Verontrusten werpen geref.
synode de handschoen toe
WIJ WILLEN
PRATEN
VOOR DE BESLUITEN
Op welke wijze raakt de
vrouw uit het ambt?
Augustijn: Geen nieuw
ondertekeningsformulier
ZOU KUNNEN LEIDEN
TOT TUCHTPROCESSEN
Een ivoord voor vandaag
Moment kan komen
dat wij moeten gaan
Op overmacht van
Woord vertrouwen
„Strenge binding niet typisch reformatorisch"
Geref. synode voor vrouw in het ambt, maar:
Puzzelhoek
God heeft door de profeet Maleachi sterke woorden gespro
ken tot de priesters van Israël. Hun zegen zal Hij in een vloek
doen verkeren. Alles wat zij aanraken, zal gedood worden. De
feestoffers zullen schandoffers worden. ,JDan", zegt God (Ma
leachi 2 4) ,g.ult gij inzien, dat Ik u deze aanzegging gezon
den heb, opdat Mijn verbond met- Levi besta."
Waarom maakt God zich boos op deze godsdienstige leider?
Omdat God eens in het verleden blij was over Levi. „In vrede
en oprechtheid wandelde hij met Mij en velen bracht hij van
ongerechtigheid terug", herinnert God zich.
Vandaag doen we, alsof het verleden er niet toe doet. De toe
komst ligt voor ons. Zoals iedere nieuwe auto beter en iedere
nieuwe ijskast koeler is, zo menen we dat iedere nieuwe dag
beter moet zijn dan de dag die achter ons ligt. Terwijl we eens
wat melodramatisch spraken over ..die goede oude tijd", spre
ken we steeds vaker over het „duistere verleden." Dat ver
leden bestond immers uit oorlogen en geruchten van oorlo
gen. Wie wil nog terug?
Maar wie zo het verleden de rug toekeert, loopt het gevaar,
dat hij ook de zegen van God uit het verleden de rug toe
keert. Dan keert hij zich ook af van het Verbond, dat God eens
met onze voorvaderen heeft gesloten. Want als God met de
mens onderweg gaat, gaat Hij ook op weg met diens kinde
ren. En als zij Hem de rug toekeren ondergaan zij dezelfde ge
volgen die hun vaderen ervaren zouden hebben als zij God
vergaten. God laat ons maar niet zo gemakkelijk los. Wie met
God ivil breken, moet zich letterlijk van Hem losscheuren.
We lezen vandaag: Psalm 136.
(Van onze kerkredactie)
LUNTEREN De gereformeerde synode werd de handschoen
toegeworpen. Hoewel ds. E. J. Oomkes namens de Vereniging van
Verontrusten „Schrift en Getuigenis" zei „Wij zqu geen pressie
groep", eindigde hij zqn toespraak tot de synode toch met de
woorden: „Het is verre van ons om een breuk te willen forceren,
evenmin als Luther dat wilde. Toch moest h(j de kerk verlaten.
Zo kan ook voor velen het moment aanbreken dat ze moeten zeg
gen: „Wfl moeten gaan".
De verontrusten werd de hand toe
gestoken. Ds. L. H. Kwast, een van
de jongere synodeleden, vroeg: „Wilt
u meewerken als de synode een or
gaan schept, waarin doorgesproken
kan worden over de problemen die
op het ogenblik in de kerk opdui
ken?"
De vergaderzaal van De Blije We-
relt te Lunteren, waar de gerefor
meerde synode bijeen is, was giste
ren meer dan vol. Er waren veel
(Van onze kerkredactie)
KAMPEN Geen nieuw on
dertekeningsformulier in de Ge
reformeerde Kerken, zegt prof.
dr. C. Augustijn, kerkhistoricus
aan de Vrije Universiteit, want
dat zou kunnen leiden tot tucht-
processen.
Na vijf „Cahiers voor de gemeen
te", die het gereformeerde kerkvolk
inlichtten over de veranderingen in
de wijze van verstaan van de Bijbel,
waaronder vooral dat van prof. dr. H.
