Kerk is aan het verhuizen Wierook en Mirre arm irak |gevangen| jn haat EXODUS NAAR EEN NIEUWE TIJD De kerk zit midden in een verhuizing. Ze is opgestaan uit de slavernij van het Corpus Christianum en staat op het punt om de woestijn in te trekken. De leden zitten bij de pakken neer en schiften koortsachtig hun geestelijke bezittingen. Wat moet mee? Wat kan worden verwezen naar de rommelhoop? Er zijn leden die nu al hunkeren naar de vleespotten van weleer. Ze klampen zich vast aan al wat in de loop van eeuwen is ver gaard en willen er niets van achterlaten. Er zijn er ook die alles van zich af hebben gesmeten en staan te trappelen van onge duld om te kunnen vertrekken. Ze willen weg, naar het beloof de land. Geen kerk In Nederland ontkomt ean deze onrust. De Hervormde kerk telt haar verontruste predi kanten en de naar actie smach tende jongeren van de Uppsa- la-Nederland groep. De Gerefor meerden zitten Ingeklemd tussen de stoere mannenbroeders van WaartiekJ en Eenheid en de vlotte knapen van Synoodkreet. Chrlste- li|k-gereformeerden roepen ..Be waar het Pand" of hollen juichend 6e ..Branding" in. De Rooms-ka- tholleke priesters pendelen tussen Confrontatie en Septuagint. Maar deze onrust is beslist geen typisch Nederlands fenomeen. In West-Duitsland riepen op 6 maart 1966 duizend bazuinen de gelovi gen ten strijde voor Geen Ander Evangelie, terwijl jonge theologen demonstreren voor dogmatische vrijheid. In Amerika roept Carl Mclntire de fundamentalisten via zijn 600 radiostations te wapen te gen de oecumene, terwijl duizen den gemeenteleden de kerkeli|ke hlörarchle de rug toekeren om In ondergrondse kerken hun geeste lijke honger te stillen. Achter het Ijzeren gordijn worstelen de gelovigen met heel andere problemen. En in de Derde Wereld keren ze de radicale Westerse theologie met verbazing de rug toe en vertellen ze de Eu ropese kerkmensen, die willen vasthouden aan hun denominatlo- nele kenmerken, dat ze daar geen begrip voor kunnen opbrengen. Juist omdat deze kerkelijke en theologische spanningen beperkt blijven tot het gebied tussen de Elbe en de Rocky Mountains moe ten ze door meer veroorzaakt wor den dan door specifiek theolo gische verschillen. Ze moeten een directe vrucht zijn van de ontwik keling der Westerse beschaving, die zijn bijnaam „christelijk" snel bezig is te verliezen. Prof. dr. C. Augustijn had beslist geen onge lijk, toen hij op de gereformeerde synode in oktober tegen veront rusten al9 ds E. J. Oomkes zei, dat de spanningen veroorzaakt worden door een sociologische ontwikke ling. Die gedachte waarschuwt ons, elkaar niet al te snel te verkette ren. Al te gemakkelijk gedragen degenen die intens verlangen naar kerkelijke vernieuwing zich. alsof ze zich niet behoeven te bekom meren om de naar hun mening „achtergebleven groepen in de kerk". Ze zetten zich vaak tot het uiterste in voor de achtergebleve nen in de Derde Wereld, maar gaan hautain voorbi| aan de ver ontrusten in hun eigen straat. Omgekeerd hebben de veront rusten al kerkelijk censuur toege past op veel radicale gelovigen. Dat bleek tijdens de jongste zitting van de gereformeerde synode. De Eindeljjk ben ik waar ik wezen wil. Achterin het postkantoor, weggescholen in een nis die schemerachtig wordt verlicht door een aan een bijna verteerd draadje bungelend 40 Watt-bolletje, vind ik wat ik zoek. Aan de andere kant van een stof fige glasplaat, grijnst een vriendelijke man naar me. Hij heeft merkbaar plezier in