Nicolaas Hartman: profeet in Drenthe Iemand boeien met de kerkbode: kunst apart Britten bouwen nu economisch zonder hoogtevrees Tocht door 't land om mensen te waarschuwen Huib Goudriaan ZATERDAG 14 FEBRUARI 1970 uwd varer •v „Dolle Mina? Wat is dat voor iets?", zegt de auteur van ',Eerherstel van het huwe lijk", die in zijn boek schreef „Het vrouwelijke is rustgevend, verdraagzaam, zorgzaam, dienend, koesterend en behoedend." Nico van den Toorn (pseudoniem Nicolaas Hartman heeft nieet alleen andere denkbeelden over het wezen van de vrouw dan de voor emancipatie vechtende Dolle Mina's. Hij heeft zelfs van hun bestaan nooit gehoord, totdat ik met hem in gesprek raak in zijn dulex bovenwoning in het Drentse Valthermond. Van den Toorn bekommert zich niet om het dagelijks nieuws. Hij leest geen krant, kijkt niet naar de televisie en luistert niet naar de radio. „Het is allemaal oppervlakte; tv neemt bij voorbeeld alle aandacht in beslag en komt niet aan dingen toe die wezen lijk van belang zijn. De ontwikkeling in de wereld is niet af te lezen van de actuali teit. Als de mens wezenlijk verandert, zie ik dat wel aan hem." Voorlopig ziet Van den Toorn geen veranderingen ten goe- Daarom denkt hij in het lie, ver van het rumoer van Randstad verwijderde Dren- na over wezen en doel van j mensheid. Hij voelt zich een denker, en vraag of hij zich een profeet, cht, beantwoordt hij met een olmondig „ja". Hij is niet op- Nabjj enomen in het.produktieproces, rijgt een uitkering van sociale aken, en licht dat als volgt toe: les 4 Ik wil me volledig wijden aan wel d nijn ideaal. Buitenstaanders we- en dat niet' maar mÜn töd is c tedoeld om dit werk te doen." 9yp Onder zijn werk verstaat Van Dit e Toorn het waarschuwen van ijdboi Ie mensen, dat ze op de ver- I jnd, teerde weg zijn. Vertegenwoordigt hij een 9 lieu we ideologie of golsdienst? Nee, we willen zijn een alom vattende beweging, die onder inië i andere uitdraagt de broeder- i tchap van alle mensen, bestrij- opli ling vain de vervuiling van 'water en lucht, het eten van a9 ^biologisch gekweekt voedsel, luncht het bestrijden van lawaai, het lukkln| bevorderen van de natuurge- ook m leeswijze en anti-militairisme. ben wel bëinvloed door sek- vi ten en religieuze stromingen derlai als Mormonen, Rozekruisers, de drill Soefi en de theosofie. Ik heb j waardevolle dingen van al die groepen overgenomen, maar zo- 'Ei_dra je je bij zo'n groep aansluit, word je denkwereld in een keurslijf geperst, kun je je niet meer vrij ontwikkelen." Van de Toorn acht zich een religieus mens: „De werkelijke religieuze mens is verbonden met de schepping en zijn mede mensen en staat los van dog ma's. Wel geef ik de mensen exacte voorschrijften in mijn boeken. Ik weet wat de men sen nodig hebben, maar ik sticht geen nieuwe godsdienst. Ik wil de wereld verbeteren en prak tisch werken." Daarbij legt hij de nadruk op het „Verbeter de wereld, begin bij jezelf." „Weet u, ik vind dat al die radikale groeperingen tegenwoordig het accent teveel buiten zichzelf verplaatsen." Eerst met jezelf beginnen, meent Van de Toorn, die eens per week naar Emmen fietst om 20 liter pompwater te halen. „Het drinkwater hier is ge fluorideerd, en dat acht ik een aantasting van de persoonlijke vrijheid. Bovendien is fluor een vergif, dat als het in kleine hoeveelheden jaar na jaar wordt ingenomen, toch invloed moet hebben op het menselijk li chaam" Het radikale, het onbuigzame is een deel van zijn persoon lijkheid. Op het eerste gezicht is Van de Toorn een beminne lijk, meegaand man, die met zachte stem zijir ideëen uiteen zet. Uit zijn levensverhaal komt iemand naar voren, die bereid is zich voor zijn idealen in te zetten. In het woonkamertje (een bordje met „Niet roken a.u.b.", plaatjes van Kruiden, werken over volkenkunde, maar ook romans als „De kleine Johan nes" van Frederik van Eeden) schenkt hij me muntthee met rietsuiker in. Hij vertelt hoe zijn leven hij is 36, gehuwd en heeft een zoontje van ander half jaar tot nu toe verliep. Geboren