M. Kuitcrt sterk de aandacht trok,
heeft prof. Augustijn nu een Cahier
gegeven over de belijdenis, dat niet
minder geruchtmakend zal zijn. voor
al nu de synode vandaag over de
binding aan de belijdenis is gaan
spreken.
Iedere ambtsdrager in de Gerefor
meerde Kerken moet minstens een
keer in zijn leven de Drie Formulie
ren van Enigheid ondertekenen en
daarmee verklaren, dat de leer daar
in vervat „in alles met Gods Woord
overeenkomt" en dat hij niets daarte
gen zal leren of schrijven. In feite
wordt dit ondertekeningsformulier al
lang niet meer in strikte zin nageko
men. Een synodebesluit, dat in dit
opzicht de oude situatie zou willen
herstellen, zou volgens prof. Au
gustijn de ondergang van de Gerefor
meerde Kerken zijn.
Nu is het prof. Augustijn bekend,
dat er zijn die pleiten voor een
nieuw ondertekeningsformulier. In
dat nieuwe formulier zou dan beter
dan in het oude moeten uitkomen,
dat alleen de Heilige Schrift in de
kerk regel en maatstaf is voor geloof
en leven. Bovendien zou daarin dui
delijk moeten blijken, dat wij niet
gebonden zijn aan allerlei formulerin
gen die in de belijdenisgeschriften te
vinden zijn. maar dat het gaat om de
inhoud ervan. Men stelt dan voorop
dat de kerk in ieder geval het bin
dend gezag van de belijde
nisgeschriften moet handhaven, want
anders zou een oeverloze vrijheid
ontstaan.
Achteruitgang
Tegen deze visie keert prof. Au
gustijn zich. Een dergelijk nieuw on_-
dertekeningsforulier. zo schrijft hij.
..zal dan minder strikt zijn dan het
oude. Dat kan een vooruitgang bete
kenen. Het kan echter ook in feite
een achteruitgang zijn. Juist omdat
het nieuw zou zijn en niemand zou
kunnen zeggen dat het door de ont
wikkeling achterhaald was. zou het
op grond daarvan mogelijk worden,
ambtsdragers aan te klagen en tucht-
processen te voeren".
„Nu al liggen er op de synodetafel
aanklachten. waarbij men zich
baseert op de uitspraken van de vori
ge synode met betrekking tot schep
ping en zondeval. Die uitspraken zijn
op de vorige synode gedaan, toen
men de leeruitspraken van de synode
van Assen van 1926 ophief! Dat is
een baken in zee. In de toekomst zou
Iets dergelijks kunnen gebeuren op
grond van een nieuw Attti
ningsfcrmulier".
In het grootste deel van zijn boekje j
geeft prof. Augustijn informatie uit
de zestiende eeuw. Hij komt tot de
conclusie, dat de strenge binding aan j
de belijdenis, zoals we die in Dor
drecht 1618-'19 vinden, niet typisch
reformatorisch is.
Er zit een bepaalde ontwikkeling in
de geschiedenis van de belijde- j
msgeschriften. Oorspronkelijk zijn ze
een verklaring van gevoelen. De kerk I
spreekt uit. hoe zij denkt over de
voor die tijd belangrijkste vragen. De
bedoeling is, de mensen méé te krij
gen, enthousiast te maken voor het
opnieuw ontdekte evangelie.
Pas later (in Nederland vanaf
omstreeks 1580) hebben ze volgens
prof. Augustijn een grondslagkarak
ter gekregen, waarbij ook dwang
paste door middel van een strikt on
dertekeningsformulier. De Gerefor
meerde Kerken hebben zich in de
vorige eeuw zeer bewust aangesloten
bij het latere gebruik.
Prof. Augustijn vindt dat als reac
tie op de situatie in de Hervormde
Kerk zeer begrijpelijk. „Was het ech
ter gelukkig? Het heeft de Gerefor
meerde Kerken een grote mate van
vastheid en zekerheid gegeven, er
waren duidelijke grenzen. Maar het
heeft bok tot gevolg gehad, dat de
belijdenisgeschriften een te grote
plaats kregen in het leven van de/.e
kerken. Misschien is het beter om te
zeggen: een verkeerde plaats".
