Met Gert in de Kuip
EEN NIEUW BEGIN
VOOR ADAMO ALS
VADER IS WEL
WAT VERANDERD
Jeugd vraagt sterke normei
GEEN WOORDEN MAAR DADFN
dialoog
Zweden mogen geen fles weggooien
MEVROUW VAN BEUNINGEN:
door
ZATERDAG 10 JANUARI 1970
De zanger en zangeres van het levenslied, of zoals
u wilt de smartlap, Gert en Hermien Timmerman zullen
komend voorjaar optreden in het Rotterdamse Feijenoord
stadion. Het zingende echtpaar zal dan voor de tweede
maal een krachttoer in de Nederlandse amusements
wereld uithalen. Met succes traden zij vorig jaar zomer
in het Olympisch Stadion te Amsterdam op. Daar waren
35.000 toeschouwers getuige van een spektakel dat
helemaal niets met voetballen te maken had.
Gert en Hermien Timmerman zijn
het nieuwe jaar ingegaan met een
opmerkelijke verandering in hun
prlvéleven. Zij gaan beiden hun
zaeloptredens in het land drastisch
beperken. De Gert en Hermien
Show geproduceerd door mana
ger Ben Essmg zal voortaan
niet vier maal per week maar voor
de helft ergens in Nederland tèn
tonele worden gebracht. Het popu
laire zingende echtpaar wil met dit
voornemen een betere basis voor
de toekomst gaan leggen.
„Die toekomst is in één opzicht
bijzonder verheugend te noemen,"
vertelt de 34-jarige zanger en
musicus van het omstreden le
venslied deze week in zijn land-
huls aan de Haaksbergerweg tus
sen Enschede en Usselo.
„Hermien verwacht in juli ons
derde kind. In april stopt zij om
deze reden tijdelijk met het optre
den. Dan ga ik alleen het land in
met mijn show."
„Daarnaast komt er echter nog
Iets anders om de hoek kijken.
Nederland is een klein land, dat
moet je als artiest niet vergeten.
Wij hebben met de Gert en Her
mien Show heel dit land doorkruist
de afgelopen drie jaar en zijn wel
licht in elke denkbare schouwburg
geweest. Deze week voor het
eerst treden wij op vrijdag en za
terdag alleen nog op in de
grootste schouwburgen die wij hier
hebben."
Kleine zalen, waar maar enkele
honderden mensen in kunnen, zijn
voor Gert en Hermien Timmerman
niet meer interessant. De tijd die
nu vrijkomt, wordt goed besteed.
„De overige vier dagen van de
week." zo stelt de zoon van een
ex-spoorwegbeambte zich voor.
„werk ik in mijn eigen studio, die
hier achter het huis is gebouwd."
„Ik moet toch ergens voor een
toekomst gaan zorgen. Gelukkig is
er een fijn team. zodat wij volop
jonge talenten zullen kunnen pous
seren. We gaan het materiaal voor
de grammofoonplaat leveren. Nee,
we zullen niet persen."
De zanger van het levenslied
weet dat zijn populariteit bij een
groot deel van de bevolking niet
zo gauw zal gaan dalen. Deze
rasartiest, die acht instrumenten
bespeelt, legde op een zeer jeug
dige leeftijd al een grote belang
stelling voor muziek aan de dag.
Hij mocht van zijn ouders muziek
lessen nemen en ging later stude
ren aan de Stedelijke Mu
ziekschool in ZwoHe.
Dienstplichtig soldaat was Gert
Timmerman bij de Koninklijke Mili
taire Kapel. Tot groot verdriet van
zijn vader en moeder „tekende"
hij niet en richtte een eigen or
kestje op: The Musical Stars.
Op een goede dag zo blijkt
nu eenmaal later vertrok de
pianist die ook het vocale gedeelte
voor zijn rekening nam. Gert Tim
merman zat zonder zanger. Hij
ging zijn stembanden als het zo
veelste instrument bespelen. Zi|n
eerste plaat „Blume von Tahiti"
wordt nog steeds verkocht.
