Nixon s Dit is de juiste koers Majoor Sas wordt niet geloofd BLIJVEN WE BUITEN SCHOT? Nixon Ho: Geroerd door dode Amerikanen HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN IN DE TWEEDE WERELDOORLOG NEUTRAAL Alarm op alarm WM9DAG 4 NOVEMBER 1969 (Vervolg van pag. 1) Terugtocht In zijn rede, die een half uur duur de en door alle Amerikaanse radio- en tv-stations werd uitgezonden en ook bijv. door Hilversum II sprak Nixon niet over een verdere troepen- vermindering in Vietnam, nadat half december 60.000 man zijn teruggetrok ken. „Naax-mate de Zuidvietnamse troe pen sterker worden, kan de omvang van de terugtrekking van Amerika- j j?er) groter worden", aldus de presi dent. Zijn plannen zullen worden vastgesteld in overleg met de regering te Saigon. Terugtrekking zal geschieden van uit een krachtige positie en niet van uit een zwakke. Nixon maakte melding van de ver minderde activiteiten van de tegen stander en van de vooruitgang bij de opleiding van de Zuidvietnamse strijdkrachten. Deze was groter dan hij veronderstelde, toen hij in juni de terugkeer van 25.000 Amerikanen aankondigde. Een overhaast vertrek van alle Amerikanen zou echter tot een onme telijke ramp leiden. Pessimistisch De president gaf een pessimistisch beeld van de Parijse vredesbesprekin gen. „Met uitzondering van de vorm van de conferentietafel is geen voor WASHINGTON - De rede van president Nixon over zijn Vietnambeleid bevatte de volgende hoogtepunten Wij kunnen (indien moge lijk) doorgaan met ons streven naar een rechtvaardige vrede door onder handelingen of zo nodig door een voortzetting van ons plan voor de Vietnamisatie een plan waardoor al onze troepen volgens een schema in overeenstemming met ons pro gramma zullen worden teruggetrok ken, terwijl de Zuidvietnamezen sterk genoeg worden om hun eigen vrijheid te verdedigen. Ik heb deze koers gekozen. Het is geen gemakkelijke weg. Het is de juiste weg. •fe Vertrouwen In gesprekken over de gevolgen van een overhaaste terugtrekking heb ik gezegd, dat onze bondge noten het vertrouwen in Amerika zouden verliezen; veel gevaarlijker is, dat wij het vertrouwen in ons zelf zouden verliezen. De eerste reactie zou een gevoel van opluch ting zjjn als onze mannen naar huis terugkeerden. Maar als wü de gevolgen van datgene wat wij had den gedaan zouden overzien, zouden wroeging en verdeeldheid de geest van ons volk aantasten. Voor de toekomst van de vrede zou een overhaaste terugtrekking derhalve uitgang -geboekt. De tegenstander toont geen bereidheid tot samenwer ken, omdat hij ervan overtuigd is, dat hij slechts hoeft te wachten op de volgende concessie en de daarop volgende, totdat hij alles krijgt, wat hij wil hebben." Nixon zei te beseffen, dat zijn ver slag ontmoedigend is. Het Ameri kaanse volk heeft er evenwel recht op, de waarheid te kennen en zowel het slechte als het goede nieuws te horen. De president deed een beroep op de vaderlandsliefde van de Ame rikanen en vroeg hun vertrouwen en medewerking. .,Laat ons verenigd zijn voor de vrede en tegen de nederlaag. Want laten wij begrijpen: Noord-Viet nam kan de Verenigde Staten niet yerslaan of vernederen. Slechts Amerikanen kunnen dat." een ramp van onometelijke omvang zijn: Onze nederlaag en vernede ring in Zuid-Vietnam zou zonder twijfel tot roekeloosheid leiden bij de regeringen van die grote mo gendheden, die hun streven naar wereldverovering nog niet hebben opgegeven. Dit zou leiden tot geweld daar, waar wij ons verbonden hebben de vrede te handhaven in het Nabij Oosten, Berlijn, en eventueel op het Westelijke halfrond. Daarom heb ik niet gekozen voor een snelle terugtrekking maar voor het sluiten van vrede door onder handelingen. Wij hebben de volledige terug trekking van alle buitenlandse troe pen binnen een jaar aangeboden. Wij hebben een wapenstilstand onder internationaal toezicht aan geboden. •fe Aangeboden Wij hebben vrije verkiezingen on der internationaal