Nixon s Dit is de
juiste koers
Majoor Sas wordt niet
geloofd
BLIJVEN WE BUITEN SCHOT?
Nixon
Ho: Geroerd
door dode
Amerikanen
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN IN DE TWEEDE WERELDOORLOG
NEUTRAAL
Alarm op alarm
WM9DAG 4 NOVEMBER 1969
(Vervolg van pag. 1)
Terugtocht
In zijn rede, die een half uur duur
de en door alle Amerikaanse radio-
en tv-stations werd uitgezonden en
ook bijv. door Hilversum II sprak
Nixon niet over een verdere troepen-
vermindering in Vietnam, nadat half
december 60.000 man zijn teruggetrok
ken.
„Naax-mate de Zuidvietnamse troe
pen sterker worden, kan de omvang
van de terugtrekking van Amerika- j
j?er) groter worden", aldus de presi
dent. Zijn plannen zullen worden
vastgesteld in overleg met de regering
te Saigon.
Terugtrekking zal geschieden van
uit een krachtige positie en niet van
uit een zwakke.
Nixon maakte melding van de ver
minderde activiteiten van de tegen
stander en van de vooruitgang bij de
opleiding van de Zuidvietnamse
strijdkrachten. Deze was groter dan
hij veronderstelde, toen hij in juni de
terugkeer van 25.000 Amerikanen
aankondigde.
Een overhaast vertrek van alle
Amerikanen zou echter tot een onme
telijke ramp leiden.
Pessimistisch
De president gaf een pessimistisch
beeld van de Parijse vredesbesprekin
gen. „Met uitzondering van de vorm
van de conferentietafel is geen voor
WASHINGTON - De rede
van president Nixon over
zijn Vietnambeleid bevatte
de volgende hoogtepunten
Wij kunnen (indien moge
lijk) doorgaan met ons streven naar
een rechtvaardige vrede door onder
handelingen of zo nodig door een
voortzetting van ons plan voor de
Vietnamisatie een plan waardoor
al onze troepen volgens een schema
in overeenstemming met ons pro
gramma zullen worden teruggetrok
ken, terwijl de Zuidvietnamezen
sterk genoeg worden om hun eigen
vrijheid te verdedigen.
Ik heb deze koers gekozen.
Het is geen gemakkelijke weg.
Het is de juiste weg.
•fe Vertrouwen
In gesprekken over de gevolgen
van een overhaaste terugtrekking
heb ik gezegd, dat onze bondge
noten het vertrouwen in Amerika
zouden verliezen; veel gevaarlijker
is, dat wij het vertrouwen in ons
zelf zouden verliezen. De eerste
reactie zou een gevoel van opluch
ting zjjn als onze mannen naar
huis terugkeerden. Maar als wü de
gevolgen van datgene wat wij had
den gedaan zouden overzien, zouden
wroeging en verdeeldheid de geest
van ons volk aantasten. Voor de
toekomst van de vrede zou een
overhaaste terugtrekking derhalve
uitgang -geboekt. De tegenstander
toont geen bereidheid tot samenwer
ken, omdat hij ervan overtuigd is,
dat hij slechts hoeft te wachten op
de volgende concessie en de daarop
volgende, totdat hij alles krijgt, wat
hij wil hebben."
Nixon zei te beseffen, dat zijn ver
slag ontmoedigend is. Het Ameri
kaanse volk heeft er evenwel recht
op, de waarheid te kennen en zowel
het slechte als het goede nieuws te
horen. De president deed een beroep
op de vaderlandsliefde van de Ame
rikanen en vroeg hun vertrouwen en
medewerking.
.,Laat ons verenigd zijn voor de
vrede en tegen de nederlaag. Want
laten wij begrijpen: Noord-Viet
nam kan de Verenigde Staten niet
yerslaan of vernederen. Slechts
Amerikanen kunnen dat."
een ramp van onometelijke omvang
zijn:
Onze nederlaag en vernede
ring in Zuid-Vietnam zou zonder
twijfel tot roekeloosheid leiden bij
de regeringen van die grote mo
gendheden, die hun streven naar
wereldverovering nog niet hebben
opgegeven.
