DEMOCRATISERING iEEFT IEDEREEN AT MEER RUIMTE Tom Manders: Vóór 35 ben je nog een kind Besmettelijk tandbederf te voorkomen door A. B. Philbert AW ZATERDAG 7 MAART 1970 r ver democratisering wordt gepubliceerd en nog r gesproken in termen inspraak, overleg, mede- |enschap, medebeslissings- t en meebestuur. De cturen van ondernemin- politieke partijen, kerken, trwijs, verenigingsleven, ISfe en krijgsmacht worden vanend bekeken. Tegen ipelregels van deze struc- n wordt geschopt om te tonen, hoe vermolmd mige plekken wel zijn. Het _jd „gezag" lijkt soms een net woord; een gezags- (er een natuurlijke vijand. at is er gaande, vragen de verontrusten zich veront- J af? We hebben een tv en wasmachine, we denken een auto en stippelen va- ieplannen voor het buïten- uit, we eten 's zondags ;jes en hebben weinig zorg de oude dag en we hebben Dog nooit zo goed gehad! run zijn er nu zoveel ka- 'cloppers? >e verontrusten, een sterk 'elde minderheid, wijzen er i°P_4tat men het leven niet t be'kijken met de ogen van jonaument, die gebiologeerd M zün beeldbuis zit, passief J welvaart vermaalt en al- iel op vonkt als zijn begeerte meer en mooier wordt op- ze pkt. Men moet het leven als uitdaging om tot een e samenleving te komen en betere samenleving wil niet n zeggen grotere materiële ^aart. it wil een betere samen le- dan wel zeggen en: hoe t men deze te bereiken? lopen de meningen en de ïoden sterk uiteen, hetgeen gepaard gaat met scheid- jen, verdachtmakingen en hardhandig optreden, mmigen, meer onrustig dan itrust, strijden alleen ter van de strijd. Zij schreeu- om revolutie en rotzooien geldingsdrang. Zij recht- digen hun bestaan met ge stamel en door naar Ho, Che en Mao te wijzen, waarna zij zich uitstrekken op de staatsruif, al dan niet voorzien van een vriendin. Anderen strijden wel voor een doel. Dit doel wordt gevat in een jargon waarin woorden voorkomen als establishment, gevestigde orde en consumptie maatschappij; kapitalisme, reactionair en repressieve tole rantie; vervreemding, sociaal engagement en politisering. De ze woorden worden als argu ment steeds op andere wijze ge rangschikt. Men wil de machtsconcen traties aan de toppen van de maatschappelijke instellingen doorbreken. Men wil een omwenteling van de maatschappelijke orde. Men wil de creatie van een directe democratie zonder machtsverhoudingen. Kleine minderheden moeten duizenden gematigden meesleuren. Een maal op gang, moet de vaart niet worden onderbroken door compromissen. Weer anderen, wel overstemd door eerdergenoemden maar aanzienlijk groter in aantal, zien voldoende mogelijkheden in de bestaande structuren om tot een gelijdelijke omvorming te komen van de welvaart naar een welzijn, waarin naast de materiele belangen de geeste lijke belangen van een ieder worden veiliggesteld. Nu wordt het gelijk van een opvatting in onze democratie wel door de meerderheid beslist, maar dit geldt beslist niet voor het waarheidsgehalte. De ge schiedenis leert, dat nieuwe ge dachten die tot vooruitgang lei den, aanvankelijk het bezit zijn van kleine minderheden, voor- opgegaan door enkelingen die iets hebben gezien en zich strij dend en vaak verguisd een weg moeten banen. Toch moeten we tegenwoordig met minderheden uitermate voorzichtig zijn, willen we een onafhankelijke mening vormen. Kleine pressiegroepen komen in actualiteitenrubrieken overma tig aan het woord, waarbij soms rancuneuse commentatoren als een katalysator werken. Hun invloed wordt door de traag reagerende luistermassa ge woonlijk onderschat totdat het ergens volledig uit de hand is gelopen; dan schreeuwt men moorden brand. Bij deze pressiegroepen zijn meestal uiterst subjectieve drijfveren in het spel. Vaak voert men strijd om zich van een achterban te voorzien om zo een paar treden op. de ladder van de macht te kunnen stijgen. De angst, niet meer mee te tellen, is ook een drijfveer. 