EN NIET NAWIJZEN
Dwing uw kind niet
te leven binnen
grote-mensen-maten
TWEE SEXEN AAN WERKBANK
dialoog
Stortingskaart
autobelasting:
geen factuur
maar service
ZATSRDAG 7 FEBRUARI 1970
4
Mevrouw H. Maan in Den Haag is
tegen doodstraf: „Hoevelen zijn er niet
onschuldig veroordeeld ter dood
levenslang lijkt mij overiger veel erger
dan doodstraf." Ook de heer D. Knoes-
ter uit Den Haag vindt de doodstraf af
schuwelijk. Deze straf gold oudtijds
eveneens voor godslastering, overspel en
sabbathschennis. Bij de Joden werd
steniging toegepast. Ik ben dankbaar
dat de doodstraf in de meeste landen is-
afgeschaft hoewel ik de strafmaat
hier te lande in algemene zin veel te ge
ring acht."
„Geen doodstraf', meent eveneens de heer
J. Flcmming uit Noord wijk. „Door voltrekking
worden rechter en beul ook moordenaars. Af
schaffing van gevangenissen maar onderbren
ging van gestraften in kampen waar normaal
leven mogelijk is, om ze na opvoeding en
gebleken geschiktheid terug te laten gaan als
volwaardige mensen zonder vingernawijzing
van anderen die menen nette mensen te zijn".
„Het is niet aan ons een medemens van het
leven te beroven", zegt mevrouw R. Osse-
weijer uit Rotterdam. „Anderzijds de mis
daad moet gestraft. Misdadi
gers lopen al een tijd te
voren hun plannen uit te
broeden. Dat poosje „zitten"
hebben ze er wel voor over.
Deze mensen zouden zich
wel eens bedenken als hun
leven op 't spel stond". (Dén
ken O. vraagt begrip voor de jongen die z'n
vader doodde omdat de man steeds stom
dronken thuiskwam, de boel kort en klein
sloeg en zijn moeder afranselde.
„Opgemerkt zij dat ons strafrecht niet
deugt", poneert de heer C. B. van Heteren in
Dordrecht. „Onmiddellijke invoering van de
doodstraf kunnen wij funderen op Rom. 13:17.
Voor wie dan wel. Hans van Z., Schijndelse
Riet, en alle andere moordenaars. Verder voor
dood door schuld als gevolg van rijden onder
invloed van alcohol. Dit straffen met levens
lange gevangenisstraf; niet mr. R. uit Haar
lem ƒ1000 boete geven! Brandkastenkrakers
en roofovervallers 10 - 25 jaar celstraf geven
afhankelijk van de grootte van het bedrag,
dito straf voor kinderontvoerders en aanran
ders. Opstandige jeugd (rellen demonstraties)
minstens tien jaar in een werkkamp. Geen
open inrichting, want dat zijn pensions en
vakantie-oorden, dat zou afschrikwekkender
werken". (Een soort kolonelsbewind dus?)
Mevrouw C. Barenswaard in Rotterdam is
vqgt instelling van de doodstraf, mits men
zeker weet dat een moord begaan is. „Een
kennis ging van het standpunt uit dat je
moest vergeven; maar toen ik vroeg, als je
kind werd vermoord? zei hij: doodtrappen,
dus als het onszelf aangaat wél doodstraf.
Hier in dit land wordt te veel ontoerekenbaar
verklaard."
De heer W. Kunst te Schiedam wil oók de
doodstraf weer ihgevoerd zien, „wanneer on
omstotelijk vaststaat dat de misdadiger zich
aan het leven van anderen heeft vergrepen,
Hans van Z., Schijndelse Riet. Heeft Christus
zelf de doodstraf veroordeeld toen de beide
misdadigers gekruisigd werden? Heeft Jezus
toen de overheid veroordeeld? Nee. Denkt
men bij de lichte straffen van tegenwoordig
wel voldoende aan de slachtoffers? Een af
schrikwekkende straf doet een aanstaande
moordenaar zeker tot inzicht komen op
school waren we al bang voor een beetje
strafwerk. Nu worden de cliënten op kos
ten van de goegemeente in een soort Hilton
verzorgd".
