Ongehuwde man geen
vrolijke vrijbuiter
Behoed gehandicapt
kind voor de chaos
HET
FIJN
IS WEL EEN
De moord
aan de
Vestadreef
Tine Kaayk jubileert
DOS in goud
ZATERDAG 4 OKTOBER 1969
Mevrouw Jenny de Jong-Gier
veld uit Haarlem promoveer
de gisteren aan de Vrije Uni
versiteit op het proefschrift
/;De ongehuwden, een socio
logisch onderzoek naar de
levensomstandigheden van
ongehuwde mannen en vrou
wen". Haar promotor was
prof. G. Kuyper Hzn. Finan
cieel werd haar studie moge
lijk gemaakt dpor een subsi
die van de Nederlandse orga
nisatie voor zuiver-weten-
schappelijk onderzoek. Het
ministerie van Cultuur, Re
creatie en Maatschappelijk
Werk nam de uitgave van het
proefschrift voor haar reke
ning. Dr. de Jong - Gierveld,
wetenschappelijk medewerk
ster aan de faculteit der
sociale wetenschappen bij de
VU, poneert de volgende
stellingen
De nadruk, die op het huwe
lijk als de levensbestemming
van man en vrouw wordt ge
legd, is eenzijdig, onbarm
hartig en dus onchristelijk
ten opzichte van hen, die on
gehuwd zijn.
Het beeld van de ongehuwde
man als vrolijke vrijbuiter is
onjuist.
3. Het beleid ten aanzien van
de ongehuwden dient zich
niet langer uitsluitend te
richten op de ongehuwde
vrouw, maar ook op de man.
Zoals gebruikelijk heeft me
vrouw de Jong een stelling
toegevoegd; die niet direct op
het onderwerp zelf slaat: de
gereformeerden kenmerken
zich nog steeds door te veel
zorg voor de eigen groep en
te weinig voor hen, die bui
ten de kerk leven.
Wanneer we de samenleving bezien naar de meest voorkomende samenlevings
normen dan komen we terecht bij gezin, huwelijk en familie. Vrijwel iedere Neder-
ander, groot of klein, is opgenomen in een gezin. Het gezin is bovendien de samen
levingsvorm, waarin men op de meest intieme wijze aan elkaar verbonden is.
fet neemt een zodanige centrale plaats in het leven van individuen in en heeft een
lodanige invloed op gedrag en instelling van de mens, dat we kunnen stellen dat
iet gezin in de westerse samenleving optreedt als oriëntatiepunt.
Naast de gezinnen die als
jriëntatiepunten meetellen, treffen
we dan ongehuwden aan: mensen
Jie het ouderlijk gezin zijn ont
groeid en niet gekomen zijn tot de
Vorming van een gezin. Ér zullen
yele Nederlanders zijn, die vrijwel
iiooit met het verschijnsel van het
5p oudere leeftijd nog niet ge
trouwd zijn in aanraking komen.
Het ongehuwd-zijn is een niet op
de voorgrond tredend verschijnsel
p onze samenleving.
Het is interessant te weten hoe
3e ongehuwde zich zelf ziet. Mevr.
dr. J. de Jong-Gierveld hierover:
i,Overwegend beschouwen de on
gehuwden zichzelf niet als „onaf"
Daarentegen verwachten de onge-
«uwden wel dat de gehuwden er
|o over denken." Dit is de kern
jan de moeilijkheden, de ongehuw-
len voelen zich in de hoek ge
rukt."
Zijn de mensen, die zichzelf niet
Is onaf zien ook meer tevreden?
,,Hier is een verschil tussen de
Jngehuwde man en de ongehuwde
rouw. De marvnen, die een
junstig beeld van zichzelf hebben
iijn ook vaker gelukkig. Opvallend
lierbij is dat de mannen dan ook
hinder eenzaam zijn.
Als de ongehuwde het „over zou
kunnen doen" zou hij dan weer
,»ngehuwd blijven?
„Op de in het onderzoek gestel-
Ie vraag: „Zoudt u niet willen
rouwen?" antwoordde 79 procent
'®an de vrouwen en 60 procent van
ee ongehuwde mannen positief.
Jet ging hier om ongehuwden tus-
en de 30 en 55 jaar.
d
e Is de ongehuwde alleen en voelt
lij zich alleen?