5oms strijdt men omdat men weerstand nodig heeft voor ver dere ontplooiing. Zeldzamer is de strijd met of fervaardigheid of met inzet van de persoon ter wille van een overtuiging. Alle verontrusten zijn het echter over één ding eens: er is iets mis met onze vrijheid. We merken pas dat er Iets mis is met onze vrijheid, als we haar niet meer hebben. Wat dit betreft is het net als met onze gezondheid. Metternich zei eens: „Het begrip vrijheid laat zich slechts moeilijk omschrijven; vrijheden daarentegen zeer wel." We hebben nogal wat vrijhe den. Op het gebied van onze persoonlijke vrijheid hebben we gelijke aanspraak op bescher ming van persoon en goederen en de onschendbaarheid van de woning. Op het gebied van onze geestelijke vrijheid hebben we vrijheid van drukpers, gods dienst en onderwijs, we hebben het recht van vereniging en vergadering, het recht van peti tie en het briefgeheim. Is er nu iets met een van deze vrijheden aan de hand, wat ons zo kriegel maakt? Klaarblijke lijk gaat het om heel iets an ders. Er wordt over onze hoofden heen beslist over dingen, die onszelf aangaan. We voelen ons betutteld en buitenspel gezet als onmondige kinderen. Ergens wordt de dienst uitgemaakt door een anonieme macht. Soms krijgt deze macht wel het ge zicht van een persoon, maar personen wisselen even vaak als hun weinig zeggende argumen ten; alleen de macht blijft en is verdacht. We voelen ons naar links of rechts geschoven al naar onze opvattingen. Links als we spre ken over de radicalen, de vak bonden, de rooie rakkers, het „langharig en werkschuw tuig"; rechts als we het hebben over het grootkapitaal, het establish ment en het militarisme. Uiteindelijk voelen we ons gefrustreerd omdat de ruimte om ons heen, waarbinnen we zelf kunnen beslissen, steeds enger wordt. Het is benauwend, als men voortdurend voor feiten wordt gezet, die inbreuk maken op hetgeen, dat we als persoon lijk ervaren. Helaas komen we dit tegen bij onze studie, in ons werk, in de politiek, in het maatschappelijk leven; kortom de hele samenleving begint druk op ons uit te oefenen. Wat kunnen we eraan doen? Hoe kunnen we iedereen wat meer ruimte gunnen? Het ma gisch antwoord is democratise ring. Een van de manieren om dit probleem aan te pakken is de benadering met een analyse van de macht Wat is nu eigenlijk macht? Er zijn verschillende vormen met allerlei meng- en tussenvormen. Zo kennen we onder meer macht als overwicht door geweld; macht als vermo gen de natuur te beheersen door deze natuur in het licht van de wetenschap door arbeid aan ons dienstbaar te maken en macht als overwicht op anderen door het vermogen het gedrag en het lot van anderen bewust te beïn vloeden. Hoewel alle vormen van macht de vrijheid aan banden leggen, zullen we ons beperken tot de laatstgenoemde vorm. Deze macht ligt bij hen, die an deren met een doel kunnen beïnvloeden, die kunnen oorde len en beslissen, die verant woordelijkheid kunnen dragen en risico's durven aanvaarden. Persoonlijkheid, bekwaam heid, zelfverzekerdheid, overtui gingskracht en ervaring liggen aan deze macht ten grondslag; in mindere en afnemende mate eruditie en traditie. Aangezien we in aanleg, begaafdheid en ijver en in ontwikkelingskansen verschillend toebedeeld zijn, heeft de een meer macht dan de ander. Ontegenzeggelijk spelen so ciale contacten ook hierin een rol. Macht is uit zichzelf goed noch slecht, maar degeen die er gebruik van maakt, kan macht ten goede of ten kwade aan wenden. We moeten deze vorm van macht losgekoppeld zien van dwang, al kan macht ge makkelijk een dwangmatig ka rakter krijgen. Ook zonder toepassing van sanctiemaatregelen kan men iemand ten overstaan van ande ren voor aap zetten, vernederen of uit geldingsdrang ongeoor loofde druk op hem uitoefenen. Macht treedt op als mensen in een afhankelijkheidsrelatie tot elkaar staan in een of ander samenlevingsverband of tussen groepen van mensen, hoe klein of groot deze groepen ook zijn. Indien mensen zioh aaneen sluiten voor een gezamenlijk doel, zien we op grond van de macht een rangorde ontstaan. Ieder vindt of krijgt zijn plaats in de rangorde al naar