Duiven zijn renpaarden van het luchtruim Een prachtsport voor jong en oud Blik in onze MUSEA Leidenaar Van Alphen: Aan de wedvlieger herken je de liefhebber Sf laanse grens Prima conditie Geldleningen voor Leiden MtEUWE LEIDSE COURANT 3 ZATERDAG 10 JANUARI 1W0 Dit jaargetijde is bij 'uitstek geschikt voor museumbezoek. Het is rustig in onze musea en het perso neel heeft de tijd de bezoekers pp hun wenken te bedienen. Leiden is rijk aan musea. Velen in Leiden en omgeving hebben ze echter nog nooit van binnen gezien. Er gaan iverelden voor u open en de geschie denis komt er tot leven. Deze bescheiden fotoreportage wil een aansporing zijn om u in deze maan den. eens museumwaarts te leiden. Hel wordt beslist geen teleurstel ling Links boven: deze Romeinse dame komt u in oudheden (Rapenburg) te gen. Rechts boven: Volkenkunde (Steenstraat - Stationsweg) herbergt vele godenbeeldjes, zoals dit uit Mexico. Links onder: wie van mi croscopen houdt, kan zijn hart opha len in het museum, voor de geschie denis der natuurwetenschappen (zelfde gebouw als Volkenkunde). In Volkenkunde treft u ook de Ceylo- nese danser aan. De Hortus (bij het universiteitsgebouw aan het Rapen burg) wuift u een welkom toe met de Vredespalm. Natuurlijke Historie (Raamsteeg, alleen rondleiding na afspraak) beschikt onder meer over een collectie hoogst zeldzame vissen. En Geologie (in het voormalige weeshuis aan de Hooglandse Kerk- gracht) gunt u een blik in de fasci nerende wereld van edelstenen en kwartsvariëteiten. Dit is nog maar één flits van wat de musea u te bieden hebben. En dan hebben we nog niet eens een plaatje uit de Lakenhal en het Le germuseum. Wij wilden slechts als richtingwijzer fungeren. Foto's NLC'Dirk Ketting zo'n vlucht zit overigens alles vrij secuur in elkaar." LEIDEN Onheilspellend gegrom kondigt de verschijning aan van een Duitse herder, zo groot als een volwassen ezel. Ik sta voor de deur bij de heer J. van Alphen, een enthousiast dierenliefhebber en een zo mogelijk nog ferventer duivensportman. Reeds tientallen jaren neemt hij deel aan tal van wedvluchtenwaarbij zijn duwen vaak met de hoogste eer gingen strijken. Zo werd hij menigmaal clubkampioen (Leidse Postduiven Club) en in 1966, '67 en '68 werd hij zelfs driemaal achtereen Kampioen Generaal van de Leidse Con- courscommissie, de hoogste eer die een wedvlieger te beurt kan vallen. Het resultaat daarvan is een indrukwekkende reeks van prijsbekers, plaquettes en certificaten, die wegens de hoeveelheid in verschillende kasten staan uitgestald. ,.De duivensport is een besmettelijke ziekte", vertelt de heer Van Al phen. nadat ik met tevredenheid heb geconstateerd, dat de hond zijn vijandig schuim in de bek weer heeft ingeslikt en zijn glan zende herdershuid op de parket vloer heeft uitgestrekt. .,Je wordt ermee geboren. Toen ik vijf jaar was had ik al duiven, maar in 1948 ging ik pas met ze vliegen. Dat leverde meteen al successen op en zo ben ik maar doorgegaan." Hoewel Van Dale in zijn woorden- gids de heer Van Alphen betitel als een ..duivenmelker", is mijn gesprek het daarmee niet helemaal eens. Q.EBRU1K dat woord niet", zo luidt zijn vriendelijke verma ning. ..Dat woord hoor ik niet traag. Duivenmelkers zijn géén liefhebbers van postduiven. Dat zijn mensen, die ..kroppers" hou den. Het zijn eigenlijk duivendie- ven van elkaar. Met speciale vang- kleppen lokken ze eikaars duiven naar zich toe. Zo kan het gebeu ren, dat iemand zijn eigen duif in een winkel voor 'n knaak kan te rugkopen. Het is ook wel eens op vechten uitgelopen. Nee, daar heb ik nooit aan meegedaan. Dat komt vooral in Den Haag veel voor. Maar aan de wedvlieger herken je de duivenliefhebber. Weet u. de duivensport is prachtsport voor jong en oud, voor arm en rijk. Elke echte liefhebber is aangeslo ten bij de Nederlandse Algemene Bond van Postduivenhouders. Neem nou Prins Bcrnhard. die vliegt ook meer met d eBond. E. zo ken ik iemand, die gedeeltelijk in valide is, nou man. die gaat er helemaal in op! Ook logisch, want duiven zijn de renpaarden van het luchtruim. Dat las ik eens ergens, maar dat is waar. Wat die beesten al niet gepresteerd hebben, dat is gewoon geweldig." De heer Van Alphen grist wat dui- venliteratuur uit zijn boekenkast en toont enkele historische pren ten. „Kijk, hier ziet u een duif met een lichtgewicht-fototoestel om zijn nek. Dat beest kwam in de oorlog van het slagveld met unieke foto's thuis. Ook werden ze veel ge bruikt om berichten te versturen, maar dat zal iedereen wel bekend zijn. Kijk, hier ziet u een postduif met een verbrijzeld linker pootje. Daar is op geschoten, toen hij van uit een tankdivisie met een bericht er vandoor ging. Zulk soort dui ven 'zijn allemaal onderscheiden." De duif. het attribuut der onschuld, deemoed. zachtmoedigheid, wijsheid en liefde: de duif. het zinnebeeld van de vrede, betekent voor de wedvliegers