Lief zijn voor de Maori's
Indo-Europeanen vieren
etnologische verjaardag
BIJ HONDERDSTE GEBOORTEDAG
VAN ANDRE GIDE
Per slot
van
rekening
NIEUW-ZEELAND WIL GEEN RASSENPROBLEEM
Respect na verguizing
>ylBloedgroep" pas halve eeuw erkend
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1969
Hoe ligt het „imago" van
de Nederlandse werkgever?
Slecht, meent Helmich Wei-
dema, gedelegeerd commis
saris van Bührmann-Tette-
rode, en hij zegt ook waar
om tegen de journalist A. C.
W. van der Vet, die hem en
nog vijf ondernemers ge
ïnterviewd heeft. Zijn bun
del, Per slot van rekening
geheten, is dan ook een wel
kome bijdrage aan een oor
deelsvorming, die steeds
meer op gang komt.
Menigeen wil bijvoorbeeld
na de affaires van Heyst en Bee-
ren weieens weten in hoever
re Mertens gelijk heeft met zijn
beroemde 200, en 'hoe onderne
mers denken over vraagstukken
als Inspraak en democratisering.
Welnu, de zes biografieën die
Van der Vet met kundige hand
en vaardige pen heeft samen
gesteld. zijn niet alleen even zo
vele portretten van boeiende
mensen die van aanpakken we
ten, het zijn vooral ook diep
gaande gesprekken over actuele
onderwerpen.
Met Bruynzeel over het voor
en tegen van familie in de lei
ding, met Van Doorne over het
onderwijs, met Heijn over de
honger in de wereld, met Kroese
over de fusies in de textiel, met
Meynen over het gezag in de
anderneming, met Weidema over
Europa-Amerika, maar dan doen
we maar een willekeurige greep
Het boek is de moeite van het
lezen ten volle waard.
Vreemd genoeg laat de correc
tie bij deze toch zo zorgvuldig
samengestelde Interviews te
wensen. Voorbeelden: pag. 120
boeken l.p.v. hoofdstukken; 127
bedrijfseconomie i.p.v. be-
dri|fsdemocratie; 131 werkne
mers i.p.v .werkgevers; 133 com
missie i.p.v. economie-. 156 on
derschat i.p.v. overschat.
(A. C. W. van der Vet, Per slot
van rekening, zes ondernemers
over hun levenswerk, paperback
met foto's, 185 blz., ƒ9,90, uitga
ve Nijgh en van Dltmar, Rotter
dam-Den Haag.)
Deze in de'natuuf levende Maorivrouw stoomt haar eten gaar door het, in vlechtwerk gewikkeld, in
het bronwater te houden.
door Jed. F. Beacon
Indisch bruidspaar, ernstig kij
kend te midden van verwanten. Ty
perend is het ontbreken van de
moeders, vermoedelijk omdat zij,
zoals dat destijds heette, „inlandse"
vrouwen waren. De foto's bij dit
artikel zijn ter beschikking gesteld
door het Kon. Instituut voor Taal-,
Land- en Volkenkunde, Den Haag.
DOOR
BOB
MANTIRI
Het was op 13 juli een halve eeuw geleden dat
in het voormalige Batavia het Indo-Europees Ver
bond werd opgericht. Een historische dag voor de
gemengdbloedigen van I ndo-Europese afkomst.
Leefden zij vóórdien zonder vaste naam en plaats
in de maatschappij, miskend door zowel het „moe
dervolk" als het „vadervolk", met de instelling van
het IEV begonnen de Indo-Europeanen pas officieel
te bestaan, en erkend als behorend tot een etno
logisch specifieke groep met een eigen naam.
Anders gezegd: „Ontwaakte het sociale bewustzijn
van de Indo als groepsmens", schrijft de Indische
auteur Tjalie Robinson in zijn tijdschrift Tong
Tong.
Voor de gemendbloedigen
was er voor het Nederlandse
bestuur in Indië geen plaats in
de maatschappij.
De heer A. F. J. de Rosario
(70), voorzitter van het herden
kingscomité Stichting Indo
Europees Verbond: „Ze hadden
toen geen cent te betekenen. Er
bestonden voor hen alleen bena
mingen van denigrerend karak
ter. Ze slopen 's nachts als die
ven door de straten, bang om
te worden herkend. Een thuis
hadden ze niet, want vader
noch moeder wilde hen accepte
ren."
