Radenstelsel functioneert
MENSELIJK
DEZE
WEEK
Kunnen en mogen
STUDENTEN PAKKEN HARDER AAN
Kanttekenin
Gezegd
en ON M ENSELIJI
WAAK
HOND
Huib Goudriaan
ZATERDAG 7 MAART 1970
Abel J. Herzberg
Dr. G. Dekker
De sociologie, een nog jonge we
tenschap (gerekend te beginnen bij
Auguste Comte, 17981857), on
derzoekt het menselijk samenleven.
In die samenleving doet zich het
verschijnsel voor van ,,de kerk", of
juister van de verschillende christe
lijke kerken zoals ze reilen en zeilen,
geleerd gezegd: de empirische ker
ken.
Dr. G. Dekker, gewezen directeur van
het Gereformeerd Sociologisch Instituut,
thans stafmedewerker van het Gerefor
meerd Evangelisatiecentrum te Baarn,
heeft een boekje geschreven: Sociologie
en Kerk over het recht en het nut van de
sociologie met betrekking tot de kerk.
Het werkje een uitgave van Kok,
Kampen. 76 blz., f 5.90 bevat een
droog, maar duidelijk betoog, puttend uit
vakkennis en ervaring. Na een omschrij
ving van wat sociologie is, bepleit dr.
Dekker het recht van deze wetenschap
om zich ook met de kerk te bemoeien.
Vervolgens toont hij het nut van deze
bezigheid aan, om daarna duidelijk uit te
spreken dat de sociologie hier een be
perkte betekenis heeft, et laatste hoofd
stuk is een beredeneerde bibliografie.
In zijn bescheidenheid en zakelijkheid
is dit een belangrijk geschrift. Of liever:
het handelt over een zaak van gewicht
De kerk is geen „oliedrop op de wate
ren". Tot op voor kort konden de empiri
sche kerken hun eigen leven leiden, zich
tegen elkaar afzetten of elkaar onge
moeid laten, leven bij eikaars karikaturen,
maar die tijd is voorbij.
Het unieke karakter van een kerk, die
leeft bij een openbaring van omhoog en
welker Koning in de hemel troont aan de
rechterhand van de Vader, kan doen ver
geten dat zij toch uit mensen bestaat:
mensen in een bepaalde tijd, een bepaald
land. dorpelingen of stedelingen, jong of
oud. rijk of arm. Wie zegt dat de kerk
niets met de maatschappij te maken
heeft, vergeet dat Christus mens gewor
den is om zijn kerk op aarde tussen de
mensen te stichten.
De oude Herman Bavinck heeft eens
gezegd: „De theologie kan het leven niet
vervangen". In tegenstelling tot de oos-
ters-orthodoxe kerken, waar de eredienst
een soort hemeltje spelen is, heeft de cal
vinistische preek toch altijd de toepassing
gekend, al is die vaak ontaard in gemoe
delijk individualisme. De goede toepas
sing stuurt de mensen het leven in.
De sociologie geeft geen toepassing,
zij constateert alleen, maar probeert dit
zo helder te doen, dat hieruit vanzelf een
toepassing volgt. Zij werpt het licht van
de tijd over mensen die zeggen te leven
bij eeuwigheidslicht.
Wie de kerk uitsluitend supranaturalis-
tisch en statisch ziet, of wie niet verder
kijkt dan zijn eigen kring, zal de waarde
van sociologisch onderzoek met betrek
king tot de kerk niet erkennen. Maar dan
kan hij b.v. ook nooit antwoord geven op
de vraag, hoe het komt dat men in de
kerken meer middenstanders dan arbei
ders aantreft, om maar één verschijnsel
Door Dr. C. Rijnsdorp
te noemen. Dit is toch niet puur religieus
te verklaren en God trekt de ene maat
schappelijke stand niet voor boven de
andere.
Met het boek van Abel J. Herzberg Pro
Deo (Bert Bakker/Daamen, Den Haag,
139 blz., f9.50) zijn we bij het onmense
lijke beland. We hebben hier te doen met
een bundel artikelen, die de Joodse schrij
ver in de loop d->r Jaren in verschillende
bladen en tijdschriften heeft gepubliceerd.
