Ein breira-er is geen keus KIND NIET PRIJSGEVEN ALS EEN PROEFOBJECT ANDEMBAANTJE VOOR TWEE EEN MINISTER VAN POLITIE 65 n door Kirsten Emous door Jeanne de Vlieger Spuitje hier, spuitje daar ZATERDAG 14 WAART 1970 Wie nu, na een jaar of drie buiten Israël te zijn geweest, in dat land terugkomt, kan, als hij wat dieper onder de oppervlakte van het open bare leven kijkt, niet ontkomen aan een gevoel van beklemming. Het „ein breira" er is geen keus van Israël ten opzichte van zijn Arabische buurlanden heeft een veel diepere betekenis dan men van Nederland uit gezien zou denken. door Chaïm Lewadi kov, voor zijn goede vrienden f, is even in de twintig. Hij hai rouwd en heeft een paar heel tij! kinderen. Hij reed me door met zijn station-car". Van slem naar Jericho en Bersjeba >°fhet gebied dat Israël bezet van Bersjeba in de Negev dit de Beth-Sjeanvallei bezuiden leer van Gennesareth aan de o anse grens. ky rijdt, zo constateerde een mijn vrienden, als een dolle Is niets bijzonders: de Israëli nu eenmaal minder- digheidscomplex van tweedul- jaar kwijt. Dat kan het beste je achter het stuur van een da dau aël heeft veruit het hoogste il verkeersongelukken per j van de bevolking van de ge- wereld. indjjsr Jacky maakt er een heel show van. Net of hij zijn 3 gebruikt om Iets te ver- jen. Ergens tussen Hebron en |eba, een half uur voor de ei dschemer. kon hij het niet bbtfrvoor zich houden, rd Hij trapte zijn gaspedaal hard in. reed anderhalf maal de geldende maximum-snelheid van tachtig kilo meter. Zijn gezicht stond verbeten. „We moeten weg. Het wordt hier gevaarlijk" gromt hij tussen z'n tanden. Ik zag niet veel van de weg en de omgeving. Ver in de omtrek kaal land. Jacky deed nerveus. Maar hij had gelijk: twee dagen later horen we dat de volgende dag op precies dezelfde plaats, «aar Jacky het te kwaad kreeg, een autobus was beschoten. Eén dode. enige gewonden. De bus chauffeur reed zo snel mogelijk verder met kapotgeschoten ban den. Toen wij dit bericht in Beth Sjean verwerkten, legde Jacky een hand op m'n schouder. „Chaïm", zei hij, „ik ben bang, misschien voor het eerst van m'n leven." Ik keek vragend, maar zei niets. Jacky ging verder: „Kijk, vol gende week moet ik voor herhaling de militaire dienst in. Dat heb ik natuurlijk elk jaar gedaan. Dat is niets bijzonders. Maar nu heb ik het koud bij het idee. Ik weet dat het kinderachtig is, maar ik kan er niets aan doen." Jacky is in Israël geboren. Van concentratiekampen in de oorlog weet hij alleen maar door wat ouderen er hem van vertelden. „Ik heb me vroeger altijd afge vraagd hoe dat mogelijk is. Hoe die zes miljoen Joden, die in de gaskamers omkwamen, zich zo lie ten behandelen. Waarom er hele maal niemand was, die zich daarte gen verzette. Net een troep scha pen! Als Je toch dood moet omdat je Jood bent, waarom hadden die Joden dan geen waardiger dood verkozen?" Hij zwijgt even, gaat dan verder: „Ik begin nu pas iets te begrijpen van het verlammende gevoel, dat je krijgt als je beseft, dat je hele maal alleen staat. Dat er niemand in de wereld is, die zich iets van je aantrekt." In de Beth Sjean-vallel ligt de kibboets Neve Ur, vlak aan de Jor daanse grens. Tachtig gezinnetjes in een communaal familieverband. Geen commune in moderne zin, waarover we in Nederland zoveel horen. Wel in alle opzichten ge meenschappelijk materieel bezit, tot de kleren toe. Maar een ver houding tussen de gezinnen als tussen die van broers en