LEZEN DAN REINIGEN EERST rREEDZAME REVOLUTIE )NTTROONT MAHARADJA'S Vijf jaar is al zeer zwaar 't Sticht toont zij'n kastelen door Jeanne de Vlieger ZATERDAG 7 MAART 1970 f ^alvijn en Luther waren vóór doodstraf, poneert de heer IV. Baars te Nieuwland. „Als her spreekt over Gen. 9 6 zegt hij dat hier de instel- i plaats vindt van de we- llijke overheid. Calvijn zegt gr Rom. 13:4 „indien im- infs de Here aan de overheid aijineer Hij deze wapent, ook ;a|edragen heeft om het I2>ard te gebruiken, dan ge- sjrzaamt zij aan Zijn bevelen oefent zij Gods wraak zo 'ijls zij de schuldigen met loodstraf straft". geloof," aldus de heer B., velen zich hier beter mee in kunnen verenigen dan zoveel zouteloze uitspraken 2*het recht van de overheid •achter»". wat is de lezer toch hu- roept de heer Heuvcl- Ouderkerk a/d IJssel. „Hij •lij dal de doodstraf afge- ift is. Nu gaat die humane s die echter zonder de we derhoudende genade een vrese lijk mens is en tot alles in staat, zich boven God stellen, die on eindig groot, is in barmhartig heid. Vreemd, men zou ver wachten dat onze lezers ook bijbellezers zijn, maar over gen. 9 lees ik niets. Men is te genwoordig geweldig in het cor rigeren van de H. Schrift. Uit leggers als Calvijn, Dachsel, Henry, oen kom, moet je daar nu naar luisteren? Wanneer heeft de grote en barmhartige God de woorden van het Noa- chitisch verbond ingetrokken?" Een lezeres wee* wat het is, verpleegd te worden in een psy chiatrische inrichting. „Wat mij betreft zou ik zeggen, een straf van vijf jaren, dat is al een zeer zware strai Om voor een lange straf te pleiten voor m'n mede mens, dat s mij niet mogelijk". Mevrouw van de Graaff. Bol nes is het met de Franse beul eens. „Zoals het hier in Neder land toegaat zou ik voor de doodstraf wezen, misschien dat dat zulke lui wel af zou schrik ken. Ze maken je gewoon voor een brief ie van tien van kant. Ik vind dat de overheid wel eens te zoetsappig is." Straf voor de buitensporige is nuttig, zegt mevrouw T. Badder Den Haag. Want „Hun rumoe rige „ik" wordt stilgezet, zij le ren hopelijk doorzicht krijgen in zichze'f en in wijder ver band, en het heeft de mogelijk heid tot inkeer en kracht tot omkeer." „Duurt de strafmaat lang, dan is er kans op verharding. Ik be zocht jaren geleden een familie lid in de gevangenis. Door de man achter die hoge tralies en twee bewakers bij hem, kon ik geen woord uitbrengen. Toen ik later weer kwam, moest ik eerst mee naar de directeur. Hij vroeg me een en ander en riep toen diezelfde persoon in de di recteurskamer, waarna hij ons alleen liet. Dat heeft een gewel dige indruk op me gemaakt, ik ben die direkteur mijn leven lang dankbaar". „De Bredase gevangenen; zij zouden bij vrijlating, door hun landgenoten opgezwiept, wel licht komen tot nieuwe geweld daden. Dat zou hun dood, licha melijk en geestelijk kunnen zijn. Wij moeten de situatie die wezelf geschapen hebben tot het einde dragen". De heer A Budding in Nieuwkoop heeft Dialoog met aandacht en ontsteltenis gele zen. „Hoe makkelijk kunnen christenen oordelen over dood straf! Bij meneer J. G. uit Den Haag constateer ik geen grein tje menselijkheid, alleen sadis tische methoden. Heeft hij het rode boekje gelezen? Moord is verschrikkelijk, dat moet ge straft worden, maar zeker ook geholpen. Een moordenaar wordt niet als misdadiger gebo ren. Misdaad los je niet op met het „geven" van doodstraf, zie landen als Amerika, Engeland, Arabie en nog meer haatver wekkende landen." „Geen Franse beul, geen guil lotine, electrische