toezicht aangebo den, waarbij de communisten als georganiseerde politieke macht deel nemen aan de organisatie en het leiden van de verkiezingen. De regering te Saigon heeft be loofd de uitslag van de verkiezin gen te aanvaarden. Hanoi heeft geweigerd om ook maar over deze voorstellen te spre ken. Zij eisen onze onvoorwaarde lijke aanvaarding van hun voor waarden. Medio juli raakte ik ervan over tuigd dat het noodzakelijk was een belangrijke stap te zetten om de impasse in de Parijse besprekingen te doorbreken. Ik sprak recht streeks met iemand, die Ho Tsji Minh 25 jaar lang persoonlijk heeft gekend. Via hem heb ik een brief aan Ho Tsji Minh gezonden. Ik deed dit buiten de gebruike lijke diplomatieke kanalen om in de hoop dat er constructieve voortgang op de weg naar beëindiging van de oorlog zou kunnen komen nu de noodzaak om propagandaverklarin- gen af te leggen was weggenomen. Ik ontving het antwoord van Ho Tsji Minh op 30 augustus, drie da gen voor zijn dood. In dat ant woord werd kortweg het openbare standpunt herhaald dat Noord-Viet- nam bij de Parijse besprekingen had ingenomen en werd mijn initiatief J botweg afgewezen. Niets Het resultaat van alle openbare, privé en geheime ondei-handelin- gen, die sinds het staken van de bombardementen een jaar geleden en sinds de ambtsaanvaarding van mijn regering op 20 januari zijn ge nomen, kan in één zin worden sa mengevat: Er zijn hoegenaamd geen vorde ringen gemaakt behoudens dan het akkoord over de vorm van de con ferentietafel. Het is duidelijk geworden, dat de hinderpaal bij de onderhandelingen ter beëindiging van de oorlog is. dat de andere partij absoluut wei gert om ook maar een greintje be reidheid te tonen om met ons deel te nemen aan het zoeken naar een rechtvaardige vrede. Zij zal dat ook niet doen, omdat zij ervan over tuigd is dat zij slechts behoeft te wachten op onze volgende con cessie en de daarop volgende, tot dat zij alles heeft gekregen wat zij wil. •fe Tijdschema Ik heb het tijdschema voor ons terugtrekkingsprogramma niet aan gekondigd en ik ben ook niet voor nemens dat te doen. De bekendma king van een vast tijdschema voor onze terugtrekking zou bij de vijand elke aansporing wegnemen om over een akkoord te onderhandelen. Hij zou eenvoudig wachten tot onze strijdkrachten zijn weggetrokken en dan binnenrukken. De twee andere factoren, waarop wij onze besluiten tot terugtrekking zullen baseren, zijn het peil van de vijandelijke activiteit en de vor deringen met het opleidingspro gramma van de Zuidvietnamesfc strijdkrachten. De vorderingen op deze twee fronten zijn groter dan wij verwachtten toen wij in juni een begin maakten met ons terug trekkingsprogramma. Dientengevolge is het tijdschema voor de terugtre?> king thans optimistischer dan toen wij in juni onze eerste ramingen maakten. Naast deze optimistische raming moet ik in alle oprechtheid een waarschuwende noot laten horen: Indien het niveau van de vijan delijke activiteit belangrijk toe neemt, zouden wij ons tijdschema dienovereenkomstig kunnen wijzi gen. •fe Vredesplan Ik heb gekozen voor een vredes plan. Ik geloof, dat het zal slagen. Indien het slaagt maakt het niet uit. wat de critici thans zeggen. Indien het niet slaagt, maakt het niet uit wat ik thans zeg. En daarom vraag-ik-Ui de grote zwijgende meerderheid van mijn mede-Amerikanen, om uw steun. WASHINGTON In de zo mer van dit jaar is er een brief- wisseling geweest tussen de Amerikaanse en de Noord Viet namese president. De belang rijkste passages uit de brief van Nixon aan Ho Tsji Minh zijn: „Ik zie in dat het moeilijk is om over een spanne van vier jaar oorlog heen zinvol met elkaar contact op te nemen. Maar juist hierom wilde ik deze gelegenheid te baat nemen om in alle plechtigheid mijn streven naai" een gerechtvaardigde vrede opnieuw te bevestigen. Ik geloof sterk dat de oorlog in Vietnam te lang heeft ge duurd en dat een vertraging van het beëindigen