„Om hierop een juist antwoord
IS krijgen moet je eerst weten of
p gehuwde zich eenzaam voelt,
iertoe hebben we vier catego-
jeën onderzocht: de gehuwde
«jannen en vrouwen en de onge-
liwde mannen en vrouwen. Het
jinstigste beeld vertenen de ge-
Uwde mannen, slechts tien pro
fent voelt zich sterk eenzaam;
l erop volgen de gehuwde vrou-
Ijen met 27 procent, de ongehuw
de vrouw met 32 en dan de onge-
liwde man met 38 procent. Opval-
ind is dat er niet alleen wat een-
famheid betreft, een duidelijke
jrallel loopt tussen de ongehuw-
n gehuwde vrouwen. Hetzelfde
we bij de vraag naar de te
vredenheid. Hier blijkt dat de man
nen die getrouwd zijn het meest
tevreden zijn en de ongetrouwde
man het minst
Onderscheiden de ongehuwden
zich op andere punten van de ge
huwden, behalve hun burgerlijke
status?
„Behalve de grotere eenzaam
heid en ontevredenheid is wellicht
het grote verschil dat de ongehuw
den het idee hebben niet volledig
te worden geaccepteerd. Het gros
van de vrouwen is gehandicapt
door het feit dat ze niet op het
ongetrouwd blijven zijn voorbereid.
Zij hebben geen hoger- of be
roepsonderwijs gevolgd, waardoor
het percentage ongehuwde vrou
wen in de lagere beroepen zeer
sterk vertegenwoordigd is. Bij de
mannen ligt dit anders: zowel de
hogere beroepen als de lagere zijn
bij de ongetrouwde mannen sterk
vertegenwoordigd
„Hiermee komen we meteen op
wat er cencreet gedaan zou kun
nen worden ten aanzien van de
ongehuwden. Niet het huwelijk,
maar het iets voor een ander bete
kenen, moet meer gaan gelden als
uiteindelijke levensbestemming.
Hiermee voorkom je direct dat bij
voorbeeld de jongens meer oplei
ding genieten dan de meisjes. Dit
geldt niet alleen voor de ongehuw
de vrouw, want ook de getrouwde
vrouw weet als ze uit de kleine
kinderen is niet meer wat ze moet
doen, omdat ze geen adekwate op
leiding heeft gehad.
Wat vinden de gehuwden van de
ongehuwden?
Hierbij kwamen verbijsterende
feiten aan het licht. Ik heb zojuist
gezegd dat de ongehuwde denkt da
de gehuwde een negatieve indruk
van hem heeft, terwijl hij een gun
stig beeld van zichzelf heeft. De
waarheid ligt echter ongeveer in
het midden. Het negatieve beeld,
dat de ongehuwde veronderstelt
valt wel mee."
Er wordt wel eens gezegd dat de
ongehuwde op sexueel gebied wel
aan hun trekken komen, is dat zo?
„We hebben aan de ongehuw
den gevraagd welke plaats de
sexualiteit in hun leven innam. Zo
wel bij de mannen als bij de vrou
wen vond het grootste percentage
dat de sex op de derde plaats
komt in hun leven. Een aantal
mensen antwoordden op de vraag
naar de sexuele relaties met ja of
nee, terwijl anderen hele verhalen
schreven. Duidelijk is dat de man
nen op dit gebied meer problemen
hebben dan de vrouwen.
Welke concrete maatregelen
moeten ten aanzien van de onge
huwden worden genomen?
Het zijn slechts een paar dingen,
die pas op lange termijn gerea
liseerd kunnen worden. Vooral de
mentaliteit ten aanzien van onge
huwden moet veranderen. Het on
gehuwd zijn moet veel positiever
gewaardeerd worden. Er zijn
voorts een aantal zakelijke regelin
gen, die getroffen moeten worden
om het leven van de ongehuwden
te veraangenamen, zoals het krij
gen van een woning en geen fisca
le discriminatie. En bijvoorbeeld
ook het openstellen van banken en
postkantoren in de avonduren, zo
dat de ongehuwde 's avonds dat
soort dingen kan doen. De onge
huwden hebben te veel de indruk
dat er met hen geen rekening
wordt gehouden.