mijn komst. Met een beetje moeite kan ik op een bordje het woord „Information" ontwaren. Mijn laatste twijfels vallen weg. Ik sta in het WV-kantoor van Baghdad. Niets ten nadele van de vriendelijke man in zijn sombere kooi, maar ik mis op dit moment wel de charmante informatrices die je op dito-kantoren in de grote steden van Europa te woord staan. Eén ding is plezierig, hier is het lekker koel. En dat terwijl de thermometer buiten in de Rashid Street al in de schaduw naar 38 graden reikt. De man grijnst weer en knikt In gebrekkig Engels zegt hij: „U bent de eerste bezoeker sinds veertien dagen". Hij knikt opnieuw en door Meindert Leerling is duidelijk opgetogen. Plotseling duikt hij onder zijn „bureau" en overhandigt me even later een keurig in cellofaan verpakt klompje dadels. „Greeting from Iraq" staat er op. Uit de bijzonder karige sortering folders en prentjes diep ik een plattegrond van Baghdad op. Maar ik wil meer. Ik wil graag wat meer van Baghdad weten en ik wil wat rondtoeren per trein of bus in de omgeving. En als het even kan naar oer-oude streken als Ur der Chaldeeën, of de ruines van Babylon en Ni neveh. De man kijkt me meewarig aan en grijnst plotseling weer. „No, no, no", is het enige wat hij kan uitbrengen. „U kunt een busrlt ma ken door de stad. En als u dat persé wil. is er wordt er op papier dan wel iets gedaan aan de schoolopleiding, naar schatting is nog 80 pet. van de bevolking analfabeet. Van de miljoen kinderen die onderwijs zouden moe ten volgen, komen er hoogstens 200.000 in de banken en dan nog zeer onregelmatig. Irak, het stamland van de beschaving waar in 4000 jaar voor Christus al hoog ont wikkelde vormen van samenleving bestonden, heeft bergen zand over het verleden liggen. In de meest letterlijke zin van bet woord. In Al-Qurna mag dan omzichtig een boom zijn omheind met een bord „Adams boom" er op, herinnerend aan de plaats waar, naar men aanneemt, het paradijs zou zijn geweest, de met goud belegde schatten van het verle den laten Irak koud. Wie de ruïnes van Babel bezoekt en de „Information-desk" bin nenstapt, krijgt geen enkele informatie over de eeuwenoude en roemruchte muren waarop eens het wereldbeheersende Babylon was ge bouwd. De folders die de bezoeker in handen krijgt gestopt, bevatten alleen felle tirades aan het adres van Israël.Hetzelfde gebeurt bij de resten van Nineveh, bekend uit het verhaal van Jona. Vanuit Baghdad kan je er nauwe lijks zonder eigen vervoer komen. Evenmin in Ur (der Chaldeeën) waar Abraham zijn kinderjaren moet hebben doorgebracht of naar het beeld van de bekende jager Nimrod. Bij de oude ruïnes zijn geen gidsen. Ze zouden overigens moeilijk ie»s kunnen aan- wel een mogelijkheid om b.v. in Samarra of Mosoel te komen. Maar dan moet u met de trein of de publieke taxi's. De trein gaat één keer in de twee dagen en de openbare taxi is voor u als Westerling ook niet direct aan te bevelen". Ik knik en huiver tegelijk, want voor geen goud zou ik in zo'n doorgaans gammel voertuig zijn gestapt. Propvol met dorpelingen, die na een bezoek aan de stad naar huis gaan, daarbij klein vee als schapen en geiten, kippen en allerhande vreemdsoortige gedrochten meesjouwend. Het VVV-kantoor in Baghdad mag dan bestaan, het functioneert niet. Dat kan ook niet, want Irak biedt de toerist niets. En dat terwijl de mogelijkheden zo enorm groot zijn. Terwijl vrijwel elk open land acties voert om toeristen te lokken, dreigt Irak te verstik ken in activiteiten