EN NIET NAWIJZEN Dwing uw kind niet te leven binnen grote-mensen-maten TWEE SEXEN AAN WERKBANK dialoog Stortingskaart autobelasting: geen factuur maar service ZATSRDAG 7 FEBRUARI 1970 4 Mevrouw H. Maan in Den Haag is tegen doodstraf: „Hoevelen zijn er niet onschuldig veroordeeld ter dood levenslang lijkt mij overiger veel erger dan doodstraf." Ook de heer D. Knoes- ter uit Den Haag vindt de doodstraf af schuwelijk. Deze straf gold oudtijds eveneens voor godslastering, overspel en sabbathschennis. Bij de Joden werd steniging toegepast. Ik ben dankbaar dat de doodstraf in de meeste landen is- afgeschaft hoewel ik de strafmaat hier te lande in algemene zin veel te ge ring acht." „Geen doodstraf', meent eveneens de heer J. Flcmming uit Noord wijk. „Door voltrekking worden rechter en beul ook moordenaars. Af schaffing van gevangenissen maar onderbren ging van gestraften in kampen waar normaal leven mogelijk is, om ze na opvoeding en gebleken geschiktheid terug te laten gaan als volwaardige mensen zonder vingernawijzing van anderen die menen nette mensen te zijn". „Het is niet aan ons een medemens van het leven te beroven", zegt mevrouw R. Osse- weijer uit Rotterdam. „Anderzijds de mis daad moet gestraft. Misdadi gers lopen al een tijd te voren hun plannen uit te broeden. Dat poosje „zitten" hebben ze er wel voor over. Deze mensen zouden zich wel eens bedenken als hun leven op 't spel stond". (Dén ken O. vraagt begrip voor de jongen die z'n vader doodde omdat de man steeds stom dronken thuiskwam, de boel kort en klein sloeg en zijn moeder afranselde. „Opgemerkt zij dat ons strafrecht niet deugt", poneert de heer C. B. van Heteren in Dordrecht. „Onmiddellijke invoering van de doodstraf kunnen wij funderen op Rom. 13:17. Voor wie dan wel. Hans van Z., Schijndelse Riet, en alle andere moordenaars. Verder voor dood door schuld als gevolg van rijden onder invloed van alcohol. Dit straffen met levens lange gevangenisstraf; niet mr. R. uit Haar lem ƒ1000 boete geven! Brandkastenkrakers en roofovervallers 10 - 25 jaar celstraf geven afhankelijk van de grootte van het bedrag, dito straf voor kinderontvoerders en aanran ders. Opstandige jeugd (rellen demonstraties) minstens tien jaar in een werkkamp. Geen open inrichting, want dat zijn pensions en vakantie-oorden, dat zou afschrikwekkender werken". (Een soort kolonelsbewind dus?) Mevrouw C. Barenswaard in Rotterdam is vqgt instelling van de doodstraf, mits men zeker weet dat een moord begaan is. „Een kennis ging van het standpunt uit dat je moest vergeven; maar toen ik vroeg, als je kind werd vermoord? zei hij: doodtrappen, dus als het onszelf aangaat wél doodstraf. Hier in dit land wordt te veel ontoerekenbaar verklaard." De heer W. Kunst te Schiedam wil oók de doodstraf weer ihgevoerd zien, „wanneer on omstotelijk vaststaat dat de misdadiger zich aan het leven van anderen heeft vergrepen, Hans van Z., Schijndelse Riet. Heeft Christus zelf de doodstraf veroordeeld toen de beide misdadigers gekruisigd werden? Heeft Jezus toen de overheid veroordeeld? Nee. Denkt men bij de lichte straffen van tegenwoordig wel voldoende aan de slachtoffers? Een af schrikwekkende straf doet een aanstaande moordenaar zeker tot inzicht komen op school waren we al bang voor een beetje strafwerk. Nu worden de cliënten op kos ten van de goegemeente in een soort Hilton verzorgd". Ook de heer Reedijk te 's Gravendeel grijpt naar het voorbeeld van de mede-kruiselingen van Jezus: „Ik ben op nieuw-testamentische gronden tégen de doodstraf. Zolang er leven is, is bekering mogelijk. Bij de dood houdt alles op. Jezus zei tegen de moordenaar: he den zult gij met mij in het paradijs zijn, bij deze mensen is in enkele seconden gebeurd waar veel mensen een mensenleven voor no dig hebben. God geeft ons een mensenleven de tijd om zo te worden zoals Hij ons schiep. De rechtspleging in ons land is wel op demo cratische geest geschoeid". Mevrouw F. Eiselin-Hoon te Rijswijk is te gen doodstraf om