Ook de heer Reedijk te 's Gravendeel grijpt
naar het voorbeeld van de mede-kruiselingen
van Jezus: „Ik ben op nieuw-testamentische
gronden tégen de doodstraf. Zolang er leven
is, is bekering mogelijk. Bij de dood houdt
alles op. Jezus zei tegen de moordenaar: he
den zult gij met mij in het paradijs zijn, bij
deze mensen is in enkele seconden gebeurd
waar veel mensen een mensenleven voor no
dig hebben. God geeft ons een mensenleven
de tijd om zo te worden zoals Hij ons schiep.
De rechtspleging in ons land is wel op demo
cratische geest geschoeid".
Mevrouw F. Eiselin-Hoon te Rijswijk is te
gen doodstraf om het onherroepelijk karakter
daarvan. „Tegenover de minimale kans dat
iemand onschuldig wordt veroordeeld, moet
de mogelijkheid zijn een gemaakte fout te
herstellen. De figuur van de beul is hoogst
onsympathiek. In feite doet
deze man datgene waarvoor
hij nu juist die misdadiger
terecht moet stellen iemand
van het leven beroven. Nie
mand heeft daartoe het
recht. Iets anders is de voet-
kappen-affaire. Het meest
opvallende was dat adellijke en rijke studen
ten die met hun ritueel een mede-student van
het leven beroofden, er allemaal afkwamen
met geldboetes zonder gevangenisstraf en
zonder strafblad. Waren het arbeidersjongens
geweest dan waren ze in de bajes beland, met
strafblad".
„Wat zedendelicten betreft, hoewel ik prof.
Kloek goed kan volgen in zijn medisch oor
deel over oorzaken en achtergronden van ze
denmisdrijven, er ligt het feit dat bij het
grootste begrip voor mensen die anders zijn,
de angst bij ouders met jonge kinderen blijft
bestaan. De rechter zal het moeilijk krijgen
met veroordelen als de wet homosexuele han
delingen met minderjarigen niet afwijst.
Wanneer wordt het misdrijf? t Is makkelijk
om homo's te veroordelen. Dank zij de onge
vraagde informatie via TV of radio vraag je
je af of die andersgerichten ook geen recht
hebben op wettelijke bescherming".
„Prostituanten zou ik een flinke tijd in een
werkkamp willen stoppen, het zijn niets min
der dan walgelijke aasgieren die parasiteren
op het ongeluk van hun medemens! De rech
ter grijpt in bij een pornografische voorstel
ling. maar de onsmakelijke vertoning van
:ondoomautomaten dan in openbare gelegen-
neden? We worden wel erg vlot in Neder
land! Ik zou de hoogste straffen "toegepast
willen zien bij gebruik van alcohol bij auto
mobilisten maar géén gevangenisstraf voor
demonstranten tegen oorlog, want als zij het
niet doen... wij ouderen houden onze mond
dicht. Onrecht is het ook, dat een ex-gevan
gene zijn straf z'n loven lang meesleept."
Omdat kinderen in hun kleutertijd
wordt verboden met blokken te spe
len in verband met geluidshinder voor
slapende continue-werkers (onder an
deren) krijgt het in de eerste twee
klassen van de lagere school wellicht
moeilijkheden met rekenen. Dat is ont
dekt tijdens een uitgebreide studie
waarvoor de Stichting Wonen het ini
tiatief heeft genomen. Overal in het
land heeft men kinderen in hun omge
ving en in hun spel gefotografeerd. De
bekende Groningse hoogleraar prof.
dr. W. Bladergroen gaf leiding aan
deze studie waaraan ook deelnamen de
kinderarts Ph. H. Fiedeldij Dop en spe
cialisten op woongebied.
Volgens prof. Bladergroen zijn enkele be
langrijke behoeften van het kind de behoefte
aan medemenselijkheid, maar ook aan alleen
zijn, behoefte aan ruimte en beweging, maar
ook aan een hoekje om uit te rusten en te
zitten, behoefte aan ordening en regelmaat
maar ook aan doorbreking daarvan.