Onbelangrijk
Een nieuw ondertekeningst'ormulier
is volgens prof. Augustijn daarom
niet wel mogelijk, omdat de oude
drie belijdenisgeschriften de een
dracht der kerk in het geloof niet
meer tot uitdrukking brengen. Velen
vinden er allerlei dingen in, die voor
hen onbelangrijk zijn en missen al
lerlei dingen, die naar hun stellige
overtuiging heel nauw verbonden
zijn met de kern van het geloof in
Jezus Christus. Ze geven niet aan
welke de consequenties van ons be
lijden in de wereld van vandaag zijn.
„We hebben gezien, dat de oudste
gereformeerde belijdenisgeschriften
een sterk geconcentreerd getuigenis
gaven, die dingen zeiden die van we
zenlijk belang waren voor de wereld
van de zestiende eeuw. Wij leven in
de tweede helft van de twintigste
eeuw. een andere tijd met andere
vragen. Er is wel een overeenkomst:
evenals in de eerste helft van de
zestiende eeuw is het nu een tijd van
heroriëntatie, een tijd waarin de vra
gen inderdaad nieuw zijn.
Met die „nieuwe vragen" denk ik
niet aan de kwesties rondom de aard
van het schriftgezag of dergelijke
vraagstukken. Dat zijn geen nieuwe
vragen, het zijn oude problemen die
de Gereformeerde Kerken lang heb
ben laten liggen. Er zijn grotere vra
gen aan de orde: de eenheid van alle
mensen, oorlog en vrede, mondiale
verdeling van de welvaart, de gren
zen van de wetenschap enz. enz. Dii
zijn vragen voor de hele mensheid en
juist daarom ook de wezenlijke vra
gen voor de kerk.
Dus toch een nieuwe belijdenis,
met binding daaraan? Iets dergelijk
laat zich niet dwingen. Het lijkt mij
ook bepaald niet gewenst. Het lijkt
mij goed. op dit punt iets van hei
verleden te leren. De gereformeerde
kerken hebben in het begin van de
Reformatie geen volledige belijdenis
willen geven. Ze hebben zich uitge
sproken over enkele belangrijke vra
gen. Dit lijkt mij het stadium, waarin
de kerk ook nu verkeert.
Ontwikkelingshulp
Eén uitspraak van de Gereformeer-
de Kerken, waar in bepaald wordt
onderteke- j ,|e overheid, de kerken en haar
leden een bepaald percentage van
hun inkomsten behoren te besteden
aan ontwikkelingshulp, is vandaag
meer waard dan elke binding aan
een oude of een nieuwe belijdenis
Niet omdat ontwikkelingshulp „in de
mode" is. Maar eenvoudigweg, omdat
dit in onze tijd één van de eerste
consequenties is van het geloof in
Jezus Christus."
De Gereformeerde Kerken moeten
volgens hem nu een duidelijke keuze
doen. „Willen wij een kerk die als
hoogste roeping ziet het bewaren van
de erfenis van haar verleden en de
verdediging daarvan tegen alle aan
vallen van buitenaf en elke uithol
ling van binnenuit? Dan is het i n
feite onverschillig, of men het oude
ondertekeningsformulier laat bestaan
dan wel een nieuw opstelt. Ook met
een nieuw formulier valt heel goed
te werken in de oude geest. Wenst
men iets anders, dan moeten onze
kerken zich meer dan tot nu gebeurd
is, openstellen voor de vragen van
deze tijd. Als dat geschiedt, zijn de
bewoordingen van een onderteke-
nlngsformulier niet belangrijk."
Hun tijd gehnd
Prof. Augustijn vraagt een duidelij
ke uitspraak, „dat de drie formulie
ren van enigheid hun tijd gehad heb
ben". Ook de hervormde formule
ring, dat de kerk belijdenis doet „in
gemeenschap met de belijdenis der
vaderen" heeft volgens hem nu,
twintig jaar later, Iets onwaarachtigs
gekregen. Immers, de belijdenisge
schriften stellen duidelijk, dat de
rooms- katholieken buiten de kring
van de christenheid vallen.