die voornamelijk zijn ge richt tegen Israël. De militaire leiders van het voor het overgrote deel in verpauperende armoede levende Iraakse volk geven jaarlijks zo'n 700 miljoen gulden uit voor de aankoop van wapens van Russische makelij. Het geld, voornamelijk verdiend met de rijke oliewin ning in het Zuiden, is in Irak in handen van zakenlieden, legerleiders en grootgrondbezit ters die door dictatoriaal en feodaal optreden de macht in handen hebben. Om toerisme schijnt niemand zich te bekom meren. al zou je uit het mooie boek „Iraq in pictures" heel wat anders kunnen opmaken Irak, weieens het oudste land ter wereld genoemd, beleeft ln feite nog middeleeuwse tijden. Vooral op het r'atteland. Want ook al wijzen, want het merendeel van de oude ste den ligt onder een meters dikke zandlaag. De Irakees heeft voor het verleden geen enkele interesse. Eensdeels door de bikkelharde strijd om het dagelijks bestaan, anderzijds door de politieke en militaire wedijver die meer dan waar ook gericht is op de vernieti ging van de staat Israël. Alleen met de nodige fantasie valt in Baghdad nog iets terug te vinden van de sfeer uit de sprookjes van 1001 nacht. De leiders in Irak tobben er niet over, ook al spreken zij tegen de Westerling doorgaans met trots over de „museumstukken". Zij le ven in een droom van roem en luister. Een droom die, naar zij maar al te goed weten, elke dag kan worden verstoord, want nie mand op welke post dan ook is zijn leven zeker. Een bijzonder trieste ervaring in een land dat rijk had kunnen zijn en welva rend, maar dat nu armoede lijdt. De bevolking van Irak in de breedte wordt nauwelijks ontwikkeld. En, wat erger is, zij die het weten, hebben al ontdekt dat de Ira kees in doorsnee weinig leergierig is. Dat steekt ongunstig af bij de buurlui uit Iran (Perzic) die dan ook voor een groot deel al op een heel wat hogere trap van ontwikkeling en welvaart zijn gekomen. Het ziet er naar uit, dat men in Irak langer dan waar ook hulp vanuit het Westen (of Oosten...?) zal moeten hebben om de ontwik keling te kunnen doorzetten en bijhouden. Ondanks de roem van hoogontwikkelde voor ouders. verontrusten zeiden keihard: „Kul- tert en Augustijn er uit, of wij er uit." Het gaat ln onze tijd niet om twee welomschreven partijen in de kerk, om rekkelljken en preciesen, om conservatieven en progressie ven, om verontrusten en radicalen. Zoals in een olievlek het licht gebroken wordt volgens de kleu ren van het spectrum, zo valt in onze tijd de kerk uiteen volgens een theologisch spectrum. Ook dat feit moet ons er voor behoeden al te snel tucht te willen oefenen. Daarmee is evenwel het pro bleem waarvoor we staan niet op gelost. Al hebben we te maken met de vruchten van een sociolo gische ontwikkeling, op de nieuwe vragen van onze tijd moeten we theologische antwoorden geven en op die antwoorden komt het aan. We zitten midden In een theolo gische verhuizing. Wie te veel meeneemt naar de nieuwe tijd zal straks In de woestijn onder de last bezwijken. Dit gebeurt dage lijks om ons heen. Kerkelijke jon geren keren het evangelie de rug toe en andere leeftijdsgroepen ook omdat ze jaren lang te veel moesten geloven. Menige ou derling weet daarvan mee te pra ten. Hij komt In aanraking met qezinnen die zich van elders heb ben. gevestigd in de nieuwe wij ken. Velen die thuis trouw naar de kerk gingen, wijzen hem nu de deur. Wie echter te weinig meeneemt, zal eveneens In de woestijn kun nen bezwijken. In