De mooie strakke wijken, fraai doorsneden
met groen (voorzien van bordjes „niet op het
gras lopen") geven het kind niet wat het
nodig heeft. Bovendien is de speelruimte re
latief kleiner geworden. Er valt voor de kin
deren te weinig te ontdekken. Te veel is
„af".
De speelplaatsen staan vol met stalen staket
sels en betonnen gevallen, allemaal zeer ste
vig in de grond verankerd. De zandbakken
zijn te klein, soms zo klein dat ze slechts als
hondentoilet dienst kunrren doen. En tenslot
te, de meeste woningen zijn te klein.
Een van de medewerkers van de Stichting
Wonen, de heer H. J. Polderman vraagt zich
dan ook af of het dragen van vreemde kleren
en het demonstreren in de latere jeugd niet
een direct gevolg van het gemis in de kleu
tertijd is.
De meeste woningen zijn ongeschikt om
de toenemende vrije tijd te „vullen". Er zijn
geen oude zolders meer met stoffige hoeken
en kisten met oude spullen waarin het kind
ontdekkingen kan doen, zich kan verstoppen
en zijn fantasie kan uitleven. Onze woningen,
en vooral de flats zijn zo opgezet dat het
voor het kind veelal onmogelijk is om een
plek te vinden waar het rommel mag maken.
Aan de hand van de uitkomsten van ge
noemde studie hebben de heer Polderman en
mejuffrouw I. Kiers een tentoonstelling ont
worpen voor de Stichting Wonen, waar al
deze problemen zijn genoteerd en waar vra
gen worden beantwoord. Deze expositie trekt
door Nederland. Rotterdam krijgt haar te zien
op de Binnenhiris'70-beurs die van 6 tot en
met 15 februari in de Ahoy'-hallen in het
centrum van de stad wordt gehouden.
In een inleiding tot deze tentoonstelling die
de naam kreeg „Kind en Wonen", merkt de
arts Fiedeldij Dop op dat in de middeleeuwse
steden het kind de hele menselijke cyclus
van zeer nabij beleefde. Het was allemaal
door de kleinere maten overzichtelijk en het
kind voelde zich er veel meer bij betrokken.
Hij noemt als voorbeeld de markt waar de
boeren met hun dieren en landbouwproduk-
ten kwamen.
Daar leerde het kind de betekenis van
seizoenen en het omgaan met dieren. Het
huis was toen het domein van de hele fami
lie. De rollen zijn nu onduidelijker geworden.
De grootouders wonen in een bejaardenflat
waar het kind af en toe naar toe mag. Het
werk van vader Is iets onduidelijks omdat het
ver van huis wordt verricht. Op de super
markt zijn geen boeren en huisdieren houden
is of verboden of onmogelijk.
Maar noch in huis, noch buiten, noch in
school wordt dit gemis voldoende opgevan
gen. Het al eerder aangehaalde feit dat in
deze maatschappij te veel „af- is wordt in de
meeste huishoudingen ook doorgezet. Hoe
veel woonkamers zijn er waarin alles zijn
vaste plaats heeft, waarin kinderen zich am
per kunnen bewegen omdat er dan misschien
iets omvalt of breekt.
Pasklare oplossingen om aan al deze te
kortkomingen tegemoet te komen, zijn moei
lijk, zo niet onmogelijk. Een van de tastbare
zaken nu al bij kinderen in de smaak geval
len is een speelkist. Dit geval komt een heel
eind tegemoet aan de behoeften van het kind
zoals die in het begin van dit artikel staan
opgetekend uit de mond van prof. Blader
groen.
De kisten geven het kind één kubieke me
ter om alleen te zijn en brengen de grote
mensen-ruimte terug in kindermaten. Via een
kleine ingang kunnen de kinderen naar bin
nen. Er in kunnen ze lezen en tekenen zon
der dat broertjes of zusjes boeken afpakken
of op een andere wijze het ongestoord alleen
zijn verhinderen. Het maken van deze kisten
is geen groot probleem. Er Is zelfs sT
firma die ze in bouwpakketten levert.