En vpor de rest schrijft prof.
Augustijn: „In een tijd waarin de
zaken niet duidelijk liggen, moet
men mijns inziens niet streven naar
duidelijkheid. De kerk heeft nu an
dere dingen te doen. Zij zal in onze
tijd naar alle kanten open moeten
staan en een nieuwe weg moeten zoe
ken. Wij moeten dat samen leren.
Dat kan heel goed gebeuren, ook als
het ondertekeningsformulier blijft zo
als het is. Het gaat niet om vormen,
maar om de inhoud."
Kerk en belijdenis door prof. dr. C.
Augustijn. Uitgave Kok, Kampen. (74
blz.; ƒ5.95)
verontrusten, maar ook studenten uit
Kampen die in volgeperste busjes de
discussie tussen vijf leden van de
Vereniging van Verontrusten met
vijf medewerkers van het blad Waar
heid en Eenheid en de synode kwa
men bijwonen.
De synode wijdde de middag- en
avondvergadering aan een „hearing".
Verontrusten kregen de kans om
vrijuit te vertellen wat hen met zorg
vervult. De synodeleden kregen de
kans hen te antwoorden.
Ds. Oomkes
Eerst kwamen de verontrusten aan
het woord. Ds. E. J. Oomkes, de nieu
we voorzitter van de verontrusten,
opende hun rij. Hij zei dat zijn ver
eniging slechts met aarzeling de uit
nodiging had aangenomen, omdat in
tegenstelling tot de Bond van Gere
formeerde Vrouwenverenigingen, Sy-
noodkreet en het Gereformeerd Vre
desberaad de vereniging niet ge
vraagd heeft om gehoord te worden.
Toch wilde zij de uitnodiging van
de synode niet afslaan. „We willen
duidelijk zeggen, waarom we veront
rust zijn. Onze kerken staan op de
beslissende twee- sprong", aldus deze
predikant uit Uithuizen.
Of ze bewaren de continuïteit met
het belijden uit het verleden door
een onverminderd vasthouden aan de
formulieren van enigheid, of ze gaan
kapituleren voor de nieuwere theolo
gische inzichten. Onze kerken hand
haven het gezag van Gods Woord, of
ze staan toe dat het aangetast wordt
door de moderne Schriftkritiek.
Gravamen
Ds, Oomkes noemde vele dingen
die hem verontrusten. De historiciteit
van Adam en Eva wordt afgewezen,
er is geen historische zondeval, de
muren van Jericho zijn niet gevallen,
de geschiedenis van Jozef is geen
geschiedenis maar midrash, Maria
stamde niet af van koning David, het
is de vraag of Jezus zichzelf als de
messias zag. En voorts is hij veront
rust over wat gezegd wordt over on
derwerpen als echtscheiding, gezag,
revolutie, abortus en homofilie.
Sprekend over de belijdenisge
schriften zei hij dat het onbegrijpe
lijk is dat zij. die provocerend spre
ken tegen de inhoud, nog nimmer
een gravamen (bezwaarschrift) bij de
synode hebben ingediend. De synode
moet er iets aan doen dat er mensen
zijn die zich aan de belijdenis niet
storen. Dit Is voor ons onverdragelijk
en onduldbaar, aldus ds. Oomkes.
Dr. Masselink
Namens Waarheid en Eenheid
sprak dr. E. Masselink uit Rotterdam
over de oecumenische beweging. Als
de Wereldraad alleen een plaats van
gesprek was, zouden we rustig kun
nen meedoen, zei hij, maar in de
Wereldraad ontmoeten denominaties
elkaar, die niet vanuit dezelfde ge
loofsovertuiging leven.