De heer De Rosario, die in
het voormalig Nederlands -In
dië belangrijke functies heeft
bekleed en in de na - oorlogse
periode voorzitter van het IEV
is geweest, vertelt dat er met
de komst van de eerste Neder
landers in Indië een kleine ver
andering optrad.
..Maar zij werden toen alleen
geaccepteerd in de laagste
baantjes. Er was een bepaling,
dat het kind van een halfbloed
geen hogere functie mocht be
kleden dan die van eerste com
mies. De afkomst werd als
maatstaf genomen, niet de kwa
liteit", aldus de heer De Ro
sario.
In de eerste decennia van de
ze eeuw kwam het Indonesisch
nationalisme onweerstaanbaar
opzetten, langzamerhand begon
zich een conflictsituatie toe te
spitsen tussen autochtone en
„import" - bevolkingsgroepen.
De Indo dreigde tussen wal en
schip te geraken.
Toen greep resoluut een
groep initiatiefnemers in Ba
tavia onder leiding van de jour
nalist F. IH. K. Zaalberg in en
werd het Indo Europees Ver
bond opgerioht. Dit stelde zicli
ten doel de belangen te beharti
gen van alle Indo -Europea
nen, zoals gemengd-bloedigen
van Indonesische en Europese
afkomst zich voortaan noem
den. Een eindelijk houvast ge
vende naam. die zowel maat
schappelijk als wetenschappe
lijk weldra volledig werd er
kend.
„Het verbond wilde de ver
worven rechten consolideren en
uitbreiden onder het motto
„kennis is macht". Al een jaar
na de oprichting werden studie
beurzen beschikbaar gesteld.
Vele studenten gingen in Neder
land studeren."
De belangrijkste en breedste
arbeid van het IEV is geweest
het verbeteren van de maat
schappelijke positie van alle In
do-Europeanen in Nederlands-
Indië. Hoofdzakelijk door on
vermoeide activiteiten in de
Volksraad, geruggesteund door
een waakzaam en werkzaam
verenigingsleven in alle afdelin
gen.
Op vele terreinen werd zélf
een dynamisch initiatief ge
nomen, dat zijdelings stimule
rend heeft gewerkt op verschei
dene sociale ontwikkelingen.
Vooral op het gebied van het
onderwijs heeft het verbond
veel baanbrekend werk ver
richt.
De Rosario: „Zo heeft het
IEV meegewerkt aan de oprich
ting van de Technische Hoge
school in Bandoeng, de Me
dische Hogeschool, Rechtshoge
school en de IEV-kweekschool
in Batavia."
Dat was nog niet alles. In de
Lampongs (Zuid-Sumatra)
werd het landbouwproject De
Giesting op gang gebracht, en
in Batavia kwam de eerste op
leidingsschool voor vroedvrou
wen Palang Doea tot stand.
Daarnaast richtte men zich
actief tegen discriminatie. Zo
werd ondanks veel tegenstand
doorgedreven een proef met
Indo-Europees personeel bij
de Nederlandse Marine. Het
experiment viel zo goed uit, dat
sindsdien de marinedeuren
open bleven staan voor Indisch
personeel. Bij het leger
verkreeg het Indisch personeel
volledige gelijkschakeling met
Europese militairen.
Twintig jaar na de oprichting
was het doel van het IEV be
reikt: de realisering van alle
plichten en rechten van een vol
ledige Europese status voor alle
Indo-Europeanen.
Maar na de oorlog, toen het
nationalisme in Indonesië zijn
hoogtepunt bereikte en het
meer en meer duidelijk werd
dat de Indische Nederlander
niet langer meer in het land
gewenst was, stond het IEV
voor een innerlijke tweestrijd.
Welk land moest de Indische
Nederlander nu als vaderland
kiezen: Indonesië of Neder
land?
Op de Ronde Tafel Confe
rentie in Den Haag moest het
IEV met een standpunt komen.
Na lang wikken en wegen viel
het besluit de Indo-Euro
peaan door woord en geschrift
vertrouwd te maken met het
beginsel, dat zij door goed en
bloed aan Indonesië waren ver
bonden en dat hun belangen en
levensvooruitzichten in Indone
sië en niet in Europa lagen.
