schaak pilatelia Brittannica Kankerpaviljoen II )pk>ssingen Einde en begin Poppen aan 'n touwtje EXPERTS PUZZEL VAN DE WEEK 2/ .-AG 21 FttJSUARI 1970 De Engelse posterijen, die hcfc enkele jaren een aktief Ltaegelbeleid voeren, hef ten Kun filatelistische dienst jndenvol werk verschaft, ibben ook voor 1970 een ivarieerd programma in rtto. Er komen voorzover itns vaststaat 23 nieuwe igels, verdeeld over zes niesies. Een serie van vier uks, gewijd aan Britse ar- iftecfuur, rs inmiddels ver twee on (St jewijd itwerk Mei ichte bij tarnen het onder Neun Sm< jrdigd ■suites bek» ooie Mend vier <j ntedre! Nottu Ier nare, i ure8: setille 1April is de dag van uitgifte ior vijf herdenkingszegels van teenlopende jubilea en onder- erpen: 650 jaar geleden werd verklaring van Arbroath be- tffende de onafhankelijkheid m Schotland afgelegd: 150e ge- Kikdag van de geboorte van orence Nightingale, de Interna- >t onale Coöperatieve Alliantie, die jaar bestaat; 350e gedenkdag m de tocht der Pilgrlmfathers iir Ameiika met de „Mayflo- n< tr" en het 150-jarig bestaan in het Koninklijk Sterrenkundig •nootschap. Op 3 juni gedenkt Engeland een blokje ven vfer zegels fett dat de schrijver Charles In 1870 overleed en met *®gel dat de dichter William tordèworth 200 jaar geleden ge boren were. Ter gelegenheid van de IXe ■tee Commonwealth Spelen, die i Edlnburg worden gehouden, illen 15 juli drie zegels in om komen. Ook zal een drietal egels de Internationale filatelieti- tentoonstelling Philympia van Londen in september bege leiden. Als afsluiting van het pro gram volgen later in het jaar nog drie kerstzegels. De vier architectuur-zegels, die ik als eerste van het programma noemde, ziin gewijd aan Engelse landhuizen. Op de zegel van 5d staat een buitenhuis uit de Schot se plaats Five. De muren zijn met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt zodat de stenen kontoe- ren van deuren en ramen meer spreken. Een typisch kalkstenen land huis uit Bilbury (Glousterehire) ziet u op de 9d-zegel. Een huis a8n de haven van Aberayon In Wales en een specimen van een strooiendakhuis uit het Ierse Ui- eter zijn afgebeeld op de overige twee zegels Samen met de stemmige eer- ate-dag-enveloppe vormen de ze gels een schilderachtig geheel. Het onvermijdelijke koninginne- kopje valt deze keer echt niet op. Twee zegels zijn van David Gentlemen die al vele Engelse zegels heeft ontworpen; de ande re twee zijn van Sheila Robinson, MmmmwÈaaA die in 1965 de Westminster-abdij zegel, voor haar rekening nam. Engeland zal in februari 1971 het decimale muntstelsel gaan in voeren. Het pond wordt dan ver deeld in honderd pennies. Deze maatregel heeft natuurlijk ook consequenties t.a.v de postze gels van het Gemenebest. Al op 17 juni var dit jaar zullen drie zegels in nieuwe waardeaandui- dingen verschijnen en wel die van 10, 20 en 50 pennies. De beeltenis van Koningin Elizabeth II blijft voorshands ongewijzigd. Om verwarring te voorkomen met de voor frankering geldig blij vende zegels van 2/6 en 5sh. krijgen de nieuwe zegels afwij kende kleuren Aangezien de vorige rubriek el in beeiag werd genomen de uitslag van de kerstprije- £iflw»eg. zijn wij U na de oplosein- LJ^schuldig ven 7 en 14 fe- iri. Liever den deze oplossin- te beknopt te pubHceren, ge vrij U ook de drie opgaven deze week zonder eom- febr.) (1) Stelzig Polster. Zwart f3t! 2.Dxf3 e4! de witte dame won als volgt: 1.g3 fxg3 2Tg5t Kf8 3.hxa3 (Veel beter den 3. Txg3 Tg8!) 