Een ander bezwaar achtte hij dat
in de basisformule van de Wereld
raad niet gezegd wordt, of men de
Heilige Schrift waardeert als Gods
heilig Woord. Deelname van de Gere
formeerde Kerken aan de Wereld
raad zou het waanidee versterken,
dat daar de stem van de wereldkerk
wordt gehoord. Buiten blijven schijnt
negatief te zijn, vervolgde dr. Masse
link nog, maar er is een geloofsgetui
genis tegen een valse kerkopvatting
en eenheidsgeest.
Ds. van Mechelen
Daarna sprak ds. J. B. van Meche
len over de opleiding van predikan
ten. Die is altijd onder ons gezien als
van vitale betekenis. De synode moet
er op toezien dat de hoogleraren le
ren wat in de belijdenisformulieren
staat, zei hij.
Er is echter in onze tijd een ernsti
ge vertrouwenscrisis ontstaan door
wat hoogleraren zeggen en wat hun
leerlingen verder uitdragen. Velen
hebben de kerk al verlaten, vervolg
de ds. Van Mechelen. omdat u niets
doet. Ook hij zei met nadruk dat de
hoogleraren die bezwaar hebben te
gen bepaalde uitspraken van de belij
denis een gravamen moeten indie
nen.
Prof. IS aula
Prof. dr. D. Nauta was de eerste
die hen op een persoonlijke manier,
maar zich toch gebonden wetend aan
de synode, beantwoordde. We moeten
ervan uitgaan, zei hij, dat deze ver
ontrusten hier zijn als broeders in
Jezus Christus. Daarom was hij blij
dat ds. Oomkes de gedachte van een
pressiegroep afwees, al bespeurde hij
daarvan wel iets bij ds. Van Meche
len. U hebt een situatieschets ge
geven, zei prof. Xauta tot ds. Oom
kes. ..De moeilijkheid is dat bij zo'n
situatieschets ieder eenzijdig is. Er
was veel ook wat u over het hoofd
hebt gezien."
Met nadruk vroeg prof. Nauta:
Wacht u toch voor conservatisme,
want waar God met Zijn Geest
werkt is beweging. Maar prof. Nauta
erkende dat ook hij niet gelukkig is
met wat soms op theologisch gebied
gezegd wordt.
„Het lijkt mij dat sommigen erg
onvoorzichtig zijn en dat veel wat nu
als modern verkondigd wordt over
15 jaar vergeten zal zijn. Maar de
nadruk op bepaalde aspecten die er
vroeger niet waren is gerechtvaar
digd. De bijbel Is Gods Woord ook als
we nu meer het menselijk aspect be
nadrukken. Beide facetten moeten
niet uit elkaar getrokken worden."
Sprekend over de belijdenis zei prof.
Nauta met nadruk, dat de mensen
niet moeten vergeten dat de belijde
nis een geestelijk bezit is. Als zij
dat niet meer is dan is zij ook geen
belijdenis meer. Er moet echter be
seft worden dat er elementen in de
belijdenis kunnen zijn waarvan ge
zegd moet worden: Dat is niet meer
vol te houden. We leven nu in een tijd
van zoeken, in een tussenperiode. Dan
is er geen regeling te maken. Dan
moet er begrip voor zijn dat gezocht
wordt naar de juiste weg om do
zo'n tijdperk heen te komen.
Ds. L. H. Kwast sloot daarbij aa
Hij vroeg ds. Oomkes te beseffi
dat deze stamde uit de generatie v
voor de oorlog, toen alles nog zekt
was op het gereformeerde erf. Ma;
mannen als Kuitert en Rothuizen c
ook ik stammen uit een tijd dat
kerk en de wereld in brand ston
Dat heeft een vernietigende indru
op ons gemaakt. Daardoor zijn
andere gedachten opgekomen.
Hij vroeg van de verontrusten v
trouwen, niet op de synode, of
goede bedoelingen van de theologe
maar op de overmacht van 1
Woord Gods in kerk en theologie,
ook vertrouwen op de over mad
van de Heilige Geest.
Iets dergelijks zei ook prof. dr.
Firet die dr. Masselink bean
woordde. Op dit punt van de Were!
raad van kerken moeten we vrag<
elkaar te tolereren. We moeten h
geestelijk recht van ieder erkenre
om zus of zo te kiezen, zei hij.
