PRILLE EXPRESSIES f DE DOOD VAN DE ROMAN 11 em ook f Ijvehoe vied ik eek Limburgs natuurschoon door Kirsten Emous T ZATERDAG 18 OKTOBER 196? Wat leest het kind van vandaag? Verwerpt het de boeken die wij aan prijzen? Is de belangstelling anders gericht dan onze interesse vroeger Leerlingen van de vierde en vijfde klas van een Christelijke lagere school in Rotterdam-Schiebroek schreven dat openhartig voor ons neer. Gedeputeerde Staten van Limburg hebben zich de woede an hun provincie op de hals gehaald door concessies te ver men voor de zilverzandwinning in de Brunsummerheide. Een irachtig stuk natuurschoon van 200 hectare gaat er mee ver- »ren. „Ze hebben de economische belangen laten prevaleren oven het recreatief belang", zeggen de Limburgers. De zand- ravingen zullen slechts aan enkele tientallen mensen werk ver schaffen, terwijl in de toekomst honderdduizenden guldens in handen van de drie concessionarissen zullen komen. Een gebied van heide en bos, waar ongeveer 250.000 mensen per jaar nu nog rust en verpozing kunnen vinden, wordt, over hun hoofden heen, aan de vernieling prijsgegeven. Zonder dat zij er iets tegen kunnen doen, zonder dat zij ook maar enige insproak heb ben gehad. Siegfried a la von Karaian Het recreatieschap Brunsum merheide heeft zich met een terzoek tot de Kroon gewend Ie afgegeven vergunningen te vernietigen. Men krijgt echter kas een stem in het kapittel, als Ie nieuwe ontgrondingswet is angenomen. In het wetsont werp daartoe is een bepaling Ipgcnomen dat iedere belang hebbende, dus ook het recreatie- rhap, tegen de beslissingen ran de overheid in beroep kan laan. Gedeputeerde Staten heb- len de nieuwe wet niet afge dacht, maar snel de vergunnin gen verleend op grond van een wde wet. En deze vergunning topt maar liefst dertig jaar. „Dit is een aantasting van let hedendaags rechtsgevoel", keent de secretaris van het ftadsgewest oostelijke mijnge- Ned, drs. Grosveld. De provin ciale woordvoerder, drs. Lie- Verts, wijst dit verwijt van de Und. „Wij hebben de geldende ilietten gehanteerd", zegt hij. 1 J geen vergunningen worden ver leend en de zaak kon niet lan ger worden uitgesteld." „Bovendien", aldus de heer Lienaerts, „hebben wij aan de vergunningen de voorwaarde verbonden dat het gebied na de afgraving over dertig jaar, op nieuw geschikt moet worden ge maakt voor recreatie. Wij den ken aan een enorme waterplas met ligstranden en dergelijke." Ook van de zijde van het In stituut voor natuurbescher mingseducatie zijn protesttele grammen gezonden aan de mi nisters Klompé en Schut. Hier in wordt aangedrongen op be schermende maatregelen tegen elke aantasting van het gebied behorende bij het recreatie schap Brunsummerheide. het is echter zeer de vraag of de rege ring open oog zal hebben voor de bezwaren van de Limburgers. Van Dentgenbach en de Schin- veldse bossen moet, als de plan nen doorgaan, ongeveer 400 hec tare worden opgeofferd voor industrieterreinen. In totaal is het gebied van de Brunsummer heide 900 hectare groot. Door aanleg van militaire oefenterrei nen, energietransportleidingen en afgravingen wordt dit ge bied steeds meer aangetast. Daarmee worden met name de vakantiegangers uit het over volle westen gedupeerd. „Moe ten wij hier de boel maar afbre ken cn naar onze buren gaan," vraagt de heer J. Th. ter Horst van de afdeling natuurbehoud van het Staatsbosbeheer zich af. Dat de commercie ten aan zien van de aanleg van recrea tieterreinen hoogtij viert, blijkt uit het plan van ir. P. A. W. de