Bij alle verscheidenheid gaat het over
één thema: het Joodse vraagstuk. De on
dertitel van het boek luidt: Herinneringen
aan een vooroordeel.
Pro Deo betekent niet „kosteloos" al
thans niet in het verband van dit boek.
'Dit is „om Godswil" geschreven. De niet
(meer)-orthodoxe Jood. wanneer hij al-
tsans niet op fanatieke wijze een maat
schappelijke ideologie belijdt die bij hem
in de plaats treedt van het godsqeloof, of
wanneer hij niet domweg Indifferent is
geworden, behoudt de religie van zijn va
deren in het bloed. Een expliciete belijde
nis kan een steun bieden, maar ook een
verhindering zijn.
Dit „pro Deo" is nolens volens, tegen
wil en dank, en daarom des te echter,
eerlijker, ontroerender. Trouwens het eer
sta stuk, dat ook Pro Deo heet, is als
literaire uiting een van de beste. Ik citeer
enkele uitspraken. „Straf zoveel gij wilt,
of vergeef zoveel gij kunt Laat uw haat
onverzoenlijk of uw mededogen eindeloos
zijn, maar geef antwoord, want de grond
's onder onze voeten weggeslagen, en
geen eksekutiepeloton en geen genade,
die hem vervangt" (14). „Want er zijn
niet enkel miljoenen slachtoffers gevallen,
maar ook Is het geestelijk evenwicht on
der de levenden en onder de k<
in zijn fundamenten aangetast" (14
Het is de letterlijk ten
schreiende vraag naar het waai
na wraakoefening en bovenm
vergevingsgezindheid niet is ges
is de vraag naar de diepste zin
lijden van het Joodse volk, ja daa
uit de vraag naar de zin van het
lijk leven en de geschiedenis. D
ook naar de zin van de toekomst.
Niet alle achttien stukken zijn
langrijk of van diepere betek
noem binnen de gedachtengang v
aankondiging hoofdstukken als
volgde en niet-vervolgde (54 e
Weerlozen (61 e.v.) Wat beteken
(83 e.v.), De Godsdienst van Isr
e.'v.).
Het is goed dat dit alles In e
bijeengebracht is. De klank van
oorlogse Joodse stemmen moet
bewaard. Tegenover wat er ond
de Joden is aangedaan, reiken in<
wraakgevoelens of vergevingsge
niet toe. Het heeft apokalyptischff
tingen aangenomen en deze bloe®
het gobelin der historie laat zich
wijderen. Men kan zich zelfs I
wie tenslotte het meest de gesel
bepalen: de geweldigen of de weel
EIGENLIJK een heel stille
week, maar er zijn toch altijd
wel emotionele hoogtepunten,
zoals het apartheidsdebat op
de gereformeerde synode, dat
vooral door de aanwezigheid
van Zuidafrikanen als Vorster
en Gericke pikant, en door de
discussie over het omstreden
Christelijk Instituut van Beyers
Naudé belangrijk is.
Op een wat ander niveau, de
nationale emoties om Atje Keu
len-Deelstra, wereldkampioene
op de schaats (en Stien Kaiser
toch maar weer in het zilver),
en Feijenoord en Ajax, die uit
Oost-Duitsland van een betrek
kelijk kouwe kermis thuisko
men, (met 10 en 31) nadat
gebleken is dat men in Oost-
-Berlijn ijs met ijzer kan bre
ken.
(En over Berlijn gesproken:
de voorbereidingen voor een
Oost-West-gesprek Stoph-
-Brandt lopen stroef, ondanks
aanvankelijk westers optimis
me. De rest van het buiten-
landnieuws is gauw verteld:
een socialistische verkiezings
zege in Oostenrijk, een mi
slukte kabinetsformatie in ita-
lie, een zich over demonst
raties ergerende Franse Pompi
dou als gast van Nixon, gebro
ken studentenverzet in Parijs,
en het vergaan van de Franse
duikboot Eurydice met 57 man
in de Middellandse Zee).