3. Dh3 4. Lf4 (Dreigt Ld6 mat) 4 Pe4 (Red dingspoging) 5 De1 (Nieuwe aan val. Na 5. Pxg5 komt 6.De8t Kg7 5.Le5« enz.) 5. f5 6.Lf1 en zwart gef het op. Na 6. Dh6 volgt natuurlijk 7 Txf5t enz. (3) Stolle Kunath. De weg naar remise verliep aldus: 1.Pxf6!? Pxf6 2.Taf2 a2 3Txf6 a1D (Tot hier toe zoals in de partij. Maar nu had wit niet Txf7t moeten spelen maar) 4.Txg6t (en dan kan zwart zich slechts over eind houden met) 4. Kh8! (Maar dan volgt de probleemzet) 5Ta2!l (waarna volgt) 5. fxg6 6.Df6t ofwel 5 hxg6 6.Dxf7 Correspondentie aan de heer H. i. J. Sin ve koord». Goudreinetstraat 125, enz., hetgeen tenminste remise door eeuwig schaak oplevert. OPLOSSINGEN (14 febr.) (1) Golz Fuch8. Na. 1. Df5! 2.Df1? maakte zwart het uit met 2. Dg6t!l 3.Kh1 De4! 4,Kg2 Pd2! en wit gaf het op. Een leerzame dame-manoeuvrel (2) Pfister Patzer. Wit won als volgt: 1.Txf5! gxf5 2.Dxf5 Tf7 (2. Txe4 helpt niet wegens 3.Df8t Kg6 4.Dh6 mat) 3.Dxh7t Kf8 4.Dh8t Ke7 5.Txf7t Kxf7 6.g6tl (Deze pionzet moest wit al gezien hebben voordat hij zijn to ren offerde Nu loopt zwart ge forceerd mat) 6. Ke7 7.Dg7t en zwart gaf het op. want na 7. Ke8 8.Dg8t Ke7 9.Df7t Kd8 10.Df8 mar zou er maar een triest schouwspel overblijven. (3) Baranov Sacharov. De krachtzet was 1. De4ll en wit gaf het op. omdat hij na 2 Dxe4 dxe4 3. K'2 Thl! met 4. T8h2 wordt matgezet. (3) Uit oen pertij Eggonberger-Flatt (Bern be It on noon 1." - i zijn >men n he! irnde. gooit )laati hij al iten- 2"«rt wilde de metdreiglhg op e7 pa tron met 1Tblt 2. Txbl Dxblt Kh2 Db7 psreren. Klopte dat? 1. U2! stelde wit zijn tcgenatander een val, en deze trapte er met 1 Kf7? prompt In. Wat zal gevolgd z|Jn? La6 staat aangevallen en daardoor is ook vrijpion b7 In gevaar. Hoe kan wit aan zet winstkansen behouden? Nieuwe grammofoonplaten KEES OTTEN In fraaie cassette met twee platen verscheen al eerder bij EMI - HMV onder no. SME 91761 62 een grandioze opname van het zo langzamerhand we reldberoemde gezelschap „Syn tagma Musicum" onder leiding van Kees Otten met levende mu- ïiek uit de middeleeuwen en de renaissance. Speciale aandacht verdient de ze opname opnieuw, omdat de platen werden bekroond zowel met de Edison als met de Grand Prix du Disque Académie Charles w Cros. En terecht, want niet alleen is de opname-techniek van deze "platen weergaloos goed. Oók de Interpretaties van het ensemble zijn zonder uitzondering van het hoogste niveau. Vroegec werd al aandacht be lteed aan de eveneens perfect geslaagde opname door hetzelfde unieke gezelschap van de Missa Verbum Incarnatum van Arnold «Je Lantins en stukken van Guil- laume Dufay en Hugo de Lantins. Op vier plaatkanten van onder havige cassette staan een 63-tal •tukken, die hier natuurlijk niet •fzonderlijk worden besproken Otten c.s. hebben .steeds voor de nodige afwisseling in het reper toire zorg gedragen, zodat kerke lijke en wereldse