Dit zou leiden tot geweld daar,
waar wij ons verbonden hebben de
vrede te handhaven in het Nabij
Oosten, Berlijn, en eventueel op het
Westelijke halfrond.
Daarom heb ik niet gekozen voor
een snelle terugtrekking maar voor
het sluiten van vrede door onder
handelingen.
Wij hebben de volledige terug
trekking van alle buitenlandse troe
pen binnen een jaar aangeboden.
Wij hebben een wapenstilstand
onder internationaal toezicht aan
geboden.
•fe Aangeboden
Wij hebben vrije verkiezingen on
der internationaal toezicht aangebo
den, waarbij de communisten als
georganiseerde politieke macht deel
nemen aan de organisatie en het
leiden van de verkiezingen.
De regering te Saigon heeft be
loofd de uitslag van de verkiezin
gen te aanvaarden.
Hanoi heeft geweigerd om ook
maar over deze voorstellen te spre
ken. Zij eisen onze onvoorwaarde
lijke aanvaarding van hun voor
waarden.
Medio juli raakte ik ervan over
tuigd dat het noodzakelijk was een
belangrijke stap te zetten om de
impasse in de Parijse besprekingen
te doorbreken. Ik sprak recht
streeks met iemand, die Ho Tsji
Minh 25 jaar lang persoonlijk heeft
gekend. Via hem heb ik een brief
aan Ho Tsji Minh gezonden.
Ik deed dit buiten de gebruike
lijke diplomatieke kanalen om in de
hoop dat er constructieve voortgang
op de weg naar beëindiging van de
oorlog zou kunnen komen nu de
noodzaak om propagandaverklarin-
gen af te leggen was weggenomen.
Ik ontving het antwoord van Ho
Tsji Minh op 30 augustus, drie da
gen voor zijn dood. In dat ant
woord werd kortweg het openbare
standpunt herhaald dat Noord-Viet-
nam bij de Parijse besprekingen had
ingenomen en werd mijn initiatief
J botweg afgewezen.
Niets
Het resultaat van alle openbare,
privé en geheime ondei-handelin-
gen, die sinds het staken van de
bombardementen een jaar geleden
en sinds de ambtsaanvaarding van
mijn regering op 20 januari zijn ge
nomen, kan in één zin worden sa
mengevat:
Er zijn hoegenaamd geen vorde
ringen gemaakt behoudens dan het
akkoord over de vorm van de con
ferentietafel.
Het is duidelijk geworden, dat de
hinderpaal bij de onderhandelingen
ter beëindiging van de oorlog is.
dat de andere partij absoluut wei
gert om ook maar een greintje be
reidheid te tonen om met ons deel
te nemen aan het zoeken naar een
rechtvaardige vrede. Zij zal dat ook
niet doen, omdat zij ervan over
tuigd is dat zij slechts behoeft te
wachten op onze volgende con
cessie en de daarop volgende, tot
dat zij alles heeft gekregen wat zij
wil.
•fe Tijdschema
Ik heb het tijdschema voor ons
terugtrekkingsprogramma niet aan
gekondigd en ik ben ook niet voor
nemens dat te doen. De bekendma
king van een vast tijdschema voor
onze terugtrekking zou bij de vijand
elke aansporing wegnemen om over
een akkoord te onderhandelen. Hij
zou eenvoudig wachten tot onze
strijdkrachten zijn weggetrokken en
dan binnenrukken.
De twee andere factoren, waarop
wij onze besluiten tot terugtrekking
zullen baseren, zijn het peil van de
vijandelijke activiteit en de vor
deringen met het opleidingspro
gramma van de Zuidvietnamesfc
strijdkrachten. De vorderingen op
deze twee fronten zijn groter dan
wij verwachtten toen wij in juni
een begin maakten met ons terug
trekkingsprogramma. Dientengevolge
is het tijdschema voor de terugtre?>
king thans optimistischer dan toen
wij in juni onze eerste ramingen
maakten.