Ds. E. Oomkes tot synode
(Van onze kerkredactie)
LUNTEREN In de avond
vergadering van gisteren kregen
de synodeleden en gasten op de
Blije Werelt gelegenheid zich te
mengen in de discussie tussen de
verontrusten en enkele synode
leden. Het opmerkelijke was dat
geen spreker het opnam voor de
verontrusten. Ds. E. J. Oomkes
was een heel eenzaam man toen
hij aan het slot nog mocht in
gaan op alles wat tot hem en de
zijnen was gezegd.
Hij reageerde onder meer op de
uitnodiging om te blijven praten: dat
willen we, was zijn antwoord, maar
niet als de synode ons plaatst voor
voldongen feiten. „We zijn zeer zeker
bereid deze problemen te bespreken.
Maar als de synode eerst haar beslui
ten neemt en dan zegt: laten we pra
ten, dan kon het wel eens te Iaat
zijn. We willen best praten, maar
dan moet niet eerst de zaak beklon
ken worden. We zijn hier geweest
om duidelijk te zeggen dat de gang
van zaken zoals het nu gaat niet
door kan gaan", zei hij.
Eer ds. Oomkes het woord kreeg
hadden twaalf sprekers gesproken
Hoewel velen zeker geen aanhangers
Zo kan de kerk volgens prof
Augustijn van belijdeniskerk een ech
te belijdende kerk worden.
(Van onze kerkredactie)
LUNTEREN Met overgrote
meerderheid heeft de gerefor
meerde synode gisteren inge
stemd met wat de vorige synode
uitsprak over de vrouw in het
anibt.
Dat was noodzakelijk, omdat
het vorige besluit een kerkorde
wijziging noodzakelijk maakte.
Een volgende synode moet zo'n
besluit dan met tweederde meer
derheid aanvaarden. Ondanks de
eenparigheid bleek er echter
over de uitwerking van dat be
sluit in de kerkorde nogal wat
verschil van mening te bestaan.
Het gevolg was. dat er na een
bespreking van een gehele morgen
alleen een soort principebesluit geno
men kon worden. De commissie voor
ore-advies moet nog eens gaan pra-
len met de deoutaten die het rapport
°ver de ..keri-oi-delnke regeling van
de plaats van de vrouw m de ambte-
'!:,'e dienst" ODStelden.
Hoe snel de kerkelijke ontwikke
ling gaat. bleek tijdens de uitvoerige
bespreking. Verschillende afgevaar
digden stootten zich. gezien hun
uitspraken tijdens het debat, aan het
von?erv»4:sme van de vorie» svnode.
D» f&Ts'e snreVers tio^pp d"!dpHRj
blijken dat zij veel verder wilden
1 gaan. Zij wilden een volkomen ge
lijke berechtiging van man en vrouw
in het ambt.
Geëigende taak
De synode van Amsterdam besloot
twee jaar geleden de ..ambten voor
de vrouw open te stellen en haar
daarin een volwaardige plaats te ver
lenen met een voor haar geëigende
taak". Synodeleden als diaken F.
Veldhoven uit Eindhoven, ouderling
T. Scheper uit Haarlem en ds. J. M.
Bloemkolk uit Eindhoven zeiden, dat
die uitspraak over die „geëigende
taak" best kon worden weggelaten.
Prof. dr. D. Nauta zette echter een
stevige domper op dit enthousiasme
van de eerste drie snrekers. Hij zei
dat daarover niet gesproken kon
worden, omdat alleen de vraag aan
de orde was, of het besluit van de
vorige synode nu nog aanvaardbaar
is.
Het debat moest zich dus
toespitsen op de vraag, hoe het
besluit van de synode van Amster
dam verwerkt moet worden in de
kerkorde. Hr-t opmerk^'tkp was. zo
als dr. A. Kntiiswiik zei. dat het
debat toen niet meer ging over de
vraag hoe de vrouw in hef ambt
komt. maar hoe zij er weer uitraakt.