zusters. Het leven in Neve Ur wordt be heerst door de schuilkelder. De kinderen in het kinderhuis slapen daarin en niet in hun gewone bed jes. Pieter en Marja de Vries, 32 en 25 jaar, van Nederlandse afkomst, wonen en werken hier met hun in Israël geboren kinderen van vijf, vier en één jaar. „Je ziet hier veel", zegt Pieter, als we door de kijker de Jordaanse stellingen bezien. „Maar Je praat er niet over. Het is een goed land om te bewerken. We zitten in tweede linie, vóór ons ligt het leger. Na tuurlijk is er een druk, maar je leert er mee leven. De daarbij be horende glimlach heb Je binnen twee en een half jaar." Tweede linie. Jawel, de eerste linie, die van het leger, is nauwe lijks enige tientallen meters diep. Ik voel me niet zo behaaglijk bo ven op het topje van een heuvel, waar ik de Jordaanse stellingen goed kan zien. Uit die stellingen komen op de alleronverwachtste ogenblikken kanongranaten, mor tiervuur, mitrailleurkogels. Ik heb zo'n idee, dat ik een pracht van een schietschijf ben. „Niet op het pad lopen", waar schuwt Pieter. „Daar kan allerlei rommel liggen. Je hebt te maken met moordenaars, die allerlei ge- niepigheidjes uithalen. In het gras naast het pad kunnen ze geen mijn wegstoppen zonder dat je het ziet." De kinderen trekken zich van dat alles niet eens zoveel aan, als de dagelijkse routine van hun leventje niet wordt verstoord. „Vorig jaar mocht Ik met m'n gezin mijn moeder in Amsterdam bezoeken", vertelt Pieter. „Op een avond kwam er een loeiende brandweerwagen langs. De kinderen zaten meteen rechtop in bed, huilendomdat zij niet wisten waar de schuilkelder was! Toen we hier terugkwamen waren zij weer helemaal tevreden: ze hadden hun veilige schuilkelder weer!" In Neve Ur staat permanent een ambulancewagen bedrijfsklaar. Toegangen tot schuilkelders in Neve Ur. Op de achtergrond de bergen van Jordanië. De grens ligt direct achter de bomen langs de Jordaan. „Toen in de gemeenteraad het punt „kindercrèches" aan de orde kwam, kreeg ik van sommige mannelijke collega's te horen: Moeten we nou een uur lang praten over crèches? Het lijkt er op dat deze mensen zich alleen interesseren voor zaken van direct economisch en financieel belang. Maar zij vergeten, dat, wanneer we het over het probleem „crèches" hebben, het ook om hun kinderen gaat, of in elk geval hun kleinkinderen". wm i 111 Mevrouw Dr. F. T. Diemer-Undeboom Aan het woord mevr. dr. F. T. Die- mer-Lindeboom, Rotterdams gemeente raadslid, maar dat niet alleen. Deze ac tieve vrouw houdt zich reeds jaren lang intensief op wetenschappelijk ni veau bezig met sociaal werk in onder scheiden geledingen en vooral met de rol van de vrouw in het gehele maat schappelijk leven. Vandaar een gesprek met haar over een onderwerp dat meer en meer de tongen in beweging zet; het probleem dat nu gaandeweg meer en meer vrou wen buiten de deur gaan werken, de kinderen moeten worden opgevangen. „Crèches" is de eerste oplossing waar iedereen aan denkt, maar mevrouw Diemer ziet de crèche als niet meer dan een noodoplossing. Andere oplos singen hebben de voorkeur. „Ten eerste is daar de financiële kant: als de vrouw de economie wil steunen, heeft dat geen enkel nut als zij haar kinderen buiten de deur moet Jaten verzorgen. Wil een crèche goed functioneren, dan heeft men een derge lijk grote staf van personeel nodig, dat de baten gewoonweg niot tegen de kos ten opwegen." „Dan is daar de opvoeding van het kind in zijn eerste