Het denken in kindermaten gebeurt nog
weinig. Daarom zijn een aantal binnenhuis
chitecten bezig geweest om in bestaai
woningtypen kinderlijke ruimten te schepps
Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt -
het omhoogbrengen van bedden. Men .kriji
daardoor kleinere ruimten en niveauverschi
len. Speelpodia, niet al te hoog, en liefst 2
samengesteld dat de vorm kan verandere;
helpen ook de ruimte te verdelen. De ruimt
onder de omhoog gebrachte bedden zij
heerlijke plekjes voor het kind om zich ms
een boek terug te trekken. Speel-werkblade
langs de wanden op aangepaste hoogte zi,
zeer aantrekkelijk. Ook om verschillend
kleine ruimte met elkaar te verbinden.
Het omhoog brengen van een bed kan ou
dwars in de kamer zodat een poort ontstaa
van 1,50 meter hoog. Voor het kind
normale doorgang. Ouderen zullen moete
bukken, maar het is tóch ook een kinderki
mer?
Jammer dat veel zogenaamde speelhaüe
in feite voor spelen onbruikbaar zijn. Er ko
men zoveel deuren op uit dat het kind voor
durend gestoord wordt in het spel. Beter
het een gewone kamer alfc speelruimte
gebruiken. Vaak zal blijken dat de ene part
offers zal moeten brengen in woongenot te
gunste van de andere partij, maar dat in d
meeste woningen een oplossing te vinden
Stichting Wonen probeert dat met deze i
positie te bewijzen.
Onderschat de capaciteiten van vrouwen niet! Zelfs
op het gebied dat tot nu toe exclusief de man toebe
hoorde: de metaalsectorstaan zij hun memnetje. Dit
is de conclusie na drie weken werken in het Centrum
Vakopleiding van Volwasenen aan de Van Graftstraat
in Rotterdam. Daar startten op 19 januari na een me
dischen geschiktheidsonderzoek) drie vrouwen een
vakcursus. De vele metaalbedrijven die mevrouw J.
M. Sliedrecht-Teger, staffunctionaris van het GAB.
bezocht en waar een groot gebrek is aan geschoolde
metaalarbeiders zijn belangstellend naar de eerste re
sultaten. De heer Th. Brouwer, van de Vakschool: „De
dames doen het zonder meer goed". Instructeur B.
Sjouw: Zoals zij met die zaag omgaan er zijn man
nen die het niet zo doen. Er zijn mannen die niet we
ten wat een vijl is of hoe je een hamer vast moet hou
den!"
-ff- Zelfverzekerd in overall
Mevrouw M. C. Peul, grote
blonde haardos boven blauwe
overall, nylonkousenvoeten op
houten gezondheidssandalen,
laat onverstoorbaar in een
gestaag tempo de zaag door
haar werkstuk gaan. Ze weet
veel over tolerantie, kan een
schuifmaat hanteren, leert teke
ning lezen en weet hoe ze haar
werkstuk moet invullen op een
meets taat.
't Gaat aan haar voorbij, dat
nu de barrière bij het be
drijfsleven gebroken is om de
vrouw op te nemen, zij een der
eersten in het land is die de
barrière bij de vrouw door
breekt.
Tussen het lawaai van haar
zestig mannelijke collega's die
plaatwerken, lassen, vijlen, bo
ren: „Ik hoorde dat de lonen bij
de metaal-cao gelijk lagen voor
mannen en vrouwen. Het wordt
beter betaald dan andere beroe
pen. Ik ga met een goed week
loon naar huis, voorheen trok
ik van de Sociale Dienst dat
scheelt enorm. Mijn opleiding?
Naaister. Ik ben dus gewend
met machines en patronen om
te gaan. Technisch schetsen
gaat me heel goed af, al wil ik
niet zeggen dat het feilloos is.
Het werk valt me mee. In het
begin had ik wat pijn in mijn
voeten nu gaat het wel."
Voelt ze zichzelf een Kenau?
„Nee, ik ben niet zo potig".
