Met Gert in de Kuip EEN NIEUW BEGIN VOOR ADAMO ALS VADER IS WEL WAT VERANDERD Jeugd vraagt sterke normei GEEN WOORDEN MAAR DADFN dialoog Zweden mogen geen fles weggooien MEVROUW VAN BEUNINGEN: door ZATERDAG 10 JANUARI 1970 De zanger en zangeres van het levenslied, of zoals u wilt de smartlap, Gert en Hermien Timmerman zullen komend voorjaar optreden in het Rotterdamse Feijenoord stadion. Het zingende echtpaar zal dan voor de tweede maal een krachttoer in de Nederlandse amusements wereld uithalen. Met succes traden zij vorig jaar zomer in het Olympisch Stadion te Amsterdam op. Daar waren 35.000 toeschouwers getuige van een spektakel dat helemaal niets met voetballen te maken had. Gert en Hermien Timmerman zijn het nieuwe jaar ingegaan met een opmerkelijke verandering in hun prlvéleven. Zij gaan beiden hun zaeloptredens in het land drastisch beperken. De Gert en Hermien Show geproduceerd door mana ger Ben Essmg zal voortaan niet vier maal per week maar voor de helft ergens in Nederland tèn tonele worden gebracht. Het popu laire zingende echtpaar wil met dit voornemen een betere basis voor de toekomst gaan leggen. „Die toekomst is in één opzicht bijzonder verheugend te noemen," vertelt de 34-jarige zanger en musicus van het omstreden le venslied deze week in zijn land- huls aan de Haaksbergerweg tus sen Enschede en Usselo. „Hermien verwacht in juli ons derde kind. In april stopt zij om deze reden tijdelijk met het optre den. Dan ga ik alleen het land in met mijn show." „Daarnaast komt er echter nog Iets anders om de hoek kijken. Nederland is een klein land, dat moet je als artiest niet vergeten. Wij hebben met de Gert en Her mien Show heel dit land doorkruist de afgelopen drie jaar en zijn wel licht in elke denkbare schouwburg geweest. Deze week voor het eerst treden wij op vrijdag en za terdag alleen nog op in de grootste schouwburgen die wij hier hebben." Kleine zalen, waar maar enkele honderden mensen in kunnen, zijn voor Gert en Hermien Timmerman niet meer interessant. De tijd die nu vrijkomt, wordt goed besteed. „De overige vier dagen van de week." zo stelt de zoon van een ex-spoorwegbeambte zich voor. „werk ik in mijn eigen studio, die hier achter het huis is gebouwd." „Ik moet toch ergens voor een toekomst gaan zorgen. Gelukkig is er een fijn team. zodat wij volop jonge talenten zullen kunnen pous seren. We gaan het materiaal voor de grammofoonplaat leveren. Nee, we zullen niet persen." De zanger van het levenslied weet dat zijn populariteit bij een groot deel van de bevolking niet zo gauw zal gaan dalen. Deze rasartiest, die acht instrumenten bespeelt, legde op een zeer jeug dige leeftijd al een grote belang stelling voor muziek aan de dag. Hij mocht van zijn ouders muziek lessen nemen en ging later stude ren aan de Stedelijke Mu ziekschool in ZwoHe. Dienstplichtig soldaat was Gert Timmerman bij de Koninklijke Mili taire Kapel. Tot groot verdriet van zijn vader en moeder „tekende" hij niet en richtte een eigen or kestje op: The Musical Stars. Op een goede dag zo blijkt nu eenmaal later vertrok de pianist die ook het vocale gedeelte voor zijn rekening nam. Gert Tim merman zat zonder zanger. Hij ging zijn stembanden als het zo veelste instrument bespelen. Zi|n eerste plaat „Blume von Tahiti" wordt nog steeds verkocht. De man die meer dan drie mil joen grammofoonplaten over de toonbank liet gaan, zegt: „Het resultaat is nu dat je in een glazen huisje