muziek èn te vens muziek met onderling ver schillende instrumenten elkaar ^voortdurend afwisselen. Op plaat no 1 staan enerzijds werken uit de 12e en* 13e eeuw, op de twee de kant gevolgd door composi ties uit de 14e en 15e eeuw. Eén van de hoogtepunten is hier een motet van Gulllaume de Machaut. dat van een betoverende schoon heid is. Bijzondere lof verdienen In dit verband ook de beide vo cale medewerkers van het en semble Will Kippersluys en Ma llus van Altena 15e- en 16e-eeuwse muziek terfc etaan op kant drie en de laatste go. "jde bevat de meer bekende stukken uit de periode 1400-1600 van mensen als Obrecht, Ockeg- hem. Des Prez etc. Het geheel wordt zinvol afgesloten met de tot de vroeg-barok behorende werkjes voor clavichord van Mar co Facolli, een stuk voor twee blokfluiten van Gastoldi en een Gagliarda van Martino Pesenti, waarmee naar de toekomst wordt gewezen. Alle lof voor de prestaties van Kees Otten, Van Altena die tevens de kromhoorn bespeelt, Barbara Miedema. Anneke Pols. Leo Meilink. Gusta Goldschmidt en Sven Berger. DONEMUS Bij Donemus verscheen weer in beperkte oplage en zonder oogmerk om winst te maken een tweetal nieuwe platen in de „audio-visuele" reeks: platen met „live"-opnamen van Nederlandse composities met daarbij de bijbe horende partituren. Waren er in het verleden naast de eigentijdse werken ook al en kele platen aan de oudere mu ziek gewijd, zo verscheen op no. 6901 een serie met vroege parti turen. zulks ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Ver eniging voor Nederlandse Mu ziekgeschiedenis. De opgenomen werken werden in de periode 15e tot en met 18e eeuw geschreven. Ter opening is het onvolprezen Nederlands Ka merkoor onder Felix de Nobel uitstekend op dreef in werk van Obrecht, Des Prez en Schuyt hoogtepunten uit onze vader landse historie. Het Nederlands Kamerorkest onder David Zinman is te bewon deren in Pieter Hellendaal's tweede Concerto Grosso uit op 3: de minder bekende, maar ver rassend mooie Sonate a quattro op. 2 no. 8 van Karei Hacquart wordt subliem gespeeld door het Ensemble ..Sonata da Camera' en tot slot dirigeert Paul Hup- pert8 het Radio Kamer-orkest in een overtuigende reproductie van het eerste Concerto Grosso uit op. 3 van Willem de Fesch. De opnamekwaliteit is in ver gelijking met de vroegere Done- mus-platen met sprongen voor uitgegaan. sinds men gebruik maakt, zoals bij onderhavige op name, van het stereo-procédé. Ook de tweede plaat (6902), gewijd aan eigentijdse werkstuk ken van Badings, de kort geleder, gestorven Guillaurne Landré en Jan van Vlijmen, is opvallend goed van klankkwallteit met vol ledig bevredigende stereo-hoeda nigheden Afgezien van enkele optreden de onzuiverheden in het tweede deel. geniet het overigens weinig modern aandoende Harpconceri van Badings, waarmee deze plaat inzet, een knappe vertolking door harp-soli8te Phia Berghout met het Radio Philharmonisch orkest onder leiding van Willem van Ot- terloo. Het Concertgebouworkest is goed op dreef, zowel In de, zeer avant-gardlstische, Serenata I, onder aanvoering van Bruno Ma- derna, als in het laatste stuk, dat Landré voor orkest schreef, en dat niet nalaat