De leergang loopt drie maan
den. Je krijgt individueel on
derwijs gratis! De theorie is
aangepast aan de praktijk. We
kelijks krijgt de cursist een
loondervingsvergoeding en. af
hankelijk van de prestaties, nog
een prestatietoeslag. Reiskosten
en reistijd-vergoeding worden
eveneens uitgekeerd.
De (mannelijke) leerlingen
die uit Zundert, Rijsbergen en
Breda komen, beginnen dus la
ter dan de andere cursisten. De
leerlingen uit Zoutelande en
Maastricht die hier een oplei
ding krijgen komen in aanmer
king voor een kosthuis-vergoe
ding. Tussen half acht en negen
uur druppelen de cursisten bin
nen; er is een prikklok, maar
men is zeer soepel.
De moeder van twee kinderen
die hier in opleiding is, komt
dus ook iets later: mevrouw C.
E. Rootering-Rijnders. De kin
deren halen haar 's avonds af
en dat geeft een bepaalde char
me aan deze mannenwereld.
Die honderdtachtig man flo
ten de eerste dag verrast en
verlegen toen drie vrouwen er
in mini binnenstapten. Desge
vraagd zegt een mede-cursist
nu: „Ik merk weinig van zo'n
vrouwelijke collega, ik ben met
mijn werk bezig." Het is al heel
gewoon twee sexen samen aan
de werkbank bezig te zien.
„Gewoon vinden het ook de
vriendinnen van mejuffrouw S.
van Vlaardingen. Zij draagt de
langste haren en ze beweegt
zich stoer in haar ribfluwelen
pantalon en dito trui.
Wat haar betreft hoefde dat
individuele onderwijs niet ze
werkt liever gewoon met een
groepje mannen, maar ze ziet
wel in dat 't hier nu eenmaal
niet anders kan. Op elk wille-
Dat voor een auto, die op
de openbare weg komt,
motorrijtuigenbelasting
(vroeger wegenbelasting)
moet worden betaald, is al
gemeen bekend. Dat voor
die betaling door het Cen
traal Bureau Motorrijtui
genbelasting (het CBM) te
Apeldoorn vervolgaangif-
tes, meestal in de vorm van
gele stortingskaarten (giro-
aeceptkaarten), worden
toegezonden, is eveneens
bekend. Veel minder be
kend is wat men moet
doen als zo'n gele stortings
kaart 'door het CBM niet of
niet tijdig, dat wil zeggen
niet vóór het begin van het
komende ry-tijdvak, wordt
toegezonden.
Als het inderdaad niet ge
beurt. dan is het vaak tevens
ïo, dat de betreffende auUibe-
xitter-belastingplichtige zich er
niet eens van bewust is dat hij
die stortingskaart niet of niet
tijdig heeft ontvangen.
Meestal heeft hij niet in zijn
hoofd noch in zijn agenda de
datum waarop hij opnieuw de
motorrijtuigenbelasting moet
hebben betaald. Maar wordt
zijn auto na die dlitum „ge
flitst" door de mobiele fotogra
fische controledienst van de
motorrijtuigenbelasting en gaat
er op dat moment ook bij
hemzelf een lichtje branden,
dan is hij in feite op datzelfde
moment al tegen de lamp gelo
pen, al is hij ook nog zo te
goeder trouw. Want het is dan
voor hem te laat om nog de
naheffingsaanslag van het
CBM inclusief de verhoging
wegens niet tijdige betaling (50
procent met een maximum van
500 en een minimum van
25) te ontlopen.
Natuurlijk zal hij tegen die
verhoging als verweer willen
aanvoeren, dat hij de gele
stortingskaart tevens vervolg-
aangifte niet of niet tijdig
heeft ontvnngen. Maar dat
verweer zal hem niet baten,
aldus blijkt uit enige rechter
lijke vonnissen, die in dit ver
band onlangs zijn aangehaald
en besproken in het Weekblad
voor Fiseaal Recht.
Het Gerechtshof te Arnhem
behandelde het geval van
mijnheer A, die van de inspec
teur der motorrijtuigenbelas
ting een naheffingsaant'ag had
ontvangen inclusief een verho
ging wegens niet tijdige beta
ling van deze belasting. Mijn
heer A voerde aan. dat hij
geen vervolgaangifte in de
vorm van de bekende stor
tingskaart van het CBM had
ontvangen en zodoende niet
(tijdig) had kunnen betalen.