De man die meer dan drie mil
joen grammofoonplaten over de
toonbank liet gaan, zegt: „Het
resultaat is nu dat je in een glazen
huisje leeft, evenals de leden van
ons vorstenhuis. Ik heb daarover
eens een kwartier met prinses
Margriet gesproken."
„In alle eenvoud vertelde ze
toen ook dat zij in één van haar
kamers een transistorradio had
staan, waar zij Radio Veronica
ontving en ook trouw daar naar
luisterde. Bij die gelegenheid liet
prinses Margriet weten dat zij „Ik
heb eerbied voor jouw grijze ha
ren" beslist niet mooi vond. terwijl
daarentegen voor haar „Nimm die
weisse Gitarre" het einde beteken
de."
Gert Timmerman stelt aan zijn
jaarlijks aangepaste show niet veel
eisen. „Het is echter wel belang-
rijk dat de artiest die ook in het
programma staat dat wisselt elk
jaar zich volkomen aanpast aan
de mentaliteit van dit programma.
Ze kunnen zich artistiek niet veel'
veroorloven. De mensen komen
tenslotte voor Gert en Hermien."
„Wij zijn wel de spil van het
programma, maar zullen met z'n
tweeën geen twee en een half uur
achter eikaar op het toneel kunnen
staan. De mensen al die tijd boei
en met een liedje valt reuze tegen.
Ik zou in elk geval zo'n lange tijd
niet naar een bepaalde artiest
behalve Toon Hermans kunnen
luisteren."
Opvallend is het dat het zingen
de echtpaar na elke voorstelling
het landhuis opzoekt. „Hermien en
ik hebben deze voorwaarde
gesteld in het belang van onze
kinderen Sandra (5) en Gert (4).
Wij willen zoveel mogelijk probe
ren bij hen te zijn. Daarom gaan
we altijd naar huis. waér we in het
land ook zijn. WIJ houden niet van
hotels."
Gert en Hermien Timmerman
hebben een breed publiek. Een pu
bliek dat hen belden adoreert,
maar er is ook een publiek dat het
zingende echtpaar in het geheel
niet kan uitstaan. Verafschuwt en
met laster bekladt. Gert weet daar
van en stoort zich er niet aan.
Over eigen televisieshows voor
de AVRO zegt hij openhartig: „Die
shows waren waardeloos. De
mensen kregen elke keer als wij
op het scherm waren het idee dat
wij de hele dag bij elkaar op
schoot zitten en elkaar lief aankij
ken. Dat is een onjuiste voorstel
ling van zaken. Daarom moeten wij
af van die twee koppetjes op het
scherm. Er bestaan plannen, maar
die zijn nog .niet uitgewerkt."
Gert Timmerman zanger,
musicus, tekstschrijver en sinds
kort platenproducer wil overi
gens best kwijt hoe hij over zijn
vrouw, met wie hij in 1963 in Har-
denberg in het huwelijksbootje
stapte, denkt. „Zonder Hermien
was er misschien niet veel van mij
terecht gekomen. Ik ben een le
venslustige jongen die lange tijd
vrijgezel is geweest. Als artiest is
er genoeg keus onder de meisjes.
Je moet sterk in je schoenen
staan.
„In het leven heb ik echter nog
maar één grote angst. Ik rijd in
mijn auto een Chevrolet Bei-Air
van f 22.000,- die één op zes rijdt
2500 kilometer per week. Het
kan mij net zo goed gebeuren dat
een kind met een step de straat
op komt en onder mijn auto
raakt."
„Of dat een bejaarde man en
vrouw wat onvoorzichtig overste
ken en ik hen niet meer kan ont
wijken. Dat is de grootste angst
die ik heb als ik achter het stuur
van m'n auto zit...."