Onder aanhoudende sneeuw
buien, gladheid, vorst, zakkend
én weer stijgend rivierwater
zijn we de maand maart inge
gaan met ai zijn veelbelovende
voorjaarsactiviteiten van beur
zen, modeshows, vakantieplan
nen, verkiezingspropaganda en
schoonmaak. De VVD wil nu
ook niet met de PvdAiets sa
mendoen, Nieuw-Links of geen
Nieuw-Links. Ook niet met PPR
of Boeren wel met de Achttien
en D'66, maar de laatste laat
Haya een blauwtje lopen. De
Eerste Kamer geeft unaniem
haar fiat aan Beerninks voor
stel, de opkomstplicht al voor
de statenverkiezingen af te
schaffen. En nu maar afwach
ten hoe zwaar de morele stem
plicht weegt, en welke partijen
daarziide bi'zullen spinnen.
De literaire wereld verliest
de auteur Ed Hoomik, 59 jaar
oud. Minister Klompé weigert
over censuur te denken van to
neelstukken, ook als het om
subsidie gaat.
Het Centraal planbureau ziet
het reeel te besteden loon dit
jaar stijgen. De inflatie is nog
niet beteugeld, maar al te pes
simistisch is men nu ook weer
niet. De regering maakt het
voor tuinders aantrekkelijker
op aardgas over te gaan en
dat kan een boel in de lucht
vervuiling schelen. Fruittelers
zijn verontrust ove rde concur
rentie met de Fransen en Italia
nen, die door subsidies goed
koop kunnen leveren. De Bijen
korf bestaai een eeuw en gaat
dat vieren Rubberreuzen Dun-
lop en Pirelli gaan nauw sa
menwerken. Bervoets (kleding)
gaat naar het Hollenkampcon-
Het qezicht van D'66 is niets
anders dan het opgepoetste
gezicht van de confessionele
partlie" «>ar vroeger De trage
die van D'66 is dat het middel
voor partiivernieuwing, het ont
ploffen var de oude partijen,
doel Is geworden. (Mr. W. J.
Geertsema. VVD)
Steeds meer hoor je moede
loze lieden roepen om de een
of andere sterke man. Steeds
meer schijnt het gewoon te
worden dat minderheden via
•limme vergadertechnieken
meerderheden de mond snoe
ren. Ondemocratischer kan het
niet. (Meviouw Haya van So-
meren-Downer).
Y7ORIGE week heb ik op deze plaats iets
geschreven over de verwarring op poli
tiek gebied.
Maar men kan moeilijk zeggen dat zij zich tot
de politiek beperkt. Integendeel, het laat zich
verwachten dat de politiek meetrilt met heel
het leven, daarvan de weerslag ondervindt, en
dat de politiek een van de peilglazen van dat
leven Is.
Verwarring is er ook elders. Zü hangt onder
meer samen met een onmiskenbare vrijheids
drang, die steeds meer van de aarzelenden on
der zijn ban brengt.
Natuurlijk klinkt dat vreemd: een vrijheid die
onder de ban brengt. Maar zo is toch wel de
situatie. Er is namelijk ook een dwang tot
vrijheid. Dat kan dan een vrijheid worden die
iemand wordt opgedrongen, waaraan hij geen
behoefte gevoelt en waarvan hij veel liever
in vrijheid zou afzien.
Doet hij - of zjj toch mee, dan voelt hg
of zy zich veeleer in een dwangsituatie dan
in een van vrijheid. Maar men wil niet ach
terbleven, nietwaar?
TN die dwingende vrijheidsdrang en ook j
die fabelachtige ontwikkeling van de wi
tenschap bespeuren we het by beide gemeo
schappelijke element van de aftasting vi
grenzen.
