van l aantal wijkpredikanten van 9 tot i, ging wel met pijn." jU moet weten, dat Leiden al tij- jis de Franse revolutie negen pre- lanten had. De héle, die er afging, de vrijzinnige (met een bijzondere jracht), de halve is dr. Schoon- bi, die ten dele ook nog een wijk door Joh an van Wolfswinkel Oud zeer p )E KWESTIE van de vrijzinnigen Q is een oud zeer. Ze kwamen, met li prcdikantsplaats, in 1890 buiten kerkverband te staan. De Vere- pg van Vrijzinnig-hervormden, n opgericht, bestaat nog wel. ar er is nu een predikant voor rondere werkzaamheden." Dr. Boersema stond destijds nog J Zoo is de kerken inwendig yrnnderingen doormaken, is er 1 de loop der jaren aan kerkge- puwen ook wel een en ander wijzigd. Een voorbeeld daar- de Oosterkerk aan de trengracht te Leiden die. staan. in een saneringsgebied, op- igplaats van V. en D. werd. binnenstad is ook voor de kerk een probleem. helemaal buitenspel; ds. Hubeek tel de mee, maar was toch nog niet he lemaal opgenomen. Dit betekende voor'hemeen groot verdriet En te genwoordig is de integratie van ds. Wagenvoorde nog altijd niet volle- big" Wie houdt de vrijzinnigen dan te gen? „Eigenlijk is het zo. dat de grote meerderheid van de kerkeraad hen best wil. Maar de financiële moei lijkheden zijn te groot. U moet be denken. dat een wijkgemeente als zuid-west uit bijna 3000 pastorale eenheden (gezinnen èn alleenstaan den) bestaat." „De vrijzinnig-hervormden hebben er maar 400 a 500. We kunnen ons de weelde niet veroorloven, daarvan een aparte wijk te maken. Uit eigen beweging zal geen wijkgemeente ooit een vrijzinnig predikant beroe pen. En van bovenaf is geen oplos sing mogelijk. Het kostte zelfs al grote moeite, dr. Schoonheim half-wijkpredikant te maken." Hierbij komt, dat de verant woordelijkheid voor wereld en cul tuur, waar het de vrijzinnigen in de vorige eeuw om ging, tegenwoordig in woord en daad van de meeste hervormde predikanten verdiscon teerd is. Toch is er onder de vrijzin nigen veel offervaardigheid, om deze plaats te continueren. Alles komt ten laste van hen zélf, omdat men de vereniging niet wil opheffen. In Staalwijk is de vrijzinnige professor Sevenster nog jaren ou derling geweest, tot hij rector mag nificus werd. Zoiets was vroeger eenvoudig niet denkbaar. Erfenis TTET OUDE richtingen-compromis van 1924 (3 confessionelen, 3 ethischen, 1 gereformeerde-bonder en 1 Kohlbruggiaan) doet het nu ook niet meer. Het is een historische erfenis van de wijkgemeente Koningskerk, een bonder te beroepen. Vroeger trou wens van het Centrum ook (ds. Van Apeldoorn). Na het vertrek van ds Kleermaker werd die wijk gesplitst, over andere wijken verdeeld en de bondsplaats naar de nieuwe wijk zuid-west overgeplant. Het bleek echter voor ds Bouter (die uit Stavenisse was gekomen) on mogelijk, de bondsbeginselen met de nieuwe wijk te combineren. Hij móost zich wel anders opstellen, ging ook gezangen laten zingen. Dit leidde tot een blijvende breuk. Achteraf bleek die gezangenkwestie nog niet eens doorslaggevend. Maar ds. Bouter weigerde de door de Bond verlangde koers in deze wijk te vol gen. De middeleeuwse kerkgebouwen (Pieters- en Pancras- of Hooglandse) betekenen een zware last voor de Leidse hervormde gemeente. Aan zulke grote weinig comfortabele ge bouwen is nauwelijks meer behoefte. Wé) echter aan gezellige, aan de wij ken aangepaste kerken. Hebben de rooms-kat.holieken er geen belangstelling voor? „Na de bouw van de St. Petrus- en de restauratie van de Lodewijkskerk niet meer. Ook zijn de historische banden met de Pieterskerk zó sterk, dat alleen het praten over een even tuele afstoting al sterke weerstanden oproept. We hebben nu een goede oplossing aanvaard: 's zondags is de kerk voor de gemeente bestemd. Ds. P. KLOEK. verder krijgt de universiteit er de beschikking over als groot-auditori um. Van afstoten of verkoop