stoel, vuurpe loton of galg. Dan die Haagse mevrouw die pleit voor arbeids dienst als in de bezetting. We hebben hier beslist geen fascis tische maatregelen meer nodig." „Ik werd in 1942 gearresteerd door de toenmalige liefhebbers van de doodstraf, ik was acht tien jaar en juli '45 kwam ik terug bij mijn ouders. In die jaren van gevangenschap heb ik mensen zien weggaan, volwas senen en kinderen afscheid ho ren nemen zien vechten voor hun leven, jong en oud schuldig of niet schuldig, joden en niet joden allemaal mensen en kin deren van één Vader." Nooit kop ik geloven dat ik deze gruwelijke taferelen zou zien en dat wij mensen zo mis dadig konden zijn en eigenlijk nog zijn, want dat blijkt uit de ingezonden wartaal. Mensen op weg naar de galg, zie ik nu, 25 jaar later, r.og altijd voor me. Alleen je vrijheid missen is be slist genoeg voor de één een maand, voor de ander jaren". n H iel door Bob Mantiri De vreedzame socialistische revolutie in India dreigt binnen afzienbare tijd een einde te maken aan het koninklijk bestaan van zo'n 270 maharadja's, afstammelingen van machti ge vorsten die vroeger en zelfs nu nog als goden worden vereerd. In 1947, toen India on afhankelijk werd, deden deze vorsten met een handtekening afstand van 2.225.000 vierkante kilometer land met 100 miljoen onderdanen, zodat India een een heid kon worden. In ruil daarvoor kregen zij een jaarlijkse toelage en een groot aantal privileges. In de loop der jaren zijn deze door de wet bekrachtigde rechten overgegaan op hun erfgenamen. Met alle daarbij behorende pracht en praal verleent de Maharadja van Mysore openbaar gehoor aan hoog- geplaatsten. Als echter het centrale parlement in New Delhi eind deze maand een al sinds 1968 op tafel liggend en omstre den wetsontwerp aanneemt, betekent dit dat al die rechten komen te verval len en zij worden beroofd van hun jaarlijkse toelagen, die de staat zo'n slordige 48 miljoen roepees kosten. Bovendien zullen zij geen belasting vrijheid meer genieten, noch vrijdom van invoerrechten, gratis verpleging in de staatsziekenhuizen, gratis elektrici teit en water. Voorts moeten zij hun eigen paleiswacht, die eigenlijk door de staat wordt onderhouden, zelf gaan be kostigen. Er zullen geen saluutschoten meer mogen worden gelost bij aan komst in en vertrek uit hun vroegere hoofdsteden; geen feesten meer in hun onderscheiden staten, als zij jarig zijn en tenslotte geen bankrekeningen in het buitenland. „Hun fabuleuze rijkdommen en voorrechten kunnen niet langer meer worden getolereerd door een volk, dat te kampen heeft met onoverkomelijke moeilijkheden tengevolge van armoede, ziekte, werkloosheid en analfabetisme," luidt het kernachtig betoog van pre mier Indira Gandhi. Ook het volk is zich nu langzamer hand bewust geworden van de wan verhouding tussen eigen lot en dat van de vorsten. Het gevolg hiervan is dat de aanhang van de maharadja's in de loop van de tijd aanzienlijk is geslon ken. Een parlementslid, Moham Daria, noemde de toelagen „een feodaal ana chronisme uit vroeger dagen, dat het volk nu niet langer meer duldt". Hij voegt hieraan toe dat de maharadja's de jaarlijkse uitkeringen gebruiken om stemmen te winnen en het volk om te kopen. Dit is een zijdelingse opmerking over de toenemende neiging van de vorsten om, wetende, dat zij bij pre mier Gandhi in ongenade zijn gevallen, gemene zaak te maken met de rechtse partijen Zwatandra en Jana Sangh, die hebben gezworen de minderheidsrege ring ten val te brengen. Aanvankelijk weigerde