hij zich ten aanzien van het doel doet gelden of wel naarmate anderen met hem rekening houden op grond van zijn machtsuitoefe ning. Ook zien we dat iemand (soms na enige strijd) de hoog ste plaats in de rangorde bezet: degeen die de leiding aan zich trekt of door de anderen als lei der verkozen wordt. Leider schap en machtsuitoefening in de zin van gedragsbeïnvloeding om gezamenlijk een doel te be reiken, zijn begrippen, die el kaar dekken. Machtsuitoefening geeft een bijzondere voldoening en deze voldoening is een belangrijk motief om zich in te spannen en zo zijn plaats in de rangorde of statuste verhogen. Ook daar waar het gemeen schappelijk doel min of meer wegvalt of niet te herkennen is. blijkt statusverhoging zo aan trekkelijk te zijn, dat men er veel inspanning en geld voor over heeft. Hierbij is eerzucht een niet te verwaarlozen men selijke hoedanigheid. Het maat schappelijk aanzien is een ver schijnsel dat hand in hand gaat met statussymbolen; statussym bolen liggen dan ook goed in de markt. Er zijn tendenties met betrek king tot de macht, die uit het voorgaande volgen en niet on besproken kunnen blijven, om dat zij democratisering in de weg staan. Het blijkt dat de machtigen een voorkeur hebben met andere machtigen om te gaan en de tendentie hebben de afstand tussen de minder- machtigen en zichzelf te ver groten. De minder-machtigen confor meren zich graag met de mach tigen en trachten juist de af stand te verkleinen. Hoe kleiner de afstand in de rangorde, des te groter is deze tendentie. Is de afstand echter te groot en voor al als deze afstand door de machtigen benadrukt wordt, dan zien ze van verder pogen af en sluiten zich aan bij de ande re minder-machtigen. VOLGENDE WEEK: Toch inzien dat gevestigde orde kan verstarren. In de Verenigde Staten zijn wetenschappelijke onderzoe kers tot de conclusie gekomen dat tandbederf (caries) in de jaren zeventig definitief bestre den dan wel voorkomen kan worden. Op een symposium in Bethesda (VS) meenden de des kundigen dat hiervoor vier maatregelen noodzakelijk zijn. [Drinkwater en eventueel school- melk zou gefluorideerd moe ten worden, waardoor het tand bederf tot 40 procent kan wor den teruggebracht. In combinatie daarmee zou het enzym dextranase aan het voed sel moeten worden toegevoegd, waardoor de zg tandplaque wordt verwijderd. Uit deze tandaanslag opereren de bacteriën wier af scheidingsproducten het gebit vernielen. Zij stelden ook voor aan mond- spoelwaters producten toe te voegen die het gedrag der bacte riën sterk beïnvloeden. Voorts zou meer voedsel met fosfaat moeten worden verrijkt hetgeen eveneens een reducerende wer king heeft op bacteriën. Beide laatste voorstellen zijn nog steeds onderwerp van studie. Vooral op de kauwvlakken van de kiezen is caries moeilijk te bestrijden. Maar door gebruik te maken van harde kunststoffen die deze kauwvlakken kunnen bedek ken, verwacht men tandbederf op die plaatsen te kunnen voorko men. Al ongeveer een eeuw geleden nam men aan dat caries werd veroorzaakt door zuren die door micro-organismen In de buurt het glazuur worden afgescheiden. Deze zuren zijn normale afbraak- produkten van de bacteriën. Het zuur lost het glazuur rondom tand of kies op zodat caries een voortschrijdend vernielingsproces BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe' leidse Courant Dordts Dagblad Nadat het harde glazuur volle dig is opgelost, volgt vernietiging van het eronder liggende organi sche materiaal waardoor een gaatje ontstaat dat hoe langer hoe groter kan worden met als eindresultaat een volledige ver nietiging van tand of kies. Vooral de laatste jaren is veel onderzoek verricht naar de facto ren die tandcaries beïnvloeden. Definitief is thans aangetoond dat caries een besmettelijke, dus overdraagbare bacterieziekte is. Het is zelfs mogelijk gebleken het micro-organisme aan te wij zen dat verantwoordelijk is voor het optreder van tandcaries bij de mens. Dit is Streptococcus mutans, een micro-organisme dat in grote