vaak nog méér. Het is een doodgewone zaak. dat op duiven, die gelost worden, aanzienlijke bedragen worden ge wed. Van Alphen: „Ja. er wordt altijd op gegokt „Poolen", noemen wij dai. Wij zetten gemiddeld vijf gulden op een duif, maar er zijn ook mensen die zo'n elf-twaalfduizend gulden uit een wedvlucht slepen. Maar van een gemiddelde vlucht kun je wel zeggen, dat er ongeveer achtduizend gulden wordt ver gokt" Terwijl zijn echtgenote thee inschenkt, arriveert zoon Hans, ook al een enthousiast duivenspor-, ter. In de directe omgeving van mijn kopje thee liggen een paar gele ringetjes op tafel. Hans: „Elke postduif krijgt bij zijn geboorte zo'n ring om de rechter poot. Dat gaat er nooit meer af. Die ring is van geplastificeerd alu minium c.i iaat ini nummer op. Da) nummer wordt gere gistreerd bij de Bond. Zodoende kan men nooit fraude plegen. Bij T^E HEER Van Alphen: „Ja, nadat je een duif in de omgeving van je huis hebt afgericht, wordt-ie vóór een vlucht „ingekorfd", d.w.z. hij krijgt een rubber ring om zijn linker poot, waarop een nummer staat. Dat nummer wordt op geschreven en de duif gaat naar de plaats van lossing. Wij beschik ken daarvoor over een hypermo derne container, die op een vrachtwagen is geplaatst. Een chauffeur en verzorger gaan dan naar de plaats van lossing. Dat "is meestal naar het zuiden, tot aan de Spaanse grens toe: verder gaan we niet. Het is meestal ergens in Zuid-Frankrijk. Als de Con courscommissie die commissie- overkoepelt alle duivenverenigin- gen uit Leiden ,en omgeving een wedstrijd organiseert, dan worden er ongeveer 42.000 duiven gelost. Op radiosein worden in .hot ver enigingsgebouw de duivenklokken aangezet. Die klokken werken vreselijk precies. Ze gaan allemaal tegelijk te tikken. En wanneer de eerste duif arriveert, haal je je rubberringetje van zijn pootje en druk je dat in het daarvoor bestemde gaatje in de klok, die dan meteen ophoudt met tikken. De verzegeling wordt later verbro ken en op een rol papier in de klok staat de juiste tijd van aan komst afgedrukt. Die papiertjes worden met elkaar vergeleken en zodoende komt er een winnaar uit de bus. Ik heb eens een duif gehad die 128 km per uur vloog, maar dat was werkelijk een unicum. Dan had-ie zuidenwind achterop de staart en dan gaat dat vlie gensvlug. Maar meestal mag je blij zijn als een duif een gemid delde snelheid van 50 km/u haalt. Wind speelt daarbij een zeer be langrijke rol." Al leven duiven er gezellig op los, de voortplanting geschiedt monog- gaam. Ook dat biedt voordelen. Hans: „Er zijn veel manieren van wedvliegen. Zo zie je 't meest ..nestspel" en „weduwschapspel". Wanneer een duif eieren bebroedt of jongen heeft, dan komt-ie na tuurlijk als de bliksem naar huis. Dat is nestspel. De heer Van Alphen: „Van we duwschapspel is sprake, wanneer vlak vóór het vertrek naar de los plaats het mannetje zijn vrouw tje nog even krijgt te zien. Als het ware smoorverliefd vertrekt-ie, ga uzelf maar na".' Hans voegt eraan toe: „Je kunt het ook andersom doen, het vrouwtje nog even bij het mannetje bren gen, maar dat is riskant. Het vrouwtje wil namelijk nog wel met een ander mannetje in zee gaan." Van Alphen: „Kijk. daar kweek .ie conditie mee op. Het vrouwtje zit dan thuis te wachten en het man netje komt op volle toeren naar huis vliegen." w EDVLIEGER Van Alphen houdt zijn duiven in prima conditie. Dat bleek duidelijk, toen hij niij uitnodigde om een kijkje in zijn hokken te nemen. Met zijn tachti gen zitten ze daar, krachtig, maar ook weer niet plomp ge bouwd. met metaalglanzende halsveren. Werkelijk iets impone- rends voor een vogclleek. Bedaard zitten ze op stok. energie opfok kend voor de komende vlieguren. In de keuken staat een hok met een mooie dikke duivin erin. „Die heeft zijn langste tijd gehad", ver klaart mijn gids. „Maar ik Iaat ze op een vredige manier aan hun eind komen. Dan worden ze begra ven. niet opgegeten." Mevrouw Van Alphen bevestigt dat nog eens: „We hadden nog eens een haan maar zelfs die heb ben we niet opgegeten. Dat zouden we hier geen van allen kunnen". Met die woorden neem ik afscheid. Hel bordje naast de huisdeur (Hoge Morsweg) wijst erop. dat de heer Van Alphen. naast zijn hob by. in verzekeringen doet. Gebra den duiven vliegen immers nie mand zomaar in de mond. LEIDEN De N.V. Bank voor Ned. Gemeenten heeft Leiden een geldlening van tien miljoen aange boden. welk bedrag wordt bestemd voor consolidatie van vlottende schuld. De stichting Elisabeth-Gasthuishof kreeg een lening van ruim f 1,7 mil joen van de Postchèciue- en Giro dienst. Het geld is nodig voor res tauratie en verbouwing van het ge lijknamige hof en het Hof van Zes sen, waarvan de netto kosten op f2,65 miljoen waren geraamd. B. en w. stellen de raad voor een garantie te verlenen voor betaling van rente en aflossing.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 3