Hoe kunnen we het
geestelijk zwakke kind
verder brengen? Een vraag,
die ouders en opvoeders
bezighoudt. Drs. M. H. Goed
man en drs. H. Koster zijn
bezig dit braakliggende ter
rein op het gebied der op
voeding te ontginnen. Een
belangrijke bijdrage is een
vervolg op De opvoeding
van het geestelijk zwakke
kind (dat onlangs de derde
druk beleefde): Hoe moet ik
verder met dit kind? (Uit
gave Callenbach Nijkerk,
155 blz. 11,90).
De schrijvers trachten het
geestelijk gehandicapte kind te
zien zoals het is. Een niet ge
ringe opgave, want de opvoeder
dient rekening te houden met
de specifieke afwijking en met
de individuele variatie op die
afwijking. De schrijvers gaan
uit van diverse belevingsni
veaus, waaraan het kind te her
kennen is. Het is van veel bete
kenis dat het geestelijk-
zwakzijn voor het einde van
het eerste levensjaar wordt ont
dekt: een vroege herkenning,
een juiste benadering, en tij
dige activering zijn gewenst.
Een kind op het laagste ni-
vea, A genoemd, ondergaat het
ruiken, voelen en bewegen. In
het prille begin is er geen
sprake van echt zien. Op weg
van A naar B leeft het kind in
een vrij vage wereld. De drang
tot zelf-ontdekking en tot initia-
tiefnemen is hem vreemd. De
opvoeder zal het kind met de
wereld in contact moeten bren
gen op een manier die het kind
aanspreekt en boeit. Van uiter
mate groot belang is daarbij de
sfeer en de relatie van het kind
met de opvoeder.
Twee groepen gehandicapte
kinderen van vijf tot tien jaar
met IQ's tussen 25 en 50 wer
den op verschillende manieren
behandeld. Groep één had een
bijzonder goed en nauw contact
met mensen, die dagelijks om
hen heen waren. Er was huise
lijkheid en vrijheid. Groep twee
ontving formeel spraakonder-
richt en verbleef in een soort
ziekenhuis. Het contact was
minder intensief en het leven
was aan regels gebonden. Na
drie jaar bleek de eerste groep
meer vorderingen gemaakt te
hebben in sociaal en emotioneel
gedrag, de lichamelijke conditie
was sterk verbeterd en er was
grote vooruitgang geboekt in
spreken en taal.
Het imbeciele kind kan wei
nig registreren. Een spelende
gezonde kleuter, die zijn moe
der in de tuin bezig hoort, stelt
zich voor wat zijn moeder doet,
hoe de tuin eruit ziet. Het imbe
ciele kind blijft steken in het
Tijdens de vredesweek zijn
we op allerlei manieren met onze
neus op de ontwikkelingshulp ge
drukt. Koopt u nu voortaan riet- in
plaats van buitsuiker? Moeten wij
de zogenaamde onderontwikkelde
mensen zo nodig onze „bescha
ving" bij brengen; bent u bereid
desnoods meer belasting te betalen
voor ontwikkelingshulp; zijn er in
de lezerskring (jonge?) mensen die
in de ontwikkelingsgebieden werk
zaam waren? Moet de zending zich
meer gaan toespitsen op daadwer
kelijke hulp of vindt u de evange
lieboodschap alleen belangrijker?
Onze krant brengt u vrijwel dage
lijks nieuws over landen en pro
jecten. Uw antwoord daarop zien
we graag in DIALOOG. Uw penne-
vrucht wordt na plaatsing beloond
met Tipparade, De dokter zegt 1
of 2 of een verrassing naar keuze.
concreet nabije. Zo gaan zij
vaak aan mensen en dingen
voorbij, al zien en horen ze
wel. Het échte contact komt
niet tot stand.
De opvoeder dient uit te gaan
van een lichamelijk contact:
het kind op de arm nemen of
op schoot, de hand om de schou
ders geslagen het vertrek rond
leiden. Verrast in mimiek, blik
en gebaar de verrassing oproe
pen: hoor eens, wat is dat, kijk
eens, kom eens! Geestelijk ge
handicapte kinderen zijn meest
dol op muziek. Klap, loop, dans
met hen samen op de maat van
de muziek. Vaak dezelfde lied
jes en dezelfde bewegingen ma
ken schept vreugde. Veranderin
gen aanbrengen geeft verwar
ring! Bewegingsspelletjes in en
met water zijn dankbare aktivi-
teiten.