,,Een nieuw begin? We beginnen steeds op
nieuw want evenzovele malen raken we in het
slop," constateert de heer F. L. Stolk te Rot
terdam. Dat komt omdat wij niet wezenlijk
veranderen. In kerst- en nieuwjaartijd heeft
het er soms de schijn van. Auf Fliigeln des
Gesanges drijven we nog even weg met tijd
loze muziek naar onbekende verten. De één li
jegens de ander met de beste gevoelens be.
zield. Maar plotseling slaat alles als een plum*
pudding in elkaar. Dan staan we weer oog in
oog met de harde werkelijkheden van het
„Zij staan vaak diametraal te
genover onze fantasiebeelden
en wensdromen. Zo kunnen we
ons inspannen, in onze beste
momenten, om alle christenen
in één grote wereldkerk samen
te persen. Nog hoor ik een pre
dikant bidden of de Here God
de christenen maar naar elkaar
toe wil ranselen. Alsof hij zeg
gen wilde: Nu moet het maar
„Ik heb een grote verlanglijst
voor een nieuw begin", schrijft
de heer H. G. Reedijk te 's Gra
vendeel. „We spreken in 1970
niet meer „We gaan door tot er
een dochter komt", maar zeg
gen: „We hopen dat God ons
nog eens een dochter toever
trouwt." We schaffen het zie
kenfondsspreekuur af en vra
gen de huisarts om behandeling
dijk in Voorburg wil als eerste
daad in het nieuwe jaar de re
dactie en de hele staf een geze
gend 1970 toewensen en dat zij
in 1970 nét zoveel corresponde
ren mag als in 1969. Zij hoopt
dat ze de fouten van 1969 niet
weer in 1970 zal doen: fijn, dat
er „een nieuw begin" is! Wat
hebben we veel geschreven in
dialoog, ook veel geleerd. Ik
eens gebeuren, coüte que coüte.
Opnieuw beginnen. Direkt"
„Hoe zullen wij ooit één zijn
als wij het nooit ééns zijn
Hoe kan er vrede op aarde en
in de ziel zijn als kinderen het
niet met hun ouders kunnen
vinden en omgekeerd? Als er al
zoveel wanbegrip is tussen ge
zinsleden?"
„Daar ligt de kern van de
maatschappij. Al die verwoede
pogingen om beter te beginnen
mislukken omdat wij leven in
een gebroken bestaan. Ik lees
in Jesaja over mensen die wo
nen „in het dal van de schaduw
des doods". Dat zijn wij, sedert
de zondeval in 't paradijs."
„De eerste hoofdstukken van
Genesis worden door sommige
geleerden, voor fabelachtig ge
houden, Maar vers 24 van
hoofdst. 3 laat ons een ver
schrikkelijke werkelijkheid
zien, die iedereen aan den lijve
ondervindt: God joeg de mens
weg. Een engel met een vlam
mend zwaard bewaakt ook nu
nog de tuin van Eden. Om écht
opnieuw te beginnen zou God
die engel moeten terugroepen."
„Er is maar één uitweg, van
die tollenaar achterin de kerk.
Hij stootte een klacht uit van
zes woorden „O God wees mij
zondaar genadig" als wij zo
ver zijn dan zijn wij aan dat
nieuwe begin. Want deze ging
gerechtvaardigd naar huis. Wie
zo mag beginnen kan niet al
leen het leven aan, hij kan ook
sterven. Betere dingen kunnen
wij elkaar niet toewensen"*
op afspraak, dan kan de arts vol
doende aandacht aan werkelijk
zieken besteden. Ook bij de spe
cialist vragen wij hetzelfde. In
alle christelijke ziekenhuizen
schaffen we de klassen af. Ook
de bezoekuren maken we voor
alle klassen gelijk."
„We geven onze ouders een
ereplaatsje bij de kachel en
stoppen ze niet onnodig in een
bejaardentehuis. Bij het betrek
ken van een huis, houden wij
er altijd rekenig mee dat vader
en moeder altijd een plaatsje
bij ons kunnen vinden. Dit zijn
we zonder meer aan hen ver
plicht."
„We spreken niet meer over
geboortenregeling maar over ge-
boortenbeperking" wij hebben
niets te regelen, want God
heeft het eerste en laatste
woord. Wij kunnen nog geen
gras laten groeien! We probe
ren in 1970 niet van twee wal
letjes te eten. We volgen Jezus
of we volgen Hem niet", al
dus de wenslijst van deze lezer.
Mevrouw D. van de Nieuwen-
hoop van harte dat we zo no|
lang zullen doorgaan!" (Alstu-
blief, dankuwel, mevrouw N.)