levensjaren. I.et is wetenschappelijk aangetoond, dat de moeder het kind in elk geval tot twee a twee en een half jaar voor haar re kening moet willen nemen. Juist dan heeft het kind de meeste aandacht en zorg nodig en vooral in het tweede le vensjaar groeit het sneller in het gezin, dan in de samengang met leeftijdge nootjes. In samengang met de volwassene leert het sneller lopen, staan en praten. Daarom ook zou een moeder, die uit economische noodzaak buitenshuis moet gaan werken, de eerste twee en een half jaar in staat moeten worden gesteld, thuis te blijven om voor het kind te zorgen. Peuterspeelzalen, waar het kind een paar uur per week doorbrengt, zijn volgens mij wel nuttig. In elk geval krijgen we door de huidige woonsitua tie en het drukker wordende verkeer steeds meer behoefte aan dit soort cen tra. En dan tevens omdat men inziet illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll ho» belangrijk het spelen is voor de ontplooiing van de intelligentie van het kind. Aan de andere kant moet het kind ook voldoende gelegenheid krijgen thuis te spelen. Jonge echtparen zou den er goed aan doen, zodra zij trou wen, hun flat, al is hij klein, dermate functioneel in fe richten, zodat men niet bang hoeft te zijn voor elk vlekje of krasje dat het kind zou kunnen ma ken. Een kind kan nu eenmaal niet aarden in een interieur, dat je zo in de etalage van een meubeltoonzaal zou kunnen neerzetten. Er zijn mensen, die als zij trouwen, zich zeer functioneel inrichten en zij vormen dan ook de gezinnen, waar, als de kinderen groter worden, altijd vriendjes en vriendinnetjes over de vloer komen. Logisch: Men zegt tegen deze mensen: 'bij jullie kan het.' Helaas hebben de kinderen van nu minder speel mogelijkheden dan wij vroeger hadden. Zij kunnen bijvoor beeld geen tent bouwen op zolder. Maar ook daar is een oplossing voor te vinden: ik meen dat al zeven jaar gele den in Den Haag een flat is gebouwd, waarvan de bovenste verdieping een kurken vloerbedekking heeft, zodat de kinderen daar vrijuit hun gang kunnen gaan, zonder bang te zijn te veel la waai te maken. Een vrouwelijke collega in de ge meenteraad maakte mij attent op een artikel in het blad „Bouw," waarin de vraag werd gesteld „Waarom hebben bejaardencentra wel een gemeenschap pelijke recreatiezaal en flatgebouwen niet? Volgens mij is dat een zeer goede opmerking: als elk flatgebouw van zo'n atstig woningen een gemeenschappe lijke speelruimte zou hebben, hoef je niet eens meer te piekeren over het probleem van oppas. In zo'n geval zul len er altijd wel een paar moeders bij c'e kinderen zitten. In Zwitserland heeft men trouwens al benedengrondse speelzalen." Met degenen, die juichen over de ge zamenlijke creativiteit en expressie, die kinderen in de crèche beleven, waar door zij evenwichtiger zouden opgroei en, is mevrouw Diemer het niet eens. „De creativiteit in de crèche moet aanvulling zijn, geen essentie. Het ge zin hoort de basis te zijn voor de groei van het kind. Ik las onlangs nog in een studie van de beroemde Myrdal en Viola Klein, dat als het kind tot zijn vijfde levensjaar gedurig door ouder lijke zorg omringd is geweest, men kan gaan werken, zonder dat dit later eventuele nadelige gevolgen zou heb ben. „Overigens vind ik het onjuist, dat men alle structuren, die men in de maatschappij fout vindt, terugspeelt naar het gezin Neem nu bijvoorbeeld het idee van de anti-autoritaire crèche, waar ouders hun kinderen vanaf