Naast deze optimistische raming
moet ik in alle oprechtheid een
waarschuwende noot laten horen:
Indien het niveau van de vijan
delijke activiteit belangrijk toe
neemt, zouden wij ons tijdschema
dienovereenkomstig kunnen wijzi
gen.
•fe Vredesplan
Ik heb gekozen voor een vredes
plan. Ik geloof, dat het zal slagen.
Indien het slaagt maakt het niet
uit. wat de critici thans zeggen.
Indien het niet slaagt, maakt het
niet uit wat ik thans zeg.
En daarom vraag-ik-Ui de grote
zwijgende meerderheid van mijn
mede-Amerikanen, om uw steun.
WASHINGTON In de zo
mer van dit jaar is er een brief-
wisseling geweest tussen de
Amerikaanse en de Noord Viet
namese president. De belang
rijkste passages uit de brief van
Nixon aan Ho Tsji Minh zijn:
„Ik zie in dat het moeilijk is om
over een spanne van vier jaar oorlog
heen zinvol met elkaar contact op te
nemen. Maar juist hierom wilde ik
deze gelegenheid te baat nemen om
in alle plechtigheid mijn streven naai"
een gerechtvaardigde vrede opnieuw
te bevestigen. Ik geloof sterk dat de
oorlog in Vietnam te lang heeft ge
duurd en dat een vertraging van het
beëindigen ervan niemand ten voor
deel zou strekken en niet in het
minst het volk van Vietnam."
WELWILLEND
„De tijd is nu gekomen om aan de
conferentietafel stappen te gaan zet
ten naar een spoedige oplossing van
deze tragische oorlog. U zult zien dat
wij tegemoetkomend en welwillend
zijn om in een gezamenlijke poging
te trachten de zegeningen van de
vrede te brengen aan het dappere
volk van Vietnam.
Laat de geschiedenis boekstaven,
dat in dit kritieke tijdsgewricht beide
partijen hun gelaat naar de vrede in
plaats van naar conflict en oorlog
hebben gekeerd".
Ruim een maand later, op 25
augustus, stuurde Ho Tsji Minh aan
Nixon een brief terug, waarin onder
meer stond:
„De agressie-oorlog van de Vere
nigde Staten tegen ons volk, welke
onze fudamentale nationale rechten
schendt, duurt nog voort in Zuid-
Vietnam. Ik ben uiterst verontwaar
digd over de verliezen en vernielin
gen die de Amerikaanse troepen ons
volk en ons land toebrengen. Ik ben
ook diep geroerd door het stijgende
dodencijfer van jonge Amerikanen
die in Vietnam gevallen zijn wegens
de politiek van Amerikaanse rege
ringskringen.
Ons Vietnamees volk is de vrede
diep toegewijd, een echte vrede met
onafhankelijkheid en echte vrijheid.
Ze zijn vastbesloten tot het einde
door te vechten, zonder uit de weg
te gaan voor de offers en de moei
lijkheden om hun land en hun hei
lige nationale rechten te verdedigen.
In uw brief hebt u de wens geuit
om op te treden voor een rechtvaar
dige vrede. Hiervoor moeten de VS
de agressie-oorlog staken en zijn
troepen uit Zuid-Vietnam terug
trekken, het recht eerbiedigen van
de bevolking van het zuiden en van
de Vietnamese natie om zonder bui
tenlandse invloed voor zich zelf te
zorgen.
Met goede wil aan beide kanten
kunnen we tot gezamenlijke pogin
gen komen om een correcte oplossing
te vinden van het Vietnamese pro
bleem."
Ontmoedigend
QNTMOEDIGEND noemde presi
dent Nixon zelf bet verslag, dat
hij vannacht heeft gegeven over mo
gelijkheden tot beëindiging van de
strijd in Vietnam.
Het zal ais zodanig worden ervaren
in en buiten Amerika. Want het
eigen plan van de president is er
één op lange termijn, en dan nog
met weinig uitzicht.