leeft, evenals de leden van ons vorstenhuis. Ik heb daarover eens een kwartier met prinses Margriet gesproken." „In alle eenvoud vertelde ze toen ook dat zij in één van haar kamers een transistorradio had staan, waar zij Radio Veronica ontving en ook trouw daar naar luisterde. Bij die gelegenheid liet prinses Margriet weten dat zij „Ik heb eerbied voor jouw grijze ha ren" beslist niet mooi vond. terwijl daarentegen voor haar „Nimm die weisse Gitarre" het einde beteken de." Gert Timmerman stelt aan zijn jaarlijks aangepaste show niet veel eisen. „Het is echter wel belang- rijk dat de artiest die ook in het programma staat dat wisselt elk jaar zich volkomen aanpast aan de mentaliteit van dit programma. Ze kunnen zich artistiek niet veel' veroorloven. De mensen komen tenslotte voor Gert en Hermien." „Wij zijn wel de spil van het programma, maar zullen met z'n tweeën geen twee en een half uur achter eikaar op het toneel kunnen staan. De mensen al die tijd boei en met een liedje valt reuze tegen. Ik zou in elk geval zo'n lange tijd niet naar een bepaalde artiest behalve Toon Hermans kunnen luisteren." Opvallend is het dat het zingen de echtpaar na elke voorstelling het landhuis opzoekt. „Hermien en ik hebben deze voorwaarde gesteld in het belang van onze kinderen Sandra (5) en Gert (4). Wij willen zoveel mogelijk probe ren bij hen te zijn. Daarom gaan we altijd naar huis. waér we in het land ook zijn. WIJ houden niet van hotels." Gert en Hermien Timmerman hebben een breed publiek. Een pu bliek dat hen belden adoreert, maar er is ook een publiek dat het zingende echtpaar in het geheel niet kan uitstaan. Verafschuwt en met laster bekladt. Gert weet daar van en stoort zich er niet aan. Over eigen televisieshows voor de AVRO zegt hij openhartig: „Die shows waren waardeloos. De mensen kregen elke keer als wij op het scherm waren het idee dat wij de hele dag bij elkaar op schoot zitten en elkaar lief aankij ken. Dat is een onjuiste voorstel ling van zaken. Daarom moeten wij af van die twee koppetjes op het scherm. Er bestaan plannen, maar die zijn nog .niet uitgewerkt." Gert Timmerman zanger, musicus, tekstschrijver en sinds kort platenproducer wil overi gens best kwijt hoe hij over zijn vrouw, met wie hij in 1963 in Har- denberg in het huwelijksbootje stapte, denkt. „Zonder Hermien was er misschien niet veel van mij terecht gekomen. Ik ben een le venslustige jongen die lange tijd vrijgezel is geweest. Als artiest is er genoeg keus onder de meisjes. Je moet sterk in je schoenen staan. „In het leven heb ik echter nog maar één grote angst. Ik rijd in mijn auto een Chevrolet Bei-Air van f 22.000,- die één op zes rijdt 2500 kilometer per week. Het kan mij net zo goed gebeuren dat een kind met een step de straat op komt en onder mijn auto raakt." „Of dat een bejaarde man en vrouw wat onvoorzichtig overste ken en ik hen niet meer kan ont wijken. Dat is de grootste angst die ik heb als ik achter het stuur van m'n auto zit...." ,,Een nieuw begin? We beginnen steeds op nieuw want evenzovele malen raken we in het slop," constateert de heer F. L. Stolk te Rot terdam. Dat komt omdat wij niet wezenlijk veranderen. In kerst- en nieuwjaartijd heeft het er soms de schijn van. Auf Fliigeln des Gesanges drijven we nog even weg met tijd loze muziek naar onbekende verten. De één li jegens de ander met de beste gevoelens be. zield. Maar plotseling slaat alles als een plum* pudding