één jaar al heen kunnen brengen en waar men er van uitgaat, dat de kinderen zonder gezag van bovenaf moeten op groeien, maar in tegendeel het gezag gemeenschappelijk moeten vormen. Wat is er tegen de gezagssituatie in het gezin? Als deze gezagssituatie doortrokken is van liefde, is het goed. Overigens: in bijbelse zin is het gezag er nooit ten bate van de gezagsdrager, doch bedoeld als dienstbetoon en zulk een gezag kan nooit beter bestaan dan in een gezin, dat in de aard een lief desverhouding is. En dat laatste is de gemeenschap niet. Als men dit in ogen schouw neemt, zal men zich niet ver zetten tegen autoriteit. Maar nu er stemmen opgaan dat het gezin een zichzelf overleefd hebbend instituut zou zijn. raken wij de wortels van onze maatschappij kwijt en wordt het kind meer en meer vrijgegeven als proefobject En dan de werkende vrouw: men mag zich niet afzetten tegen de vrouw die uit verveling gaat werken. Als de vrouw een bevredigend leven leidt, heeft de samenleving daar baat bij. Daarom moet de samenleving zich openstellen voor de vrouw. De samenleving heeft de vrouw meer en meer nodig, onder meer al omdat zij meer is betrokken bij het leven in zijn totaliteit. Er is in onze maatschappij vee' schuld, omdat wij door de eeuwen heen veel te eenzijdig verstandelijk hebben gedacht". Een bedrijf vroeg vrouwen j( voor een tweelingbaan. Er I iwamen uit het hele land Iriehonderd sollicitanten. Nu s men met het combineren »ezig. Daarmee begint voor eerst op grote schaal in Nederland iets wat in Ame rika gemeengoed is. Het huishouden werd daar rder dan bij ons gemechani- erd. Wanneer man en kroost deur uit zijn, heeft de vrouw n dertig, veertig jaar enige en haar handen vrij. Boven- en snakt ze vaak naar een, ge- rek dat eens niet over de aard- ipelen, de melkboer of de nderen gaat. Ze wil gewoon k meer zijn dan huisvrouw. e wordt geaccepteerd als een ort verlengstuk van het huis. sn hele dag eruit, dat was net wel gevergd en zo creëerde •en de twin-job, de tweeling- aan. Twee vriendinnen nemen sa- >en één betrekking aan. Wordt één ziek dan valt de ander In Amerika leiden zelfs twee fendinnen één klas. De heer F. Brandsma van Al- *rt Heijn: „Wij hebben in ®fstgeest al een proef geno- 'en met de tweelingbaan voor kassa. Die proef vinden wij olledig geslaagd. In Amerika 'Jen de vrouwen samen het Maris. Wij stellen ons voor,, 'der uit te betalen naar het total uren dat gewerkt is. Ze "ogen zelf uitmaken op welke Ten er gewerkt wordt". f hoe gaat dat bij ziekte? L -De ander valt in voor de zie- vriendin, de zieke ontvangt lewoon ziekengeld en de inval ster krijgt de extra gewerkte uren uitbetaald". Wie wil solliciteren, behoeft niet persé bij buurvrouw of vriendin aan te kloppen voor zo'n tweeling baan. Men kan in dividueel solliciteren, de zaak stelt de duo's samen. Bij de Bijenkorf heeft men eerder de tweelingbaan gepro beerd, maar „wij zijn er niet happig op", aldus een perso neelschef. „In de praktijk ble ken de vriendinnen de afspraak, (voor elkaar in te vallen indien nodig) niet na te komen. Een warenhuis is trouwens niet ver gelijkbaar met een zelfbedie ningswinkel, onze ervaring zggt dus niets voor de proef bij Al- bert Heijn". „Voor onze verkoopsters is meer opleiding nodig. Wij heb ben wel plaats voor de gehuwde vrouw, mits zij „full time" meedraait. Daarnaast hebben we hulpverkoopsters in vele ,.part-time"-banen. Ze werken een paar dagen per week of ze komen van elf tot drie