Een lezeres uit Barendrecht
deed het pijn, dat het nieuw
jaar begon zonder kerkdienst.
Er zullen wel mensen zijn die
dan naar een andere plaats wil
len als ze kunnen. „Dat is toch
ook al weer een knak in ons
nieuw begin."
„Het kan ons angstig maken
zoveel nieuws tegelijk", meent
mejuffrouw G. Dood te Haar
lem. Angstig om veel negatiefs
dat meegaat uit het oude jaar,
Enorm te weten: God gaat mee,
Naast de decadentie is er ook
het feest van de komende Heer.
Negatief en positief gaan in ge
lijke tred. Persoonlijk verwacht
ik heel veel van 1970. Zoals de
planologen bezig zijn stadsker
nen te ontruimen, zo beleef ik
veel op kerkelijk gebied."
„Gods planologie gaat verder
dan kerkverkondiging. Er zijn
nog schapen die niet van deze
stal zijn waar de Heer ook ge
komen is. Predikanten zullen
hun roeping moeten beleven
het uitgaan in heggen en ste
gen, geholpen door mondige le
den die er zelf diep onder door
zijn gegaan. Die zichzelf herken
nen in de psalmen van David
en Asaf. Ze kunnen niet anders
dan zwakkeren op hun schou
ders nemen en hen tonen dai
de Heer hen niet laat omkomet
genade moet concreet be
leefd worden."
Juist een jaar geleden hij
was toen net 26 geworden
trouwde Salvatore Adamo plot
seling met de volslagen on
bekende Nicole Durant. Ta1-
loze fans keken verbaasd op
hoe kwam de droomheld van
vele mooie meisjes aan deze
niet eens knappe, Belgische
blondine
Adamo zweeg. Direct na zijn
huwelijk ging hij op Ameri
kaans toernee: dat was al an
derhal/ jaar van tevoren vastge
legd. Toen vijf maanden later
zoon Anthony werd geboren,
meenden de meeste Adamover-
eerders er alles van te begrij
pen... en Nicole werd als onbete
kenende bijkomstigheid in het
leven van de hartveroverende
zanger afgeschreven.
Maar 't is alles wèl heel an
ders gegaan. Adamo had al tien
jaar lang zijn hart verpand aan
Nicole Durant, zijn buurmeisje
in België, hij noemde haar al
tijd „Mevrouw Adamo" en zij
was jarenlang zijn secretaresse,
die met toewijding duizenden
brieven aan hopeloos-verliefde
meisjes opstelde.
Zestien jaar was Adamo, toen
hij al zong en dichtte en compo
neerde, hoewel niemand in
ernst naar hem wilde luisteren.
In die tijd gaf hij dertienjarige
Nicole de eerste zoen en be
loofde, met haai te zullen trou
wen „als zij groot zou zijn".
Hij moest als oudste zoon
van een heel arm Siciliaans ge
zin dat het in den vreemde
poogde te rooien, meeverdienen
voor zijn broer en vijf zusjes.
Zijn hart haakte naar het trou-
bodourschap, maar de weg was
lang en hard.
Totdat Willem Duys hem met
zijn hele familie, de legendari
sche schattige kleine zusjes in
cluis, in de Vuist liet optreden.
Plotseling was Adamo een per
soonlijkheid. Zijn roem schoot
over de grenzen en nestelde
zich vooral in Frankrijk, waar
hij weldra zanger nummer één
werd.
Adamo werkte hard. Avond
aan avond trad hij op, zijn pla
ten vlogen de deur uit... het
geld begon te stromen. Het eer
ste wat hij deed, was een groot,
goed huis kopen voor het gezin.
De familie leefde op. Het was
uit met het krampachtige geld-
verdienen waaraan iedereen
wel moest meedoen: oudste
broer Salvatore zorgde voor al
les. De kinderen kregen goede
kleding en konden betere scho
len bezoeken, vader Adamo kon
iets kalmer aan doen.
Groot en bijna onoverkome
lijk was de slag voor het gezin,
toen in 1966 vader verdronk bij
het redden van een kind. Maar
Salvatore nam zonder morren
zijn plaats in, verdiende niet
alleen het geld. maar steunde
moeder in de opvoeding van de
kleinen.