in elkaar. Dan staan we weer oog in oog met de harde werkelijkheden van het „Zij staan vaak diametraal te genover onze fantasiebeelden en wensdromen. Zo kunnen we ons inspannen, in onze beste momenten, om alle christenen in één grote wereldkerk samen te persen. Nog hoor ik een pre dikant bidden of de Here God de christenen maar naar elkaar toe wil ranselen. Alsof hij zeg gen wilde: Nu moet het maar „Ik heb een grote verlanglijst voor een nieuw begin", schrijft de heer H. G. Reedijk te 's Gra vendeel. „We spreken in 1970 niet meer „We gaan door tot er een dochter komt", maar zeg gen: „We hopen dat God ons nog eens een dochter toever trouwt." We schaffen het zie kenfondsspreekuur af en vra gen de huisarts om behandeling dijk in Voorburg wil als eerste daad in het nieuwe jaar de re dactie en de hele staf een geze gend 1970 toewensen en dat zij in 1970 nét zoveel corresponde ren mag als in 1969. Zij hoopt dat ze de fouten van 1969 niet weer in 1970 zal doen: fijn, dat er „een nieuw begin" is! Wat hebben we veel geschreven in dialoog, ook veel geleerd. Ik eens gebeuren, coüte que coüte. Opnieuw beginnen. Direkt" „Hoe zullen wij ooit één zijn als wij het nooit ééns zijn Hoe kan er vrede op aarde en in de ziel zijn als kinderen het niet met hun ouders kunnen vinden en omgekeerd? Als er al zoveel wanbegrip is tussen ge zinsleden?" „Daar ligt de kern van de maatschappij. Al die verwoede pogingen om beter te beginnen mislukken omdat wij leven in een gebroken bestaan. Ik lees in Jesaja over mensen die wo nen „in het dal van de schaduw des doods". Dat zijn wij, sedert de zondeval in 't paradijs." „De eerste hoofdstukken van Genesis worden door sommige geleerden, voor fabelachtig ge houden, Maar vers 24 van hoofdst. 3 laat ons een ver schrikkelijke werkelijkheid zien, die iedereen aan den lijve ondervindt: God joeg de mens weg. Een engel met een vlam mend zwaard bewaakt ook nu nog de tuin van Eden. Om écht opnieuw te beginnen zou God die engel moeten terugroepen." „Er is maar één uitweg, van die tollenaar achterin de kerk. Hij stootte een klacht uit van zes woorden „O God wees mij zondaar genadig" als wij zo ver zijn dan zijn wij aan dat nieuwe begin. Want deze ging gerechtvaardigd naar huis. Wie zo mag beginnen kan niet al leen het leven aan, hij kan ook sterven. Betere dingen kunnen wij elkaar niet toewensen"* op afspraak, dan kan de arts vol doende aandacht aan werkelijk zieken besteden. Ook bij de spe cialist vragen wij hetzelfde. In alle christelijke ziekenhuizen schaffen we de klassen af. Ook de bezoekuren maken we voor alle klassen gelijk." „We geven onze ouders een ereplaatsje bij de kachel en stoppen ze niet onnodig in een bejaardentehuis. Bij het betrek ken van een huis, houden wij er altijd rekenig mee dat vader en moeder altijd een plaatsje bij ons kunnen vinden. Dit zijn we zonder meer aan hen ver plicht." „We spreken niet meer over geboortenregeling maar over ge- boortenbeperking" wij hebben niets te regelen, want God heeft het eerste en laatste woord. Wij kunnen nog geen gras laten groeien! We probe ren in 1970 niet van twee wal letjes te eten. We volgen Jezus of we volgen Hem niet", al dus de wenslijst van deze lezer. Mevrouw D. van de Nieuwen- hoop van harte dat we zo no| lang zullen doorgaan!" (Alstu- blief, dankuwel, mevrouw N.) Een lezeres uit Barendrecht deed het pijn, dat het nieuw jaar begon zonder kerkdienst. Er zullen wel mensen zijn