BEWEGEN WIJ Viking met vleugels In antwoord op wat ons bewoog WOLKENWEGEN' IN HET ZILVER ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1969 IJsland niet te vinden. De loco motief van het enige treintje, dat tijdens de bezetting van En gelse en Amerikaanse troepen in 1940-'45 de verbinding onder hield tussen de schepen en de havengebouwen in Reykjavik, staat nu in het openluchtmu seum Arbaer, even buiten de stad. Een jaar nadat IJsland een soevereine staat werd en slechts door een personele unie met Denemarken verbonden bleef (1918), werd er een IJs landse luchtvaartmaatschappij opgericht. Maar de IJslanders van toen vonden vliegen „een uitvinding van de duivel" en zodoende was de maatschappij reeds snel ter ziele. Ook de pogingen van enkele ondernemende leden in 1924 strandden. Toen de Amerikaan Smith Nelson in 1928 tijdens een vlucht om de wereld op IJsland landde, werd de be langstelling voor de vliegerij enigszins aangewakkerd, maar het duurde nog tot 1937 eer er met succes een luchtvaartmaat schappij van de grond kon ko men. Deze onderhield vooral de verbinding tussen Noord- en Zuid-IJsland. Al leek het begin erg florissant, op den duur kon ook deze maatschappij het niet bolwerken. Er was een wereldoorlog no dig om de IJslanders voor het vliegen enthousiast te maken. Van 1940 af kwamen vele geal lieerde vliegtuigen naar deze „springplank in de oceaan" en talrijke IJslandse jongemannen, die de luchtvaart een warm hart toedroegen, kregen toen onverwachte kansen. Zo ook Alfred Eliasson, Sigur- dur Olafson en Kristinn Olsen, die in Canada een vliegeroplei ding kregen. Zij vlogen als pilo ten in geallieerd verband en werden zelfs tot instructeurs be noemd. Toen in 1943 hun contract af gelopen was, keerden zij naar IJsland terug met een klein Stinsonamfibievliegtuig, dat zij in Canada gekocht hadden. Zij staken de „koppen" bij el kaar en besloten een eigen maatschappij op te richten. Op 10 maart 1944 was het zo ver dat zij alle moeilijkheden had den overwonnen en op 7 april koos de kleine Stinson het luchtruim voor zijn eerste vlucht in dienst van Loftleidir (Wolkenwegen). Spoedig was er een tweede vliegtuig nodig en langzamerhand breidde de luchtvloot zich uit. Het jaar 1951 opende voor Loftleidir nieuwe perspectie ven. In september 1950 maakte een Dakotareddlngsvliegtuig van de Amerikaanse lucht macht een noodlanding op de Vatnajökull. de grootste gletsjer van Europa (8000 km2). Het ge lukte de bemanning niet het vliegtuig te bergen en zij keer de over land naar de basis In Keflavik terug. In april 1951 besloten twaalf IJslanders onder leiding van de Loftleidir-vliegers het toestel te bergen. Dit is na bovenmenselij ke inspanning gelukt: zij kre gen de DC-3 in de lucht en vlogen er mee naar Reykjavik. Het vliegtuig was echter nog steeds het bezit van de Ameri kaanse luchtmacht, maar van wege hun werkelijk enorme prestaties mochten de doorzet tende IJslanders het toestel voor tien dollar kopen. Later verkocht Loftleidir het voor enkele duizenden dollars, waarvoor een modernere DC-4 werd aangeschaft. Met dit toestel wilde Loftlei dir ook transatlantische vluch ten ondernemen. De Europese vliegtuigmaatschappijen waren niet erg gesteld op een nieuwe concurrent, die bovendien geen lid wenste te worden van de pressie en Creativiteit" behartigens waardige opmerkingen. Volgen wij nu de ontmoeting van mens en wereld op de voet. De mens neemt voor hij zich op iets betrokken kan weten, dat iets waar. Het eerste contact is de perceptie: de lichamelijke fotogra fie van dat wat er is. Hierbij speelt de lichamelijkheid de voornaamste rol. Het is het directe zintuigelijke contact. Wij moeten eerst weten wat er is, voordat wij er ons mee kunnen bemoeien. Gaan wij op het waargenomene in, dan treedt direct het verschil tussen de ene mens en de andere naar voren. Er zijn waargenomen dingen die mij niets doen, terwijl een ander er geheel in op kan gaan. Voor vele mensen is de wereld van de toonhoedanigheden. van de muziek, een onmisbare wereld, voor anderen blijft deze hele betekenis wereld gesloten, hoewel zij de toonhoedanigheden zeker wel