in Leiden bezocht hij na de lagere school een paar jaar de HBS. „Maar ik had een ontzettende hekel aan leren zo als dat daar werd voorgeschre ven. Ik ben van school gekomen en heb een jaar gelanterfant en mijn vader een beetje geholpen. Het was een moeilijke tijd en ik moest een steentje bijdragen voor het inkomen van het ge zin". „Ik ben toen anderhalf jaar op een metaalfabriek geweest: een van de verschrikkelijkste periode's van mijn leven. Ik moest in ketels kruipen en er heerste daar een oorverdovend lawaai. Nog tien jaar nadat ik daar werkte, had ik nachtmerries van die machines." „Ondertussen werd ik opge roepen voor de keuring voor militaire dienst. Ik wilde dienst- weigeren, ik wilde niet opgeleid worden om mensen te doden en ik vond dat de staat het recht niet had mijn persoonlijke vrij heid te belemmeren. Dus pro beerde ik het land uit te vluch ten." „Op de fiets ging ik naar Rotterdam om daar werk op een schip te vinden, maar dat lukte niet. Toen naar Amster dam, maar inmiddels was ik zo hek-af, dat ik geen zin meer had nog op een boot te gaan." Nico ging weer naar huis, en mocht de academie voor beel dende kunst in Den Haag be zoeken, met als gevolg dat hij ook uitstel van militaire dienst plicht kreeg. „Maar ik was toen 20 jaar ik ging steeds harder rijden op mijn racefiets je, nodig om van Leiden naar Den Haag te komen, en sloeg een keer over de kop." „Ik had een hersenschudding opgelopen en moest zes weken liggen. Toen ben ik eigenlijk voor het eerst serieus gaan na denken. Ik wilde de zin van het leven begrijpen. Vanaf die tijd heb ik niet meer met hart en ziel kunnen schilderen. Niette min heb ik de vijfjarige cursus afgemaakt en het einddiploma behaald." „Dat racefielsje gebruikte ik Dok om een tocht naar Frankrijk te maken, een soort verken ningsreis om een vluchtplaats te zoeken teneinde me aan de militaire dienst (de periode van uitstel was voorbij) te kunnen onttrekken. In overleg met mijn ouders besloot ik naar Zuid- Frankrijk te vertrekken; ik was toen 23 jaar." „Het was natuurlijk een wan hoopsdaad. Levend van wat spaarcentjes heb ik drie maan den in een grot gewoond. Na enkele maanden berichtten mijn ouders me dat ik weer een jaar uitstel had gekregen, om mijn „studiereis" af te maken. Ik keerde terug en weigerde offi cieel in dienst gaan. Na herhaal delijk psychotechnisch te zijn onderzocht werd ik ongeschikt bevonden." Weer trok hij naar Zd.-Frank- krijk en werkte daar voor een Nederlandse grondbezitter. Hij woonde eerst in een tent en toen in een hutje. „Die Neder lander begon me als zijn slaaf te beschouwen en ik kreeg on enigheid. Op de bromfiets reed ik terug naar Leiden. En omdat ik met schilderen mijn draai maar niet kon vinden, begon ik een boek over de voeding te schrijven. In 1965 drukte uitgeverij „De Driehoek" het boek, dat als titel heeft „De natuurlijke voeding voor de mens." Het boek is een onder meer pleidooi voor het eten van plantaardig voedsel. „De gebrui kelijke voeding zat me dwars en met mijn broer ben ik in die tijd op vegetarisch voedsel en rauwkost overgeschakeld. Ik heb het boek geschreven om een eenvoudige leidraad te geven. Ik zag toen in dat ik meer moest gaan schrijven en omdat ik de uitgaven in eigen hand wilde houden begon ik in 1969 een eigen uitgeverij: „De Ark". In juli kwam uit „Eerherstel van het huwelijk". Ik heb er 500 laten drukken, maar er zijn er 200'verkocht. Ik wil nog een boek gaan schrijven met kritiek op de maatschappij zoals deze nu is, en een over de maat schappij zoals deze zou moeten worden." Nico van den Toorn wordt bij de financiering van zijn uit geverij gesteund door zijn ou ders. Zijn vrouw, Martine van den Toorn-Van Dam, staat ach ter hem. Ze heeft ook geschre ven; een boekje over beroemde vegetariërs. Enige leidende gedachten ach ter boeken van Nico van den Toorn vinden we in de inleiding van zijn „Eerherstel van het huwelijk", waarin hij schrijft: „Verre van het puik der schep ping te zijn is het mensdom vervallen tot zwakkelingen naar lichaam