die dan naar een andere plaats wil len als ze kunnen. „Dat is toch ook al weer een knak in ons nieuw begin." „Het kan ons angstig maken zoveel nieuws tegelijk", meent mejuffrouw G. Dood te Haar lem. Angstig om veel negatiefs dat meegaat uit het oude jaar, Enorm te weten: God gaat mee, Naast de decadentie is er ook het feest van de komende Heer. Negatief en positief gaan in ge lijke tred. Persoonlijk verwacht ik heel veel van 1970. Zoals de planologen bezig zijn stadsker nen te ontruimen, zo beleef ik veel op kerkelijk gebied." „Gods planologie gaat verder dan kerkverkondiging. Er zijn nog schapen die niet van deze stal zijn waar de Heer ook ge komen is. Predikanten zullen hun roeping moeten beleven het uitgaan in heggen en ste gen, geholpen door mondige le den die er zelf diep onder door zijn gegaan. Die zichzelf herken nen in de psalmen van David en Asaf. Ze kunnen niet anders dan zwakkeren op hun schou ders nemen en hen tonen dai de Heer hen niet laat omkomet genade moet concreet be leefd worden." Juist een jaar geleden hij was toen net 26 geworden trouwde Salvatore Adamo plot seling met de volslagen on bekende Nicole Durant. Ta1- loze fans keken verbaasd op hoe kwam de droomheld van vele mooie meisjes aan deze niet eens knappe, Belgische blondine Adamo zweeg. Direct na zijn huwelijk ging hij op Ameri kaans toernee: dat was al an derhal/ jaar van tevoren vastge legd. Toen vijf maanden later zoon Anthony werd geboren, meenden de meeste Adamover- eerders er alles van te begrij pen... en Nicole werd als onbete kenende bijkomstigheid in het leven van de hartveroverende zanger afgeschreven. Maar 't is alles wèl heel an ders gegaan. Adamo had al tien jaar lang zijn hart verpand aan Nicole Durant, zijn buurmeisje in België, hij noemde haar al tijd „Mevrouw Adamo" en zij was jarenlang zijn secretaresse, die met toewijding duizenden brieven aan hopeloos-verliefde meisjes opstelde. Zestien jaar was Adamo, toen hij al zong en dichtte en compo neerde, hoewel niemand in ernst naar hem wilde luisteren. In die tijd gaf hij dertienjarige Nicole de eerste zoen en be loofde, met haai te zullen trou wen „als zij groot zou zijn". Hij moest als oudste zoon van een heel arm Siciliaans ge zin dat het in den vreemde poogde te rooien, meeverdienen voor zijn broer en vijf zusjes. Zijn hart haakte naar het trou- bodourschap, maar de weg was lang en hard. Totdat Willem Duys hem met zijn hele familie, de legendari sche schattige kleine zusjes in cluis, in de Vuist liet optreden. Plotseling was Adamo een per soonlijkheid. Zijn roem schoot over de grenzen en nestelde zich vooral in Frankrijk, waar hij weldra zanger nummer één werd. Adamo werkte hard. Avond aan avond trad hij op, zijn pla ten vlogen de deur uit... het geld begon te stromen. Het eer ste wat hij deed, was een groot, goed huis kopen voor het gezin. De familie leefde op. Het was uit met het krampachtige geld- verdienen waaraan iedereen wel moest meedoen: oudste broer Salvatore zorgde voor al les. De kinderen kregen goede kleding en konden betere scho len bezoeken, vader Adamo kon iets kalmer aan doen. Groot en bijna onoverkome lijk was de slag voor het gezin, toen in 1966 vader verdronk bij het redden van een kind. Maar Salvatore nam zonder morren zijn plaats in, verdiende niet alleen het geld. maar steunde moeder in de opvoeding van de kleinen. Nu zijn Adamo's zusjes al he le jongedames geworden, maar zij hebben nog