grote indruk te maken: „Variazloni senza Tema". waarin het ensemble geleld wordt door de vaste dirigent Bernard Haltink. OISTRACH Bij Philips verscheen onder no. 835.259 LY een opname van de twee bekendste sonates voor pla no en viool van Beethoven, nl. de ..Frühlings-Sonate" (op. 24 in F gr.t.) en de „Kreutzer" (op. 47 in A gr.t.) in een grandioze tech nisch perfecte en muzikaal uiterst geladen vertolking door het duo Lew Oborin (beroemd pianist èn pedagoog, o m. van Vladimir Ash kenazy en Ekaterina Nowitskaya) - David Oiatrach. Het betreft hier een nieuwe koppeling van deze twee sona tes. die vroeger al verschenen waren in de complete reeks van vijf platen. De opname laat vrij wel niets te wensen over. BEETHOVEN Ons eigen Concertgebouworkest heeft eveneens zeer recent, en daarom voldoen de platen tech nisch aan de hoogste en modern ste eisen de Negen opgenomen en wel onder leiding van de vroe gere vaste en tegenwoordige „vaste gast-dirigent" Eugen Jo- chum. Deze cassette, die tegen een in tekenprijs (f119.in plaats van 220.50) met eveneens fraai ver luchte bijgevoegde tekst is te ver krijgen. bevat negen platen. Men heeft daarmee de ruimte ge creëerd voor talrijke zinvolle her halingen, maar tevens is daarbij de gelegenheid te baat genomen om de vier bij de opera Fidelio gecomponeerde Ouvertures, te weten Leonore 1, 2 en 3, bene vens „Fidelio" uit te brengen, hetgeen een welkome bijdrage betekent, want genoemde voor spelen zijn in alle opzichten uit stekend geslaagd, zowel Interpre tatief als opname-technisch. Evenals Klemperer staat Jo- chum veelal rustige tempi voor, hoewel er vaak wat meer „gang" in zit. Ook zijn de vertolkingen van de verschillende symfonieën waarschijnlijk niet voor iedereen van hetzelfde topniveau, maar welke dirigent heeft tenslotte met elke 9ymfonle evenveel affiniteit? Wij geloven niet één, zelfs Klem perer niet, maar als geheel be schouwd is deze cassette momen teel, mede gezien de fonografi sche presentatie, wel als één der beste te beschouwen. Ook omdat het wereldberoem de Amsterdamse orkest In al zijn glorie en met alle goede hoeda nigheden. zoals daar zijn warme en steeds sonore strijkersklank, weergaloos verfijnde klank van de houtblazers en steeds heldere en doorzichtige prestaties van het koper, in deze opnamen tot zijn recht komt aarzelen we niet deze cassette warm aan te bevelen. Het is de negende opererende solisterkwartet Liselotte Reb- menn, sopraan. Anna Reynolds, alt, Anton de Ridder, tenor en Gerd Feldhoff is bovendien ven goed tot zeer goed gehalte en over het koor van de Nederlandse Radio-Omroep niets dan lofl (Philips SC 71 AX 900 LY 839777/85) Tussen de verschijning in Nederland althans van het eerste deel van Solzhenltsyns grootse roman Kankerpaviljoen en het tweede heeftenige tijd gezeten; Intussen is zijn lijvige gevangenisroman In de eerste cirkel nog uitgekomen. Deel twee is geen zelfstandig verhaal: men moet het eerste wel hebben gelezen. In het tweede deel (een uitgave van De Boekerij te Baarn, 229 blz., f 13.90) richt de schrijver de aandacht, die over zoveel patiënten en dokters verspreid was, meer op de twee grote tegenspelers: de ge