Jong uit Schaesberg, arbeids analist bij de Oranje- Nassau- mijnen in Heerlen. In zijn rap port, dat heel toepasselijk „Ik beslis..." heet, zegt hij dat de Limburger moet leren geld te verdienen in de „dienstverle nende en vermaaksector." Naast het bonte Valkenburg wil hjj een tweede toeristencen trum waar wansmaak en herrie de boventoon voeren. Zo vindt hij de Brunsummer heide uitermate geschikt voor een tweede Walt- Disneyland met een lunapark, sprookjesbos, dierentuin, drive-in bioscoop, speeltuin. body-buildingcen- Dr. F. C. Dominicus den moeten de situatie redden. Op bladzijde 62 en 63 van de genoemde roman gebruikt hij volkomen zonder enige aanlei ding, grote vloeken. Waarom? Blijkbaar om gedurfd te doen. Ik noem alleen deze twee blad zijden, omdat die vloeken hier er bijvoegt dat het een sex-ro- man is, wordt veel verklaard, zo volkomen onnodig zijn. Het is geen weergave van iemands taal. Aya Zikken, die toch ook wel goed werk heeft geleverd, tram, kabelbaan, skelterbaan, trampoline, cafetaria's, gokccn- trum en wat dies meer zij. Kort om een Las Vegas in het klein. Duidelijk is bij dit alles dat men er slechts op uit is een hoop geld te verdienen aan de natuur. Dat er bij dit streven onherstelbare schade aan ons toch al schaarse natuurschoon wordt aangericht, mag op zijn zachtst gezegd een waarschu wing heten. schreef een boek „Ramch, verslag van een liefde", dat stomvervelend is en waarvan de inhoud ternauwernood aan de titel beantwoordt. Er zijn dus ook romans die wel niet op hel altaar van de sex en de platheid offerden, maar even goed ongeschreven hadden kun nen blijven. Belcampo. ook iemand die vroeger niet onverdienstelijk kon worden genoemd, heeft nu een bundel schetsen geschreven waarvan er een de onschuldige titel „Koninginnedag" draagt. Deze heeft een inhoud die ten eerste vrij onzinnig is en bo vendien zo plat dat men zich afvraagt hoe er voor zoiets een uitgever te vinden is geweest. (De schets behandelt de geschiedenis van een man, die zich op Koninginnedag een ijze ren schroefmoer aan zijn geslachtsdeel draait en wel zo danig, dat een smid eraan te pas moet komen om die te ver wijderen.) Wat voor „kunst" in deze schets schuilt, is me een raadsel. En ten slotte: hoe arm onze letterkunde is, blijkt uit het feit dat een roman die zeker niet onaardig, ofschoon wat ruw is, duidelijk de sporen draagt van niet geheel oorspronkelijk te zijn. Ik bedoel „Help! de dokter verzuipt..." van Toon Kortooms. De hoofdpersoon is dezelfde als die van „Dorp aan de rivier" Voetstappen op de trap. Vliegensvlug het licht uit En dat, terwijl Old Shat- terhand juist zijn avond maal klaarmaakt boven een flakkerend kampvuur en geruisloze Indianen in een hinderlaag hun bogen span nen. Gaat'ie d'r aan of gaat'ie d'r niet aan? En waar blijft de dappere krij ger Winnetou nou? Vragen die tot de volgende dag onbeantwoord zouden blijven. Het boek, ijlings dichtgeklapt, lag te zwijgen onder het bed en in je kinderhoofd een laatste gedechte: ..Ale Ik nou morgen maar vroeg wakker word, den weet ik nog voor ik naar school moet of Old Shatterhand wei of niet wordt ge red. Tijden en decors .veranderen; impressies en belevenissen blijven dezelfde. Marinet uit de vierde klas schrijft nu: „Vrijdageavonds als ik naar bed ga vind ik het altijd fijn. Want als ik dan s' mor gens vroeg opsta, spring ik vlug uit bed en haal uit de kast een boek; bijvoorbeeld Rozemarljntje of Bessie Turf of Donald Duck of de trollen op het oorlogspad. En Welmoed: „Ik lees graag voordat ik naar bed ga. 