Dat Nixon geleidelijk alle grond
strijdkrachten wil terugtrekken, is
geen nieuws, nu hij opnieuw gewei
gerd heeft een tijdschema aan te ge
ven.
Dit wordt bepaald door tempo en
mate, waarin de Zuidvietnamcse
strijdkrachten sterker worden en in
staat zijn de taak van de Amerikaan
se militairen over te nemen.
Het „geheime plan" van de president
is samengesteld in overleg met de re
gering te Saigon, die nog altijd niets
wil weten van een politieke oplossing.
President Thieu noemde het vanoch
tend nog dom over een neutraal Zuid-
Vietnam te praten, ,^want", zei hij,
„de overwinning is nabij".
En vice-president Ky vertelde
voordat Nixon zijn rede hield dat
Amerika volgend jaar misschien nog
wel 180.000 militairen zou kunnen te
rugtrekken.
Er zouden eind 1970 dan toch altijd
nog bijna 300.000 Amerikanen in Zuid-
Vietnam vechten, terwijl op politiek
terrein geen vorderingen gemaakt
zouden zijn.
Nixon verweet de voorstanders vaji
een tijdschema voor terugtrekking,
dat zij Amerika zijn eerste nederlaag
in de geschiedenis willen toebrengen.
Slechts Amerikanen kunnen Amerika
verslaan of vernederen, zegt de pre-,
sident in een poging, de masale kri
tiek op zijn ondoorzichtig beleid het
zwijgen op te leggen.
Hij spreekt nog steeds In termen van
militaire strijd, en zelfs over een
ramp van verschrikkelijke omvang
als men zijn beleid zou doorkruisen.
Het enige wat men kan hopen is, dat
de president, die zich kennelijk niet
de wet wil laten voorschrijven, bin
nenkort toch ingrijpende stappen
neemt.
Daarmee zou hij het vertrouwen ook
van die Amerikanen kunnen winnen,
die enkele weken geleden de straat
op gingen om van hun onbehagen te
laten blijken.
Ook zou hij voorkomen, dat op 14 cn
15 november onruststokers tijdens
nieuwe demonstraties vat krijgen op
de velen die ook nü niet zijn gerust
gesteld.
(door Pieter-Jan Dekkers)
A LS de Nederlandse militaire attaché
in Berlijn, majoor Sas, in mei
1939 meldt, dat de Duitsers
-L. over sterke eenheden parachu
tisten beschikken, wordt met
„hoon" over zijn rapport gesproken. Zul
ke troepen zijn geen gevaar: „Die vangen
we met hooivorken op." Later meldt Sas
dat de Duitsers bij hun aanval op Poien
misbruik zullen maken van Poolse unifor
men. Weer wordt hij niet geloofd. Hitier
gebruikt echter die uniformen. Dat zou
voor het Nederlandse opperbevel een
waarschuwing moeten zijn. Maar men ge
looft Sas nu eenmaal niet.
Ook .niet als hij eind oktober 1939 van
zijn vriend Oster, die bij de Duitse Ab-
wehr werkt, hoort dat de aanval op Ne-
t derland in de tweede helft van november
zal plaatsvinden. Den Haag zendt een
tweede man naar Berlijn (zonder dat Sas
er iets van af weet) die links en rechts
informeert of er iets van Sas' melding
waar is. Elke Duitser die de man
spreekt, verzekert hem echter dat Hitier
er niet aan denkt Nederland aan te val-
op wacht
Ien.„.
En dus gaat er een brief naar Den
Haag, dat de berichten van Sas in het
vervolg met een korreltje zout kunnen
worden genomen. Sas Is woedend en
gaat naar Den Haag, waar hem twee
klappen worden toegediend. Zijn berich
ten zullen niet meer serieus worden ge
nomen en hij mag geen enkel contact
opnemen met ministers.
Het Is Sas duidelijk, dat hij opzettelijk
geïsoleerd wordt. Hij wil ontslag nemen.