Nu zijn Adamo's zusjes al he
le jongedames geworden, maar
zij hebben nog dezelfde pittige
snoetjes. Nicole is en was al
lang dochter des huizes mee.
Moeder Concetta heeft haar ja
ren geleden in het hart gesloten
en het spijt haar alleen maar,
dat zoon en schoondochter met
hun kwieke baby helemaal in
Frankrijk wonen.
Adamo zelf maakt er geen
geheim van en ook Nicole weet
het best: zijn vrouw is niet de
enige, die hij wel 'eens heeft
gekust. „Maar ach, wat had dat
te betekenen? De meisjes hin
gen me altijd om mijn hals. Als
ik ergens optreed, staan ze met
horden buiten op me te wach
ten. Welke man laat dat on be
roerd?"
„Ik weet zeker, dat ik de eni
ge ben voor Adamo", zegt Ni
cole, „als dat niet zo zou zijn,
zouden we gaan scheiden. Ik
weet wel dat hij af en toe erg
dol was op een of ander meisje,
maar ik had geduld genoeg om
te wachten, ik was er zeker
van, dat hij bij mij terug zou
komen".
Nu zoon Anthony er is ge
noemd naar Adamo's vader is
er voor Adamo ten opzichte van
zijn vrouwelijke fans veel ver
anderd. De zoon is zijn grote
trots, en: „Al die verering is
heel fijn", verklaart hij, „maar
ik heb een vrouw nodig voor
wie ik alleen maar Salvatore
ben. Die mij en mijn ambities
kent en mijn hele leven oprecht
deelt. Dat is Nicole voor me,
ook al kan ze nog altijd niet
goed koken. Ik zelf kook veel
beter..."
Adamo en Nicole zijn geluk
kig. Na zoveel jaren zijn secre
taresse geweest te zijn. weet Ni--
cole voldoende af van het ruste
loze artiestenleven en alle ri
sico's vandien. Ze wil graag een
groot gezin hebben en Salvato
re zelf zegt lachend: „Mijn va
der hoopte op twee kinderen en
het werden er zeven... dus wie'
weet!"
De weggooifles heeft
in kofte tijd de weeterse
wereld veroverd. Inder
daad een praktische op
lossing: niet langer hoeft
men lege flessen te be
waren en terug te geven
aan de wijnhandelaar of
slijter, die u dan weer
het statiegeld terugbe
taalt, de flessen weer
moet reinigen om ze dan
opnieuw in circulatie te
brengen. Weg met ai die
rompslomp!
Maar in vele landen
heeft deze logische op
lossing van een veel tijd
en werk eisende werk
wijze riieuwe problemen
gerchapen: wat te doen
met de weggeworpen
flessen? In de Verenigde
Staten is reeds enige
tijd overleg qaande tus
sen verschillende bij het
vraagstuk betrokken or
ganisaties. omdat de
flessen in zo'n groot
aantal worden wegge
worpen. dat de reini
gingsdiensten voor de
qrootste problemen wor
den gesteld.
In Zweden heeft men
het vraagstuk radikaal
aangepakt. Daar is het
gebruik van wegwerp-
„Nu ik dit schrijf, ben ik overgrootmoeder van 21 achter
kleinkinderen. Als ik aan deze kleine kinderen en alle kinderen
van de wereld denk, dan bloedt mijn hart: dat we hen in dit
soort wereld moeten laten opgroeien. Ik en mijn eigen generatie
hebben de huidige verwarring veroorzaakt. We zijn veelal slap
geweest tegenover onszelf en onze kinderen. We hebben hun
niet geleerd „nee" tegen zichzelf te zeggen. Mijn aandeel hier
in spijt mij zeer. Het enige wat ik eraan heb kunnen doen is
God om vergeving vragen, zelf te veranderen en te besluiten
mee te werken aan de genezing".