Daarbij stelde de heer A, dat
de toezending van deze vervolg
aangifte door het CBM niet
als een vorm van (onverplicht)
dienstbetoon moet worden ge
zien maar als een noodzaak,
zoals iedere leverancier een
factuur dient te zenden-om be
taling te verkrijgen.
De inspecteur stelde en
dat terecht volgens het Ge
rechtshof dat de vergelij
king van de vervolgaangifte
met een factuur niet opging.
Dat er motorrijtuigenbelasting
moet worden betaald, staat im
mers voor het begin van het
rijtijdvak nog niet vast.
Dc verplichting tot betaling
is afhankelijk van het voort
duren van het houderschap
van het motorrijtuig ;n van
het voornemen daarmee op de
openbare weg te rijden. En
■Jat. aldus het Hof, kan alleen
dc belanghebbende, dus de
houder van het motorrijtuig
zelf beoordelen.
Duidelijk blijkt dan ook uit
de uitspraak van het Gerechts
hof, dat de toezending door het
CBM van de vervolgaangifte
(de gele stortingskaart) géén
verplichting is, maar een vorm
van onverplicht dienstbetoon
en dat de belastingplichtige
niet op deze vervolgaangifte
kan blijven wachten.
Hij zal dus zelf goed in de
gaten moeten blijven houdeti
wanneer door hem de motor
rijtuigenbelasting voor het vol
gende rijtijdvak moet zijn be
taald. Desnoods moet hij zich
bij het uitblijven van de vei»
volgaangiftc van het CftM tij
dig wenden tot de Ontvanger
der Accijnzen in zijn woon
plaats, bij wie hij direct de
vervolgaangifte kan doen met
gelijktijdige betaling van de
verschuldigde belasting.
In andere uitspraken maakte
het Gerechtshof te Arnhem
een uitzondering voor gevallen,
waarin de belastingplichtige
officieel was meegedeeld, dat
hij rustig kon wachten met be
taling van de motorrijtuigen
belasting totdat hij de vervolg
aangifte van het CBM zou
hebben ontvangen.
In één van die gevallen ging
het om de houder (een bedrijf)
van vijftien vrachtauto's. Hem
was officieel meegedeeld, dat
hij geen administratie hoefde
bij te houden van de diverse
rijtijdvakken en dus van de
data. waarop de verschuldigde
motorrijtuigenbelasting moest
zijn betaald. Het CBM zou
hem tijdig de betreffende ver-
voljiaangiftes toezenden. Maar
dat gebeurde niet.
Deze belastingplichtige ont
ving toen van de inspecteur
naheffingsaanslagen met daar
in begrepen verhogingen we
gens niet tijdLige betaling. In
dit en dergelijke gevallen oor
deelde het Gerechtshof, dat de
inspecteur had moeten beslui
ten tot volledige kwijtschel
ding van de verhoging en dat
hij, door dit niet te doen, had
gehandeld in strijd met het in
het algemeen rechtsbewustzijn
levend beginsel van behoorlijk
bestuur.
Niettemin is deze uitzonde
ring de (in de rechtspraak be
krachtigde) bevestiging van de
regel, dat de toezending door
het CBM van een vervolgaan
gifte casu quo de gele stor
tingskaart geen verplichting is,
maar service, die de belasting
plichtige niet kan ontslaan van
zijn verplichting erop toe te
zien, dat hij bij het uitblijven
van deze service tooh tijdig de
motorrijtuigenbelasting be
taalt.
■ff- Twee sexen aan de werkbank
keurig tijdstip kan namelijk
een cursus beginnen.
„Ik was vroeger fakturiste. Ik
verdien hier ƒ45,— per week
minder, maar dit werk ligt me
beter, je kunt het zelfs creatief
noemen. Ik vind het interes
sant."