De eenzame attaché wordt zelfs zo
geïsoleerd, dat hij tijdens zijn verblijf in
Den Haag niets hoort van de Britse
waarschuwing over de aanval. Wat is
logischer dan de militaire attaché In Ber
lijn op te dragen dat bericht te checken?
Het wordt (opzettelijk?) nagelaten....
Oster vertelt hem bij terugkeer in Ber
lijn, dat 12 november de datum is. Niet
vermoedend dat de regering dat al van
de Britten heeft gehoord (hij wordt Im
mers geïsoleerd) keert hij snel naar Den
Haag terug. De ministers De Geer, Dijx-
hoorn en Van Kleffens en generaal
Reynders blijken helemaal niet verrast te
zijn van zijn bericht. Vooral De Geer
staat wantrouwend tegenover Sas. Deze
wordt zo zenuwachtig, dat hij op een
gegeven moment zweert, dat de aanval
12 november zal plaatsvinden.
Gedeprimeerd
Premier De Geer: „U kunt moeilijk een
eed afleggen op Iets wat niet is ge
beurd". terneergeslagen verlaat Sas de
bijeenkomst. De volgende dag raakt hij
nog meer gedeprimeerd als hij op het
departement van defensie de indruk
krijgt, dat er van de zijde van de rege
ring niets gebeurt.
De vrijdag voor de „aanval" gaat hij
naar vice-admiraal Fürstner om hem te
zeggen dat de dadeloosheid van het ka
binet hem zorgen baart, 's Middags be
zoekt hij oud-premier Colijn, die scep
tisch naar hem luistert en later zegt:
„De heer Sas is blijkbaar over zijn zenu
wen heen geraakt".
Daarna gaaf Sas naar generaal Van
Oorschot (inlichtingendienst). Als hij ook
hier tevergeefs waarschuwt, roept hij
woedend uit: „En nu ga ik naar de Ko
ningin"! Maar voordat Sas het paleis
„Ik weet niet of men aan de oorlog went", schrijft
Menno ter Braak in september 1939, „maar aan de
gedachte, dat er ergens anders oorlog is, went men
zeer snel". Natuurlijk, we leven de eerste weken wel
met de Polen mee. En op economisch gebied heeft
de Engelse blokkade ook gevolgen. Maar afgezien
van de mobilisatie ontstaat weinig beroering. Wel
een enorme chaos, doordat mobiiisatiekampen ge
heim worden gehouden. Zo geheim, dat de PTT-be-
ambten met de handen in het haar zitten, omdat ze
van talrijke adressen nog nooit hebben gehoord.
Telefoneren kan wel: „We mochten niet naar huis
schrijven waar we lagen", vertelt een soldaat. „Maar
toen ik mijn vrouw opbelde en vroeg hoe ze het
maakte, was haar eerste vraag: Jullie zitten in Hors-
sen hè, waar ligt dat? Hoe ze daaraan kwam? De
telefoniste had gezegd: Hier is Horssen voor u.„."
En omdat alles zo geheim is, vindt die eerste
zondag van de oorlog een ware invasie plaats van
vrouwen uit Amsterdam en Rotterdam die naar het
Land van Maas en Waal komen om te zien hoe hun
weggeroepen mannen het maken.
Op 3 september verschijnt de officiële neutrali-
teitsproclamatie. Overvliegende Engelse en Duitse
vliegtuigen worden beschoten. Later staakt men die
beschietingen. Niet alleen omdat Hitier als een dolle
te keer gaat als er een Duits toestel naar beneden
wordt gehaald, maar vooral omdat men weinig muni
tie heeft.
Elke dag die zonder veel moeilijkheden verloopt,
sterkt de regering en het volk in de wetenschap, dat
we ook deze keer buiten schot zullen blijven. Maar
op dat moment ligt Hitiers eerste aanvalsplan al
gereed
Het kabinet en het opperbevel stellen wej een
krijgsplan op „voor het geval dat...." Maar een aan
val achten beiden onwaarschijnlijk. Vastgesteld wordt
onze hoofdmacht bij een aanval achter de Waterlinie
terug te trekken. Een kleine achterhoede moet bij de
Grebbelinie de Duitsers een tijdje tegenhouden. Met
voldoening constateert opperbevelhebber Reynders
dat de Koningin en het kabinet achter hem staan.