's Mid dags doe ik dat niet, want dan wil ik bulten spelen.." Sommige boeken en verhalen verouderen, andere beleven her druk na herdruk. Donald Duck, het stripverhaal houdt het ai jaren vol. Het was enorm spannend naast de brievenbus op wacht te zitten en als eerste het gladde, nog niet ingescheurde en veelbelovende papier In de handen te nemen en te weten waar de vorige afleverin gen meestal lagen: op het nacht kastje naast vaders bed. In de opstellen van deze kinde ren kwamen we herhaaldelijk de naam „Donald Duck" tegen. Een jongetje met een onleesbare naam: „Donald Duck Is een erg leuk blad. Moet u ook eens lezen". Ria beschrijft uitvoerig de bele venissen van de rare waggeleend en wordt aan het eind van haar betoog bijna lyrisch: „Zo is de Donald Duck Lees hem iedere week". Ronnie weet er ook van mee te praten: „Met vier jaar ben ik Do nald Duck gaan lezen. Ik lees het nog". De behoeften van kinderen blij ven dezelfde. Bijvoorbeeld de hang naar agressie. Een robbertje knokken is altijd boeiend, of dat nu gebeurt door zeventlen- de-eeuwse muiters, door 20ste eeuwse gangsters, of door negen- tiende-eeuwse cowboys. Dirk „Ik lees graag Arendsoog omdat het erg spannend is en veel schietpartijen en je kunt er ook in lachen, maar er zijn ook moord- Dartijen. Maar ook een vechtpartij tje in een bar kan voorkomen". Hans: „Een van de spannendste zi|n Bonanza. Daar gaat het ten- van Antoon Coolen. Er is echter meer: tal van tonelen komen er in voor die sterk aan het boek van Antoon Coolen herinneren en ongeveer in dezelfde stijl zijn geschreven. Bovendien is voor een oplet tende lezer zeer duidelijk dat kort na de eerste helft van het boek, de auteur feitelijk is uit gepraat. De roman is dan echter niet dik genoeg. Dus wordt er nog een stuk aangelijmd en zo als te verwachten was, eindigt het boek op een uitermate me lodramatische wijze met een liefdesverklaring. Er moest een blij-eindend slot aan komen. Dit boek kreeg in korte tijd een oplage van meer dan honderd duizend exemplaren! Wat ik hierboven schreef, geldt niet alleen voor Neder land. Dat er een Amerikaanse roman is verschenen, samen gesteld door niet minder dan 24 journalisten, is op zichzelf al iets bijzonders. Dat die roman grote opgang heeft gemaakt, is nog merkwaardiger. En als men althans voor onze tijd. Hoelang zal deze razernij nog duren? Mij dunkt niet lang meer. Want ook van dit soort dwaasheid kan de lezer te veel krijgen. De oververzadiging be gint zich al af te tekenen, ge lukkig! De „roem" van Jan Cre- mer is er wel het beste bewij9 voor. DR. F. C. DOMINICUS minste niet zo zacht aan toe. En Rowaait en IJvehoe" (Rawhide en Ivanhoe). Het verzet tegen machtshebbers ts van alle (leef)tijden. Adriaan vertelt: „Er komt ook een agent in voor die de jongens in de peten houdt...." en hij laat er met duide lijk leedvermaak op volgen: „maar later houden zij hem in de gaten". Romantiek is ook erg belangrijk. De onwaarschijnlijke romantiek blijkt vooral door meisjes te wor den verslanden. Het verhaal van het meisje dat een filmster als moeder had. werd ettelijke malen naverteld. Kinderen houden van avontuur. Maar op de tweede plaats komt wel de humor en dan uiteraard de kinderhumor. Een vorm van plezier die met de jaren verdwi|nt. Zo blij ken Bessie en Billie Turf geweldi ge bestsellers. Voor degenen die de avonturen van Bessie Turf, in feite een zwaar gefrustreerd, snoep lustig meisje van geweldige om vang, dat almaar wordt