Spelen met ongevormd ma
teriaal als water, verf, zand en
klei kan ontaarden tot chao
tisch bezig zijn. Zo gauw het
spel zinloos wordt, moet het
geestelijk zwakke kind behoed
worden voor de chaos. Als wij
hem helpen op zijn niveau de
dingen aan te pakken, hem be
schermen tegen het onverwach
te, door hem voor te bereiden
op wat komen gaat, leeft het
gehandicapte kind meestal
eigenlijk erg gelukkig. Hij is
dankbaar voor onze liefde en
hulp, is meest graag bereid te
doen wat wij willen en doet
zijn uiterste best
De richtlijnen en doelgerichte
aanpak van de auteurs zullen
velen tot steun kunnen zijn bij
de omgang met het gehandicap
te kind. Van groot belang is
het, dit kind zo spoedig mo
gelijk in aanraking te brengen
met deskundigen of de weg
daartoe te vragen, zodat de han
dicap zo snel mogelijk onder
kend kan worden. Oudervereni
gingen, BLO-scholen, dagver
blijven zullen graag de weg wij
zen aan ouders, die daaraan be
hoefte hebben.
J. de V.
„Ik breng al jaren Dordts
Dagblad rond in dezelfde
wijk. In het begin was het
wel zoeken naar alle abon
nees, maar nu doe ik het
welhaast slapende. Tegen
woordig is het wel haasten
nu ik in een andere plaats
op school ga. Ik weet al pre
cies welke mensen gauw
klagen als de krant vijf
minuten te laat in de bus
rolt, en welke niet. Soms
krijg ik weieens een appeltje
onderweg. Het is wel een
fijn zakgeld je, zo na school
tijd even een uurtje de krant
rond te brengen. Maar 's
zaterdags zit ik er ook altijd
aan vast!" vertelt A. K. te Z.
Het is al 49 jaar geleden dat
mevrouw B. v. V. tr G. haar
loopbaan begon bij de ge
meente-ontvanger van Den
Haag. „In die tijd ging je niet
POLITIEVERHAAL
HEHMHHHHIi
VAN
N. A. M. WIJCHGEL
86
Verster verspilde geen tijd meer aan wat toch niet te
verhelpen viel. Hij reed naar de andere veerpont, die juist
van de andere kant was teruggekeerd en toonde de veerman
zijn politiepenning met als gevolg dat ze terstond door hem
werden overgezet. Gedurende de overvaart verzocht hij
Timmermans het bericht uit te zenden om de plaats waar ze
de Opel Record gezien hadden te melden, terwijl hijzelf
nogmaals de kaart raadpleegde. Het bleek dan vanaf de pont
waarop Geurtsema zich bevond een zachte weg in zuidelijke
richting liep die slechts doorging tot hij op een verkeersweg
uitkwam, zodat Geurtsema daar genoodzaakt zou zijn te
kiezen of hij rechts of links af wilde slaan. Verster wiens
gedachten, ten opzichte van Geurtsema's plannen, nog steeds
dezelfde waren nam aan dat hij linksaf zou slaan om Berg-
hem te vermijden en zo gauw mogelijk weer de minst
drukke wegen zou nemen om in Limburg te komen. Gevolg
gevend aan deze overweging reed hij zo vlug mogelijk in de
richting Wychen zodra hij de pont verlaten had. Het was
een geweldige tegenvaller dat de man de veren eerder be
reikt had dan hij, maar hij gaf de hoop niet op hem alsnog
de pas af te kunnen snijden. Bij Wychen sloeg hij rechtsaf
en was kort daarop op de grote verkeersweg naar 's-Herto-
renbosch. Hij ontmoette geen andere politiewagen en was
Nederasselt en Grave al voorbij toen het door hemzelf
gegeven bericht voor de tweede maal werd uitgezonden, wat
inhield dat nadien de Opel Record intussen nergens was
waargenomen.
„Hoever zou hij al zijn gekomen?" vroeg Timmermans
toen de omroeper zweeg.
„Moeilijk te zeggen", antwoordde Verster. „Ik weet niet
precies hoe die binnenwegen lopen en welke snelheid ze
toelaten. Is een van jullie ermee bekend?" vroeg hij de
agenten. Maar geen van beiden kon hem hierover inlichten.
„Ik heb zijn vaart onderschat en zal er nu maar rekening
mee houden dat hij misschien deze weg al is overgestoken.