is nu geen sprake meer. Maar het probleem blijft De restauratie van de Hooglandse kerk duurt nog een poos. Het koor is al twee jaar in gebruik. Een deel van de belendende huisjes is ver bouwd tot Pniël-wijkcentrum en voor de studenten. Gemeenschap J£EN BELANGRIJK feit in de Leidse kerkgeschiedenis Is de oprichting van de „Gemeenschap van kerken". Als voortzetting van de vroegere „Oecumenische Raad", die meer een zaak van de liefhebbers was. Nu zijn de leidinggevende figuren uit alle kerken erbij betrokken, óók de kerke raden zélf, waardoor de besluiten bindend worden." „De hervormde. gereformeerde, rooms-katholieke. oud-katholieke, lutherse, doopsgezinde kerken en de remonstrantse broederschap zijn bij de Gemeenschap aangesloten. Men richt zich in 't bijzonder op de Me- renwijk, wil daar zoeken naar nieu we aan dit jonge stadsgebied aange paste vormen van kerkewerk. zoals dit ook gebeurt in de Amsterdamse Bijlmermeer en de Rotterdamse Alexanderstad. Ook worden geza menlijk pogingen tot liturgische ver nieuwing gedaan." „De na-oorlogse ontwikkeling leid de er onvermijdelijk toe, dat men voortaan niet meer over een geïso leerd Leiden kan spreken. Wel. in pastorale verantwoordeli ikheid, over de Leidse regio. We zetten de pogin gen om tot samenwerking met Oegstgeest, Leiderdorp en Voorscho ten te komen, met kracht voort." „De kerken èn de gemeenten heb ben elkaar nodig, moeten nauw sa mengaan. om in onze wereld te kun nen getuigen van de ene Heer en om het woord der verlossing te spreken". om over grensmuren heen te kijken, die enthousiast en idealistisch ge noeg was om de oogst-, de kerst nacht-, en de jeugddienst „door te drukken" en geestig en spits genoeg om verroeste tradities bespottelijk te maken. Hij praat alshof hij het nög beleeft. „Toen, lk in 1917 uit Dedemsvaart naar Leiden kwam. ging het daar in de hervormde kerk erg ouderwets toe; van oecumene was nauwelijks sprake en orthodoxen en vrijzinni gen leefden streng gesepareerd". U was toch een ethisch theoloog? „Ja, maar ik behoorde wel tot het degelijke midden; ik was trouwens beroepen, dank zij de samenwerking van ethischen èn confessionelen. Al in Dedemsvaart had ik pogin gen aangewend om de hervormde predikanten in een soort van broe derschap bij elkaar te brengen, om zo alle misstanden en misverstanden uit de weg te ruimen. In Utrecht vond in 1920 een grote vergadering van kopstukken der verschillende richtingen plaats. De uitersten ontmoetten elkaar hier voor het eerst. We hebben toen wel een belijdeniskern gehandhaafd: an ders zie je elkaar niet meer BEKROMPEN TX LEIDEN was alles nogal be krompen. Er bestonden een con fessionele en een kohlbruggiaanse partij (met ds. Oberman), verder een gereformeerde-bondsafdeling. met een tendens naar de confessionelen. Ds. Punselie was de eerste ethische predikant". Bij zijn komst in Leiden vond dr. Riemens schrijnende tegenstellingen tussen de gezeten welvarende bo venlaag en de fijn beschaafde af gesloten wereld van de universiteit, en anderzijds de brede armetierige massa van het industrieproletari- .aat. „Sommige ergerlijke toestanden troffen mij al dadelijk. Zo stond er op een bord. aan de Ingang van de Pieterskerk, hoeveel de plaatsen kostten: een kwartje in de hoge mooie banken, een dubbeltje bene den in het ruim. een stuiver verder op en niets in de ach+erste armen- banken. Ik zei tegen de koster: haal dat bord weg; anders preek ik hier niet meer'. Nög zie ik dat arme vrouwtje bij de diaconie achter de tralies staan. Ze werd weggestuurd, omdat ze haar nood niet wéér kon maken Die diakenen en kerkvoogden wa ren echte héren, toch eigenlijk óók beste mensen. Maar je kon er niet veel mee beginnen. Ik trof in Leiden al gauw veel geestverwanten aan. zodat we er sa men in slaagden, de kerkvoogden tot een ander inzicht te brengen. Zo werd die wonderlijke