ervan niemand ten voor deel zou strekken en niet in het minst het volk van Vietnam." WELWILLEND „De tijd is nu gekomen om aan de conferentietafel stappen te gaan zet ten naar een spoedige oplossing van deze tragische oorlog. U zult zien dat wij tegemoetkomend en welwillend zijn om in een gezamenlijke poging te trachten de zegeningen van de vrede te brengen aan het dappere volk van Vietnam. Laat de geschiedenis boekstaven, dat in dit kritieke tijdsgewricht beide partijen hun gelaat naar de vrede in plaats van naar conflict en oorlog hebben gekeerd". Ruim een maand later, op 25 augustus, stuurde Ho Tsji Minh aan Nixon een brief terug, waarin onder meer stond: „De agressie-oorlog van de Vere nigde Staten tegen ons volk, welke onze fudamentale nationale rechten schendt, duurt nog voort in Zuid- Vietnam. Ik ben uiterst verontwaar digd over de verliezen en vernielin gen die de Amerikaanse troepen ons volk en ons land toebrengen. Ik ben ook diep geroerd door het stijgende dodencijfer van jonge Amerikanen die in Vietnam gevallen zijn wegens de politiek van Amerikaanse rege ringskringen. Ons Vietnamees volk is de vrede diep toegewijd, een echte vrede met onafhankelijkheid en echte vrijheid. Ze zijn vastbesloten tot het einde door te vechten, zonder uit de weg te gaan voor de offers en de moei lijkheden om hun land en hun hei lige nationale rechten te verdedigen. In uw brief hebt u de wens geuit om op te treden voor een rechtvaar dige vrede. Hiervoor moeten de VS de agressie-oorlog staken en zijn troepen uit Zuid-Vietnam terug trekken, het recht eerbiedigen van de bevolking van het zuiden en van de Vietnamese natie om zonder bui tenlandse invloed voor zich zelf te zorgen. Met goede wil aan beide kanten kunnen we tot gezamenlijke pogin gen komen om een correcte oplossing te vinden van het Vietnamese pro bleem." Ontmoedigend QNTMOEDIGEND noemde presi dent Nixon zelf bet verslag, dat hij vannacht heeft gegeven over mo gelijkheden tot beëindiging van de strijd in Vietnam. Het zal ais zodanig worden ervaren in en buiten Amerika. Want het eigen plan van de president is er één op lange termijn, en dan nog met weinig uitzicht. Dat Nixon geleidelijk alle grond strijdkrachten wil terugtrekken, is geen nieuws, nu hij opnieuw gewei gerd heeft een tijdschema aan te ge ven. Dit wordt bepaald door tempo en mate, waarin de Zuidvietnamcse strijdkrachten sterker worden en in staat zijn de taak van de Amerikaan se militairen over te nemen. Het „geheime plan" van de president is samengesteld in overleg met de re gering te Saigon, die nog altijd niets wil weten van een politieke oplossing. President Thieu noemde het vanoch tend nog dom over een neutraal Zuid- Vietnam te praten, ,^want", zei hij, „de overwinning is nabij". En vice-president Ky vertelde voordat Nixon zijn rede hield dat Amerika volgend jaar misschien nog wel 180.000 militairen zou kunnen te rugtrekken. Er zouden eind 1970 dan toch altijd nog bijna 300.000 Amerikanen in Zuid- Vietnam vechten, terwijl op politiek terrein geen vorderingen gemaakt zouden zijn. Nixon verweet de voorstanders vaji een tijdschema voor terugtrekking, dat zij Amerika zijn eerste nederlaag in de geschiedenis willen toebrengen. Slechts Amerikanen kunnen Amerika verslaan of vernederen, zegt de pre-, sident in een poging, de masale kri tiek op zijn ondoorzichtig beleid het zwijgen op te leggen. Hij spreekt nog steeds In termen van militaire strijd, en zelfs over een ramp van verschrikkelijke omvang als men zijn beleid zou doorkruisen. Het enige wat men kan hopen is, dat de president, die zich kennelijk niet de wet wil laten voorschrijven, bin nenkort toch ingrijpende stappen neemt. Daarmee zou hij het vertrouwen ook van die Amerikanen kunnen winnen, die enkele weken geleden de straat op gingen om van hun onbehagen te laten blijken. Ook zou hij voorkomen, dat op 14 cn 15 november onruststokers tijdens nieuwe demonstraties vat krijgen