gestraft, wel eens hebben gelezen, zal dat bepaald een raadsel zijn. Maar Pietje Bell en Dik Trom en Kruimeltje mogen zich ook in een niet aflatende belangstelling ver heugen. Stikt u nog van de lach om het grapje over Pietje Bell. die „Goed", zegt en na een opmerking van de meester dat hij met tv/es woorden moet spreken, „Heel goed" zegt? Nee? Een jongetje uit de vierde klas wel, want hij vertelt het zo uitgebreid en met zulk een kennelijk plezier na, dat hij vol gens mij bij de gedachte aan dit grapje nog steeds zit te schudden van het lachen. Opvallend was het feit, dat slechts één meisje schreef dat zij graag sprookjes leest. De psycho logische achtergrond die vooral sprookjes bezitten, wordt meteen duidelijk kenbaar uit de manier waarop ze een van die verhaalt|es navertelt: „Er was een man, die had een hele mooie vrouw. Hij was wel erg trots op zichzelf omdat hij zo'n mooie vrouw had" Al schreven de meeste kinderen dat ze graag lezen omdat ze lezen kortweg leuk, of fijn vinden; toch waren er een paar leergierige rak kertjes bij. Eén schreef: „Ik houd erg van lezen want je kunt er van leren. Soms ga ik ook met mijn brosr lezen om een fout". De ander: „Zou u ook niet eena een boek van Kari May lezeo als u graag alles van het Amerika van vroeger wil weten?" Laat dus nie mand hem vertellen dat die brave May nog nooit een stap bulten Duitsland heeft gezet. Het zou zo'n ontluistering zijn. Erg vertederend in haar oprecht heid was Vera: „Ik houd niet van lezen. Maar ik moet van juf, want het is goed voor de Ned. taal. En dan leer ik tenminste ook wat be ter lezen dan ik al doe. Want dat is hoopeloos..." Een jongetje raakte helemaal op hol bij de gedachte aan al die boeken die hij wilde noemen. Wij laten hier zijn opstelletje volgen: „Asterix-boeken lees ik graag want de asterix-boeken vind ik leuk en de Sjors vind ik ook leuk want er staat ook een asterixver- haal In en de pep leee ik graag, want er staat ook een asterixver- haal en de sjors en sjlmmie vind ik leuk. Scheepsjongen van bonte koe vind ik leuk en ik vind de boeken van batman vind ik leuke boeken en de boeken en de boe ken en Ik vind leuk En al die boeken waren dan voorts nog, over het geheel geno men. de oude, bekende bestsel- les. de boeken van de Aste- rix-reeks, het meisjesblad Tina, de Jip en Jannekes, die Egelientjes. boeken over dieren. Daktari. de Flintstones. Saskia en Jeroen en vele moderne Nederlandse leugd- boeken van de meest uiteenlopen de titels. Bij de intekenacties voegt Deutsche Grammophon een cas sette met vijf langspeelplaten, waarop de complete Siegfried zweiter Tag aus dem Bühnen- festspiel der-„Ring des Nibelun- gen" is opgenomen in een uitvoe ring door de Berliner Philharmoni- ker onder Herbert von Karajan met als solisten Jess Thomas, Gerhard Stolze, Thomas Stewart, Zoltan Kelemen, Kari Ridderbusch, Oralia Domlnguez, Helga Dernesch en Catherine Gayer. (Stereo 643.536/40, intekenprija f 85,- in plaats van f 122.50.) De kenners van von Karajans interpretaties van de eerder bij DGG verschenen Ring-onderdelen „Rheingold" en „Walküre" zijn reeds vertrouwd met de persoon lijke benaderingswijze van deze di rigent. die nu eens niet steeds maar de nadruk op de „Leitmoti- ve" wil leggen, maar die meer het totaalklankbeeid met alle nuance ringsmogelijkheden van dien op de luisteraar wil overdragen. Ook In de onderhavige opname die technisch aan de hoogste eisen voldoet trekt hij deze lijn consequent door. met als gevolg een voor Wagnerkenners mis