Maar de vijandigheid tegeno
ver de Indo-Europeaan nam
toe, zodat hij gedwongen was
zijn geboorteland te verlaten.
Het IEV besloot onder de
naam Indo Eenheids-verbond
zijn zetel uit te strekken tot de
Indo-Europeaan die Indonesië
als vaderland had gekozen. De
afdeling Nederland van het
IEV kon geen onderdeel meer
zijn van het Indo Eenheids-
Verbond.
Besloten werd het IEV in Ne
derland op te heffen en op te
richten de Vereniging Indische
Nederlanders. Omdat het IEV
bleef bestaan onder de naam
Indo Eenheids Verbond werd
de VIN dus de voortzetting van
het oude IEV.
Het verbond heeft niet alleen
voor alle Indo-Europeanen al
le plichten en rechten van een
Een Indische moeder en haar Hollandse man (in de huisdracht van
tempo doeloe) poseren trots met hun kinderen. De foto is genomen
op een van de galerijen van een echt Indische woning.
volledige Europese status gerea
liseerd. Méér dan dat: het ont
wikkelingsproces verliep zo na
tuurlijk dat ook na de schok
van de „uitbanning" uit het ge
boorteland, de aanpassing in
Nederland een vlot verloop
had. Nu génieten Indische Ne
derlanders over het algemeen
een uitstekende reputatie, voor
al door hun wellevendheid, hun
toewijding en trouw.
Voor de oprechte Indo-Euro
peanen redenen te over om hun
„etnologische geboortedag" vo
rige week in Den Haag zo waar
dig gevierd niet te vergeten.
Nieuw-Zeeland doet veel voor
de Maori's om te voorkomen,
dat er binnen zjjn grenzen een
rassenprobleem ontstaat. Het
probeert vooral de jongeren op
te vangen, die zich het best kun
nen aanpassen. Zelfs dat gaat
echter niet van een leien dakje.
De taalbarrière levert nogal wat
moeilijkheden op, omdat alleen
in het Engels onderwijs wordt
gegeven. Ook is de huisvesting
van de Maori's niet bevorderlijk
voor een vlotte studie.
Toen de blanken in de eerste helft
van de vorige eeuw voet aan land
zetten, waren de Maori's er al. De
trek van Polynesië naar het eilanden-
gebied, dat later Nieuw-Zeeland zou
worden genoemd, begon al in de
veertiende eeuw. Zij voerden strijd
onder elkaar en aten hun verslagen
vijanden op. Hier kwam pas een
eind aan, toen de blanken met hun
geweren geen tegenstand duldden.
De ongelijke strijd tussen Maori
en Paheka (Europeaan) duurde tot
1840, toen 500 stamhoofden bij het
verdrag van Waitangi de „bescher
ming van de Britse kroon" aanvaard
den. Dit feit wordt herdacht, als op
6 februari de Nieuwzeelanders hun
nationale feestdag vieren. Van de ge
lijkheid tussen Maori en Pakeha
kwam in de praktijk echter weinig
terecht vooral toen de Maori's
een minderheid werden.
Naarmate er meer Europeanen het
land binnen waren gekomen, liep de
Maori-bevolking ook sterker terug
als gevolg van ziekten, die de nieuw
komers hadden meegebracht, zoals
tbc en griep, waartegen de Maori
niet bestand was. Ook veranderin
gen in de eetgewoonten hadden voor
velen fatale gevolgen. Sinds de
eeuwwisseling was er weer een gelei
delijke groei en de laatste jaren nam
het aantal Maori's dubbel zo sterk
toe als dat van de Europeanen.
Om de Maori-bevolking in staat te
stellen, haar grote achterstand op
allerlei gebied (mede gevolg van
langdurig isolement op het platte
land) in te halen, zijn de onderwijs
mogelijkheden sterk uitgebreid. Aan
gezien alles gratis is, zijn er geen
financiële beletselen. En als de Mao-
ri-kinderen niet zo goed mee kun
nen komt dat ook niet, omdat ze
minder intelligent zouden zijn dan
hun Europese leeftijdgenoten.