op de velen die ook nü niet zijn gerust gesteld. (door Pieter-Jan Dekkers) A LS de Nederlandse militaire attaché in Berlijn, majoor Sas, in mei 1939 meldt, dat de Duitsers -L. over sterke eenheden parachu tisten beschikken, wordt met „hoon" over zijn rapport gesproken. Zul ke troepen zijn geen gevaar: „Die vangen we met hooivorken op." Later meldt Sas dat de Duitsers bij hun aanval op Poien misbruik zullen maken van Poolse unifor men. Weer wordt hij niet geloofd. Hitier gebruikt echter die uniformen. Dat zou voor het Nederlandse opperbevel een waarschuwing moeten zijn. Maar men ge looft Sas nu eenmaal niet. Ook .niet als hij eind oktober 1939 van zijn vriend Oster, die bij de Duitse Ab- wehr werkt, hoort dat de aanval op Ne- t derland in de tweede helft van november zal plaatsvinden. Den Haag zendt een tweede man naar Berlijn (zonder dat Sas er iets van af weet) die links en rechts informeert of er iets van Sas' melding waar is. Elke Duitser die de man spreekt, verzekert hem echter dat Hitier er niet aan denkt Nederland aan te val- op wacht Ien.„. En dus gaat er een brief naar Den Haag, dat de berichten van Sas in het vervolg met een korreltje zout kunnen worden genomen. Sas Is woedend en gaat naar Den Haag, waar hem twee klappen worden toegediend. Zijn berich ten zullen niet meer serieus worden ge nomen en hij mag geen enkel contact opnemen met ministers. Het Is Sas duidelijk, dat hij opzettelijk geïsoleerd wordt. Hij wil ontslag nemen. De eenzame attaché wordt zelfs zo geïsoleerd, dat hij tijdens zijn verblijf in Den Haag niets hoort van de Britse waarschuwing over de aanval. Wat is logischer dan de militaire attaché In Ber lijn op te dragen dat bericht te checken? Het wordt (opzettelijk?) nagelaten.... Oster vertelt hem bij terugkeer in Ber lijn, dat 12 november de datum is. Niet vermoedend dat de regering dat al van de Britten heeft gehoord (hij wordt Im mers geïsoleerd) keert hij snel naar Den Haag terug. De ministers De Geer, Dijx- hoorn en Van Kleffens en generaal Reynders blijken helemaal niet verrast te zijn van zijn bericht. Vooral De Geer staat wantrouwend tegenover Sas. Deze wordt zo zenuwachtig, dat hij op een gegeven moment zweert, dat de aanval 12 november zal plaatsvinden. Gedeprimeerd Premier De Geer: „U kunt moeilijk een eed afleggen op Iets wat niet is ge beurd". terneergeslagen verlaat Sas de bijeenkomst. De volgende dag raakt hij nog meer gedeprimeerd als hij op het departement van defensie de indruk krijgt, dat er van de zijde van de rege ring niets gebeurt. De vrijdag voor de „aanval" gaat hij naar vice-admiraal Fürstner om hem te zeggen dat de dadeloosheid van het ka binet hem zorgen baart, 's Middags be zoekt hij oud-premier Colijn, die scep tisch naar hem luistert en later zegt: „De heer Sas is blijkbaar over zijn zenu wen heen geraakt". Daarna gaaf Sas naar generaal Van Oorschot (inlichtingendienst). Als hij ook hier tevergeefs waarschuwt, roept hij woedend uit: „En nu ga ik naar de Ko ningin"! Maar voordat Sas het paleis „Ik weet niet of men aan de oorlog went", schrijft Menno ter Braak in september 1939, „maar aan de gedachte, dat er ergens anders oorlog is, went men zeer snel". Natuurlijk, we leven de eerste weken wel met de Polen mee. En op economisch gebied heeft de Engelse blokkade ook gevolgen. Maar afgezien van de mobilisatie ontstaat weinig beroering. Wel een enorme chaos, doordat mobiiisatiekampen ge heim worden gehouden. Zo geheim, dat de PTT-be- ambten met de handen in het haar zitten, omdat ze van talrijke adressen nog nooit hebben gehoord. Telefoneren kan wel: „We mochten niet naar huis schrijven waar we lagen", vertelt een soldaat. „Maar toen ik mijn vrouw opbelde en vroeg hoe ze het maakte, was haar eerste vraag: Jullie zitten in Hors- sen hè, waar ligt dat? Hoe ze daaraan kwam? De telefoniste had gezegd: Hier is Horssen voor u.