zagsgetrouwe ambtenaar Rusanov en de opstandige balling Kostog- lotov, patiënten in een ziekenhuis in Aziatisch Rusland. Beiden worden ten slotte ontslagen en gaan een onzekere toekomst tegemoet. Onzeker in dubbele zin. Rusanovs wereld lijkt te wankelen nu (in 1956) de destalinisatie is ingezet, die anderzijds de balling Kostoglotov vrijheid schijnt te beloven. Maar ook de onzekerheid in medisch op zicht: hoe lang zullen ze buiten de kliniek kunnen vertoeven, wan neer zal de verraderlijke kanker terugslaan? Zo schetst Solzhenitsyn op indrukwekkende wijze in het leven van deze en andere patiënten, artsen en verpleegsters een afspiegeling van het menselijk leven tussen hoop en vrees. En wat de menselijk heid in al deze misère redt, is de liefde, aangevochten vaak en ver raden ook, maar toch werkzaam. Een door en door Russisch boek, rijk aan beschrijvingen van ka rakters en omstandigheden, boeiend van begin tot eind. Solzhenitsyn zouden we ooit nog iets nieuws van hem lezen, nu zijn stem door de Russische machthebbers meer en meer gesmoord wordt Het schrijven van korte verha len is een kunst op zichzelf. Het vraagt een geheel eigen con ceptie en een eigen stijl en als beide goed getroffen zijn, kan een literair kieinood het resultaat worden. Verblijdend is het, dat een bundel korte verhalen van voor een dee' jonge auteurs ver schenen is onder de titel „Einde en begin", die zeker niveau heeft. De enige binding van deze verha len is het thema, omschreven in de titel. Toegepast op de verha len duldt het op afsluiting van een levens- of gedachtenwereld door een nieuw begin, nieuw in zicht, dat ook wanneer de le vensomstandigheden niet veran derd zijn, toch een vernieuwing betekener kan. Dat deze opdracht niet altijd goed gestalte krijgt, is begrijpe lijk, maar generaliserend gespro ken is het de meeste auteurs wel gelukt. De verhalen stuk voor stuk te bespreken is niet doen lijk, toch willen we er enkelen uitlichten zonder de anderen te diskwalificeren. We noemen dan bijv de psychologische schets „Vuur" van Sipke v.d. Land, „Het satansmaa!" van R. G. Broersma en de science-fiction „De dood van God" van J. W. Veerman. De overige schrijvers(sters) zijn: Dieuwke Winsemius, Willem G. v.d. Hulst. Auke J. Jelsma, Mink van Rijsdijk, Jacoba M. Vreugdenhi' en Jan E. Niemeijer. Samengevat is het een bundek met uitstekende verhalen, een uitgave waard. J.H. Kok te Kam pen heeft er een paperback van gemaakt in een eenvoudige strak ke omslag. (180 blz.. f6.90). H. St. Een boek van Alister MacLean (zoals Kanonnen van Navarone. Booreiland x-13) betekent enkele spannende uren. Op onnavolgbare wijze weet hij die spanning in zijn boeken te verwerken. Dit Is ook het geval met Poppen aan een touwtje, waarin een In- terpol-held. geassisteerd door twee zeer knappe meisjes, die er ove rigens alleen maar voor de show bij zijn gehaald want hun held wil alles zelf doen, een uitgebreid complot van handelaars in verdovende middelen liquideert. Dit gebeurt niet nadat onze held zelf enkele .malen de dood in de ogen heeft gekeken. Hij raakt hiérbij zwaar „beschadigd", maar des ondanks Is hij In staat een hele rij misdadigers uit de weg te ruimen. Zijn vaste medewerkster komt er zeer slecht af, zijn „nieuwe" zeer goed. Het slot is verrassend,- al kan een oplettende lezer al een stevig vermoeden hebben wie de leider van de bende is. Een zeer spannend boek. (Uitg. Elsevier, Amsterdam. 