Zij hebben eenvoudig een minder
rijke Engelse woordenschat tot hun
beschikking en de algemene ontwik
keling, die zij van thuis hebben mee
gekregen is zeer beperkt. Vandaar
dat men er een begin mee heeft ge
maakt, de Maori-kinderen in de pe
riode voordat zij naar school gaan.
vrij redelijk Engels te leren spreken
om ze op hetzelfde niveau te bren
gen als hun Europese leeftijdgenoot
jes.
Op deze wijze tracht men het Mao-
ri-probleem op te lossen. Dat kan
alleen als werkelijk een optimaal
gebruik kan worden gemaakt van dc
onderwijsmogelijkheden. Zolang dit
niet gebeurt, moeten de Maori's ge
noegen nemen met de laagst be
taalde baantjes, met de slechtste
huisvesting, zonder uitzicht op een
beter bestaan. Slaagt men er in, deze
vicieuze cirkel te doorbreken, dan
zal er in Nieuw-Zeeland geen rassen
probleem ontstaan.
Voorlopig worden de Maori's ech
ter elke dag nog herinnerd aan het
verschil in bestaansmogelijkheden.
Zoals in Rotoroea, een Maori-cen
trum met warme zwavelhoudende
bronnen. Duizenden toeristen gaan
er heen om in de bronnen te baden
en foto's te nemen van dansende en
zingende Maori's. De bezoekers be
volken de deftige hotels en de mo
tels, waarvan er tientallen bestaan.
De Maori komt er niet.
Wel komen er blanken naar dc
pubs van de Maori's, maar dat zijn
meestal niet de beter gesitueerden.
Toch is er geen apartheid, ook al
zijn er huiseigenaars, die geen Maori
als huurder willen hebben. Steeds
meer Maori's beschikken over een
eigen huis, door huur of koop. Zij
kunnen zich overal vertonen. Ook
worden gemengde huwelijken aan
vaard. Ideaal zijn dc betrekkingen
tussen beide bevolkingsgrpepen niet,
maar er is hoop, dat de ruim twee
miljoen blanken de Maori's (nog
geen half miljoen) meer en meer in
staat zullen stellen, van hun gelijke
kansen gebruik te maken.
André Gide, 22 november
1869 te Parijs geboren als
zoon van een hoogleraar aan
de Sorbonne, behoort krach
tens zijn romans, doch
bovenal om zijn „Journal",
dat zestig jaren letterkundige
arbeid omvat, tot de grote
traditie van de Franse roman-
Van hem kan worden gezegd,
dat hij niet slechts schreef om de
schoonheid, doch bovenal om de
waarheid te dienen. Hiervan ge
tuigend. Is hij vaak in conflict
gekomen met zijn omgeving;
enerzijds militante katholieken als
Paul Claudel, anderzijds figuren
met strikt-morele opvattingen on
der wie zijn eigen vrouw.
Steads echter heeft de verhou
ding van de mens tot God hem
meer gefascineerd dan de ver
houding tussen mensen onderling.
Zoals bij zovele grote schrijvers,
werd zi|n kunstenaarschap gebo
ren uit zijn dualistische natuur:
de naar ongebondenheid streven
de mens In opstand komend teqm
de strenge moraal waarin hij door
zijn moeder was opgevoed
Het bekendste werk van Gide
in ons land Is waarschijnlijk „De
lmmorall8t". dat hi| moest schrij
ven om er zelf geen te worden.
Het is het verhaal van de puri
teinse geleerde, Michel, die geen
rust meer kan vinden en door zijn
rusteloos reizen, en zich ten
koste van zijn vrouw over te
geven aan zijn persoonlijke genoe
gens zijn vrouw de dood Indrijft.
In vele van Gide's werken is
het dualisme van qeestes- en zin
nenleven het thema. Aan zijn
eerste werk: „Les Cahiers
d'André Walter" ligt het streven
naar geestelijke perfectie ten
grondslag. Het is het werk van
een geëxalteerd, vroeg-rijp long
mens, die hierin nog niet de geni
ale vorm van zijn latere werken
heeft gevonden. Gide heeft er na
dien zelf strenge kritiek op gele
verd.