hun idealisme menen veel radicalen dat het be loofde land aan de andere kant van de Schelfzee iigt, In plaats van aan de andere kant van de Jordaan. En ook dit levert slachtof fers op. ionge mensen die vol enthousi asme naar de Derde Wereld trok ken zijn al diep teleurgesteld thuis gekomen. De mensen ginde zeiden geen behoefte te hebben aan hulp, Er wordt op het ogenblik heel enthousiast gesproken over het veranderen van structuren. Maar wat zal er gebeuren als de struc turen weerbarstiger blijken te zijn dan velen menen? En dat zullen ze blijken te zijn. De grote vraag van onze tijd i9 voor de kerk: hoe blijven ze alle maal bij elkaar, de verontrusten die zo weinig toegeven, de radica len die zo fanatiek het geloof wil len vertalen in actie, en ook die grote middenmoot die het allemaal wel gelooft? Hoe vinden ze samen de weg naar de nieuwe tijd, zon der achterblijvers te vergeten, zon der koplopers uit het oog te ver liezen? Hoe gaan ze samen op weg naar de waarlijk vernieuwde kerk waarvan zo velen in onze tijd dromen? We zullen voor alles het evange lie opnieuw moeten ontdekken. Er zijn christenen die op geen enkele manier hun prediking willen aan passen aan de eisen van onze tijd. Zij zijn er heilig /an overtuigd dal zij het eeuwige evangelie bezitten. Ze denken er niet aan ook maar op enige wijze rekening te houden met de gesteldheid van de mens van deze tijd. Maar hebben ze zich ooit wei eens afgevraagd of misschien niet hun vaders, even zeer het evangelie hebben aange past aan hun tijd en hun situatie? Veel Amerikanen betalen tegen woordig hoge prijzen voor elke oude stoel die hen wordt aangebo den. Maar ze vergeten dat lang niet alle oude .stoelen antiek zijn. Het oude is niet waardevol omdat het oud is. Omgekeerd hebben ve len in onze tijd de neiging om wat nieuw is voor waardevol te verslijten. Ze zijn zo in de ban van de Idee dat elke nieuwe auto een betere auto is. dat ze ook denken dat iedere nieuwe qedachte een betere is. Maar het nieuwe is niet waardevol omdat het nieuw i9. Al wat blinkt in het verleden en al wat schittert in de toekomst moet getoetst worden aan het evangelie van de levende God. Noch het oude, noch het nieuwe is uit zich zelf het ware. We zullen ook God zelf weer moeten ontdekken. Jarenlang heeft op onze guldens gestaan: „God zij met ons." Die uitspraak Is terecht verdwenen. De grote vraag van ■#- De hoogopgaande Gothiek is symbool bij uitstek van eeuwenlang verticalisme. Deze „Aanbidding der herders" is een ontwerp van Pieter Aertz (1563) voor een glasraam. onze veranderende tijd Is. of wij met God zijn. Als Egypte Israël weg laat trekken, gaat God zelf voorop. Wie achterbleef, raakte God kwijt. Zo kunnen ook wij God kwijt raken door ons vast te klem men aan wat God achterlaat. Tientallen boeken van de laatste jaren houden zich bezig met de vraag naar God. Dat was de cen trale vraag van de radicale theolo gen die met die merkwaardige uitspraak kwamen: God Is dood. Heel diep achter die kreet zit het verlangen naar de ware God ver borgen. Dat verlangen blijkt ook bij de jongeren die zo naar actie verlan gen en bij de verontrusten die na druk leggen op de noodzaak van de persoonlijke verhouding tot God. We zijn allemaal het zicht op God wat kwijt geraakt. De ortho doxie heeft Hem soms zo zeer in de verre hemel opgesloten dat veel mensen Hem op aarde niet meer kunnen vinden. Anderen heb ben Hem zozeer in de tussen menselijke verhouding laten op gaan dat ze