mevrouw Gandhi de actie tegen de machtige ma haradja's te ondernemen, maar stemde er later mee in onder druk van de socialistische vleugel van haar eigen Congrespartij, die onverbiddelijk af schaffing van de privileges eiste. Waar de premier voor vreest, is een breuk in de partij, want velen van de mahara dja's maken deel uit van, haar partij. De bond van vorsten, bekend als The Concord, heeft het recht van de rege ring 'eenzijdig een einde te maken aan de pas tweemaal tien jaar geleden plechtig met de vorsten gesloten over eenkomsten' betwist. Het Opperste Gerechtshof, conserva tief van aard, schijnt deze mening te delen. Onlangs nog ontbood minister van binnenlandse zaken Chavan, de maha radja's bij zich om het standpunt van de regering uiteen te zetten en hun medewerking te vragen. Hij hield hun voor dat het parlement de wil van het volk vertegenwoordigt en dat het de hoogste macht is in het land. Chavan legde twee plannen voor. Het ene beoogt de maharadja's een ronde som uit te keren, gelijk aan twintig maal hun huidige toelage, te betalen in vijf termijnen en vrij van belasting. Het andere stelt voor de toe lagen volgens een afglijdende schaal te verminderen, zodat zij over twintig jaar geheel zullen zijr. verdwenen. Na afloop van het onderhoud met minister Chavan zei een van de vor sten: „De regering wilde van ons horen, hoe wij het best zelfmoord kunnen plegen". De maharadja's hebben laten door schemeren dat zij hun strijd om hun privileges op het. politieke terrein wil len uitvechten. Zij speculeren op de zwakke positie van de minderheidsre gering van mevrouw Gandhi en op hun invloed in de politieke partijen. Doel Is te voorkomen dat het wetsontwerp de vereiste tweederde meerderheid In het parlement behaalt. Mevrouw Gandhi heeft in een schrif telijk verzoek aan de maharadja's een laatste oproep gedaan, haar „redelijk aanbod" aan te nemen. Slechts één ma haradja reageerde er gunstig op. Mevrouw Gandhi zegt koste wat kost de privileges te zullen afschaffen. Daar valt niet aan te tomen. De bevoorrech te dagen van maharadja's zijn geteld. De parmantige kleine maharadja van de Indiase luchtvaartmaatschappij Air India, die met een beleefde buiging da toeristen uit het buitenland verwel komt, zal straks de enige herinnering zijn aan vergane glorie.... FOTO'S ONDER: Links het kasteel D« Haer in Haarzuilen en rechts het kasteel Loenersloot. ld 3tit Zuylen. jUtt Slot te Zeist Is tot en met 22 maart een gewijd aan de geschiedenis van de kastelen. De doorsnee Nederlander denkt, iafctekn in de late middeleeuwen alleen maar in «chtse of het Gelderse werden gebouwd. Niets •^er waar. Het westelijk deel van Zuid-Holland imee bezaaid, maar de meesten werden echter de Hoekse en Kabeljauwse twisten in 1350 grond gelijk gemaakt en niet meer herbouwd. bid-Holland had het kasteel een duidelijk an- Qakter, dan in Utrecht. In het kustgebied wer- kastelen en daarbij moet men zich beslist duiderslot of een slot Loevestein voorstellen, ■^trekken, die soms niet meer waren dan een in hoofdzaak gebouwd en bewoond door kers, d.w.z. grote en kleine landeigenaren, ft Utrechtse was dat geheel anders. Dit blijkt k uit het tentoongestelde materiaal, zoals te- in en prenten, maquettes en een in plastic erde voorselling van een archeologisch on- L Zuid-Holland practisch geen enkel kasteel lok in Utrecht zijn er tientallen verwoest, hetzij j Oorlogsgeweld, hetzij door sloop. Dat laatste g in de vorige eeuw, de eeuw waarin men ken- ran opruimen hield van wat onze