264 blz., f 12.50.) CHARLES DICKENS DE LOTGEVALLEN V A X NICOLAAS NICKLEBY 109 Terwijl de meid met deze boodschap heenging, stopte mevrouw Nickleby 1 alle sporen van huishoudelijk werk haastig in een kast. Nauwelijks had zij dit gedaan, of de twee heren, die haar geheel vreemd waren traden binnen, en begroetten haar met een deftige buiging. Mevrouw Nickleby boog zeer vriendelijk, wreef zich in de handen, en zei dat zij de eer niet had 'Ons te kennen' viel een van de vreemdelingen haar in de rede. 'Het gemis is aan onze kant, nietwaar, Pyke?' - 'Jazeker, Pluck 1' antwoordde de ander. - 'Het heeft ons lang gespeten, Pyke!' zei Pluck. - 'Ja, al zeer lang,' zei Pyke. - 'Maar nu,' begon Pluck, 'nu heb ben wij het geluk, waarnaar wij zo verlangd hebben.' 'Of ik,* vervolgde Pluck, *mijn vriend Pyke zal verzoeken mij voor te stel len of dat ik mij zelf bekend zal maken, als Pluck, de vriend van Sir Mulberry Hawk, hierover, mevrouw Nickleby, sta ik in tweestrijd.' - 'Een vriend van Sir Mulberry Hawk zal mij altijd welkom zijn,' antwoordde mevrouw Nickleby vriendelijk. - 'Het verheugt mij dit te horen,' zei Pluck, terwijl hij op een stoei dicht bij mevrouw Nickleby plaatsnam. 'Het verheugt mij, dat mijn vriend Sir Mulberry bij u in zulk hoog aan zien staat. In vertrouwen, mevrouw Nickleby, Sir Mulberry zal verrukt zijn, wanneer hij dit hoort. - Ga toch zitten, Pyke!' - 'Mijn achting,' zes I mevrouw Nickleby, 'mijn achting moet voor een heer als Sir Mulbehy I van zeer weinig belang wezen.' - 'Van weinig belang?' riep Pluck uit. I Uw achting is voor hem van het grootste belang.' - "Van het grootste be lang,' riep Pyke. - 'Mevrouw Nickleby kan niet onkundig wezen,' begon Pluck weer, 'wat een verbazende indruk dat bekoorlijke meisje...' 'Pluck, voorzichtig!' viel zijn vriend hem in de rede. - 'Pyke heeft gelijk, ik moest er niet over spreken,' prevelde Pluck binnensmonds, en keek toen met een verlegen gezicht zwijgend voor zich. - 'Wij hadden Lord Frede- rik en Sir Mulberry beloofd,' zei Pyke, als wilde hij zijn vriend uit de nood helpen, 'u deze morgen een bezoek te brengen, en te vragen of u gisteravond geen kou heeft gevat.' - 'Volstrekt niet, meneer!' antwoord de mevrouw Nickleby. 'Ik voel me verplicht aan zijne Lordschap en Sir Mulberry voor de eer die zij mij bewijzen. Ik heb volstrekt geen kou ge vat, wat wel vreemd is, daar ik anders makkelijk kou vat! -^'Maar,' zet Pyke, alsof hij opeens iets bedacht, 'wij moeten onze boodschap niet ver geten, want wij komen met een boodschap, mevrouw Nickleby.' 'Met een boodschap?' riep de goede vrouw die meteen aan een formeel huwe lijksaanzoek voor Kaatje dacht. 'Van Sir Mulberry,' antwoordde Pyke. 'U moet hier wel eenzaam zijn.' - 'Nogal eenzaam moet ik bekennen,' zei mevrouw Nickleby. - 'Wij zijn belast,' hervatte Pluck, "met de compli menten van Sir Mulberry Hawk en een vriendelijk verzoek aan u, om deze avond een plaats in een loge aan te nemen.' - 'Och! ik ga nooit uit,* antwoordde mevrouw Nickleby. - 'Dat is juist een reden, om het deze avond eens wel te doen,' hernam Pyke. 