Die voldoening zal niet lang duren....
Op 23 oktober meldt onze militaire attaché in
Berlijn, kapitein (later majoor) Sas, dat Hitler tot de
aanval heeft besloten. Een datum kan hij nog niet
noemen. Dat kunnen de Engelsen wel: zondag 12
november is het zoverl
Dat bericht slaat in als een bom. Zondag 5 novem
ber: bespreking bij de Koningin. Een plan voor Inun
daties in de Grebbelinie en de Betuwe stuit op hevig
verzet van premier De Geer. Hij gelooft er nog
steeds niet In. Generaal Reynders eigenlijk ook niet,
maar dat houdt hij voor zich. De Koningin steunt het
plan krachtig: het wordt aanvaard. De Geer uit nog
meer verzet tegen het intrekken van de periodieke
verloven. 'Ondanks druk van de Koningin weet hij dat
uit te stellen.
Niet voor lang. Enkele dagen later is het toch
zover. De ministers Dijxhoorn (defensie) en Van
Kleffens (buitenlandse zaken) blijken wél onder de
indruk te zijn van de Britse waarschuwing. Groot is
de opschudding in het land als de verloven worden
Ingetrokken. (De Geer: „Daar heb ik nou voor ge
waarschuwd!")
De Nederlandse Bank krijgt lucht van het gevaar
en pakt haar goud al vast in voor verscheping naar
Engeland. Hitier stelt de aanvalsdatum echter enkele
malen uit. Telkens meldt majoor Sas dat, maar hij
wordt steeds minder geloofd. Als de onrust weer
toeneemt, houdt De Geer een geruststellend praatje
voor de radio.
Het november-alarm, snel opgekomen, snel ver
dwenen, heeft in één opzicht een belangrijk effect:
zowel de geallieerde als de Nederlandse militairen
gaan rekening jiouden met een Duitse aanval. Con
tacten tussen deze militairen worden dan, ondanks
de strikte neutraliteit van ons land, noodzakelijk.
Het tweede alarm komt op 10 januari 1940, als bij
de Duits Belgische grens een vliegtuig een noodlan
ding maakt De twee hoge Duitse officieren die in
het toestel zitten, proberen hun papleren te verbran
den. Als de Belgische militairen bij het vliegtuig
arriveren, zijn ze daar praktisch In geslaagd.
Een deel valt beschadigd in Belgische handen: het
blijkt het plan voor de aanval op het westen te zijn:
Fall Gelbl
Zowel de Franse generaal Gamelin als het Neder
landse opperbevel geloven niet in de conclusie die
de Belgen trekken: binnenkort volgt de aanval! Ze
nuwenoorlog, zegt men.
De ministers Van Kleffens en Dijxhoorn daarente
gen zijn weer ernstig bezorgd, evenals de Koningin.
Na beraad op het paleis worden periodieke verloven
verboden en springladingen aangebracht onder brug-
verboden en springladingen aangebracht onder brug
gen in het oosten en zuiden van het land.
De zeventiende januari, dè datum, komt. Maar
Hitier stelt weer uit. Het tweede alarm is voorbij. De
dreiging blijft
Noordelnde binnentreedt, heeft Van
Oorschot de adjudant van de Koningin
verzocht Sas niet bij haar toe te laten.
(„Ze zou er maar overstuur van raken.")
Een dag later roept minister Dijxhoorn
de totaal overstuur zijnde attaché bij
zich en vertrouwt hem toe dat hij wel In
zijn berichten gelooft en dat „alles wel
goed komt". „Voldaan ging hij heen",
aldus minister Dijxhoorn Maar dr. De
Jong betwijfelt dat In hoge mate.