Het centrale thema werd: wat moet
er gebeuren a's een vrouwelijke pre
dikant gaat '-ouwen?
Emeritaat
Deputaten wilden dat zij bij huwe
lijk uit het ambt ontheven zou wor
den. Zh' sloten zich aan bü 14
van de kerkorde. De ce*v-vssie van i
pre-advies zag op die manier waar-
devolle ambtelijke krachten uit het
kerkelijke leven verdwijnen en stel
de voor deze vrouwen emeritaat te
verlenen. Wil een vrouw werkelijk
uit 'net ambt stappen, dan is dat mo
gelijk, maar in alle andere gevallen
wordt ze beschouwd als een emeri
tus-predikant op grond van artikel
17.
Namens de deputaten had prof.
Nauta daar nogal bezwaren tegen.
Dat was de oplossing die indertijd
werd gebruikt voor predikanten die
hoogleraar werden. Maar toen is uit
gesproken, dat het begrip ..emeritaat"
daardoor wordt uitgehold. Er is toen
een andere oDlossing gevonden. Nu
zouden we. constateerde prof. NJauta,
weer die wee opgaan.
Opiniepeiling
De twee gedachten bleven eigenlijk
tegenover elkaar staan. Juist omdat
het debat geen duideijke oplossing
opleverde, werd besloten de commis
sie nog eens met de deputaten te
la'en overleggen.
De praeses. dr. P. G. Kunst, wilde
er pchter zeker van ziin dat hij de
commissie en deputaten niet voor
niets liet werken. Daarom stelde hij
voor eerst uit te spreken of de syno
de met grote meerderheid achter de
vo-'^e hest"i+en stond nf nier.
Er volgde een lioogdelijke stem
ming. waaruit bleek dat alleen ds. P
v. Til uit Middelhui-» en de beide
afgevaardigden van de Alf Refor-
mierte Kirehen uit Nederrq'-<en te-
'i-n vïo» a->„ syno
deleden en 5 pre-adviseurs stemden
voor.
waren van de zogenaamde „nieuwe
theologie" richtten zij allen zich te
gen de verontrusten. De meesten sta
ken de hand uit om tot elkaar te
komen.
WAARSCHUWINGEN
De waarschuwingen waren niet
van de lucht aan hun adres: ouder
ling G. van Galen uit Zwijndrecht
zei: „We leven niet meer in een be
schermd milieu. Uw problemen ko
men niet voort uit de nieuwe theolo
gie, maar uit de hele ontwikkeling
van de maatschappij.
Ds. J. D. B. van der Meulen uit
Sneek vroeg: „Bent u van mening
dat de geschiedenis het bewijs heeft
geleverd, dat de eigen weg die wij in
het verleden gingen de juiste was?"
Dr. H. B. Weyland uit Arnhem
vroeg: „Hoe oordeelt u over de wijze
waarop de vrijgemaakte synode van
Hoogeveen de belijdenis hanteert? Ik
neem aan dat u daartegen ernstige
bezwaren hebt. Maar waar ziet u
dan de marge liggen? U hebt daar
niet over gesproken."
Ds. E. A. van Es verweet ds. Oom
kes dat hij bang is voor allerlei ont
dekkingen van de wetenschap. En de
Utrechtse voorganger ds. P. Heinen
zei: „Als u tijdens een proces om
duidelijkheid vraagt, schept u alleen
maar een geforceerde duidelijkheid"
Hij verweet de verontrusten een ge
brek aan poging om zich in te den
ken in wat anderen beweegt.
IN HUN HUID
Dat was ook de lijn die prof. dr. II,
N. Ridderbos trok, maar hij trok
haar naar twee kanten. Hij sprak
heel persoonlijk ds. Oomkes aan
die hij indertijd in het ambt beves
tigde maar ook prof. dr. H. M.
Kuitert. „Kruip je wel eens in de
huid van Harry Kuitert?" vroeg hij,
„die staat op een heel ander front in
de kerk". Maar even later zei hij tot
Kuitert: „Kruip jij wel eens in hun
huid?"