en geest, waar verple gend personeel en rechtsdiena- ren de handen vol aan hebben. Door berichten over hart transplantaties en andere god deloze praktijken is het grote publiek misleid en leeft zij in de verwachting, dat de weten schap een oplossing voor de moeilijkheden zal hebben gevonden. Bekijk de portretten van de huidige kopstukken op we tenschappelijk, politiek of finan- ciëel gebied, van zogenaamde leiders der mensheid en ge weet dat van hen de oplossing niet kan komen. Zij worden meer geleid door eerzucht en gelddorst dan door naastenlief de en kennis der levensweten." De mensheid moet bewust gaan werken aan de regeneratie van het menselijk ras. Daarom zullen Nico van den Toom (als schrijver heet hij Nicolaas Hartman) en zijn vrouw komen de zomer met een autootje door het land trekken. „Het is maar een beperkte groep (o.a. de vrienden van de uitgeverij De Ark postbus 99, Emmen) die zich voor ons werk interesseert. De mensen zijn tegenwoordig heel passief. Dat komt omdat ze oververmoeid zijn, wat waar schijnlijk wordt veroorzaakt door de televisie." „Via advertenties lukte het niet de mensen te bereiken. Toen is het plan gerijpt door de Nederlandse steden en dor pen te rijden en overal op pleinen en markten kabaal te gaan maken voor een natuur lijke voeding, tegen luchtver ontreiniging en tegen fluoride ring." Nico van den Toorn, die ge looft dat we in het „Einde der Tijden" leven, vindt dat hij de plicht heeft de mensen op te roepen tot een beter, opbou- wender levenswijze. Maar zijn boeken hebben weinig gehoor gevonden. En omdat hij geen „stem eens roependen in de woestijn" wil blijven, zal hij zich onder de mensen begeven. iregerii van i dr. veel K door beid I zeldi best igesteu a.r.-m in NK let low verwen over enlandi ulp: I» Nab De redactie van de „alternatieve kerkbode" voor de Vredevorstkerk in Rotterdam-Hillegersberg. Van links naar rechts: Henk Bateiaan (22), Jan van Leeuwen (22), Henk Diemer (19), Wytze Visser (24), Peter Verbrugge (20) en Teun Stortenbeker (20). Niet op de foto staat de vader van Teun Stortebeker, die een groot deel van zijn vrije tijd besteed aan de technische verzorging van Reaktor. ,,Een alternatieve kerkbode is 'n wat te groot woord", zegt de twin tigjarige hoofdredacteur Peter Ver- brugge. Maar tijdens een gesprek bij hem thuis blijkt wel, dat de lees- dichtheid van Reaktor groter is dan van de geijkte kerkbode van de ge reformeerde kerk RotterdamHil- legersberg. Reaktor is, zoals de naam al zegt, een discussieblad. Het blad is progressief in de goede betekenis van het woord. „Niet progres sief omwille van de progressiviteit." De presentatie is eerliik en open. Een tref fend-voorbeeld daarvan was ook dat we, hoewel een afspraak was gemaakt met de hoofdredacteur, de voltallige redactie van zes man aantroffen. Reaktor heeft het uiterlijk van alle bla den, die met beperkte middelen worden samengesteld. Het bekende stencil-for maat, zo'n zestien tot twintig pagnia's vol tekst, afgewisseld met een paar vluchtige tekeningetjes, wat advertenties en dat alles keurig aan elkaar geniet. De echte kerkbode ziet er heel wat florissanter, hoewel niet aantrekkelijker uit. De enthousiaste redacteuren van Reak tor weten de lezers meer te boeien. Naast verenigingsnieuws, gedichten en wat mengelwerk, biedt het maandblad heldere, kritische artikelen over actuele kerkelijke kwesties, interviews met predi kanten en gemeenteleden, stukken over sport, popmuziek. Zelfs is een ver volgstap in de maak: de lotgevallen van Tjerk Kerkganger. Hoe komt het nu, dat 'n dergelijk blad meer aandacht krijgt dan de echte kerk bode? „Die wordt hoofdzakelijk vol geschreven door predikanten en doet verder dienst als wegwijzer voor kerk diensten. De kerkbode wordt niet gele zen. Is te formeel. Voor ons is het niet aantrekkelijk daarin te schrijven, want je krijgt te weinig ruimte en een eigen blad is natuurlijk veel leuker." „Het gebeurt vaak dat de mensen zeg gen. het stond in de Reaktor. Ook cite ren dominees tijdens hun preek