Bq de doordrukkers van de vrgheid is d
duidelijk. Ze lanceren dwaze ideeën, byvoo
beeld op sexueel gebied. Ze provoceren, dagi
uit tot verbod, zoeken dan kermend de pub! Klinl
clteit, maar laten het dóórdenken toch mai
liever aan anderen over. Het past niet bij hfj
wat dartele levensstijl. jis d'
Er is in onze ty'd een opmerkelyke lichtvaaf za'
digheid. Men denke aan de gemakkelyke bpekla
oefening van het "experiment". Dat is nu |;n j(
bezig een eigen leven te gaan leiden. Er wori
heel wat afgeëxperimenteerd, en er is ook \^"es
by, dat alleen toelaatbaar schijnt mits iq krij
het etiket erop een experiment te zyn. y|uc
Men moet zich wèl afvragen, of daarby stec^nige
de nodige wnjsheid in acht wordt genome.
Zeker als er mensen bü betrokken worde f
Hoe moet het straks by voorbeeld met de leeman
lingen uit mislukte school experimenten? Bgaai
is maar een vraagje, maar het zal je kind maj,
nrAfran
"TEN van de typerende spanningstoestanden
in onze tyd is stellig die tussen kunnen
en mogen.
Waartoe wy byvoorbeeld op het gebied van
de wetenschap zo al in staat zijn, zou onvoor
stelbaar genoemd mogen worden, ware het
niet tegclük al werkelükheid. Dezer dagen
weer dat geval met die "reageerbuisbaby".
Dan rijst de vraag: is wat wetenschappelyk
mogelyk blykt, ook toelaatbaar. Dan gaat het
om de vraag, of de wetenschap het laatste
woord mag spreken, of zü beslissend mag zün
in het leven. Hoe hoger de wetenschap reikt,
hoe sterker daaromtrent de twüfel wordt.
De wetenschap zelf betoont zich dan dikwüls
op een merkwaardige manier bescheiden. Ze
zegt: die vraag naar de toelaatbaarheid moe
ten anderen maar beantwoorden.
In dat geval van die reageerbuisbaby zei een
van de medici: niet ik, maar de maatschappij
moet maar uitmaken of wat we doen goed is
of verkeerd.
Gelukkig begrüpt een toenemend aantal we
tenschapsbeoefenaars, dat ze er op die manier
niet af komen.
W/AT in deze ty'd van luidruchtige publit j<rij
teit dubbel treft, is het zwügen van (enst:
ethiek. Dat zwügen is langzamerhand bebouw
hoorbaar te worden. Hoe komt dat? over,
Natuurly'k deelt de verandering in het denk; ronr
zich ook aan de ethiek mee. Maar is dat «F"-
voldoende verontschuldiging? Men zou mtf jkJ
van haar willen horen. ieTze
Is zü bevreesd zich bet-weterig voor te doel" qL
Herinnert zy" zich te pünlük bepaalde opg^
legde gedragsregels uit het verleden, die toj" c
niet houdbaar bleken? Neemt zü liever een ^ncjer
wachtende houding aan? Dringen er zich j
veel problemen aan haar op, zodat zü nog Bt ma
zig is met de rangschikking? Of deelt de crue9 v
van deze tüd zich ook aan haar mee? J
ien.
Ieder zal hier aarzelen met een oordeel, zek^'d
met een veroordeling. Oók omdat ook hier a?n e
kritiek zèlfkritiek is. Maar dat tegenover of161716
dringende machten van deze ty'd zich hier ev(
bres dreigt de openbaren lükt wel duidelykelde
En toch bly'ft er behoefte bestaan. Bü de Ifceelc
oefenaars van de almachtige wetenschap. O De
by" de propagandisten van onverholen vr^1
heid. En zeker by' ons allen, die immers
deze tüd te leven geroepen zün.
DIEM&ed.
jrantf
eid
Op rook reageert hij
allergisch. Wanneer
het in zijn buurt be
gint te walmen, slaat
hij alarm, deze rook
melder „Cerberus".
Om de twee tot drie
seconden zendt dit
door Siemens recent
ontworpen apparaat
een lichtstraal uit. Bij
een bepaalde rookcon-
centratie wordt de
lichtbundel verstrooid
en raakt dan een foto-
electrische cel. De
daardoor ontstane
spanning brengt een
gloeikathode
king en deze 4
de centrale htf
overgaan. Eeft
dorhoid ie da 8)
ontwikkelde
röhre", een btC
een levensduil
ten minste zevj
e)
du A
'PT
Verstikken „onbeschaafdheid, verruwing, vervuiling
en een chaotische toestand ontstaan door het raden-
stelsel", het onderwijs aan het instituut voor Neer
landistiek van de universiteit van Amsterdam?