„Het Sast weer eens"
De aanvalsdatum voor Fall Gelb Is
door Hitler niet minder dan negentien
maal uitgesteld. Sas meldt praktisch elke
datum. Keer op keer is zijn informatie
juist. Maar de data verstrijken, de ene
na de andere. De Inlichtingen zijn voor
het opperbevel nooit aanleiding extra
voorzorgsmaatregelen te nemen. Met el
ke datum die Sas doorgeeft, daalt zijn
prestige.
Als Sas een datum noemt, reageert
men op het hoofdkwartier met een „Het
Sast weer eens!" Ondanks het verbod
van De Geer, de Koningin over Sas'
rapporten in te lichten, kreeg zij ze alle
onder ogen. Sas gaf ze via haar adju
dant door en trok zich niets van dit
bevel aan.
Het gaat generaal Reynders langza
merhand de keel uithangen: hij wil van
Sas af. Als de gezant In Berlijn daarach
ter komt, protesteert deze fel: hij gelooft
Sas wèl. Diens ontslag gaat niet door.
Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der
Nederlanden In de Tweede Wereldoorlog,
deel 2 „Neutraal", populaire uitgave 460
blz., 16,Staatsuitgeverij. De weten
schappelijke editie verscheen bij Mar-
tlnus NIJhoff, Den Haag, 660 blz., f 38.
Op een keer meldt Sas. dat de Duitsers
bij hun aanval Nederlandse uniformen
zullen qebruiken en dat hun troepen vla
Noord-Brabant naar de Moerdijkbrug,
Dordrecht en Rotterdam zullen doorsto
ten. Hoe weinig waarde men daaraan
hecht blijkt wel uit het feit, dat dit rap
port gewoon zoek raakt
Achteraf is het niet moeilijk te consta
teren. dat het ongeloof in Sas in menig
opzicht Nederland ernstig heeft
geschaad. Hoe is dat ongeloof te verkla
ren?
De argumenten van Reynders zijn niet
ver gezocht: het is ook vreemd dat het
door Sas aangegeven offensief telkens
niet doorgaat Hitier voert blijkbaar een
zenuwoorlog en daarmee is voor het
hoofdkwartier de kous af.
„Ploerten"
Maar er Is een diepere oorzaak van
dat ongeloof: het onbegrip voor de de
monie van Hitiers politiek. De Duitse
officier Oster spreekt over „die bende"
en „ploerten" maar voor de Nederlandse
Majoor Sas
officieren gelden noq de fatsoensnor
men. Oster wordt dan ook als een „ver
rader" bestempeld en zelfs de latere ge
neraal Winkelman vindt hem „onduits".
De geringe aandacht voor Sas is. In
het negatieve, de uitdrukking van een
gebrek aan fantasie en een gebrek aan
begrip voor het wezen van het nationaal-
sociall8me. En. In positieve zin, van de
traditionele fatsoensnormen. Achter het
probleem-Sas gaat dan ook een veel
wijder en algemener probleem schuil: dat
van de neutraliteit, de mentaliteit en de
daaromheen gevoerde politiek.
MORGEN: HET VENLO-INCIDENT
Oster
Vandaag is bij de Staatsuitgeverij het tweede deel verschenen van
„Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" door
dr. L de Jong. Gedurende de acht maanden die verstreken tussen de
Duitse aanval op Polen en die op ons land waren we neutraal. Het was
een periode, waarin de meeste Nederlanders dachten dat we er wel
weer buiten zouden blijven, als in 1914'18.
Dat was een illusie. Eind september besloot Hitier al tot de aanval
op de loge landen. Voor het eerst beschrijft dr. De Jong die neutralif*its-
periode openhartig, zonder een blad voor de mond te nemen.
De conflicten die leidden tot de vervanging van generaal Reynders,
het werk van de Britse geheime dienst, de contacten van de militaire
leiders met de Geallieerden en België, de Duitse spionage en het weinig
vooruitziende beleid van het kabinet-De Geer zijn slechts enkele van de
onderwerpen in „Neutraal".
De komende dagen zullen wij enkele van die onderwerpen uitvoerig
belichten. Vandaag het eerste en tweede alarm, premier De Geer sust,
majoor Sas waarschuwt, maar wordt niet geloofd.