uur, vier uur, dat is bij ons variabel". Mevrouw J. Groenwoud-Ver- beek te Rotterdam was al oma toen ze samen met haar vrien din zo'n tandemjob aanvaardde. „Wij waren zowat de eersten, en het ging prima. We kregen ieder een apart salaris en vielen voor elkaar in wanneer dat no dig was. Financieel had ik het niet nodig, maar ik vond het gewoon fijn- om iets anders te kunnen doen dan het huishou den. Ik kreeg ontzettend veel leuke relaties en had op den duur een vaste klantenkring". „We hadden samen een goede taakverdeling, konden van el kaar op aan. Nee, de vriend schap heeft er niet onder gele den. Maar je moet het niet te gek maken en je partner niet teveel belasten. Ik ben er on langs mee opgehouden omdat mijn gezin eigenlijk; nog teveel van me vergt. Ik was wat overwerkt. Mijn vriendin doet het nog; ik heb samen met haar drie jaar zo'n tandemjob waar genomen en ik heb er geen dag spijt van geh^d". Wat vindt mevrouw Groene- woud van de werktijden die de Bijenkorf biedt aan hulpver koopsters? „Van elf tot half drie lijkt me heerlijk" ze had het Kassière is een goed beroep dat door twee vriendinnen kan worden uitgeoefend als één baan: de zogenaamde twin-job. dolgraag gedaan: weer in de verkoop. Haar ervaring geeft de nieuwkomers de moed dat 't waarachtig wel zal gaan, mits je de trouw aan baan en part ner kunt opbrengen. Waarom willen zij, die eindelijk op 65-jarige leeftijd van hun ver diende rust kunnen genieten, weer aan de slag? Drijft hen het contact hebben met de maatschappij, de financiën. he« voor-de-voeten lopen bij moeder de vrouw, het nog wil len meetellen, het gebruiken van hun wijsheid en ervaring? Willen ook jongeren ons eens schrijven hoe zij erover denken: zou je na je pensioen weer gaan werken, of wil je daarentegen eer der pensioen? Mankeert het de ouderen aan zinvolle vrijetijdsbe steding of aan geld? De werkende oudere mens als onderwerp in Dialoog. Wie doet mee? Na plaatsing zenden wij u graag een pakje: De dokter zegt 1 of 2, Tip-parade, of een verrassing naar keuze. Wie kort en bondig schrijft loopt de kans dat haar of zijn brief niet behoeft te worden bekort. Ik zou een voorstander zijn van de doodstraf voor heel zware misdaden, zoals moord (dus niet voor doodslag), land verraad enz., indien er geen vergissing mogelijk was. Aan gezien een rechterlijke dwaling altijd mogelijk blijft, ben ik er tegen. Wat de overige straffen be treft, beginsel is, dat elk geval afzonderlijk en naar omstandig heden beoordeeld wordt en daarnaar straf wordt opgelegd. Accoord, maar onvermijdelijk is, dat de éne rechter of recht bank een zaak anders beoor deelt dan een ander en daar door voor dezelfde feiten onder dezelfde omstandigheden en door gelijk verantwoordelijke personen gepleegd, op de ene plaats een zovee' zwaardere of lichtere straf wordt opgelegd dan elders Dat een officier van justitie ten aanzier van iemand, die al meer dan twintig veroordelin gen achter dr rug had, het nog eens met een voorwaardelijke veroordeling wilde proberen, lijkt mij onjuist. Men zou eer der voor dergelijke delinquen ten, van wie vast staat, dat ze niet meer in de maatschappij kunnen (of willen) worden op genomen kampen moeten stich ten, waar ze werken kunnen en hun eigen levensonderhoud moeten "erc'ienen. In dergelijke kampen zou men, na gerechte lijk vonnis ook personen moe ten kunnen plaatsen die blijk geven te lui te zijn om te wer ken. Er moet een bepaling komen, dat voorwaardelijke