Acht van de vijftig docenten menen van wel.
Aan het instituut, een van de subfaculteiten waar
de onrust vorige week de kop weer opstak, zijn dit
keer geen studenten, maar docenten in verzet ge
komen. Ze publiceerden een pamflet, waarin ze zich
uitspreken tegen de juni 1969 ingevoerde democra
tisering en de ondergang voorspellen, indien maat
regelen uitblijven.
Wie het gebouw van het
instituut aan de Herengracht
binnenloopt, merkt niets van
vervuiling, noch minder van
onbeschaafdheid. Studenten
wijzen me hoffelijk de weg
naar drs. G. J. van Bork, lid
van de staf en van het dage
lijks bestuur van het instituut.
En hier en daar hangen romme
lig maar „ludiek" stukken pa
pier met mededelingen aan de
muren; verder is alles „orde
lijk".
Prof. dr. B. Th Tervoort (49)
hoogleraar toegepaste taalkunde
eveneens lid van het dage
lijks bestuur en drs. Van
Bork (34) vertellen dat de
uitspraken van de acht docen
ten een eenzijdig beeld van de
werkelijkheid geven.
Inderdaad is het instituut een
van de vijf universitaire instel
lingen !n Nederland met een
vergaande democratisering. Na
de bezetting van het Maagden
huis werd het onderwijs radi
caal hervormd, waarop van de
kant van d afdeling historische
taalkunde (de acht docenten.) nu
kritiek wordi uitgeoefend.
De verortruste docenten vin
den dat de onzekerheden,
ontstaan door het kiezen van
nieuwe wegen, niet zomaar kin
derziekten zijn. Het komt vol
gens hen voort uit de ondeug
delijke organisatie van de ra
denstructuur, die werd aange
nomen toen de meerderheid
van de bevolking van het insti
tuut niet aanwezig was.
Weerwoord hierop van prof.
Tervoort en drs. Van Bork:
„Het radenstelsel functioneert
op dit ogenblik. Aan het insti
tuut studeren 1100 mensen; er
zijn 50 docenten, waarvan er 42
medewerkers zijn, die voor het
merendeel ook achter de reor
ganisatie staan.
Aan dit onderwijsstelsel is
onlosmakelijk verbonden dat de
studenten discussiëren over de
doeltreffendheid van elk vak.
En dit betekent dat elk vak in
discussie komt
„De structuur hier is niet ille
gaal, maar binnen de wet ge
houden. Wel erkennen de hoog
leraren het medebeslis
singsrecht van de basis. Ze ge
ven hun fiat aan de besluiten in
overleg en op basis van rede
lijkheid. To4 nu toe is het niet
voorgekomen, dat de basis van
Drs. G. J. van Bork
redelijkheid niet meer aanwezig
was."
„Ook de minister is volkomen
op de hoogte van de gang van
zaken. In december hebben we,
met de hoogleraren van de vier
andere gedemocratiseerde insti
tuten, met minister Veringa
gesproken. We hoopten dat deze
structuur in zijn wetsvoorstel
tot uitdrukking zou komen, het
geen hei nas niet is gebeurd."
Hoe is de structuur van het
instituut voor Neerlandistiek
nu
Aan de basis bestaan project
groepen (waarin de studenten
zelf hun onderzoekproject bepa
len), die met de docent(en) on
geveer tien leden per groep tel
len Naar studiejaar zijn de
projectgroepen samengebracht
in jaarraden. De jaarraden ko
men weer samen in vakraden
en de vakraden zijn georgani
seerd in afdelingsraden.
De daarop volgende
bestuursorganisatie is de ple
naire vergadering, die op grond
van vrije kandidaatstelling in
vrije verkiezingen het algemeen
bestuur kiest. Dit algemeen
bestuur beslaat uit 15 leden: 9
studenten 4 staffunctionarissen
en 2 leden van het tech-
nisch-administratief personeel.