plaatsengeld- regeling tóch opgeheven". STIKVOL TAOMINEE RIEMENS had de Pniëlwijk. Dank zij de mede werking van zijn uitnemende wijk- bestuur konden allerlei goede dingen worden verwezenlijkt. Met zijn collega Goedhart heeft hii de eerste Leidse jeugddienst ge organiseerd. ..De meerderheid van de kerke raad was er tegen. Toen hebben we een paar keer de Waalse kerk ge bruikt Die liep telkens stikvol De kerkeraad ging toen overstag Eén keer per maand mochten we beurte lings In de Hooglandse en de Mare- kerk een jeugddienst houden. De belangstelling bleef groot In de Hooglandse kerk kwamen een tweeduizend mensen. Ook andere collega's, ds. Punselie en ds. Kuil man. gingen in de ieugddiensten voor". Tn die tijd werd er nog met lange stokken gecollecteerd. Dit ging onder de prepk gewoon door en als de ke<-k vol was. waren de collectanten bii het amen nog niet klaar. We hebben gevraagd of het ln de jeugddiensten met „korte middelen" mocht Nou. toen was het collecteren in tien minuten afgelopen. Tk heb nooit lang gepreekt en ook seen tussenzang opgegeven". Domi nee Riemens was dus. ook wat dat betreft, vooruitstrevend. Op drie oktober was er 's morgens diensl in de Pieterskerk en 's avonds nog een geestelijke toepassing in de Onsterkerk. Toen dominee Riemens voor dp eerste keer aan de beurt was. liel hij on drie oktober-avond een zangkoor komen en liet ook de gemeente véél zingen. De kerk was nog nooit Zo vol ge weest „Maar ik kreeg de kous op m'n kop: Dominee, wat bent u ons nu tegengevallen, dat is weer zo'n nieuwigheid NACHT Tussen 1920 - 1930 zijn we ook met de kerstnachtdiensten begonnen. Wc hadden niet de primeur, want dominee James in Rotterdam was ons nog vóór geweest". door Johan van Wolfswinkel Dominee Riemens en zijn wijk- bestuur waren de initiatiefnemers „De dienst begon 11 uur en moest klokslag 12 geëindigd zijn. Er werd tien minuten gepreekt en verder ge zongen. De kerkeraad heeft nog een pro testbrief gekregen, met 500 namen van (uiterst rechtse) tegenstanders, die het een roomse dienst noemden. Maar het ging toch door, de volgen de jaren. Het resultaat was werke lijk adembenemend. In de Hoog landse kerk zaten eens 2300 mensen. Een winkeljuffrouw in de Breestraat herkende me U bent de dominee van de kerstdienst; doet u dat gauw weer? (het was pas au gustus, nota bene)". Aan professor Roessingh, aanvoer der van de malcontente vrijzinnigen, heeft dominee Riemens bijzonder prettige herinneringen. Hij was het, die de brug naar de orthodoxie sloeg. Ook aan dr. Boersema, die kerkdiensten in het Volkshuis aan de Apothekersdijk hield, en aan de bijzonder sympathieke professor Se venster, later ouderling. „Door de rotary ben ik met vele vrijzinnigen in aanraking gekomen. Later zocht ook dr. Boissevain con tact met die gescheiden groep. Ik kwam er al gauw achter, dat Boersema en Sevenster helemaal niet zo links waren; dat ze beslist niet het Evangelie verwiex*pen. Ik heb Sevenster eens gevraagd, voor mij ,in de Hooglandse kerk te preken. Dat was een historisch mo ment. Een echte antirevolutionair zei me na afloop: als dat nu vrijzinnig is. dan ben ik het óók Dr. Riemens, die promoveerde op het „Symbolisme van Auguste Saba- tier" erkent, met Ménégauz: „nous sommes sauvés par la foi et non par les crcyances" („wij worden gered door het geloof en niet door de gelo ven") en met Pascal: „het geloof heeft z'n raison (rede), waar het denkend verstand niet bij kan SAMEN LJIJ VERTELT verder over de goe- de, collegiale samenwerking. Zo werden de nieuwjaarsdiensten altijd slecht bezocht, maar alle predikan ten kerkten bij de dienstdoende col lega. „Ik heb een paar keer voor Boersema aan de Apothekersdijk ge preekt. Om zijn kinderen te dopen. moest hij naar het (vrijzinnige) Oudshoorn. Toen in de oorlog alle communicatie verbroken was, heb ben we samen enkele doc/pdiensten