hoeveelheden melkzuur produceert dat het glazuur aan tast. De eigenschappen van deze microbe zijn van dien aard dat verwijdering var het gladde tand- oppervlak of kauwvlak zelfs door zeer giondig borstelen niet mogelijk is. Bovendien vermeer deren deze micro-organismen zich zo snel dat mechanische verwijdering nagenoeg zinloos is. De Amerikaanse deskundigen suggereerden daarom ook bij be strijding van caries op het kauw vlak gebruik te maken van kunst stoffen die dit afsluiten. Uit proe ven met kinderen is gebleken dat op deze manier de caries op de kauwvlakken tot nul kan worden gereduceerd. Men zoekt thans naar materialen die hard genoeg zijn om de slijtage van het kau wen tegen te gaan. Met betrekking tot caries aan de gladde oppervlakken kan de bestrijding zich richten op de bacterie zelf. Men doet onder zoek naar her kunstmatig onder breken van de levenscyclus van de bacterie Zo wordt onderzocht of het dextraan, dat de bacterie produceert, niet is weg te nemen. Men heeft inmiddels ontdekt dat bepaalde stammen van de schim mel penicillium enzymen voort brengen die dextraan specifiek af breken. Op laboratoriumdieren is te be wijzen dat dieren die niet met het enzym dextranase zijn behandeld, caries krijgen, terwijl dit bij de wel behandelde dieren achter wege bliift. Deskundigen hebben zich zeer positief over deze me thode uitgelaten. Men onderzoekt of het enzym op grote schaal ge produceerd kan worden tegen een redelijke prijs. Zo zijn er nog enkele methoden om deze micro organismen te beïnvloeden. Bestrijding van carles is van uitermate groot belang. Een slecht gebit dat onvóldoende functioneert bij het vermalen van het voedsel, geeft klachten elders in het lichaam. Misschien komt het nog zover dat een keer per half jaar naar de tandarts gaan. niet meer nodig is: ongetwijfeld een stille hoop voor velen. PAUL VAN LANGSTRAAT Zonder druipsnor, fondsbril letje, streepjestrui, paraplu- tje en andere kleding, waarin hij zo sjofeltjes mogelijk over de beeldbuis schuifelt, is ons nationale typetje een onopval lend man van 48 jaar. Op straat zou je hem niet her kennen. Binnenkamers valt hij iets meer op door het hoedje dat-ie nooit afzet. Wanneer je Tom Manders voor 't eerst ziet, vraag je je zelfs af of hij Dorus wérkelijk is. Het Is een kwestie van even met hem praten, want dan herken je hem aan z'n ogen met de soms wat hulpeloze Dorusblik en je hoort het aan z'n stem, vooral wanneer hij iets grappigs vertelt. ,,Op m'n twaalfde jaar hobbelde ik met m'n grote broer Kees alle bruiloften en partij tjes af. Ik was 'n heel klein kereltje in 'n heel klein rolletje met een hee. wit smoel tje". Tom Manders is een eenvoudig man. Al leen, de auto waarin hij rijdt, is bepaald geen hoestbui op wielen, maar een nogal fors uitgevallen Amerikaanse slee. Hij staat voor Dorus' cabaretcentrum, dat een beet je verscholen ligt achter de Rotterdamse schouwburg. Wij zitten in de werkkamer onder letter S van lichtreclame DORUS bovenop de tent. Aan de ingang roept een groot bord de argeloze bezoeker een onverbiddellljk halt toe: „Gesloten wegens totale reorganisa tie". Want Tom Manders gaat zich een tijdje bezinnen op 'n nieuwe opzet van z'n show. Na z'n „poessie mauw" en de Do- russhows, die zo'n 300.000 bezoekers trok ken, heeft hij het bijltje er een poosje bij neergelegd om wat op adem te komen. He lemaal zal dat niet lukken. Hij heeft nog drie tv-shows voor de boeg. Ze worden opgenomen in Dorus' eigen studio: een van de zalen in z'n caba retcentrum. De eerste van deze vier shows speelde zich af tegen een spierwit decor, zodat je bijna zou denken dat Tom Man ders stapelgek is op sneeuw. „In Blaricum, want daar woon ik, vind ik sneeuw wel mooi. maar hier in de stad met al die vieze blubber mag het van me gestolen worden. Maar waarom vraag je dat eigenlijk? Ga je een sneeuwverhaal schrijven of zo? Heb ben jullie een speciale sneeuwrubriek?" De reden voor al dat wat macaber aan doende wit in z'n laatste show was het volgende: „Het was m'n