Hieruit worden weer 3 mensen
benoemd door het algemeen
bestuur die het dagelijks
bestuur op zich nemen.
„Een van de basisprincipes
van dit systeem is de gezamen
lijke verantwoordelijkheid van
allen voor het totale bestel. We
hebben een zeer grote kern do
centen en studenten, die soli
dair zijn.
Aan ons instituut bestaat dus
niet meer de conflictsituatie
tussen enerzijds de studenten
en anderzijds de hoogleraren
met een deel van hun staf. Als
de student hier vragen stelt
naar het waarom van een stu
dieprogramma is het niet meer
zo dat de docent antwoordt:
„Omdat ik het zeg en omdat ik
het vak waarover ik het heb
volledig beheers."
Hoe groot is de kern van stu
denten, die deelnemen aan het
bestuur en zich duidelijk be
trokken voelen bij de gang van
zaken?
„Er is een enthousiaste kern
van ongeveer 400 mensen; het
is natuurlijk een illusie te me
nen 1100 mensen voortdurend
enthousiast te kunnen houden.
Maar tot nu toe blijkt er niets
van een npgatieve niet-betrok-
kenheid van de andere studen
ten. De enige keer dat de niet
direct betrokkenen bij elkaar
komen is in de jaanraden; en
daar is van een negatieve
instelling ten opzichte van de
tegenwoordige structuur heel
weinig gebleken."
Docenten en studenten gaan
nagenoeg vriendschappelijk met
elkaar om In vergaderingen
spreekt men elkaar met „u"
aan; in de werksituatie, in de
projectgroepen spreekt men el
kaar meestal met „je" aan. En
voor de structuurwijziging was
het al geen „professor" meer,
maar „meneer".
Prof. Tervoort zowel als drs.
Van Bork vinden dat in de hui
dige structuur de studenten
geestdriftiger studeren dan te
voren. Ze geven toe dat nu de
oude onderwijszekerheden zijn
verlaten, nieuwe methoden nog
niet helemaa' zijn gevonden.
„Wat niet wegneemt dat het
algemeen bestuur voor moeilijk
op te lossen problemen een
aantal oplossingen ter tafel
heeft liggen, die binnen de hui
dige structuur voor 80 procent
een uitweg bieden. De resteren
de 20 procent zullen door het
dagelijks bestuur kunnen wor
den geregeld."
Prof. Tervoort antwoordt op
de vraag of hij blij is met de
nieuwe structuur: „Ik vind het
een situatie om dankbaar voor
te zijn die te mogen meemaken,
maar ook een waarvan ik hoop
dat ze niet te lang zal duren.
Het is zeer tijdrovend: ik heb
de afgelopen periode bij voor
beeld niet kunnen publiceren,
geen lezingen kunnen houden
en geen onderzoek kunnen ver
richten. Dal. moet geen jaarlijks
evenement wórden-
Belangrijk is echter in dit
tijdsgewricht om het eens
deftig te zeggen mee te mo
gen werken aan een stuk demo
cratisering mèt alle risico's
fouten te kunnen maken."
Prof. Tervoort acht na de tijd
van hervormingen een rustperi
ode in het belang van de
studie en van betrokken orga
nisatoren noodzakelijk. „Ik
vind dat we op een bepaald
ogenblik deze tijd als een episo
de moeten beschouwen, die tot
resultaat heeft gehad, dat het
onderwijs op een betere wijze
kan worden' voortgezet dan
vroeger
Prof. Tervoort kon vorig jaar
geen vakantie nemen, en is ook
vaak in de weekends bezet,
evenals medelid van het dage
lijks bestuur, drs Van Bork.
Drs. Van Bork: „Naast het
werk in het dagelijks bestuur
leid ik drie projectgroepen. En
de projectgroepen kiezen dik
wijls onderwerpen, die vroeger
niet in het onderwijs voorkwa
men. De studenten nemen soms
meer hooi op hun vork, dan ik
ze vroeger zou voorschrijven."
(Met het oog op overleg „ach
ter de schermen" wilden de
acht docenten geen commentaar
leveren.)