in de Oosterkerk gehouden" Dat was wel een soort van door braak" „Feitelijk wel; je bent ten slotte een hulpmiddel in hoger hand. Na de komst van Punselie, een jaar voor mij (hij werd 'met één stem meerderheid beroepen) begon er al dadelijk een frissere wind te waai en". „En. niet te vergeten de ruime do minee Touw. die in de Hitlertijd met zijn lang niet malse uitspraken een enorme rol heeft gespeeld Dr. Beekenkamp (van de bond) was een prediker van zeer grote welsprekendheid. „Voor 31 oktober spraken we af. dat hij over Calvijn en ik over Lu ther zou spreken Na afloop, terwijl we onze jassen aantrokken, en er niemand bij was. zei hij: „Ik houd eigenlijk veel meer van Luther dan van Calvijn Tot het (negenhoofdige) predikan tencollege behoorde later ook de ge reformeerde-bonder ds. Ottevanger. „We woonden dicht bij elkaar en onze verstandhouding was prettig. Op een keer zei ik: zeg, we brengen toch eigenlijk hetzelfde Evangelie; laat dat nou 's zien Preek jij de volgende dienst in de Oosterkerk zo evangelisch mogelijk, dan zal ik het later zo gereformeerd mogelijk doen AVONDZANG /^OLLEGA. zei ik na z'n preek, er w'as geen woord, waar lk het niet van harte mee eens ben. Hij had zelfs de „avondzang" laten zin gen Dominee Riemens denkt dankbaar terug aan wat hij in Leiden heeft mogen doen. „Met de gereformeer den hadden we niet veel communi catie, al was de verhouding niet an tithetisch. We hielden in 't begin van het jaar met hervormden, gere formeerden en luthersen een week-der-gebeden, om beurten in de verschillende kerken. Ik heb ook Naast de jeugddiensten zijn er nu ook verscheidene jeugdka- pellen ontstaan. Die van de Vre- deskerk in Leiden vierde on langs het 5-jarig bestaan. Over de belangstelling heeft de lei- professor Schilder nog gekend Hoe denkt u over de geref. „kui- tertianen?" „Ik zie bij de gereformeerden een verblijdende ontwikkeling. Kuitert zegt de dingen goed, fris en ad rem. Toch begrijp ik die oppositie van de verontrusten ook wel. Hij zal mis schien wel gelijk hebben met Adam, maar ja, als je niet meer weet, waar je vandaan komt Dominee Riemens hoort veel goeds van' Leiden, ook van z'n oude wijk. „Het Evangelie is het waard; het is het mooiste wat er bestaat Geboren en getogen te Leiden. Zomaar een toe vallige omstandigheid zonder veel betekenis of heeft dit feit tóch invloed gehad op je persoonlijkheidsvor ming? Je moet diep in je herinnering duiken om een aanknopingspunt te vinden, maar dtin zie je het plot seling heel scherp. Het was omstreeks 1941 dat Indo nesische studenten zonder emplooi, gamelanconcerten en wajangvoorstellingen gingen geven in de hal van het Museum voor Volkenkunde. Je ging erheen als lagere schooljongentje, misschien omdat ]e niets anders te doen had; je weet het niet meer. Maar wel herinner je je nog hoe fel ineens je belangstelling werd getrokken voor mensen a-iders dan wij. Deze belangstelling zon nooit meer vermin deren maar zou zich in de loop van de jaren alleen maar verbre den en verdiepen. Hoe vaak heb je na die eerste keer niet door de zalen van het Museum voor Volkenkunde en het Museum van. Oudheden gedwaald, soms wat. rondkijkend soms syste matisch zoekend, maar steeds speu rend naar de betekenis var de voorwerpen als neerslag van acti viteiten van mensen uit andere culturen en andere tijden Vele jaren later is deze jeugdige belang stelling geconcretiseerd in studie en beroepskeuze. VOORRECHT I-JET was ongetwijfeld een voor recht in Leiden te kunnen op groeien. een stad die door zijn ka rakteristieke eigenschappen zozeer je persoonlijkheidsvorming gunstig heeft kunnen beïnvloeden. Een voor recht om in Leiden op te groeien en toch later vertrokken. Waarom? Vanzelfsprekend heeft Apeldoorn vele natuurlijke en sociale voordelen boven Leiden; de prachtige omge ving. Veluwe en IJsseldal. het woon