Mejuffrouw Van Vlaardingen
heeft er heel wat voor over om
van Ommoord, waar ze woont,
naar de Waalhaven te komen:
trein, metro en bus. Maar als
fakturiste bij een uitzendbu
reau had ze geen zekerheid van
werk en loon, en de vakoplei
ding trekt haar bijzonder aan:
„het is normaal werk voor
vrouwen", oordeelt ze lakoniek.
Daarmee geeft ze onbewust
het kader een pluim. De oplei
ding voor vrouwen werd name
lijk eerder ter hand genomen,
maar mislukte. Nu zijn de
werkstukken afgestemd op
vrouwenhanden, ze krijgen
bijv. geen zwaar vijlwerk. Als
materiaal wordt overwegend
automatenstaal verwerkt, om
dat de opleiding voornamelijk
is gericht op het leren bedienen
van een verspanend ge
reedschapswerktuig met de ver
eiste nauwkeurigheid.
Ze werken aan kleine draai
banken. Dit is geen belemme
ring. De cursus omvat bank-
werken, boren en theorie,
draaien, schaven, frezen, teke
ning lezen, en vakleer. Alle op
drachten worden tweemaal uit
gevoerd. Het eerste werkstuk
wordt onder leiding, het tweede
zelfstandig gemaakt.
Het is gewenst, dat iedere
vrouwelijke cursist per dag
minstens vijf uur in opleiding
is. Die tijden kunnen gebroken
zijn. Het ideale voor de vrouw
is van negen tot twaalf en van
één tot vier uur. Maar wil ze
er van afwijken, dan is er nog
een mogelijkheid om van acht
tot één uur te werken.
Aanbevolen wordt een stof
jas, maar ze dragen hier ge
woon een overall. Het langhari
ge blondje stopt haar lokken in
een petje na ze met een
elastiekje hijeen te hebben ge
bonden. Armbanden, ringen of
kettingen zijn uiteraard taboe,
want onveil; j. Er is een eigen
damestoilet met wasgelegenheid
en als er meer c"«!s'on komen
(graag! zeggen ze hier) dan
krijgen ze ook een eigen dou
che.
Leeftijdgrenzen zijn er
vrouwen van achttien tot vijfti!
jaar kunnen aan de - vakoplei
ding deelnemen. Welke
genschappen moet
nische vrouw nu hebben?
de voorselectie let op handvaa:
digheid, nauwkeurigheid, inte
ligentie, geheugen, ruimtelijl
inzicht en begripsvermogen.
Metaal- en electrotechniscflT
bedrijven zijn bereid de vroul^
op part tlme-basis op te neme
in het arbeidsproces. Maar hy
moet de moeite waard zijn. trX
alleen van half tien tot
twaalf haar tijd productief v
maken, wordt afgewezen. I
vrouw moet de emancipaüw
waar maken, allereerst thuis
tijd zien uit te kopen bij m^
en kinderen, -de werkzaam!»
den gelijkelijk verdelen en v»
organiseren weten. j i
*001
Voorzieningen voor kinderman
die opgevangen moeten word*
komen langzaam van de gron
Rotterdamse leden van vro
wenverenigingen worden geé
queteerd naar de behoefte a
arbeid buitenshuis en opval r. W
centra. Het Dijkzigtziekenh: ran
krijgt een crèche. De Sticht:
„Tussen twaalf en twee" kcfisch
van de grond. Staatssecret
Grapperhaus stelt enig soelÉit
van de inkomstenbelasting
het vooruitzicht.
Zoals een werkneemster I
Gel
ran d
karakteriserend zei: „Ik
niet langer in een sch<
melstoel op mijn dood te wt
ten en draai weer lekker i
in de maatschappij". Ander
peet: Met vrouwelijke colleg
erbij worden taal en o
gangsvormen wat gekuiste
Gelijke beloning voor man
vrouw, dezelfde faciliteit )et
twee sexen aan de v/erkbs: [at t
en toch rekening houden
de mindere spierkracht van
vrouw en haar aangepast W
leren en aanbieden dat kh >hak«
de Rotterdamse Vakopleid 3 grc
voor elkaar. Iets. waar de do ichrij
Mlna's in Amsterdam nog t' 616)
kunnen fluiten! het
'Woor<
On
«erd