eerste uitzending in kleur en er is op dat gebied al zoveel geëxperi menteerd, dat ik weer 'ns wat anders wil de. Nu weet ik. dat je met kleuren heel voorzichtig moet zijn. Het wordt zo gauw te bont. Vandaar die witte decors; de men sen en requisieten steken veel beter af". Tom Manders is 'n doe-het-zelver. „Ik maak zelf de decors, schrijf de teksten, voer de regie en ben dan ook nog 's toevallig komiek. Bij gebrek aan beter. Ta lent is zo'n eigenaardig woord. Talent is voor mij waargemaakte aanleg". „Ik loop nu al achttien jaar mee en ik heb die talentvolle jongeren zien gaan en komen. Ja, zeggen ze dan, de televisie vreet je op. Maar dat geldt alleen voor de mensen die zich laten opvreten. De groten blijven, maar niemand is groot voor z'n 35. Daarvóór ben je nog 'n kind. Je hebt geen astronauten beneden de 35 jaar". Tom Manders ziet zichzelf niet als 'n groot artiest, maar weet ook anderen op hun waarde te schatten en komt dan tot de conclusie, dat er maar weinig talent is. Hij gelooft niet in volwassen artisticiteit bene den de 35 jaar, „hoewel er enkele verras sende uitzonderingen zijn". Het is de me ning van een man, die van huis uit décor ontwerper en reclametekenaar is, rustig de weg naar het cabaret vond, nooit iets geforceerd heeft. Op de ambachtsschool in Den Haag voelden ze wel, dat in mij geen gewoon huisschilder stak, maar een reclameteke naar Jij wilt zeker lettertjes leren tekenen, zei een leraar tegen mij. Ga jij maar alle kapstoknummertjes schilderen. Het waren er 1200. Ik ben er 'n half jaar zoet mee geweest". Later heeft hij het vak geleerd op de Haagse academie voor beeldende kunsten, maar de oorlog kwam net iets te vroeg om de studie af te maken. Hij verd van straat opgepikt en naar Duitsland gestuurd, waar hij kapotgeschoten vliegtuigen in elkaar knutselde. Hij heeft zelfs meegewerkt aan de eerste Duitse kleurenfilm. „Ik moest wolkenpartijen spuiten op een muur van 300 bij 60 meter". „Ik ben niet bijgelovig, maar dit is toch wel 'n vreemd verhaal. Op valse papleren kon ik terug naar Nederland, maar eerst wilde ik in München nog een bioscoopje pikken. Ik kocht een taart voor m'n moeder en een kaartje voor de avondtreln. die om negen uur zou vertrekken. Toen zag ik plotseling een trein vol Hollandse verlof gangers, die op het punt stond te vertrek ken. Krijg ik toch raar gevoel in m'n nek. Ik ren achter die rijdende trein aan, struikel en schop m'n taart tegen een wa gon tot appelmoes, maar wordt nog net op tijd naar binnen getrokken. Later hoorde ik dat het station 's avonds om negen uur was platgegooid". Het was hartje hongerwinter, toen Tom Manders besloot na de oorlog zelf met 'n cabaret te beginnen. Toch duurde het nog tot 1951 voor het zover was. De opzet van zijn cabaret werd geïnspireerd door Wlm Kan. „Ik zal je vertellen hoe. Ik maakte decors voor hem voor het programma „moordzaak ABC", waarbij de zaal als pu blieke tribune fungeerde. Een vondst. We gaven een openbare generale. „Ik zat in de zaal de laatste hand te leggen aan wat toestandjes. Komt Kan in overall naar me toe, pakt een kwast, een pot verf en begint ook te schilderen En het publiek maar denken: is-le het wel of is-ie het niet. Wie is die andere goser? Om acht uur klimt Kan het. toneel op en zegt tegen al die mensen: „Zo. zijn jullie er al?" Dat was een enorme breker". „Dat soort dingetjes wilde ik ook In m'n cabaret. Geen toneel, maar losjes wat lied jes. een praatje en allerlei incidentjes Ik trad zelf niet op, maar op een keer pak ik 'n hangsnor, doe m'n streepjestrui aan, een oude regenjas en begin m'n gastzanger te interrumperen. Zo werd Dorus geboren en hij is zogezegd wegens enorm succes tot op heden geprolongeerd". „Me vernieuwen? Daar geloof ik niet in. Je blijft toch steeds in een bepaald cirkel tje ronddraaien. Met m'n programma's mik Ik op het grote publiek. Je moet geen schoenen van zeventig gulden maken wan neer de mensen maar dertig gulden kun nen betalen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 13