Dit zegt de bijna negentigjarige mevrouw Charlotte E. van Beu-
ningen-Fentener van Vlissingen na het overzien van haar lange
rijke en avontuurlijke leven. Een leven dat een avontuur met God
werd en waarvan ze blijmoedig en ootmoedig getujgt in herinnerin
gen die oorspronkelijk voor haar nakroost bestemd waren, doch nu
gebundeld zijn. Het boek op zich is reeds merkwaardig: het
verscheen eerst in de Engelse taal in India!
Charlotte's jeugd speelde zich af in de grote zakenwereld. „Mijn
ouders gingen bijna nooit naar de kerk maar ze hadden een groot,
geloof. Zij behoren tot de beste christenen die ik in mijn leven heb
gekend". Charlotte is even oud als Wilhelmina van Oranje. „Ik
herinner mij nog heel goed dat zij een heel grot-» hoed op had en
meestal jurkjes vol stroken droeg en heel lang loshangend haar had
met een grote strik erin. Soms was ze aan het hoepelen, dan weer
was ze aan het ponyrijden. Mij moeder en ik stonden dan stil langs
de weg en maakten een diepe buiging".
Op twintigjarige leeftijd huwt ze Willem van Beuningen. „Wij
waren ervan doordrongen dat wij niet alleen voor onszelf en onze
familie maar ook voor andere mensen moesten zorgen". Het echt
paar deed veel voor Wijk C in Utrecht: Zij zorgden voor een park
met speeltuin, een soort huishoudschool voor meisjes, lessen in
naaien en verstellen voor gehuwde vrouwen; lieten arme kinderen
studeren; zorgden voor kerstvieringen in ziekenhuizen; .verbeterden
de toestanden in het Armenhuis (op 1 november ging de kachel pas
aan en op 1 maart ging hij weer uit, of het koud was of niet).
„De eerste keer gaven we hen allen een makkelijke stoel, het
volgende kerstfeest een tinnen stoof zodat ze tenminste .hun voeten
konden warm houden als het koud was". Veel sociaal werk kwam
in de jaren voor en in Wereldoorlog 1 tot stand door particulier
initiatief.
Charlotte bleek geweldig vindingrijk; als Belgische vluchtelingen
dienste van de Expogé. Na de oorlog begint haar strijd vbor Morel
Herbewapening eerst goed.
In 1947 trekt ze opnieuw naar Amerika. Dit land had een ideolo
gie nodig. „Een democratie zonder ideologie, zonder mensen die
hun dagelijks leven met hart en ziel hun geloof en idealen ré
praktijk brengen, is niet opgewassen tegen de vastberaden opmar!
van andere ideologiën."
In 1949 organiseert mevrouw Van Beuningen een welkomstcomitè
in Wassenaar waar ze dan woont voor de echtgenotes vai
de Indonesische delegatie naar de Ronde Tafel Conferentie (de Ne
derlandse regering had zelfs geen plannen in die richting).
Morele Herbewapening poogde vrede te brengen waar haat- e
wraakgevoelens gekoesterd werden. In West-Europa, in Duitsland
bij de Mau Mau in Afrika waar Jomo Kenyatta bekeerd werd to
Morele Herbewapening, naar Zuid-Afrika waar blank en zwart
tafel verenigd, werden, naar India, Japan, Taiwan, Thailand.
Charlotte wil voor de „volgende generatie een nieuwe wereli
bouwen". Tot dat doel stond ze haar huis aan de Berkenlaan ré
Jeanne de Vlieger
flessen eenvoudig verbo
den. De regering heeft
na een onderzoek vast
gesteld, dat de bespa
ring. die optreedt door
het gebruik van weg-
werpflessen, beneden de
kosten blijft van het op
ruimen van deze flessen
door de reinigingsdienst.
Nu zijn de Zweden dus
net zo ver als enige tijd
geleden!
met Pasen met een oude hoofddoek naar dekerk moeten, terwijl
Nederlandse collega's met nieuwe hoedjes mochten pronken, trekt
zij naar een grossier in Amsterdam en haalt er linten, veertjes,
bloemen, en allemaal vormpjes van hoeden. „In minder dan geen
tijd hadden ze zulke beeldige hoedjes dat de bordjes verhangen
waren".