schien wat te weinig dramatische lezing. Veel wordt echter gecom penseerd door het ronduit voor- teffell|ke spel van de Berliner, e wijl ook de meeste solisten klank- volle- en schone prestaties leve ren. Niet aHemaal evenwel, want de Siegfried van Jese Thomas laat wel eens te wensen over Hij is n.l. geen uitgesproken heldentenor en men kan hem ook niet overal goed verstaan. Ook Zoltan Kelemen is niet geheel opgewassen tegen de moeilijkheden van de Alberichrol, hoewel hl| soms bijzonder fraai zingt. De „Wanderer" van Jesa Tho mas is zeer imposant, met name in de botsing met Erda. die ook voortreffelijk qestalte krijgt door Oralia Dominguez. Zeer goed voldoen eveneens Karl Ridderbuch als Fafner en de helder zingende Catherine Gayer als Woudvogel. Naast de In alle opzichten* uitstekende Gerhard Stolze ook qua uitbeelding op hoog peH als Mime. houdt de Brünnhilde van Helga Dernesch veel beloften in. Zoals gezegd ia de opname zeer goed, waarbi| de echte thea tereffecten met geluiden etc. veel al zijn verdwenen; ook dit pas ge heel in het raam van von Karajans visie. In het bllgevoegde tekstboek vindt men de tekst zonder evenwel de toch wel vereiste situ atieverklaringen en bijzonderheden over het werk en von Karajans werkwijze, benevens de nodige gegevens over de solisten. ui Ar uil 3l >fuïK tin het laatste kwart van de negentiende eeuw placht een ■its staatsman te zeggen: „Holland annektiert sich selbst". en zou, naar het mij voorkomt, deze spreuk aldus kunnen l^ijzigen: ,,De Nederlandse romanschrijvers plegen zelfmoord", pet valt niet te ontkennen dat in onze letterkunde van deze tijd ree factoren op de voorgrond treden: er moet in een roman M sex voorkomen, anders deugt hij niet en hoe meer ruw- leden en platte woorden erin staan, hoe meer kans hij heeft r<|pgang te maken. Jan Cremer heeft in dit op- cht als voorloper of wegberei- i i er gediend. Hoewel ik nooit lige kunst in zijn werk heb innen bespeuren, is zijn eerste tok grif verkocht in binnen- i buitenland. „Geld stinkt et" schijnen een aantal ro- anschrijvers na dit illustere torbeeld te hebben gedacht en zijn in de pen geklommen, schoon ze volstrekt niets te ggen hadden en geen ziertje rfapiratie bezaten. Het is misschien niet te veel fzegd dat een of meer firma's i spreuk van Vespasianus Is basis voor hun uitgaven ebben gekozen. Of nu een ro- i 'an iets met kunst had te ma- en of niet, was voor hen niet 'langrijk; als hij maar vol gende plat en sensationeel 'as Want de smaak van het ei zende publiek is zodanig be- frven dat men niet meer naar lis anders schijnt te vragen. Zelfs schrijvers, van wie wij door hun vroegere romans met zekerheid weten dat ze iets be ters kunnen leveren, laten zich meeslepen, ook al gaan ze dan niet geheel met de sex en ruw heidsmode mee. Wat voor waarde hebben de laatste ro mans van Simon Vestdijk, die zelfs voor de Nobelprijs in aan merking is gekomen? Een van zijn grootste bewonderaars kon in een kortgeleden verschenen beoordeling van Vestdijks jongste werk niets anders doen dan vaststellen dat het weinig waarde heeft. Een eveneens zeer bekende schrijver, A. Koolhaas, die evenals Vestdijk een vroegere roman bekroond zag worden, is diep weggezakt in de on geïnspireerde boekenmakerij. Zijn laatste boek „Ten koste van een hagedis" is niet span nend, niet boeiend en niet be langwekkend. Bovendien ver valt ook hij in het euvel van degenen die niets te zeggen hebben: grote en dikke woor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 19