„." En omdat alles zo geheim is, vindt die eerste zondag van de oorlog een ware invasie plaats van vrouwen uit Amsterdam en Rotterdam die naar het Land van Maas en Waal komen om te zien hoe hun weggeroepen mannen het maken. Op 3 september verschijnt de officiële neutrali- teitsproclamatie. Overvliegende Engelse en Duitse vliegtuigen worden beschoten. Later staakt men die beschietingen. Niet alleen omdat Hitier als een dolle te keer gaat als er een Duits toestel naar beneden wordt gehaald, maar vooral omdat men weinig muni tie heeft. Elke dag die zonder veel moeilijkheden verloopt, sterkt de regering en het volk in de wetenschap, dat we ook deze keer buiten schot zullen blijven. Maar op dat moment ligt Hitiers eerste aanvalsplan al gereed Het kabinet en het opperbevel stellen wej een krijgsplan op „voor het geval dat...." Maar een aan val achten beiden onwaarschijnlijk. Vastgesteld wordt onze hoofdmacht bij een aanval achter de Waterlinie terug te trekken. Een kleine achterhoede moet bij de Grebbelinie de Duitsers een tijdje tegenhouden. Met voldoening constateert opperbevelhebber Reynders dat de Koningin en het kabinet achter hem staan. Die voldoening zal niet lang duren.... Op 23 oktober meldt onze militaire attaché in Berlijn, kapitein (later majoor) Sas, dat Hitler tot de aanval heeft besloten. Een datum kan hij nog niet noemen. Dat kunnen de Engelsen wel: zondag 12 november is het zoverl Dat bericht slaat in als een bom. Zondag 5 novem ber: bespreking bij de Koningin. Een plan voor Inun daties in de Grebbelinie en de Betuwe stuit op hevig verzet van premier De Geer. Hij gelooft er nog steeds niet In. Generaal Reynders eigenlijk ook niet, maar dat houdt hij voor zich. De Koningin steunt het plan krachtig: het wordt aanvaard. De Geer uit nog meer verzet tegen het intrekken van de periodieke verloven. 'Ondanks druk van de Koningin weet hij dat uit te stellen. Niet voor lang. Enkele dagen later is het toch zover. De ministers Dijxhoorn (defensie) en Van Kleffens (buitenlandse zaken) blijken wél onder de indruk te zijn van de Britse waarschuwing. Groot is de opschudding in het land als de verloven worden Ingetrokken. (De Geer: „Daar heb ik nou voor ge waarschuwd!") De Nederlandse Bank krijgt lucht van het gevaar en pakt haar goud al vast in voor verscheping naar Engeland. Hitier stelt de aanvalsdatum echter enkele malen uit. Telkens meldt majoor Sas dat, maar hij wordt steeds minder geloofd. Als de onrust weer toeneemt, houdt De Geer een geruststellend praatje voor de radio. Het november-alarm, snel opgekomen, snel ver dwenen, heeft in één opzicht een belangrijk effect: zowel de geallieerde als de Nederlandse militairen gaan rekening jiouden met een Duitse aanval. Con tacten tussen deze militairen worden dan, ondanks de strikte neutraliteit van ons land, noodzakelijk. Het tweede alarm komt op 10 januari 1940, als bij de Duits Belgische grens een vliegtuig een noodlan ding maakt De twee hoge Duitse officieren die in het toestel zitten, proberen hun papleren te verbran den. Als de Belgische militairen bij het vliegtuig arriveren, zijn ze daar praktisch In geslaagd. Een deel valt beschadigd in Belgische handen: het blijkt het plan voor de aanval op het westen te zijn: Fall Gelbl Zowel de Franse generaal Gamelin als het Neder landse opperbevel geloven niet in de conclusie die de Belgen trekken: binnenkort volgt de aanval! Ze nuwenoorlog, zegt men. De ministers Van Kleffens en Dijxhoorn daarente gen zijn weer ernstig bezorgd, evenals de Koningin. Na beraad op het paleis worden periodieke verloven verboden en springladingen aangebracht onder brug- verboden en springladingen aangebracht onder brug gen in het oosten en zuiden van het land. De zeventiende januari, dè datum, komt. Maar Hitier stelt weer uit. Het tweede alarm is voorbij. De dreiging blijft Noordelnde binnentreedt, heeft Van Oorschot de adjudant van de Koningin verzocht Sas niet bij haar toe te laten. („Ze zou er maar overstuur van raken.") Een dag