voorouders aan cultuur hadden nagelaten, bewoners van de Utrechtse kastelen waren I ridders, dienstmannen van de bisschop en »l, die tussen 1200 en 1450 een versterkt huis buwen, om veilig te wonen. ^an omstreeks 1350 woonde men al veilig, als t ph beschermd wist door stenen muren. Doch a^t buskruit was uitgevonden, raakte de verde mpen goede 100 Jaar in het nadeel, djilet alleen een bewoonbaar huis, maar ook nog ajdedigbaar huls te hebben, greep men terug op >sfi middel: rond de gracht werd een aarden wal 1 .jen, die op zijn beurt weer door eren buiten- aljvoor berenning werd beveiligd. Men hield op éjanier het belegeringsgeschut een eind huiten cKe muren, terwijl de meeste kogels in de aar- sa smoorden. ftrsteem leidde tot de citadel en men verkreeg jepingswerken, die niet meer te bewonen waren. i rak al spoedig van een ridderhofstad. bouwen van versterkingen was oorspronkelijk ivfcht, uitsluitend voorbehouden aan de vorst. Val tot geval kon hij een zeker recht verlenen grote landsheren. Omdat de bisschoppen van J°ok een duidelijke wereldlijke macht hadden, lij ongetwijfeld van de Duitse keizer sedert het tan de elfde eeuw het recht hebben gekregen om aan de grenzen verdedigbare huizen te bouwen. Voor de rest bewoonden de adellijke lieden in de elfde en twaalfde eeuw een grote hof; niets anders dan een eventueel licht verdedigbare boerderij met grote landerijen. De bisschop van Utrecht werd vaak lastig gevallen met verzoeken om een verdedigbaar huis te mogen bouwen. Toch remde de bisschop dit af, want in geval van binnenlandse onenigheid, konden de ver sterkte huizen door rebellerende ridders als steunpun ten worden gebruikt. Als de bisschop er niet meer onderuit kon, wist hij te bedingen, dat hij zijn troepen mocht legeren in een versterkt huis, zoals in Zuid-en Noord-Holland ook werd bedongen door de Hollandse Graven. Toen "de steden" opkwamen, zochten de bisschop pen hun steun bij het stadsvolk tegen de lastige en eigenzinnige heren. De steden hadden bepaald geen behoefte aan een eindeloze rij kastelen langs de handelswegen. Als de stedelijke milities tegen het eind van de veertiende eeuw het recht krijgen zelf geschut te kopen, trekken de Utrechtenaren er her haaldelijk op uit de kastelen in de omgeving te ver nietigen, o.a. Nijenrode in Breukelen. Langzamerhand verloren de kastelen hun betekenis en werden er velen met de grond gelijk gemaakt. Toch zijn er gelukkig nog een aantal over. Wie van door C. Keizer het Utrechtse Odijk met de fiets rijdt langs de Lang broekerwetering via Neerlangbroek in de richting Hui ze Doorn, zal links en rechts van de smalle weg een groot aantal kastelen zien met bekende namen, zoals de Sandenburg, de Beverweerd, de Lunenburg nu nog een ruïne, maar er zijn restauratieplannen te zien op de expositie in Zeist. En dan zijn er uiteraard kastelen te vinden op de Utrechtse Heuvelrug en er staat nog een prachtig bewoond kasteeltje in Loe nersloot. Belangrijk voor het maken van zo'n boeiende kas telentocht is dat men iets weet van de wordings- en bewoniogsgeschiedenis van de gebouwen die men ziet. Daarvan krijgt men op de tentoonstelling in Zeist een heel goed beeld. Deze expositie, uitgaande van de Stichting Utrechtse kastelen, is geopend van maandag tot en met vrijdag van 10 tot 12 en van 2 tot 5 en op zaterdag en zondag alleen van 2 tot 5. Een boeiende door dr. J. G. N. Renaud geschreven catalogus krijgt men voor een luttel bedrag. Stel voor, dat u luiers alleen inzeept. Verder niets. Geen huisvrouw die gelooft