uit ons blad." De Reaktor wordt aan de uitgang van de kerk verspreid. Het komt voor, dat de mensen er om vragen wanneer ze de dienst niet konden bijwonen. Maar ook buiten de gereformeerde kerk, name lijk door hervormden en katholieken, wordt het blad gelezen. De jonge redacteuren, negentien tot 24 jaar oud, lopen voorop wanneer het gaat om het samengaan van de gereformeerde gemeenten Schiebroek, Terbregge en Hil- legersberg, een kwestie die naar hun mening veel te lang duurt en waarover veel te weinig informatie wordt gegeven. Bovendien dringen ze aan op het uitge ven van een gemeenschappelijke kerkbo de door de drie kerkelijke gemeenten. Reaktor heeft natuurlijk wensen, zoals een betere opmaak, meer reacties, 'n grotere variatie in de onderwerpen („niet alleen kerkelijke, maar ook maatschappe lijke en politieke onderwerpen") en een groter verspreidingsgebied. Wat dat laatste betreft zijn er plannen voor sa menwerking met de hervormde gemeente. Het aantal redactieleden zal dan wor den uitgebreid en dat wordt als 'n winst punt gezien. De nieuwe formule van Re aktor deed vorig jaar april z'n intree met als resultaat, dat de oplage verdubbelde tot 600 exemplaren. Het blad wordt gefi nancierd door de gereformeerde jeugd raad van Rotterdam-Hillegersberg. Toch laat het aantal reacties op de „alternatieve kerkbode" te wensen over. „Er zit vooruitgang In, maar het is jam mer dat nog veel te weinig wordt gerea geerd. Aan ons za! het niet liggen. Op alle mogelijke manieren proberen we de lezer aan te sporen Zo worden bijdragen van buiten de redactie bij voorrang ge plaatst" Reaktor wil de lezer „dwingen" naar de pen te grijpen. Een pressiemiddel is onder meer het onderschrijven van het volgende citaat uit het rapport van de werkgroep „Denken en Doen": „Het feit dat alleen belijdende leden mogen deel nemen aan het Avondmaal beschouwen wij als pure discriminatie. Wij vinden het absurd, dat je eerst in het openbaar belijdenis van je geloof moet afleggen voor je aan het Avondmaal mag deelne men." Tot slot een veelbetekende oproep aan de lezer: „Wij weten dat er over diverse artikeltjes wordt gesproken en dat di verse artikeltjes worden afgekraakt. Maar de doorsnee-lezer is zachtjes ge zegd te beroerd om te reageren, leder een, ook niet-gereformeerden en buiten onze wijk wonende personen, moet dit maar eens ter harte nemen." Reaktor houdt zich aanbevolen. Groot Brittannië was het eerste land dat aanvaardde dat het verschaffen van goede huisvesting een openbare dienst behoort te zijn. Dat gebeurde laat in de negentiende eeuw, waarschijnlijk als reactie op de erbarmelijke woontoestanden, die ten gevolge van de industrialisering in het begin van diezelfde eeuw waren ont staan. De erkenning hield niet in dat meteen al die beruchte „slums' verdwenen. Daaraan is. men nu pas toe. In Londen gaan op grote schaal oudere stadswijken tegen de grond volgens een fors aangepakt saneringsplan. Zoals bekend spelen in Enge land tradities een heel grote rol. Een er van is die van de eenge- econoij zinswoningen, waaraan men, in en Engeland zo mogelijk nBg meer vasthoudt dan in ons land. Lon den heeft er zijn enorme opper- Skte aan te danken. Over- rsen in de meeste andere den de hoge en vaak zeer flat-complexen het stads- heeld, de Britse steden zijn vlak zijn Cn de enkele hoge woongebou- i b0 *en die er zijn vormen opval- a end lende toren-silhouetten. i. (Co« voorW Hoewel de Britse architecten "aar het voorbeeld van hun Scandinavische collega's hebben i'angetoond dat wonen in flat- tomplexen het genot van per soonlijke vrijheid, van frisse 'acht. van tuinen in dit geval gemeenschappelijke tuinen openbaar groen en van uitzicht over een mooi land schap zeker niet uitsluit, de voorkeur voor een eigen won,ing met tuin is overheersend. Voor de Brit geldt het als een soort orthodoxe grondstelling dat kleine kinderen ongehin derd het huis in of uit moeten kunnen rennen. zB op de begane grondde tuin in. Dat deze opvattingen in con flict komen met de beschikbare