het onherroepelijk karakter daarvan. „Tegenover de minimale kans dat iemand onschuldig wordt veroordeeld, moet de mogelijkheid zijn een gemaakte fout te herstellen. De figuur van de beul is hoogst onsympathiek. In feite doet deze man datgene waarvoor hij nu juist die misdadiger terecht moet stellen iemand van het leven beroven. Nie mand heeft daartoe het recht. Iets anders is de voet- kappen-affaire. Het meest opvallende was dat adellijke en rijke studen ten die met hun ritueel een mede-student van het leven beroofden, er allemaal afkwamen met geldboetes zonder gevangenisstraf en zonder strafblad. Waren het arbeidersjongens geweest dan waren ze in de bajes beland, met strafblad". „Wat zedendelicten betreft, hoewel ik prof. Kloek goed kan volgen in zijn medisch oor deel over oorzaken en achtergronden van ze denmisdrijven, er ligt het feit dat bij het grootste begrip voor mensen die anders zijn, de angst bij ouders met jonge kinderen blijft bestaan. De rechter zal het moeilijk krijgen met veroordelen als de wet homosexuele han delingen met minderjarigen niet afwijst. Wanneer wordt het misdrijf? t Is makkelijk om homo's te veroordelen. Dank zij de onge vraagde informatie via TV of radio vraag je je af of die andersgerichten ook geen recht hebben op wettelijke bescherming". „Prostituanten zou ik een flinke tijd in een werkkamp willen stoppen, het zijn niets min der dan walgelijke aasgieren die parasiteren op het ongeluk van hun medemens! De rech ter grijpt in bij een pornografische voorstel ling. maar de onsmakelijke vertoning van :ondoomautomaten dan in openbare gelegen- neden? We worden wel erg vlot in Neder land! Ik zou de hoogste straffen "toegepast willen zien bij gebruik van alcohol bij auto mobilisten maar géén gevangenisstraf voor demonstranten tegen oorlog, want als zij het niet doen... wij ouderen houden onze mond dicht. Onrecht is het ook, dat een ex-gevan gene zijn straf z'n loven lang meesleept." Omdat kinderen in hun kleutertijd wordt verboden met blokken te spe len in verband met geluidshinder voor slapende continue-werkers (onder an deren) krijgt het in de eerste twee klassen van de lagere school wellicht moeilijkheden met rekenen. Dat is ont dekt tijdens een uitgebreide studie waarvoor de Stichting Wonen het ini tiatief heeft genomen. Overal in het land heeft men kinderen in hun omge ving en in hun spel gefotografeerd. De bekende Groningse hoogleraar prof. dr. W. Bladergroen gaf leiding aan deze studie waaraan ook deelnamen de kinderarts Ph. H. Fiedeldij Dop en spe cialisten op woongebied. Volgens prof. Bladergroen zijn enkele be langrijke behoeften van het kind de behoefte aan medemenselijkheid, maar ook aan alleen zijn, behoefte aan ruimte en beweging, maar ook aan een hoekje om uit te rusten en te zitten, behoefte aan ordening en regelmaat maar ook aan doorbreking daarvan. De mooie strakke wijken, fraai doorsneden met groen (voorzien van bordjes „niet op het gras lopen") geven het kind niet wat het nodig heeft. Bovendien is de speelruimte re latief kleiner geworden. Er valt voor de kin deren te weinig te ontdekken. Te veel is „af". De speelplaatsen staan vol met stalen staket sels en betonnen gevallen, allemaal zeer ste vig in de grond verankerd. De zandbakken zijn te klein, soms zo klein dat ze slechts als hondentoilet dienst kunrren doen. En tenslot te, de meeste woningen zijn te klein. Een van de medewerkers van de Stichting Wonen, de heer H. J. Polderman vraagt zich dan ook af of het dragen van vreemde kleren en het demonstreren in de latere jeugd niet een direct gevolg van het gemis in de kleu tertijd is. De meeste woningen zijn ongeschikt om de toenemende vrije tijd te „vullen". Er zijn geen oude zolders meer met stoffige hoeken en kisten met oude spullen waarin het kind ontdekkingen kan doen, zich kan verstoppen en zijn fantasie kan uitleven. Onze woningen, en vooral de flats zijn zo opgezet dat het voor het kind veelal onmogelijk is om een plek te vinden waar het rommel