dat de zaak schoon is. Integendeel, het wordt een vettige troep die het vuil aantrekt. Zó gaan veel huisvrouwen ook met haar meubelbekleding en tapij ten om. Hun kapsel spoelen ze grondig na, en luiers wor den driemaal gespoeld. Op haar meubels en tapijten spuit de huisvrouw een soort zeep (hoe verschillend ook van oorsprong) of ze maakt schuim uit bus of flesje. Dat trekt het vuil aan, tast het vet van de wol soms aan, en wanneer men er met natte handen aankomt of de atmosfeer wordt vochtig, dan gaat de stoffering kleven. Ze veegt er op, met een spons, lekker stevig: gevolg een lelijk zebrapad, een landkaart op de meubelstof, en zeljs schuimrubber ver brokkelt. Ze doen precies wat wij niet willen. „Wij", dat zijn dan. de heer en mevrouw M. L. Halkes uit Rijs wijk die samen een schoon maakdienst voor meubelen en tapijten leiden. Aanvankelijk met de stofzuiger onder de arm, mevrouw achterop de brommer. Hij „inzepen", zij schoonmaken. Nu hebben ze het Vredespaleis, kostbare gobelins, satijn en da masten alsmede het meubilair van nagenoeg alle ambassades in Den Haag onder hun hoede. En: zij makende troon schoon. De grote rechtzaal, de Konin- ginnekamer, de Ridderzaal (waar jaarlijks 120.000 paar voeten schuifelen) worden on derhouden door de RMTS (Rijs- wijkse meubelen tapijtreini- gings service) De Ridderzaal: dat betekent negenhonderd stoelen en kostbare tapijten. Na de verbouwing hadden ze er enorm werk aan, maar in vijftig jaar had de Ridderzaal er dan ook niet zo verzorgd uitgezien. Op Prinsjesdag ging het echt paar Halkes breeduit voor de televisie zitten om te zien hoe de leeuwen weer prachtig uit kwamen op de achtergrond. Na de troonrede draaide Hare Ma jesteit zich om en zei nog iets tegen iemand. „Nu zegt ze: wat ziet het er allemaal fijn uit!". De rug van het tapijt bleef vol komen droog en dus het apprêt behouden. De heer Halkes ziet niet om klanten verlegen, integendeel, hij heeft een grote relatiekring en is van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bezig de kostbare stofferingen in deftig Den Haag te reinigen. Waarom hij mij ontvangt? Vanwege zijn veront waardiging, omdat de huis vrouw niet wordt voorgelicht. Bij textiel hebben we het was- etiket, we brengen een wollen japon van 80 naar de stomerij, maar stoffering van duizen den guldens is het stiefkind van schoonmaakbeurt en voorlich ting. Werk niet te nat! Werk regel matig met veel schone doeken. Bet meer dan u wrijft is de schrale troost die hij en zijn vrouw meegeven voor de ver ontrustende lezer (zijn schoon maakmiddel is geheim en niet inde handel!). Van de zijde van Johnson, Mijdrecht zei men: „De man heeft volkomen gelijk. Sommige tapijtreinigers laten iets in de stof achter dat het vuil worden bevorderd. Wij hebben aan onze tapijtsneeuw een stof toege voegd, een polymeer, die de res ten van reinigingsmiddelen ver wijdert. Die polymeer zorgt er voor, dat het vuil opdroogt tot een korstig laagje dat bij de minste aanraking in kleine delen uiteenvalt en door de stofzuiger wordt opgezogen. Wat de voorlichting betreft: ons spul is door Wyers getest. Zij zijn bezig een groot aantal woninginrichters voor te lichten grapte het Rijswijkse echtpaar. Groot was hun voldoening toen achteraf bleek, dat koningin Ju liana inderdaad woorden van gelijke strekking had gespro ken! De heer Halkes heeft zijn „shampo" zelf uitgedacht, even als het systeem van schoonma ken. Er bleek grote behoefte aan te bestaan. Want er wordt maar raak gerommeld. Men smeert biotex, lodaline en aller lei schoonmaakmiddelen die er helemaal niet geschikt voor zijn op stoffering. Mevrouw Halkes doet het zo: zij neemt een bloe- menspuit en vult die met het reinigingsmiddel. Dat spuit ze als een fijne nevel heel regel matig op de bekleding. Daarna neemt ze een badborstel en legt er een baddoek overheen. Door luchtig te wrijven, meer deppen dan borstelen, komt het vuil in de badstof doek. Zij rekent voor een bankstel met twee fauteuils 150.