dezelfde pittige snoetjes. Nicole is en was al lang dochter des huizes mee. Moeder Concetta heeft haar ja ren geleden in het hart gesloten en het spijt haar alleen maar, dat zoon en schoondochter met hun kwieke baby helemaal in Frankrijk wonen. Adamo zelf maakt er geen geheim van en ook Nicole weet het best: zijn vrouw is niet de enige, die hij wel 'eens heeft gekust. „Maar ach, wat had dat te betekenen? De meisjes hin gen me altijd om mijn hals. Als ik ergens optreed, staan ze met horden buiten op me te wach ten. Welke man laat dat on be roerd?" „Ik weet zeker, dat ik de eni ge ben voor Adamo", zegt Ni cole, „als dat niet zo zou zijn, zouden we gaan scheiden. Ik weet wel dat hij af en toe erg dol was op een of ander meisje, maar ik had geduld genoeg om te wachten, ik was er zeker van, dat hij bij mij terug zou komen". Nu zoon Anthony er is ge noemd naar Adamo's vader is er voor Adamo ten opzichte van zijn vrouwelijke fans veel ver anderd. De zoon is zijn grote trots, en: „Al die verering is heel fijn", verklaart hij, „maar ik heb een vrouw nodig voor wie ik alleen maar Salvatore ben. Die mij en mijn ambities kent en mijn hele leven oprecht deelt. Dat is Nicole voor me, ook al kan ze nog altijd niet goed koken. Ik zelf kook veel beter..." Adamo en Nicole zijn geluk kig. Na zoveel jaren zijn secre taresse geweest te zijn. weet Ni-- cole voldoende af van het ruste loze artiestenleven en alle ri sico's vandien. Ze wil graag een groot gezin hebben en Salvato re zelf zegt lachend: „Mijn va der hoopte op twee kinderen en het werden er zeven... dus wie' weet!" De weggooifles heeft in kofte tijd de weeterse wereld veroverd. Inder daad een praktische op lossing: niet langer hoeft men lege flessen te be waren en terug te geven aan de wijnhandelaar of slijter, die u dan weer het statiegeld terugbe taalt, de flessen weer moet reinigen om ze dan opnieuw in circulatie te brengen. Weg met ai die rompslomp! Maar in vele landen heeft deze logische op lossing van een veel tijd en werk eisende werk wijze riieuwe problemen gerchapen: wat te doen met de weggeworpen flessen? In de Verenigde Staten is reeds enige tijd overleg qaande tus sen verschillende bij het vraagstuk betrokken or ganisaties. omdat de flessen in zo'n groot aantal worden wegge worpen. dat de reini gingsdiensten voor de qrootste problemen wor den gesteld. In Zweden heeft men het vraagstuk radikaal aangepakt. Daar is het gebruik van wegwerp- „Nu ik dit schrijf, ben ik overgrootmoeder van 21 achter kleinkinderen. Als ik aan deze kleine kinderen en alle kinderen van de wereld denk, dan bloedt mijn hart: dat we hen in dit soort wereld moeten laten opgroeien. Ik en mijn eigen generatie hebben de huidige verwarring veroorzaakt. We zijn veelal slap geweest tegenover onszelf en onze kinderen. We hebben hun niet geleerd „nee" tegen zichzelf te zeggen. Mijn aandeel hier in spijt mij zeer. Het enige wat ik eraan heb kunnen doen is God om vergeving vragen, zelf te veranderen en te besluiten mee te werken aan de genezing". Dit zegt de bijna negentigjarige mevrouw Charlotte E. van Beu- ningen-Fentener van Vlissingen na het overzien van haar lange rijke en avontuurlijke leven. Een leven dat een avontuur met God werd en waarvan ze blijmoedig en ootmoedig getujgt in herinnerin gen die oorspronkelijk voor haar nakroost bestemd waren, doch nu gebundeld zijn. Het boek op zich is reeds merkwaardig: het verscheen eerst in de