alleen nog maar mensen kunnen zien. d Jan J. v. Capellev Eens riepen de profeten: land. hoor des Heren woordl klinkt: „Kerk, kerk hoor des woord". We zullen God weer echt vinden als we we nieuw leren luisteren. En dat voor alle groepen in de We zullen ook opnieuw kerkelijke opdracht moeten dekken. Het modewoord van tijd is ontwikkelingssamenwe Het gevaar dreigt dat we Westerse welvaartssamenl trachten over te planten nar Derde Wereld. Dat Is alleen een nieuwe vorm van Wester loniallsme. We konden de r daar niet met onze wapens knieën houden. Nu willen wi de knieën doen bulgen voor welvaart. Dergelijke beschul gen worden daar inderdaai geuit. Natuurlijk neeft het evange maken met aardse gerechtij God is een Vader voor de w zegt het Oude Testament, gruwt van onrecht anderen a daan. Maar auto's, koelkaste levl8letoestellen, ouderdomst oenen, ziekteverzekeringen e derbijslagen, veranderen de misschien wel, doch bekeren niet. De kerk heeft vroeger eens ten onrechte beweerd da keerde mensen vanzelf ec keerde wereld scheppen, vandaag schijnt men soms te ken dat een veranderde vanzelf bekeerde mensen st Ook dat is niet waar. De kerk zal met grote nadi de jonge staten moeten durve kennen dat onze Westerse vaart geen garantie is voor i De mensen moeten niet allee; ze overvloed delen, maar ooi ze God. De mallemolen van de tijd voort en we worden allemaal gezeuld. Niemand kan staan waar hij wil. Nog ma! langs schreef prof. dr. G. Nlftrik dat het hem is op< dat zowel de verontrusten kerk als de radicalen zo v« zijn, zo fanatiek. Ze geven de indruk te menen dat de| komst van de kerk van hangt. Zij vergeten wat van God] qezegd, toen het volk Israt trok uit Egypte: „Een na< waken was dit voor de Hi hen uit het land Egypte te li Nu de kerk op het punt st gaan verhuizen naar een wereld, of misschien al aai op weg Is gegaan, geldt deze] de belofte: God waakt over( in deze onrustige „nacht". Reeds vele eeuwen voor de geboorte van Chris tus gebruikten Oosterse volken welriekende stof fen bij de erediensten in de tempels. Wierook en mirre werden te samen met zout geofferd. Men ge loofde dat de geur van deze geroosterde offeran den met het gebed opsteeg en de goden welgezind zouden stemmen. De oude Egyptenaren gaven 4000 jaar voor Christus hun doden reukstoffen mee op de grote reis naar de eeuwigheid. Wij zien op af beeldingen een pharao, die de afscheidsplechtig- heid verricht met in de ene hand een wierookvat en in de andere hand een fles met reukwater. Om de kostbare harsen in bezit te krijgen, trokken de Egyptenaren maan den door het dorre woenstijnzand naar Zuid-Arabië, dat zij Poent (wierook- land) noemden. Het is moeilijk te zeg gen hoe deze karavaanweg gelopen heeft. Het beginpunt lag in Hadramaut en hij liep waarschijnlijk ten noorden van Aden langs de Rode Zee naar het eindpunt Akaba. Steden aan de „wierookweg" kregen een vrij grote welstand. Dezelfde karavaanwegen werden later opnieuw door de Romeinen gebruikt om de grote sommen goud en zilver, die zij vele jaren lang voor de geleverde harsen hadden betaald, in één klap op een vero veringstocht terug te halen. Augustus be val voor dat doel zijn veldheer Aelius Gallus met een leger naar het zuiden te trekken. Hij drong tot Marib door doch moest onverrichterzake terugtrekken om dat hij door ziekten, honger en de toestand van de wegen grote verliezen leed. Het geschenk dat de Wijzen uit het Oosten aan het pasgeboren Kind in Jeru zalem brachten, namelijk