Maar als ik straks linksaf sla kunnen we zowat in een
kwartier in Veghel zijn en dan moeten we hem zou ik
zeggen toch voor zijn gekomen en gelegenheid hebben hem
ergens de pas af te snijden. Dat hoop ik tenminste", zei
Verster. Omdat geen van de anderen een andere of betere
gedachte hierover had zwegen ze en lieten de leiding graag
aan hem over. Maar nog voordat ze Uden gepasseerd waren
vertelde een nieuw radiobericht hun dat de Opel Record ten
oosten van Boekei gezien was, rijdende in de richting van
Arendnest. Dit had ten gevolg dat Verster, na even naden
ken, bij Uden links afsloeg en daarna nog eens bij Volkel.
Zijn zenuwen waren tot het uiterste gespannen door wat ze
gehoord hadden. Nogmaals was Geurtsema hem te vlug
af geweest. Hij kneep zijn lippen opeen en reed met loeiende
sirene om vrij baan te hebben. Deze keer was er tenminste
geen rivier om zich tussen hen en de vluchteling te plaatsen
en hij zat hem op de hielen. In recordtijd bereikt? hij Stap
en in een even snel tempo reed hij door naar Deurne. Weer
liet hij zich door zijn intuïtie leiden en nam de weg naar
Venlo. En toen, in de nabijheid van Uffelterhoek gekomen
zat Timmermans plotseling met een schok recht overeind.
„Roelf! Daar! Kijk 'ns, daar heb je hem!" riep hij opge
wonden. Het was inderdaad de gezochte Opel Record die
met een onverantwoordelijke vaart uit een zijweg kwam
schieten en waarvan de bestuurder met ware doodsverach
ting tussen het verkeer door naar de rechterhelft van de
weg reed en zich daar voortspoedde in de richting Venlo.
(WORDT VERVOLGD)
alleen op een baan af als meis
je of jonge vrouw, je werd ge
chaperonneerd door je ouders.
In mijn geval begeleidde mijn
vader me bij de sollicitatie.
Moeder bracht me de eerste
dag naar kantoor. Velen van
mijn collega's verging het net
zo. Ik zou wel eens willen weten
of dat werkelijk usance was.
Nu gaat de jeugd al vaak zelf-
lokter Tine Kaayk uit Arnhem (over wie wij op 5 juli in ZO
voerig schreven) herdenkt vandaag het feit dat zij veertig jaar
feeden het artsdiploma haalde, waarna zij zich specialiseerde in
natuurgeneeswijze. Na veertig jaar tegen de stroom oproeien
agt ze „iets meer waardering voor het vegetarisme in ons la.nd.
mens heeft nu meer belangstelling voor zijn voeding en weet
rauwkost gezond is. Langzamerhand krijgen wij van de Voe-
kgsleer gelijk, al wordt er nog niet gewaarschuwd tegen veel
fesgebruik".
liet is nog geen tijd om hoera le roepen voor dokter Tine: rijke
i ete?i zich ziek aan voedsel waar arme landen gebrek aan
Ibben. Dat probleem komt vandaag aan de orde op het 75-jarig
©ileum van de Vegetariërsbond, dat samenvalt met haar jubi-
±m. Aanstaande zaterdag is er van half vier tot vijf uur gelegen-
[Jid dokter Tme Kaayk de hand te drukken in Oosterbeek, hotel
feyeroord.
(Diagram I) Zwart: 6. 8, 10, 11
t/m 14. 16. tm 19, 23 24. Wit: 26.
27. 31, 32. 33, 35. 36, 38, 39, 42
t/m 45.
Na 48-42 ging het spel verloren
voor wit door: 2429; 33x24
19x30; 35x24, 14—20; 24x4,
13—19; 4x22, 17x48; 44—40,
8—13; 38—33, 12—18; 40—34,
Correspondentie aan de heer A.
I. Ivens, Frankenslag 69, Den
Haag.
Het Delftse DOS behoort tot de
oudste verenigingen van ons land.
Er heerst nog altijd een opgewekt
clubleven. Het vijftigjarig bestaan
is voor de Delftenaren aanleiding,
de zaken groot aan te pakken.
Simultaanseances zijn reeds
voorafgegaan, benevens een ere-
wedstrijd van het eerste tiental te
gen een aantal kampioenen en
oud-kampioenen. De uitslag is niet
belangrijk. Vanzelfsprekend kon de
jubilerende vereniging niet op te
gen een geselecteerd team. Er is
een boekje van de gespeelde par
tijen uitgegeven.