'Inderdaad, mevrouw Nickleby! Het stuk zal u bevallen.' 'U bent zeer vriendelijk,* antwoordde me vrouw Nickleby aarzelend, 'maar...' - 'Er is geen moer, lieve mevrouw!* viel Pyke haar in de rede. 'Uw zwager is ook van de partij, Lord Frederik, Sir Mulberry, en wij beiden. U wilt toch het hele gezelschap niet teleur stellen?' - 'Ik weet waarlijk niet wat ik zeggen moet,' antwoordde me vrouw Nickleby. 'Zeg niets, niets, lieve mevrouw!''zei Pluck. 'Me vrouw Nickleby!' vervolgde hij fluisterend. 'Ik aarzel niet een klein mis bruik van vertrouwen te maken, maar als mijn vriend Pyke het hoorde.. Mevrouw Nickleby keek verlegen naar Pyke en Pluck vervolgde, terwijl hij de goede vrouw bij de hand greep: 'Uw dochter heeft een overwin ning behaald, waarmee ik u moet gelukwensen. Sir Molbeny, mevrouw, is haar aanbidder.' - 'Ha!' riep Pyke op dit ogenblik uit, terwijl hij met een theatrale houding iets van de schoorsteenmantel nam. 'Wat is dit? Wat zie ik?' - 'Wat zie je, vriend?' vroeg Pluck. - 'Het is een zweem,' zei Pyke, terwijl hij met een miniatuurportret in zijn hand op een stoel zonk, 'het is een zweem van dat gelaat, die uitdrukking...!'- 'Ik herken het uit de verte!' riep Pluck vol geestdrift uit. 'Is het niet, lieve mevrouw! is het niet een flauwe schets van...' 'Het is het portret van mijn dochter,' zei mevrouw Nickleby trots. En dit was de waarheid, de kleine juffrouw La Creevy had het een paar dagen tevoren gebracht om het haar te laten zien. (WORDT VERVOLGD) Correspondentie aan de heer B. J. Nuys, Burg. Baumannlaan 163c. Rotterdam. Steeds groter wordt de belangstelling voor kunstmatig bieden. Dat heeft als oorzaak de meer wetenschappelijke benadering van het biedverloop. Hoe kundig dergelijke systemen ook worden opgezet, het „ware" systeem is nog niet gevonden. Sommigen hebben even wel fraaie resultaten geboekt. Dat de Italiaanse spelers tot de wereld top behoren, is echter niet zo zeer het ge volg ven een beheersing van het biedver loop, als wel van een grote speelervaring. In hun clubs spelen alleen de besten tegen elkaar en dat vergroot de praktische spel- kennis. Dat nu blijkt het meest succesvol en alleen daarom kunnen de Italianen zulke fraaie successen blijven boeken, en blijven de wetenschappelijke bridgers veelal !n pres taties achter Ook Italianen kunnen falen, zoals uit on derstaand spel mogen blijken. Het spel werd gespeeld in 1963 als onderdeel van de lan- denontmoeting met Amerika. De Italianen Chiaradia-Forquet produceerden op de noord- Z"id plaatsen het volgende biedverloop. A 10 3 V O A V 8 5 4 2 B 9 3 752 N H 9 8 6 C B 7 6 5 W O 9 H 10 9 O B 10 9 6 2 O H 7 3 A 10 V 6 2 V B 4 9 A 8 4 3 2 na de derde Dit contract ging vijf down! Wol een bewijs dat zelfs topspelers een volko men off-day kunnen hebben. Het Juiste ope ningsbod is vanzelfsprekend één harten en dan moet men alleen onder een manchecon tract zien te blijven. Duidelijker lagen de kaarten in het nu vol gende spei, waarbij alleen de kleur in de ga ten