Het echtpaar verhuist naar Vught en doet aan streekverbetering:
oude boerderijen worden met de grond gelijk gemaakt, een model
boerderij ontworpen, betere stallen en gebouwen neergezet, werke
loosheid bestreden, voor de zieken gezorgd. „Ik geloof dat ik do
enige protestant ben in Nederland, die vice-voorzitster van een
afdeling van het Wit-Gele Kruis is geweest".
Ondanks de materiële verbeteringen werden de mensen niet echt
gelukkig. Charlotte piekerde daarover: „hoewel wij ons geld, onze
energie en ons hart hadden gegeven om de mensen gelukkiger te
maken, hadden wij hen toch niet echt kunnen helpen". Dan komt
zij in contact met de Oxfordbeweging die tracht te leven volgens
vier absolute maatstaven: eerlijkheid, reinheid, onzelfzuchtigheid
en liefde. Zij beginnen de dag met naar God te luisteren en de
gedachten die zij dan krijgen op te schrijven. Als de mens luistert,
spreekt God. Als de mens gehoorzaamt, gebeuren er wonderen.
Vanaf dat ogenblik richten zü en haar man hun leven zo in, en er
gebeuren wonderen! Ze schudt op een tournee door de Verenigde
Staten de Amerikaanse vrouwen wakker en waarschuwt hen voor
de kwade krachten die Europa dreigen te teisteren. Zonder visum,
zonder uitreismogelijkheid, en toch. Ze haalt de laatste trein die
ons land binnenrijdt voor 10 mei 1940.
In Vught weet ze kampcommandanten te vermurwen, haar red
dend werk voor de gijzelaars in het kamp te beginnen en door te
zetten. Ge'nspireerd door Frank Buchman en de wetenschap dat
„de gewone man buitengewone dingen kan doen als h(j in contact is
met zijn God" redt zij op een praktische en heldhaftige manier vele
levens. Daarvoor werd zij onderscheiden met het Kruis van Ver-
Wassenaar af aan de Stichting voor Morele Herbewapenin{
„Steeds kwam die gedachte terug zodat ik begreep dat dit Gods tv
moest zijn. Hierop heb ik besloten deze stap, die mij heel ws
kostte, te nemen".
Zij heeft er slechts twee kamers tot haar beschikking. Ze ervaai
er ook de zegen-van: mijnwerkers uit Duitsland en havenarbeider
uit Engeland waren diep getroffen dat een dergelijk huis ni£
gebruikt werd voor het gemak van één oude dame, maar dat M
dienst deed om aan tallozen, van hoog tot laag, een ommekeer
hun hart en een groter levensdoel te geven".
Ze ontdekte in Kongo dat de vrouwen helemaal niet zo bl
waren met hun onafhankelijkheid en vertelde hen dat „wij thuis d
sersten moesten zijn om te veranderen".
Op 38-jarige leeftijd reist Charlotte van Beuningen nog naa
India: in Bombay opent ze het nieuwe centrum van Morele Herbe
wapening. Daarna bezocht ze in 1969 Indonesië en legde er waarde
volle contacten. „We kregen het gevoel dat de eeuwenoude bande
tussen Indonesië en Nederland nog steeds sterk zijn en dat
kunnen worden gebruikt om eenheid te brengen in de wereld".
Met scherpe blik stelt zij de diagnose voor onze zieke wereld
,,Nu technisch bijna alles mogelijk is en de jeugd juist meer da-
ooit behoefte heeft aan onuitwisbare normen, laat de maatschap?
hen in de steek door te doen alsof alles door de beugel kan. Ee-
houding die voortkomt uit onverschilligheid en uit het feit dat
oudere generatie zich schuldig voelt. Ik geloof dat de jongere c
alweer meer gaat beseffen. En terecht, want mensenkinderen
supersonische vliegtuigen of raketten naar de maan moeten bests
ren, hebben een veel sterker normbesef nodig dan hun voorvader
die aan het roer van een trekschuit stonden".
Dit boeiende boek van een jeugdige bejaarde is een inspirerend
levensbeschrijving, ook een portret van de twintigste eeuw. ft
kwam uit in de Carillon-Speciaalreeks, uitgave Ten Have NT
Amsterdam, 231 blz. 6,90.