In „Aardse Vruchten" heeft Gi
de de Engelse dramaturg, Oscar
Wilde verbeeld, die hij In 1895 op
een reis door Noord-Afrlka had
ontmoet. Ook op dit werk liet
Gide een boek volgen waaruit
ziin dualistische natuur bleek, na
melijk het drama van koning Saul,
waarin de vruchten niet meer
aanlokkelijk zijn, doch verrader
lijk. De ongelukkige koning wordt
tenslotte door zijn demonen ver
teerd.
Verscheidene van Gide's wer
ken hebben in de verhouding met
zijn echtgenote een ernstige cri
sis teweeggebracht. Vooral enige
passages in „Les Caves du Vati
can" en „Les Fruits Terrestres"
Het merkwaardige van zijn
..Symphonie Pastorale" is echter,
dat de dramatische spanningen die
daarin worden beschreven zich in
zijn eigen leven eerst aandienden
nadat het werk reeds lang was
verschenen. Het was Gide's ver
houding met de dochter van zijn
vriendin, madame Theo van Rijs-
selberghe, die zijn vrouw veel
verdriet bezorgde.
Teruggekeerd van een vakantie
die hij met een jonge vriend in
Engeland had doorgebracht, was
het voor Gide een zware schok
te bemerken dat zijn vrouw de
met haar gevoerde corresponden
tie had vernietigd. De symbo
lische daad betekende dat hij
Madeleine's liefde had verspeeld,
dat zij de ideële banden, waar-
André Gide
mede zij van haar vroege jeugd
af met de grote schrijver was
verbonden, voor altijd verbroken
achtte.
Later is evenwel een verzoe-
ning tot stand gekomen. Voor een
man als Gide, die zo vaak zijn
buiten „Cuverville" had verlaten
om gevolg te geven aan zijn
reislust, moet het thema van de
Verloren Zoon zeer aantrekkelijk
zijn geweest. Hij gaat daarbij ver
der dan het bijbelverhaal ©n stelt
de vraag: „Wat geschiedde nadat
het gemeste kalf was qeslacht?".
Gide heeft zich niet opgesloten
In de ivoren toren van de schep-
oende, doch als strijdbare natuur
heeft hij deel gehad aan de grote
-trljdvragen van zijn tijd.
Hij Is een omstreden figuur ge
weest, o.m. door zijn bezoek aan
Moskou. In zijn „Journal", even
als In officiële uitlatingen, heeft
hij er echter duidelijk de rvadruk
op gelegd, dat niet Marx hem tot
het communisme had gebracht,
doch het Evangelie.
In 1935 nam Gide de uitdaging
aan, zelf eens een kijkje In de
Sowletunle te gaan nemen. In de
zomer van 1936 was hij er, met
enige anderen, de gast van de
Russische regering.
Wil weten, hoe hi| bij zijn te
rugkeer van zijn ontgoocheling
heeft getuigd, omdat hij had erva
ren dat de kunstenaar er niet
waarlijk vrij was en men aan de
idealen van de revolutie verraad
had aepleegd.
Toen Gide kort vóór de Tweede
Wereldoorlog zijn vrouw verloor,
tekende hij Hit verlies aan In zijn
Journal" met een dikke zwarte
omlllnlng. Kort daarne heeft hij
de raadselen van dat huwelijk
onthuld in zijn werk „Et nunc ma-
net in Te", een heroïsch relaas
van een verbintenis die de schrij
ver voor vele dilemma's had
gesteld.
Het is geen lichte taak. de
vrouw te zijn van een groot
schrijver; evenzeer moet het een
gevierd auteur als Gide moeilllk
zijn gevallen steeds de gebon
denheid van een huwelijk te aan
vaarden.
In zijn latere jaren had Gide
zitting in de redactie van de
„Nouvelle Revue Frangaise",
waarvan hij zijn naam liet schrap
pen in de tijd dat de bezetter de
vrije meningsuiting inperkte.
Eerst in zijn allerlaatste jaren
bereikte deze rusteloze zoeker
en strijder, die de Nobelpri|s voor
letterkunde verwierf benevens
een ere-doctoraat van de Uni
versiteit van Oxford, een staat
van sereniteit. Met Theseus"
kon hij zeggen dat hij zijn missie
had volbracht.
Naar wij vernemen zal Gide's
werk „Les Faux Monnayeurs" bin
nenkort In een Nederlandse verta
ling verschijnen.
S I TEUNISSE