mag maken. Aan de hand van de uitkomsten van ge noemde studie hebben de heer Polderman en mejuffrouw I. Kiers een tentoonstelling ont worpen voor de Stichting Wonen, waar al deze problemen zijn genoteerd en waar vra gen worden beantwoord. Deze expositie trekt door Nederland. Rotterdam krijgt haar te zien op de Binnenhiris'70-beurs die van 6 tot en met 15 februari in de Ahoy'-hallen in het centrum van de stad wordt gehouden. In een inleiding tot deze tentoonstelling die de naam kreeg „Kind en Wonen", merkt de arts Fiedeldij Dop op dat in de middeleeuwse steden het kind de hele menselijke cyclus van zeer nabij beleefde. Het was allemaal door de kleinere maten overzichtelijk en het kind voelde zich er veel meer bij betrokken. Hij noemt als voorbeeld de markt waar de boeren met hun dieren en landbouwproduk- ten kwamen. Daar leerde het kind de betekenis van seizoenen en het omgaan met dieren. Het huis was toen het domein van de hele fami lie. De rollen zijn nu onduidelijker geworden. De grootouders wonen in een bejaardenflat waar het kind af en toe naar toe mag. Het werk van vader Is iets onduidelijks omdat het ver van huis wordt verricht. Op de super markt zijn geen boeren en huisdieren houden is of verboden of onmogelijk. Maar noch in huis, noch buiten, noch in school wordt dit gemis voldoende opgevan gen. Het al eerder aangehaalde feit dat in deze maatschappij te veel „af- is wordt in de meeste huishoudingen ook doorgezet. Hoe veel woonkamers zijn er waarin alles zijn vaste plaats heeft, waarin kinderen zich am per kunnen bewegen omdat er dan misschien iets omvalt of breekt. Pasklare oplossingen om aan al deze te kortkomingen tegemoet te komen, zijn moei lijk, zo niet onmogelijk. Een van de tastbare zaken nu al bij kinderen in de smaak geval len is een speelkist. Dit geval komt een heel eind tegemoet aan de behoeften van het kind zoals die in het begin van dit artikel staan opgetekend uit de mond van prof. Blader groen. De kisten geven het kind één kubieke me ter om alleen te zijn en brengen de grote mensen-ruimte terug in kindermaten. Via een kleine ingang kunnen de kinderen naar bin nen. Er in kunnen ze lezen en tekenen zon der dat broertjes of zusjes boeken afpakken of op een andere wijze het ongestoord alleen zijn verhinderen. Het maken van deze kisten is geen groot probleem. Er Is zelfs sT firma die ze in bouwpakketten levert. Het denken in kindermaten gebeurt nog weinig. Daarom zijn een aantal binnenhuis chitecten bezig geweest om in bestaai woningtypen kinderlijke ruimten te schepps Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt - het omhoogbrengen van bedden. Men .kriji daardoor kleinere ruimten en niveauverschi len. Speelpodia, niet al te hoog, en liefst 2 samengesteld dat de vorm kan verandere; helpen ook de ruimte te verdelen. De ruimt onder de omhoog gebrachte bedden zij heerlijke plekjes voor het kind om zich ms een boek terug te trekken. Speel-werkblade langs de wanden op aangepaste hoogte zi, zeer aantrekkelijk. Ook om verschillend kleine ruimte met elkaar te verbinden. Het omhoog brengen van een bed kan ou dwars in de kamer zodat een poort ontstaa van 1,50 meter hoog. Voor het kind normale doorgang. Ouderen zullen moete bukken, maar het is tóch ook een kinderki mer? Jammer dat veel zogenaamde speelhaüe in feite voor spelen onbruikbaar zijn. Er ko men zoveel deuren op uit dat het kind voor durend gestoord wordt in het spel. Beter het een gewone kamer alfc speelruimte gebruiken. Vaak zal blijken dat de ene part offers zal moeten brengen in woongenot te gunste van de andere partij, maar dat in d meeste woningen een oplossing te vinden Stichting Wonen probeert dat met deze i positie te bewijzen. Onderschat de capaciteiten van vrouwen niet! Zelfs op het gebied dat tot nu toe exclusief de man toebe hoorde: de metaalsectorstaan zij hun memnetje. Dit is de conclusie na drie weken werken in het Centrum Vakopleiding van Volwasenen aan de Van Graftstraat in Rotterdam. Daar startten