-. Daarvoor werkt ze vier a vijf uur en gebruikt 80 badstofdoe ken. Dan is de bank weer als nieuw, 't is altijd goedkoper dan nieuwe bekleding. De serre achter het woonhuis aan de Kerklaan is sinds kort verbouwd tot werkplaats. Er ligt een grauw tapijt op de grond, een dof ding, waarvan de pool hard en egaal is. Dan neemt het echtpaar de machines ter hand, de een stuift er het schoonmaakmiddel overheen, vervolgens draaien drie rote rende borstels de spray in de pool. Meteen gaat de grote zuig- machine erover. In de machine: blubber! Het tapijt lijkt door een to verstaf aangeraakt. De kleur blijkt zacht olijfgroen, de pool glanst en voelt weer wollig aan. Vernevelen als fijne dauw, heel regelmatig. Vervolgens een baddoek om een zachte badborstel vouwen en daarmee het vuil en de spray weer opdeppen. over het onderhoud van tapijt, Desso heeft een boekje m«t reU nigingsvoorschriften." Erdal Amersfoort reageerde op de verwijten van de heer Halkes: „Principieel zijn er twee schoonmaakmethoden. De tapijtshampo, een natte shampo, moet men niet voor meubels ge bruiken. De droge methode, die met schuim, komt niet door de bekleding heen. Lees de ge bruiksaanwijzing goed, ga niet met een spons boenen op kost bare bekleding, het schuim doet 't werk. Wij zullen klachten graag weerleggen. Inderdaad is onze spons hard, die spons is er niet om te raggen over de stof fering, maar om schuim op t® kloppen! Wie te veel schoon maakmiddel gebruikt of nat werkt krijgt geen goede resul taten. Dat ligt niet aan onze middelen!" Tenslotte een deskundig voor schrift van de Ned. Verenigjpg van Huisvrouwen: Iedere huis vrouw kan bij het IVHA advies vragen. Adres Jan van Nassau- straat 89 Den Haag. Tarief voor leden ƒ1,- voor niet-leden ƒ2,- Dat geldt ook voor het vlekken- boekje ƒ1,30 voor leden, 1,50 voor niet-leden. Dat vlekkenboekje moest in iedere huishouding bij de hand liggen. Het vertelt alles over de soort vlek, de middelen, de eigenschappen van vezelstoffen, en geeft een handleiding voor speciale gevallen. Daarin vinden we „Het werken met tapijtrei niger uit de handel is weliswaar eenvoudig, maar er blijft altijd een rest achter. Als er veel ta pijtreiniger is opgebracht kan zelfs het uiterlijk erdoor wor den bedorven en altijd zijn res ten er de oorzaak van, dat er snel opnieuw vuil wordt aange trokken." „Bij het gebruik van terpenti ne mag geen schuimru»>ber in de bekleding voorkpmm; dit zou kleverig worden door de terpentine. De borstel wordt in gedoopt en de overmaat uitge schud. Niet te veel opbrengen, anders kan vuil uit de vulling naar boven komen. Na enkele ogenblikken van inwerken, drukt men op de stof met scho ne doeken. Tenslotte een hand warm strijkijzer op de doek drukken zodat er nog meer in zuigt. Tijdens het drogen de pool zo nu en dan opborstel®» Pas op voor meubelglijders, st. vochtige vloerbedekking kan het kleed door roestvlekken be derven." En de moraal: stoffering rei nigen is een secuur werkje. Neem er de tijd voor. Eerst le zen, dan beginnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17