De sterkste speler die wij ons
van DOS herinneren, is Luc. de
Haan. In zijn tijd een gevreesd
tegenstander, met wie terdege re
kening werd gehouden.
Op dit moment zit men niet
meer zo goed in zijn cracks, hoe
wel spelers als Van der Vossen, J.
.Roozenburg e.a. met ere mogen
worden genoemd. Het actieve
bestuur zal er wel voor zorgen dat
de jongeren straks van zich doen
spreken!
Uit de erewedstrijd enige frag
menten:
18—22; 27x29, 19—23; 29x9,
16—21; 26x17, 48x491
(Diagram II) Zwart: 3, 9, 12 t/m
16. 19, 24, 25. Wit: 27, 30. 32. 33,
35. 37 t/m 40. 45.
Hier ging het: 3228, 1923;
28x17, 14—20; 30x19, 9—13; 19x8,
3x34; 40x29. 20—24; 29x20, 15x24;
i. Roozenburg
35—30! 24x35; 33—28, 16—21;
28—22! Uit.
(Diagram III) Zwart: 3 t/m 7, 9,
13 t/m 18, 20. 21, 27. Wit: 24, 29,
33, 36 t/m 45, 47, 48. 49. 12—17?;
38—32!, 27x38; 29—23, 18x29;;
37—32, 38x27; 42—37, 29x38;
37—31, 20x29; 31x2, 14—20; 2x42,
20—24; 42x20, 15x24
H. v. d. Vossen
Ir. G. E. van Dijk
J Weerheijm
standig naar de kleuterschool
en bij een bezoek aan de dokter
zie je vaak kinderen zonder ge
leide. Dat vind ik prachtig. Je
staat dan niet zo stuntelig in de
wereld.
Mijn baas had een pracht-
titel voor mij uitgevonden
„Jong-maatje-werkvrouw." Deze
titel behield ik tot ik mijn aan
stelling kreeg als ambtenares.
Mijn salaris was in overeen
stemming met mijn titel, zeer
laag, hoewel ik de diplomata's
Mulo, typen, later nog
Rijksklerk had. Ik ben
nooit van baan veranderd,
maar verliet de zaak op 24-ja-
rige leeftijd wegens huwelijk.
Aanvankelijk was mijn werk te
lefoniste, mitsgaders het uit
schrijven van waarschuwingen
en aanmaningen. Het kantoor
was zeer mooi gelegen, ik had
een eigen kamer met prachtig
uitzicht op de mooie tuin. Dat
zal wel de doorslag gegeven
hebben van mijn blijven daar.
De omgang met collega's was
prima. De baas was hard en
niet geliefd. Mogelijk doordat
hij niet gezond was. Later denk
je daar wat milder over en her
inner je je ook nog goede mo
menten. Dit voorjaar zag ik oij
een begrafenis plotseling zijn
graf. Hij was hoogbejaard ge
storven. wat ik toch weer
prettig voor zijn familie vond.
Hij was zeer op zijn vrouw ge
steld. als ik haar liet wachten
aan de telefoon was dat wel
een zwaar vergrijp, geloof ik.
Ik veronderstel dat het in die
tijd wat minder koud zakelijk
was. want ondanks vele verve
lende perioden uit mijn kantoor
baan. kan ik er ook nog met
plezier aan terugdenken.
„Als jong meisje van negen
tien jaar kreeg ik ver van huis
mijn eerste benoeming als on
derwijzeres. Het hoofd der
school was bijna aan zijn pen
sioen toe en maakte zich-niet
zo druk meer. Veel uitleg werd
er niet gegeven. „Nou ben ]ij
hier de baas" was praktisch
zijn enig commentaar. Waarna
hij de deur dicht deed. In het
voorjaar verzamelden de jon
gens graag meikevers. We had
den een glazen bak achter in
de klas, een paar kaften met
gaten dienden voor het dak. Op
een morgen waren alle meike
vers ontsnapt; op de gordiinen,
de banken, de vloer, overal zag
je meikevers. Zelf griezelde ik
van die beesten, maar het was
een plezierig begin van de dag
voor de jongens om ze te van
gen", zegt mevrouw M. v.-K. tfl