op 19 januari na een me dischen geschiktheidsonderzoek) drie vrouwen een vakcursus. De vele metaalbedrijven die mevrouw J. M. Sliedrecht-Teger, staffunctionaris van het GAB. bezocht en waar een groot gebrek is aan geschoolde metaalarbeiders zijn belangstellend naar de eerste re sultaten. De heer Th. Brouwer, van de Vakschool: „De dames doen het zonder meer goed". Instructeur B. Sjouw: Zoals zij met die zaag omgaan er zijn man nen die het niet zo doen. Er zijn mannen die niet we ten wat een vijl is of hoe je een hamer vast moet hou den!" -ff- Zelfverzekerd in overall Mevrouw M. C. Peul, grote blonde haardos boven blauwe overall, nylonkousenvoeten op houten gezondheidssandalen, laat onverstoorbaar in een gestaag tempo de zaag door haar werkstuk gaan. Ze weet veel over tolerantie, kan een schuifmaat hanteren, leert teke ning lezen en weet hoe ze haar werkstuk moet invullen op een meets taat. 't Gaat aan haar voorbij, dat nu de barrière bij het be drijfsleven gebroken is om de vrouw op te nemen, zij een der eersten in het land is die de barrière bij de vrouw door breekt. Tussen het lawaai van haar zestig mannelijke collega's die plaatwerken, lassen, vijlen, bo ren: „Ik hoorde dat de lonen bij de metaal-cao gelijk lagen voor mannen en vrouwen. Het wordt beter betaald dan andere beroe pen. Ik ga met een goed week loon naar huis, voorheen trok ik van de Sociale Dienst dat scheelt enorm. Mijn opleiding? Naaister. Ik ben dus gewend met machines en patronen om te gaan. Technisch schetsen gaat me heel goed af, al wil ik niet zeggen dat het feilloos is. Het werk valt me mee. In het begin had ik wat pijn in mijn voeten nu gaat het wel." Voelt ze zichzelf een Kenau? „Nee, ik ben niet zo potig". De leergang loopt drie maan den. Je krijgt individueel on derwijs gratis! De theorie is aangepast aan de praktijk. We kelijks krijgt de cursist een loondervingsvergoeding en. af hankelijk van de prestaties, nog een prestatietoeslag. Reiskosten en reistijd-vergoeding worden eveneens uitgekeerd. De (mannelijke) leerlingen die uit Zundert, Rijsbergen en Breda komen, beginnen dus la ter dan de andere cursisten. De leerlingen uit Zoutelande en Maastricht die hier een oplei ding krijgen komen in aanmer king voor een kosthuis-vergoe ding. Tussen half acht en negen uur druppelen de cursisten bin nen; er is een prikklok, maar men is zeer soepel. De moeder van twee kinderen die hier in opleiding is, komt dus ook iets later: mevrouw C. E. Rootering-Rijnders. De kin deren halen haar 's avonds af en dat geeft een bepaalde char me aan deze mannenwereld. Die honderdtachtig man flo ten de eerste dag verrast en verlegen toen drie vrouwen er in mini binnenstapten. Desge vraagd zegt een mede-cursist nu: „Ik merk weinig van zo'n vrouwelijke collega, ik ben met mijn werk bezig." Het is al heel gewoon twee sexen samen aan de werkbank bezig te zien. „Gewoon vinden het ook de vriendinnen van mejuffrouw S. van Vlaardingen. Zij draagt de langste haren en ze beweegt zich stoer in haar ribfluwelen pantalon en dito trui. Wat haar betreft hoefde dat individuele onderwijs niet ze werkt liever gewoon met een groepje mannen, maar ze ziet wel in dat 't hier nu eenmaal niet anders kan. Op elk wille- Dat voor een auto, die op de openbare weg komt, motorrijtuigenbelasting (vroeger wegenbelasting) moet worden betaald, is al gemeen bekend. Dat voor die betaling door het Cen traal Bureau Motorrijtui genbelasting (het CBM) te Apeldoorn vervolgaangif- tes, meestal in de vorm van gele stortingskaarten (giro- aeceptkaarten), worden toegezonden, is eveneens bekend. Veel minder be kend is wat men moet doen als zo'n gele stortings kaart 'door het CBM niet of niet tijdig, dat wil zeggen niet vóór het begin van het komende ry-tijdvak, wordt toegezonden. Als het inderdaad niet ge beurt. dan is het vaak tevens ïo, dat de betreffende auUibe- xitter-belastingplichtige zich er niet eens van bewust is dat hij die stortingskaart niet of niet tijdig heeft ontvangen. Meestal