veroorde ling en voorwaardelijke invrij heidstelling niet in onbeperkte door T. A. Voorkamp herhaling kunnen worden toe gepast. Als regel moet gelden, dat als iemand tot een bepaalde vrijheidstraf is veroordeeld, hij die straf ook moet uitzitten. In alle geval moet het niet moge lijk zijn, da' iemand die tot le venslang of twintig jaar is ver oordeeld, tenslotte maar een fractie van de straf, waartoe hij veroordeel n was, ondergaat Laat de rechter, behalve aan de variërende maximumstraf, Eer de morgen een uur oud is, heb ik al vele malen gespoten. Een reiniger voor de aanrecht met vlekken, tandspray voor 't gebit, een deodorant voor de oksel en intiemspray in een roze bus. Haarlak om het kapsel in be dwang te houden, tapijtsneeuw, schoensmeer, nagellakremover, stofdoekspray, een vlekken- middel, spul om de luizen op m'n Chinese roos een gewisse dood te bezorgen: pffft een druk op de knop. De moderne huisvrouw gaat al spuitend door het leven en ze verbreidt een geuren- melaoge gelijk aan die van een drogisterij, een bloemententoonstelling en een fruithandel samen. De inhoud van zo'n bus bestaat uit het produkt dat wordt verspoten plus een ten dele vloeibaar gemaakt gas, dat nodig is om het produkt uit de bus te verdrijven. Bij een druk op de ventieiknop wordt de druk in de bus verlaagd. Er komt drijfgas naar buiten dat een deel van de werkstof met zich meevoert. In het algemeen wordt een niet-giftig, on brandbaar en reukloos gas toegepast dat ge mengd met lucht geen explosief mengsel vormt. Eer zo'n bus de fabriek verlaat, is hij door een lauw bad gevoerd ter ontdekking v4n lekkage en is er op gelet dat de druk in de bus niet te hoog is. Spuitbussen zijn géén kinderspeelgoed. Een spuitbus mag nooit verhit worden, bij ver warming boven 50 gr. C. zou dit barsten van de verpakking tengevolge hebben. Een spuit bus met zonnecrème mag niet in de zon lig gen sudderen, autospray behoort niet het hele jaar door in handschoenenkastje of bagage ruimte te worden meegevoerd. Gooi een lege spuitbus nooit in het vuur. Prik niet in de bus en verwijder nooit het ventiel. Lees de tekst op de bus met aandacht. De Nederlandse Aerosol vereniging garandeert na 1 jan. '70 de netto-inhoud van de bussen harer leden. Veel bussen moeten voor het gebruik goed worden geschud, zoals de emailleer- en verfsprays, de produkten die was bevatten, de schuim- en poedersprays. Na flink schudden zullen de ingrediënten zich pas vermengen. Houd een spuitbus zoveel mogelijk rechtop. Bij een schuine of ondersteboven-stand ont snapt alleen drijfgas. Rook niet tijdens het spuiten en ga zorgvuldig om met insecticiden. 't Gemak dient de mens daarom zal het gebruik van spuitbussen ongetwijfeld toene men. De hygiënische, luchtdichte verpakking dient wel met zorg gehanteerd te wordenl Deze wijsheid putten we uit een brochure ..Aerosols" samengesteld door o.m. het Vei ligheidsinstituut, het Instituut voor Huishoud- technisch Advies van de Ned. Ver. van Huis vrouwen en de Nat. Federatie voor Huishou delijke en Gezinsvoorlichting. Op dit laatste adres te bestellen (Van Speykstr 19 Den Haag) door betaling per briefkaart (per stuk f 0.25) bijgeplakt op de adreszijde. ook, eventueel voor bepaalde feiten, aan een variërende mini mumstraf gebonden zijn. Men leest herhaaldelijk in gevallen van (zij het lichte) misdrijven, dat de mishandelde of bena deelde geen aangifte wenst te doen. Deze gang van zaken lijkt mij niet