wierook, mirre en goud, was een koninklijke gift. In het Oude en Nieuwe Testament vin den wij vele voorbeelden van het ge bruik van reukstoffen. In Genesis 37 staat dat de kamelen van de kooplieden aan wie de zonen van Jakob hun broer Jozef verkochten, beladen waren met specerijen, balsem en mirre. Wanneer Mozes op de berg Sinai van God de geboden verneemt, dan lezen we D.a. dat het offer zal bestaan uit olie, specerijen en reukstoffen. De olie om de priesters te zalven bevatte zuivere mir re en specerijen. Over het sterven van Christus staat geschreven dat hij gebalsemd werd met mirre en aloë. De vrouwelijke Pharao Hatsjepsoet, die van 1501 - 1480 v. Chr. regeerde, verlangde een tempelterras met mirre- boompjes omgeven om de geur van de bloesem op te snulven. Zij rustte daar voor vijf oorlogsvaartuigen uit en zond ze naar Poent. Bovendien liet ze nog een weg aanleggen van de Rode Zee tot de Nijl. Cleopatra hield langdurige besprekin gen met koning Herodes over de verkoop van balsemaanplantingen, waarvoor zij tenslotte de stad Jericho afstond. Tussen de Arabieren en Egyptenaren ontstond een levendige handel in deze harsen vooral nadat in het jaar 1000 v. Chr. de kameel als huisdier was getemd. Phoeniciërs, machtig als zij waren, ei genden zich de handel van reukstoffen toe. Zij maakten ten noorden van Medina een aftakking van de „wierookweg" naar de havens van Palestina en Syrië. Hier door Nell de Bock-Luiting Een priester op Ball off© it dens een tempelfeest wit n bloemen, vlees en vrucht zei lagen hun schepen te wachten om de waren over de Middellandse Zee te bren gen. In de zevende eeuw v. Chr. gingen de rji Het branden ven wierook voor een kerk in Chtchicatenango (Guatemala). Grieken en in de vierde eeuw v. Cri n? Romeinen ertoe over, wierook op r* altaren te offeren. Niet alleen om de goden minzasjk stemmen, diende de verbranding wierook en mirre, maar ook om geesten op de vlucht te jagen. Ou 'er pest uit de stad Athene te verdri werden grote hoeveelheden reuksti verbrand. De eerste Christenen wilden voor erediensten niet langer reukstoffen bruiken. Dit was een soort revolutiol 5 daad maar tevens had men angst, de zoete geuren afvallig te worden, de men daarentegen bewijzen niet t Christenen te behoren dan verbrai men wierook in het openbaar. Na de eerste eeuw kwam daarin ve dering. Reukstoffen werden ook weer bij christelijke plechtigheden bruikt. De wierookweg heeft in de zevi eeuw n. Chr. zijn betekenis verloren navigatiekennis was zodanig ver gr ooi over de Indische Oceaan en door de Zee grote hoeveelheden reukstoffen den worden vervoerd. De harsen zijn zeer vocht gev^p daarom vervoerden de Romeinen r onyx-kruikjes. Tegenwoordig zijn marktplaatsen van reukstoffen h. Londen en Marseille. De stoffen wfl nu in balen en in polygeen verpakt s Wierook is een gomhars van één v» I Boswellia boomsoorten, die ong. vijf ter hoog is. Het vreemde van deze b is, dat de grootste bladeren aan de zitten. De boom wordt ingesneden om melkwitte sap te kunnen winnen. Wierook (olibarum) betekent ge* rook. Smeulend geeft het een voorn t geur, die echter verandert in stank neer de hars verbrandt. De gomhars mirre krijgt men van driemeter hoge doornige struik. I geeft na de regenperiode eerst blo« en later bladeren. Mirre komt geelbruine druppels uit de stam en ;d zijn vanwege hun zuiverheid veel d> der dan de stukjes die verhard op grond liggen. i t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 16