moet worden gehouden. Na twee klave ren van zuid en twee harten van noord wee het duidelijk dat er een hoge score inzat. Na zoeken eindigde men In zeven harten, wat onverliesbaar deling. ZUID 1 harten 2 harten 3 klaveren 4 klaveren O - H 8 7 5 4 NOORD 2 ruiten 2 SA 3 SA 4 harten Dat was niet zo n best contract. Het ging namelijk vier down! Daarom mocht men ver wachten dat Amerika een beter resultaat zou bereiken. Dat leek te gebeuren toen Robinson als zuid paste. De eindscore was evenwel npg ongunstiger omdat Robinson na een rui ten van noord twee SA bood en noord daar op de volgende keartver- 9 5 9AH9862 O B 9 7 3 8 V 4 B 10 3 O H 8 6 5 2 542 AH V O A 4 A H V 10 3 Zoals men ziet, zijn zowel zeven klaveren als zeven schoppen kansloos door de kaart van oost. Zeven harten is het juiste contract omdat de troeven drie-drie zitten. De gok was goed. maar elk willekeurig kunstmatig bied- sy8teem had geen oplossing kunnen geven. Hor. I. ar. 3. rest, 7. maal, 10. aal. 12 barbaar, 15. sneu, 17. ree. 18. pe. 19 eek. 20. Kea. 22. arm. 23. pek, 24. me 26. klere. 28 el. 29. bies. 31. trits. 33 O E.. 34. mol. 36. Ta. 37. leder. 40 kee» 42. la. 43. motet. 45. el. 46. tek. 47. ril 48 lel. 50. dos, 51. er. 53. nel. 5S. note 57. kasteel. 80. neg. 61. Sara. 62. naa* Vert. 1 aas. 2. ransel. 4. eb, 5. sar 6 trek, 7. ma. 8. aak. 9. ar. 11. leek. 13 beek. 14. ram. 16. uk, 18. pret, 21. alt 22. aria, 23. Peel. 24. ml. 25. Eem, 27 arts. 29. beet. 30. sok. 32. smak. 33 odol. 35. les. 38. emir. 39 rel. 41. el. 42 laster. 44 tent. 46 toon. 47. rem. 49 Leen. 50. dn. 52. bar. 54. Lea. 56. êge 57. ka. 58. sa. 59 la. INZENDINGEN Oplossingen, uitsluitend op brief kaart, worden voor donderdag aan ons bureau verwacht. In de linker bovenhoek vermelden: „PUZZEL OPLOSSING". Er zijn drie prijzen: een van f 10 en twee van f 5. KRUISWOORDPUZZEL HORIZONTAAL. 1. Europeaan, 3. projectiel, 7. ambacht, 10. Emeritus (afk.), 11. stronkje. 12 plechtige gelofte. 14. oud Egyptische Zonnegod. 15. kolfhamer. 18. bereide dierenhuid, 20. vis. 21. bar. 23. deel van het gelaat, 24. grote bijl, 25. guit, 27. vangknip, 29. werktuig, 31. uitbraaksel van een vulkaan, 33. rivier in Siberië, 34. voorzetsel, 35. lidwoord (fr). 36. landbouwwerktuig. 37. flink, 39. end, 41, vaarwel,' 43. spijker met brede kop. 45. vordering, 47. soort bier. 49 stapel. 50. ontkenning, 51. vogel, 53. omgang, 55. boom, 56. huisdier, 58. ingewand van haring, 59. voorvoegsel. 60. bevel, 61. ketting. 62. voor. VERTICAAL. 1. water in Utrecht, 2. kunstzin, 3. rund, 4. aardrijkskun dige aanduiding, 5. water in Friesland. 6. deel van het oor. 8. strijdperk. 9 voertuig. 11. geneesmiddel. 13. scheepsvloer. 16. vracht, 17 baan voor balspel. 19. gevierde zangeres, 21. nauw. 22. bitter vocht. 24. geurigheid. '25 erwtesoep, 26, bedelaar, 28. schrijfkosten, 30. Myth, figuur, 32. hei- demeertje, 37. hooghartig, 38. dof, 39. wandversiering, 40. Europeaan, 42. plaat9 in Gelderl.. 44. voedsel om te lokken, 46 elk. 48. water door latend. 50. zandheuvel. 51. snljwerktuig. 52. maling, 53. kippenloop. 54. eer, 57. voorzetsel, 58. pers. voornaamw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 17