later roept minister Dijxhoorn de totaal overstuur zijnde attaché bij zich en vertrouwt hem toe dat hij wel In zijn berichten gelooft en dat „alles wel goed komt". „Voldaan ging hij heen", aldus minister Dijxhoorn Maar dr. De Jong betwijfelt dat In hoge mate. „Het Sast weer eens" De aanvalsdatum voor Fall Gelb Is door Hitler niet minder dan negentien maal uitgesteld. Sas meldt praktisch elke datum. Keer op keer is zijn informatie juist. Maar de data verstrijken, de ene na de andere. De Inlichtingen zijn voor het opperbevel nooit aanleiding extra voorzorgsmaatregelen te nemen. Met el ke datum die Sas doorgeeft, daalt zijn prestige. Als Sas een datum noemt, reageert men op het hoofdkwartier met een „Het Sast weer eens!" Ondanks het verbod van De Geer, de Koningin over Sas' rapporten in te lichten, kreeg zij ze alle onder ogen. Sas gaf ze via haar adju dant door en trok zich niets van dit bevel aan. Het gaat generaal Reynders langza merhand de keel uithangen: hij wil van Sas af. Als de gezant In Berlijn daarach ter komt, protesteert deze fel: hij gelooft Sas wèl. Diens ontslag gaat niet door. Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden In de Tweede Wereldoorlog, deel 2 „Neutraal", populaire uitgave 460 blz., 16,Staatsuitgeverij. De weten schappelijke editie verscheen bij Mar- tlnus NIJhoff, Den Haag, 660 blz., f 38. Op een keer meldt Sas. dat de Duitsers bij hun aanval Nederlandse uniformen zullen qebruiken en dat hun troepen vla Noord-Brabant naar de Moerdijkbrug, Dordrecht en Rotterdam zullen doorsto ten. Hoe weinig waarde men daaraan hecht blijkt wel uit het feit, dat dit rap port gewoon zoek raakt Achteraf is het niet moeilijk te consta teren. dat het ongeloof in Sas in menig opzicht Nederland ernstig heeft geschaad. Hoe is dat ongeloof te verkla ren? De argumenten van Reynders zijn niet ver gezocht: het is ook vreemd dat het door Sas aangegeven offensief telkens niet doorgaat Hitier voert blijkbaar een zenuwoorlog en daarmee is voor het hoofdkwartier de kous af. „Ploerten" Maar er Is een diepere oorzaak van dat ongeloof: het onbegrip voor de de monie van Hitiers politiek. De Duitse officier Oster spreekt over „die bende" en „ploerten" maar voor de Nederlandse Majoor Sas officieren gelden noq de fatsoensnor men. Oster wordt dan ook als een „ver rader" bestempeld en zelfs de latere ge neraal Winkelman vindt hem „onduits". De geringe aandacht voor Sas is. In het negatieve, de uitdrukking van een gebrek aan fantasie en een gebrek aan begrip voor het wezen van het nationaal- sociall8me. En. In positieve zin, van de traditionele fatsoensnormen. Achter het probleem-Sas gaat dan ook een veel wijder en algemener probleem schuil: dat van de neutraliteit, de mentaliteit en de daaromheen gevoerde politiek. MORGEN: HET VENLO-INCIDENT Oster Vandaag is bij de Staatsuitgeverij het tweede deel verschenen van „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" door dr. L de Jong. Gedurende de acht maanden die verstreken tussen de Duitse aanval op Polen en die op ons land waren we neutraal. Het was een periode, waarin de meeste Nederlanders dachten dat we er wel weer buiten zouden blijven, als in 1914'18. Dat was een illusie. Eind september besloot Hitier al tot de aanval op de loge landen. Voor het eerst beschrijft dr. De Jong die neutralif*its- periode openhartig, zonder een blad voor de mond te nemen. De conflicten die leidden tot de vervanging van generaal Reynders, het werk van de Britse geheime dienst, de contacten van de militaire leiders met de Geallieerden en België, de Duitse spionage en het weinig vooruitziende beleid van het kabinet-De Geer zijn slechts enkele van de onderwerpen in „Neutraal". De komende dagen zullen wij enkele van die onderwerpen uitvoerig belichten. Vandaag het eerste en tweede alarm, premier De Geer sust, majoor Sas waarschuwt, maar wordt niet geloofd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 11