Engelse taal in India! Charlotte's jeugd speelde zich af in de grote zakenwereld. „Mijn ouders gingen bijna nooit naar de kerk maar ze hadden een groot, geloof. Zij behoren tot de beste christenen die ik in mijn leven heb gekend". Charlotte is even oud als Wilhelmina van Oranje. „Ik herinner mij nog heel goed dat zij een heel grot-» hoed op had en meestal jurkjes vol stroken droeg en heel lang loshangend haar had met een grote strik erin. Soms was ze aan het hoepelen, dan weer was ze aan het ponyrijden. Mij moeder en ik stonden dan stil langs de weg en maakten een diepe buiging". Op twintigjarige leeftijd huwt ze Willem van Beuningen. „Wij waren ervan doordrongen dat wij niet alleen voor onszelf en onze familie maar ook voor andere mensen moesten zorgen". Het echt paar deed veel voor Wijk C in Utrecht: Zij zorgden voor een park met speeltuin, een soort huishoudschool voor meisjes, lessen in naaien en verstellen voor gehuwde vrouwen; lieten arme kinderen studeren; zorgden voor kerstvieringen in ziekenhuizen; .verbeterden de toestanden in het Armenhuis (op 1 november ging de kachel pas aan en op 1 maart ging hij weer uit, of het koud was of niet). „De eerste keer gaven we hen allen een makkelijke stoel, het volgende kerstfeest een tinnen stoof zodat ze tenminste .hun voeten konden warm houden als het koud was". Veel sociaal werk kwam in de jaren voor en in Wereldoorlog 1 tot stand door particulier initiatief. Charlotte bleek geweldig vindingrijk; als Belgische vluchtelingen dienste van de Expogé. Na de oorlog begint haar strijd vbor Morel Herbewapening eerst goed. In 1947 trekt ze opnieuw naar Amerika. Dit land had een ideolo gie nodig. „Een democratie zonder ideologie, zonder mensen die hun dagelijks leven met hart en ziel hun geloof en idealen ré praktijk brengen, is niet opgewassen tegen de vastberaden opmar! van andere ideologiën." In 1949 organiseert mevrouw Van Beuningen een welkomstcomitè in Wassenaar waar ze dan woont voor de echtgenotes vai de Indonesische delegatie naar de Ronde Tafel Conferentie (de Ne derlandse regering had zelfs geen plannen in die richting). Morele Herbewapening poogde vrede te brengen waar haat- e wraakgevoelens gekoesterd werden. In West-Europa, in Duitsland bij de Mau Mau in Afrika waar Jomo Kenyatta bekeerd werd to Morele Herbewapening, naar Zuid-Afrika waar blank en zwart tafel verenigd, werden, naar India, Japan, Taiwan, Thailand. Charlotte wil voor de „volgende generatie een nieuwe wereli bouwen". Tot dat doel stond ze haar huis aan de Berkenlaan ré Jeanne de Vlieger flessen eenvoudig verbo den. De regering heeft na een onderzoek vast gesteld, dat de bespa ring. die optreedt door het gebruik van weg- werpflessen, beneden de kosten blijft van het op ruimen van deze flessen door de reinigingsdienst. Nu zijn de Zweden dus net zo ver als enige tijd geleden! met Pasen met een oude hoofddoek naar dekerk moeten, terwijl Nederlandse collega's met nieuwe hoedjes mochten pronken, trekt zij naar een grossier in Amsterdam en haalt er linten, veertjes, bloemen, en allemaal vormpjes van hoeden. „In minder dan geen tijd hadden ze zulke beeldige hoedjes dat de bordjes verhangen waren". Het echtpaar verhuist naar Vught en doet aan streekverbetering: oude boerderijen worden met de grond gelijk gemaakt, een model boerderij ontworpen, betere stallen en gebouwen neergezet, werke loosheid bestreden, voor de zieken gezorgd. „Ik geloof dat