juist. Misdrijven moe ten in het algemeen ambtshalve vervolgbaar zijn. Alleen de officier van justitie moet beoordelen of een feit al dan niet vervolgd wordt, waar bij hij de belangen van de ge meenschap tegen persoonlijke belangen moet afwegen. Het lijkt mij, dat men door de nu gevolgde werkwijze het in de hand werkt, dat mensen uit vrees voor wraak geen aangifte durven doen, waardoor de mis daad meer en meer een Ameri kaans karakter dreigt te krij gen. Het zijn echter niet alleen de straffen, welke van belang zijn de misdaad te bestrijden. De politie speelt daarbij een zeer grote rol Als de politie met vol doende en kundig personeel, met de modernste hulpmiddelen uitgerust, in staat zou zijn het overgrote deel van de misdaden in korte tijd op te helderen en de daderfs' voor het gerecht te brengen en de rechter op korte termijn tot eer. veroordeling zou kunnen overgaan, zou men m.i. met lichtere straffen kunnen volstaan, dan bij de huidige stand van zaken het geval is. We hebben meermalen in ons land een aantal soorten politie gehad. Militaire politie, stadspo litie, dorpspolitie, marechaussee (in feite ook militaire politie) en rijkspolitie Deze verscheiden heid werkt een harmonisch sa mengaan niet in de hand, wel onderlinge naijver, die ten hoogste schadelijk voor de op sporingkan zijn. Naar mijn overtuiging moeten we komen tot één korps rijks politie. waarvan het personeel van hoog to' laag opsporingsbe voegdheid heeft over het gehele gebied van ons land, met de be paling, dat optreden buiten de eigen standplaats alleen zal fmag) geschieden in bepaalde gevallen en dan zo mogelijk met medeweten en eventueel met medewerking van de plaat selijke politie. Voor het geheel van dat per soneel moei één ranglijst komen en het personeel moet al naar behoefte kunnen worden over geplaatst naar elders. Is er een Ter afsluiting van onze dialoog over de doodstraf publiceren wij een artikel van de heer T. A. Voorkamp, oud-hoofdinspecteur van politie in het voormalig Nederlands- Indië. Van 1921 tot 1948 heeft hij als politle-officier met velerlei as pecten van de rechtspleging in de praktijk te maken gehad. De heer Voorkamp leidde in het toenmalige Batavia o.a. het onderzoek naar een grote verduisteringszaak, was chef van de afdeling bestrijding valse munterij in Soerabaja, hoofd van de opiumrecherche voor het gewest Soerakarta en werd na de oorlog belast met het onderzoek van per sonen die met de Japanners had den gecollaboreerd of op andere wijze vóór dan wel tijdens de oor log een dubieuze rol hadden ge speeld. vacature In een hogere rang, dan moet diegene daartoe be vorderd worden, die volgens de ranglijst voor bevordering aan de beurt is en volgens ?ijn con duite geschikt is. Voor de lagere rangen zullen daarvoor waar schijnlijk niet dikwijls over plaatsingen nodig zijn, maar voor de hogere .rangen moet het bijvoorbee' mogelijk zijn, dat iemand uit het westen van het land naar het oosten wordt ge dirigeerd, enz Er moet een centraal bureau komen met aan het hoofd een hoge politie-ambtenaar, waar alle belangrijke politionele ge gevens uit het gehele land sa menkomen er van waaruit over het gehele land inlichtingen kunnen worden verstrekt. Er zou een ministerie van po litie moeter komen, met een minister van politie, die een voldoende tegenwicht kan vor men tegen krachten die een aanval (willen) doen op de zelf standigheid van de politie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17