Reèds eerder had hij ds. Oomkes
verweten, dat deze met een polsstok
over de moderne problemen springt.
Hij zei ook dat hij te veel op de
tribune zit toe te kijken hoe anderen
met het wetenschappelijke bijltje
hakken. „Hoe dieper ik de bijbel be
studeer. hoe meer ik besef dat het
een geinspireerd boek is, maar hoe
minder ik kan uitleggen wat inspira
tie is", zei hij.
Hij wees erop dat het leven en de
wereld van de verontrusten bestaat.
Maar ook de wereld en het leven
van Kuitert bestaat. Tot beiden zei
prof. Ridderbos: „Er is nog een an
der leven dan dat van jullie. Als je
daar meer aan dacht werd je in je
spreken geloofwaardiger."
KUITERT
Prof. dr. H. M. Kuitert kreeg als
laatste het woord. Hij verweet ds.
Oomkes te veel vast te zitten in een
of - of - situatie. Zo simpel is het
niet. Als het mij geen ernst was mei
Gods Woord zou ik onmogelijk -no?
gereformeerd predikant zijn. Vergeel
niet. voegde hij eraan toe, dat hetzelf
de tumult ook voorkomt bij andere
kerken. Het is niet louter een genera
tieconflict en het komt niet voort uil
de theologie alleen, de diepste oorza
ken liggen veeleer op het sociolo
gisch vlak.
De oplossing van „het mes erin'
'iullie eruit of wij eruit) gaat niet op
De tijd is voorbii. vervolgde prof
Kuitert. dat je zo de problemen kunt
oplossen. Daar zijn de vragen van
onze tijd te groot voor, daarvoor k
ook de situatie te ernstig.
Hij verweet ds. Oomkes ook Al
deze niet inging op de vragen. Neer
een onderwerp als „hel". Vraag u
wat u ermee bedoelt, dan komt u h
de ontdekking dat u het ook nie
weet. Daar moeten we samen ove
nadenken.
GELOVEN
„Wat betekent het woordje „God"!
De taak van de theologen is de tas
te ontkluisteren. We moeten de men
sen afhelpen van de taal van he
verleden, tot ze zelf onder woorden
kunnen brengen wat dergelijke woor
den voor hen betekenen.
Daar gaat het mij om, zei prol
Kuitert in een soort persoonlijke be
lijdenis: „Ik wil mensen helpen be
vrijden, voor hen de gevangenis
gisteren openen."
In onze tijd, zo besloot prof. Kui
tert nog, moeten we ons broederlijl
gedragen. We moeten moedig de ex
perimenten volhouden. We moeten el
kaar schragen en waarschuwen. W
moeten niet bij onze huidige onzeker
heden blijven staan, maar gelovec
dat er een tijd komt dat er wefl
grotere zekerheden zullen komen.
Hor.: 2. houten schoeisel, 7. verstote-
ling, 8. vertrouwelijk. 9. stad in
België, 10. gebod. 12. kippenloop, 13.
mandje. 15. schoeisel,17. verschil
tussen bruto en netto gewicht, 19.
muzieknoot, 20: rondhout, 21. bes
zinkscl, 24. familielid. 26. telwoord,1
27. voorzetsel, 29. laagvlakte, 30.
misprijzen. 32, ketting, 33. elk, 34.'
vertegenwoordiger.
Vert.: 1. afgelopen, uit, 2. deel van
het gelaat, 3. schoeisel, 4. gemeen
schappelijke weide. 5. jonge spiering
(gew). 6. balk. 10. glijvoertuig. 11.
bijb. figuur. 13. vuurgloed. 14. spij
ker. 16. buitenhaven. 18. vogel, 22.
vlaskam. 23. metalen staaf, 24. ver-j
voermiddel, 25. meubelstuk. 28.
maanstand. 30. meisjesnaam. 31. keu-]
"g-
Oplossing vorige puzzel
Hor. 4. takelen. 5 smelten. 6 inae-:
val. 7. militie.
Vert.: 1. parmantig. 2. weelderig. 5.
redenatie.