ik do enige protestant ben in Nederland, die vice-voorzitster van een afdeling van het Wit-Gele Kruis is geweest". Ondanks de materiële verbeteringen werden de mensen niet echt gelukkig. Charlotte piekerde daarover: „hoewel wij ons geld, onze energie en ons hart hadden gegeven om de mensen gelukkiger te maken, hadden wij hen toch niet echt kunnen helpen". Dan komt zij in contact met de Oxfordbeweging die tracht te leven volgens vier absolute maatstaven: eerlijkheid, reinheid, onzelfzuchtigheid en liefde. Zij beginnen de dag met naar God te luisteren en de gedachten die zij dan krijgen op te schrijven. Als de mens luistert, spreekt God. Als de mens gehoorzaamt, gebeuren er wonderen. Vanaf dat ogenblik richten zü en haar man hun leven zo in, en er gebeuren wonderen! Ze schudt op een tournee door de Verenigde Staten de Amerikaanse vrouwen wakker en waarschuwt hen voor de kwade krachten die Europa dreigen te teisteren. Zonder visum, zonder uitreismogelijkheid, en toch. Ze haalt de laatste trein die ons land binnenrijdt voor 10 mei 1940. In Vught weet ze kampcommandanten te vermurwen, haar red dend werk voor de gijzelaars in het kamp te beginnen en door te zetten. Ge'nspireerd door Frank Buchman en de wetenschap dat „de gewone man buitengewone dingen kan doen als h(j in contact is met zijn God" redt zij op een praktische en heldhaftige manier vele levens. Daarvoor werd zij onderscheiden met het Kruis van Ver- Wassenaar af aan de Stichting voor Morele Herbewapenin{ „Steeds kwam die gedachte terug zodat ik begreep dat dit Gods tv moest zijn. Hierop heb ik besloten deze stap, die mij heel ws kostte, te nemen". Zij heeft er slechts twee kamers tot haar beschikking. Ze ervaai er ook de zegen-van: mijnwerkers uit Duitsland en havenarbeider uit Engeland waren diep getroffen dat een dergelijk huis ni£ gebruikt werd voor het gemak van één oude dame, maar dat M dienst deed om aan tallozen, van hoog tot laag, een ommekeer hun hart en een groter levensdoel te geven". Ze ontdekte in Kongo dat de vrouwen helemaal niet zo bl waren met hun onafhankelijkheid en vertelde hen dat „wij thuis d sersten moesten zijn om te veranderen". Op 38-jarige leeftijd reist Charlotte van Beuningen nog naa India: in Bombay opent ze het nieuwe centrum van Morele Herbe wapening. Daarna bezocht ze in 1969 Indonesië en legde er waarde volle contacten. „We kregen het gevoel dat de eeuwenoude bande tussen Indonesië en Nederland nog steeds sterk zijn en dat kunnen worden gebruikt om eenheid te brengen in de wereld". Met scherpe blik stelt zij de diagnose voor onze zieke wereld ,,Nu technisch bijna alles mogelijk is en de jeugd juist meer da- ooit behoefte heeft aan onuitwisbare normen, laat de maatschap? hen in de steek door te doen alsof alles door de beugel kan. Ee- houding die voortkomt uit onverschilligheid en uit het feit dat oudere generatie zich schuldig voelt. Ik geloof dat de jongere c alweer meer gaat beseffen. En terecht, want mensenkinderen supersonische vliegtuigen of raketten naar de maan moeten bests ren, hebben een veel sterker normbesef nodig dan hun voorvader die aan het roer van een trekschuit stonden". Dit boeiende boek van een jeugdige bejaarde is een inspirerend levensbeschrijving, ook een portret van de twintigste eeuw. ft kwam uit in de Carillon-Speciaalreeks, uitgave Ten Have NT Amsterdam, 231 blz. 6,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1970 | | pagina 16