klimaat, de geringere woningnood en daardoor veel gunstiger prijzen. Toch viel het besluit Leiden te verlaten eerder dan de keuze van de nieuwe woonplaats. Want Leiden is lang zaam maar zeker minder leefbaar geworden. Waf lijkt het lang geleden dat je in de omgeving van Leiden nog rustig kan fietsen, wandelen en zwemmen; dat je inkopen kan doen in de binnenstad zonder dat je er vergiftigd werd door de uitlaataas- sen van lange rijen auto's en brom mers voor verkeerslichten. Wat lijkt het lang geleden dat er een Amicitia was. een Turk. een Zo- merzorg en die heerlijk antieke theetuin aan de Witte Singel: dat de zaterdagmarkt nog op de Boter markt was; dat in de december maand kale straten altiid uitbundig verlicht waren en de Breestraat al tijd heel zuinig. Wat lijkt het lang geleden dat er nog geen knappe koppen waren die '1 drie oktober feest wilden „regelen", zodat het nog een echt volksfeest was; dat op de derde oktober het centrum van Leiden een niet georga niseerde maar zeer genoeglijke reünie van oud -Leidenaars was? Waardoor is er veel verdwenen? Moest dal nu zo? Je kunt de schuld oenen aan de verkeersproblemen. Maar iedere stad heeft zijn verkeer. Ook Apeldoorn, met zijn wir-war van dorpsstraatjes en eer drukke rijksweg die door het centrum kronkelt. kent een groet ver- keersrtmhleem. Toch hebben de ver- keersdesknndiaen di1 probleem verstandig aangepast: zo verstandig dat zij via een krant"bericht iedere Apeldoorner op de koffie nodigden, die meende iets aan het verkeerspa- troon te kunnen verbeteren. Nee, in Leiden ligt de fout niet primair in het verkeer, maar in de aanpak van het verkeersvraagstuk. Zoals het nu is, wordt het verkeer niet geleid, maar heeft het verkeer Leiden overwoekerd. HERINNERING £OMS ALS je nog eens in Leiden komt, zie je weer de vele plekjes waar 'je een eigen herinnering aan hebt en zie je ook vele verande ringen in het stadsbeeld. Een enkele keer valt zo'n verandering scherp op. Je loopt over het Steenschuur en je ziet tegenover de Lodewijkskerk een treurwilg in het water liggen. Inwendig verrot en toen omgewaaid. Een klein stukje Leiden. Die boom werd omstreeks 1885 geplant door een jongen ran ongeveer 15 jaar, Arnold Hendriksen. die later vele jaren beheerder van de begraaf plaats aan de Groenesteeg zou zijn. Toevallig weet je dit onbelangrijke feit, omdat die jongen later je groot vader zou zijn. Zo zijn er tientallen plekjes in Leiden waar je een kleine bijzonderheid van weet. Als al je vooropa's sinds 1643 in Leiden ge woond hebben, heb je veel van die verhaaltjes gehoord die hardnekkig van de ene generatie op de andere worden doorverteld. Je vraagt je wel eens af of je weer in Leiden zou willen wonen. Maar iedere keer als je weer eens in Lei den bent geweest moet je eerlijk er kennen: „nee. liever niet meer", on danks de vele goede dingen die Lei den nog heeft. Leiden heeft nog al tijd een groot stuk culturele leef baarheid. ondanks het feit dat Lei den weinig accommodatie biedt. Leiden heeft geen schouwburg zoals in Apeldoorn Orpheus met het restaurant Euridice: de Leidse Stadsgehoorzaal is zo gebouwd dat je meer hoort wat er op het toneel gebeurt dan dal je er wat van ziet, aangenomen dat je er in geslaagd bent de Gehoorzaal te bereiken. Maar Leiden heeft wel de stich ting K en O. bemand met mensen die, voortdurend, vechtend tegen de omstandigheden." gebrek aan geld, gebrek aan. goede zaalruimte, gebrek uan kantoorruimte, de Leidse bevol king een belangrijk stuk leefbaar heid hebben geschonken. Leiden kan terecht trots zijn op deze unieke instelling. En dankbaar. En die dankbaarheid tonen. In mei 1970 bestaat K en O 25 jaar. P. H. KIEL (De heer Kiel is leraar aardrijkskun de M.O. in Apeldoorn red. N.L.C.) Voor meer herinneringen aan Leiden leze men pagina 23 (red.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 31