heeft hij niet in zijn hoofd noch in zijn agenda de datum waarop hij opnieuw de motorrijtuigenbelasting moet hebben betaald. Maar wordt zijn auto na die dlitum „ge flitst" door de mobiele fotogra fische controledienst van de motorrijtuigenbelasting en gaat er op dat moment ook bij hemzelf een lichtje branden, dan is hij in feite op datzelfde moment al tegen de lamp gelo pen, al is hij ook nog zo te goeder trouw. Want het is dan voor hem te laat om nog de naheffingsaanslag van het CBM inclusief de verhoging wegens niet tijdige betaling (50 procent met een maximum van 500 en een minimum van 25) te ontlopen. Natuurlijk zal hij tegen die verhoging als verweer willen aanvoeren, dat hij de gele stortingskaart tevens vervolg- aangifte niet of niet tijdig heeft ontvnngen. Maar dat verweer zal hem niet baten, aldus blijkt uit enige rechter lijke vonnissen, die in dit ver band onlangs zijn aangehaald en besproken in het Weekblad voor Fiseaal Recht. Het Gerechtshof te Arnhem behandelde het geval van mijnheer A, die van de inspec teur der motorrijtuigenbelas ting een naheffingsaant'ag had ontvangen inclusief een verho ging wegens niet tijdige beta ling van deze belasting. Mijn heer A voerde aan. dat hij geen vervolgaangifte in de vorm van de bekende stor tingskaart van het CBM had ontvangen en zodoende niet (tijdig) had kunnen betalen. Daarbij stelde de heer A, dat de toezending van deze vervolg aangifte door het CBM niet als een vorm van (onverplicht) dienstbetoon moet worden ge zien maar als een noodzaak, zoals iedere leverancier een factuur dient te zenden-om be taling te verkrijgen. De inspecteur stelde en dat terecht volgens het Ge rechtshof dat de vergelij king van de vervolgaangifte met een factuur niet opging. Dat er motorrijtuigenbelasting moet worden betaald, staat im mers voor het begin van het rijtijdvak nog niet vast. Dc verplichting tot betaling is afhankelijk van het voort duren van het houderschap van het motorrijtuig ;n van het voornemen daarmee op de openbare weg te rijden. En ■Jat. aldus het Hof, kan alleen dc belanghebbende, dus de houder van het motorrijtuig zelf beoordelen. Duidelijk blijkt dan ook uit de uitspraak van het Gerechts hof, dat de toezending door het CBM van de vervolgaangifte (de gele stortingskaart) géén verplichting is, maar een vorm van onverplicht dienstbetoon en dat de belastingplichtige niet op deze vervolgaangifte kan blijven wachten. Hij zal dus zelf goed in de gaten moeten blijven houdeti wanneer door hem de motor rijtuigenbelasting voor het vol gende rijtijdvak moet zijn be taald. Desnoods moet hij zich bij het uitblijven van de vei» volgaangiftc van het CftM tij dig wenden tot de Ontvanger der Accijnzen in zijn woon plaats, bij wie hij direct de vervolgaangifte kan doen met gelijktijdige betaling van de verschuldigde belasting. In andere uitspraken maakte het Gerechtshof te Arnhem een uitzondering voor gevallen, waarin de belastingplichtige officieel was meegedeeld, dat hij rustig kon wachten met be taling van de motorrijtuigen belasting totdat hij de vervolg aangifte van het CBM zou hebben ontvangen. In één van die gevallen ging het om de houder (een bedrijf) van vijftien vrachtauto's. Hem was officieel meegedeeld, dat hij geen administratie hoefde bij te houden van de diverse rijtijdvakken en dus van de data. waarop de verschuldigde motorrijtuigenbelasting moest zijn betaald. Het CBM zou hem tijdig de betreffende ver- voljiaangiftes toezenden. Maar dat gebeurde niet. Deze belastingplichtige ont ving toen van de inspecteur naheffingsaanslagen met daar in begrepen verhogingen we gens niet tijdLige betaling. In dit en dergelijke gevallen oor deelde het Gerechtshof, dat de inspecteur had moeten beslui ten tot volledige kwijtschel ding van de verhoging en dat hij, door dit niet te doen, had gehandeld in strijd met het in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur. Niettemin is deze uitzonde ring de (in de rechtspraak be krachtigde) bevestiging