woonruimte in het in vergelij king met verscheidene Europese landen niet eens zo omvangrijke Groot Britannië is vanzelfspre kend. Het begint vooral tot de jon geren toch wel langzamerhand door te dringen dat een flat in de stad voordelen kan bieden boven een huis in een voorstad, al was het alleen maar omdat het laatste slechts kan worden verworven ten koste van dage lijks langdurig heen en weer reizen tussen woning en ar beidsveld. Maar er kwam ook nog iets anders: de ontdekking dat met. een zorgvuldige planning het mogelijk bleek een hogere dichtheid van bewoning per op pervlakte-eenheid te bereiken zonder dat men daarvoor de hoogte in moest. door J. M. Richards Het bleek heel goed mogelijk tweehonderd tot 225 eengezins huizen op een hectare bijeen te plaatsen met zelfs nog daarbij behorende eigen tuintjes! Enige van de beste Britse wooncomplexen zijn juist van dit laatste type en in deze rich.ing werken dan ook de vooruitstrevende Engelse stede bouwkundigen. Vooral degenen die verantwoordelijk zijn voor de nieuwe woonsteden die de laatste twintig jaar worden ge bouwd als woongemeenschap pen met eigen stedelijke voor zieningen. Met deze woongemeenschap pen willen op dezelfde manier als in verschillende andere lan den dc bevolkingsdruk op de grote steden helpen verlichten. In deze nieuwe steden heb ben architecten vaak kansen gekregen v^or experimenten die tot een verrassende uitslag heb ben geleid. En deze experimen ten worden nu ook gevolgd door particuliere bouwondernemin gen. De openbare huisvestingsor ganisaties en bouwcorporaties geven ook voor particuliere bouwondernemers de pas aan voor wat betreft de toepassing van systeembouw. Er is in Engeland evenals in de rest van Europa een groot aantal systemen voor montage- bouw ontwikkeld. Zij hebben vanzelfsprekend de bedoeling het bouwen economisch te ma ken, maar evenals ïn Nederland het geval is, bleek het tot dus ver voor de particuliere bouw ondernemer heel moeilijk montagewoningen zo goedkoop te bouwen als men had gehoopt. Zoals bekend is voor de prijs van een in montagebouw opge trokken woning het aantal be palend. De Britse bouwnijver heid bestaat grotendeels uit kleine onafhankelijke onderne mingen. De overheid daarentegen kan door de enorme aantallen met succes meer en meer gebruik maken van de systeembouw. Ongeveer veertig procent van de overheidswoningbouwdat betekent 35 procent van, de ge hele bouwnijverheid was in 1968 in systeembouw opgetrok ken. Een dorpsgemeenschap in Kent. De woningen zijn uiterst modern maar de tradities van het gemeen schapsleven bleven onaangetast. Interessant is het bijzonder economisch gebruik van de grond. Een ga raffineerde indeling van de woningen garandeert de bewoners de zozeer op prijs gestelde persoonlijke vrij heid in intimiteit. Al ls systeembouw lang niet 'altijd goedkoper, het bouwpro ces verloopt sneller dan bij tra ditionele bouwmethoden en dat is voor Groot Britannië een groot voordeel. Bovendien vereist traditionele bouw een grote hoeveelheid hooggeschoolde arbeid en daar aan is ook in Groot Britannië gebrek. Iets nieuws, dat eveneens in Groot Britannië de aandacht trekt, is het „open plan", het geen inhoudt in systeembouw opgetrokken woningen met flexibiliteit voor wat betreft de niet-dragende wanden, die de ruimte in de woning verdelen. In dit opzicht gaan moderne Britse architecten zeer ver. Dat is mogelijk geworden door rui me toepassing van centrale ver warming. Men beschouwt deze ontwikkeling in de Britse wo ningbouw als vooral in sociaal opzicht van belang: naarmate de kinderen opgroeien en op den duur het ouderlijk huis verlaten veranderen de aan een woning te stellen verlangens. Eveneens heeft de indeling van de woning te maken met het toenemend gebruik van de auto: was het slechts enkele ja ren geleden zeer vooruitstre vend te denken in termen van één auto per gezin, thans zijn woningbouwkundige reeds ge dwongen rekening gehouden met meer dan een auto per ge zin!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 15