van de regel, dat de toezending door het CBM van een vervolgaan gifte casu quo de gele stor tingskaart geen verplichting is, maar service, die de belasting plichtige niet kan ontslaan van zijn verplichting erop toe te zien, dat hij bij het uitblijven van deze service tooh tijdig de motorrijtuigenbelasting be taalt. ■ff- Twee sexen aan de werkbank keurig tijdstip kan namelijk een cursus beginnen. „Ik was vroeger fakturiste. Ik verdien hier ƒ45,— per week minder, maar dit werk ligt me beter, je kunt het zelfs creatief noemen. Ik vind het interes sant." Mejuffrouw Van Vlaardingen heeft er heel wat voor over om van Ommoord, waar ze woont, naar de Waalhaven te komen: trein, metro en bus. Maar als fakturiste bij een uitzendbu reau had ze geen zekerheid van werk en loon, en de vakoplei ding trekt haar bijzonder aan: „het is normaal werk voor vrouwen", oordeelt ze lakoniek. Daarmee geeft ze onbewust het kader een pluim. De oplei ding voor vrouwen werd name lijk eerder ter hand genomen, maar mislukte. Nu zijn de werkstukken afgestemd op vrouwenhanden, ze krijgen bijv. geen zwaar vijlwerk. Als materiaal wordt overwegend automatenstaal verwerkt, om dat de opleiding voornamelijk is gericht op het leren bedienen van een verspanend ge reedschapswerktuig met de ver eiste nauwkeurigheid. Ze werken aan kleine draai banken. Dit is geen belemme ring. De cursus omvat bank- werken, boren en theorie, draaien, schaven, frezen, teke ning lezen, en vakleer. Alle op drachten worden tweemaal uit gevoerd. Het eerste werkstuk wordt onder leiding, het tweede zelfstandig gemaakt. Het is gewenst, dat iedere vrouwelijke cursist per dag minstens vijf uur in opleiding is. Die tijden kunnen gebroken zijn. Het ideale voor de vrouw is van negen tot twaalf en van één tot vier uur. Maar wil ze er van afwijken, dan is er nog een mogelijkheid om van acht tot één uur te werken. Aanbevolen wordt een stof jas, maar ze dragen hier ge woon een overall. Het langhari ge blondje stopt haar lokken in een petje na ze met een elastiekje hijeen te hebben ge bonden. Armbanden, ringen of kettingen zijn uiteraard taboe, want onveil; j. Er is een eigen damestoilet met wasgelegenheid en als er meer c"«!s'on komen (graag! zeggen ze hier) dan krijgen ze ook een eigen dou che. Leeftijdgrenzen zijn er vrouwen van achttien tot vijfti! jaar kunnen aan de - vakoplei ding deelnemen. Welke genschappen moet nische vrouw nu hebben? de voorselectie let op handvaa: digheid, nauwkeurigheid, inte ligentie, geheugen, ruimtelijl inzicht en begripsvermogen. Metaal- en electrotechniscflT bedrijven zijn bereid de vroul^ op part tlme-basis op te neme in het arbeidsproces. Maar hy moet de moeite waard zijn. trX alleen van half tien tot twaalf haar tijd productief v maken, wordt afgewezen. I vrouw moet de emancipaüw waar maken, allereerst thuis tijd zien uit te kopen bij m^ en kinderen, -de werkzaam!» den gelijkelijk verdelen en v» organiseren weten. j i *001 Voorzieningen voor kinderman die opgevangen moeten word* komen langzaam van de gron Rotterdamse leden van vro wenverenigingen worden geé queteerd naar de behoefte a arbeid buitenshuis en opval r. W centra. Het Dijkzigtziekenh: ran krijgt een crèche. De Sticht: „Tussen twaalf en twee" kcfisch van de grond. Staatssecret Grapperhaus stelt enig soelÉit van de inkomstenbelasting het vooruitzicht. Zoals een werkneemster I Gel ran d karakteriserend zei: „Ik niet langer in een sch< melstoel op mijn dood te wt ten en draai weer lekker i in de maatschappij". Ander peet: Met vrouwelijke colleg erbij worden taal en o gangsvormen wat gekuiste Gelijke beloning voor man vrouw, dezelfde faciliteit )et twee sexen aan de v/erkbs: [at t en toch rekening houden de mindere spierkracht van vrouw en haar aangepast W leren en aanbieden dat kh >hak« de Rotterdamse Vakopleid 3 grc voor elkaar. Iets. waar de do ichrij Mlna's in Amsterdam nog t' 616) kunnen fluiten! het 'Woor< On «erd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 16