waar nemen. De mens staat dus vragend tegenover de wereld. Hij exploreert en selecteert. Hij zoekt wat er voor hem op dit ogenblik toe doet, of wat er later toe doen zal. leder mens bouwt zich zo een wereld van betekenissen op. waarop hij betrokken is. Een wereld die hem aandoet; een wereld die hem op roept, hem uitdaagt, hem normeert. Een wereld die voor hem decreto- risch wordt. Een wereld die hem beweegt, waardoor hij bewogen wordt. In zijn bewegend gedragen toont de mens hoe zijn betekeniswereld is gestruktureerd. Hij geeft In zijn bewegend gedragen uitdrukking aan de betekenissen van zijn we reld jvaarin hij leeft. De bewegen de mens toont in zijn bewegen hoe Prof. dr. C. C. F. Gordijn de schrijver van dit artikel, is hoogleraar in de leer van het „menselijk zich bewegen" aan de faculteit der sociale wetenschap pen van de Vrije Universiteit. Vóór zijn ambtsaanvaarding was hij reeds buitengewoon lector aan de VU en sinds 1947 rector van de Chr. Academie voor Licha melijke Opvoeding (CALO) te Arnhem. In 1957 promoveerde hij bij prof. dr. J. Waterink op het proefschrift „Bewegingsonderwijs in het onderwijs- en opvoedings totaal". Prof. Gordijn publiceerde o.a. „Bewegingsonderwijs" en „Spel en sport in onze maatschap pij door de christen bedreven". hij zich verhoudt tot zijn betekenis wereld. Hij geeft, bewegende, uit drukking aan eigen zijnswijze. De ware uitdrukking van het eigen zijn is de toets voor het criterium pre sentatie. Het bewegen is een persoonlijke verworvenheid die de mens zich in zijn ontwikkeling verwerft. Ook is het menselijk bewegen een gebeu ren dat gestalte heeft. Het is een gevormdheid van subjectieve en ob jectieve betekenissen. Een samen spel van zeer veel medestichtende factoren doet de persoonlijke vorm in deze situatie ontstaan. Deze gevormdheid is resultaat van de explorerende, selecterende omgang van de mens met alles om hem heen, met alles wat hem aan doet. Het bewegen ontstaat in zijn strukturerende vorm door het be leven en beantwoorden van de po laire spanning die er tussen mens en wereld bestaat. Het menselijk bewegen is een duidelijk omlijnd werkelijkheids aspect en af te grenzen van ander soortig bewegen, van materie, plant en dier. Het is naar ontstaan, naar de betekenis die .het bewégen in het menselijk bestaan heeft, te ana lyseren om de struktuur te leren kennen. Het leent zich voor het verifiërende experiment. Hoe staat het nu met de prakti sche bruikbaarheid? Het bewegen is een verworven gevormdheid van betekenissen. Dat houdt in, dat het onderwijsbaar is en dat het pedago gisch van betekenis is. Het bewegingsonderwijs op school opent voor het kind de ge legenheid, explorerend en selec terend en bewegend reagerend zijn motorische tegenwereld te leren kennen. Onderwijzen is: onder voor lichting doen oefenen. Oefenen is -*■ Beweging als deel van de dagelijkse taak exploreren en selecteren, en het adekwate antwoord vinden. Opvoeding en onderwijs gaan hier hand in hand. Wij formuleerden de bedoeling van het opvoeden ajdus: het introduceren van het kind in de veelheid van betekenissen die het handelende ontdekt tot het leren van het daadwerkelijke be trokken zijn op dat wat er werke lijk toe doet. naar eigen in vrijheid gedane keuze, naar eigen verant woordelijkheid. tot een volwassen vorm van bestaan. Het doel van het bewegingsonder wijs is. de jeugd in het kader van de schoolsituatie te ordenen tot persoonlijk genormeerde mensen; tot mensen die in hun bewegings leven dat is bij het omgaan met medemensen, dingen, samenhangen en betekenissen, maat en orde eigen bepaaldheid en zekerheid to nen. Dus de normatieve eisen, zowel de absolute als de met de tijd veranderende samenlevingseisen eerbiedigen, zó dat deze hen nodi gen tot persoonlijk adekwaat en presentatief bewegen. Opvoeding en onderwijs appel leren zo aan de vormgevende acti viteit van de leerling. Vanzelfspre kend komen daarbij vele didakti-, sche en methodische problemen naar voren waarop wij hier nu niet ingaan. Nog één opmerking in dit verband. Het bewegingsonderwijs leert het kind luisteren naar de be tekenissen van ruimte en tijd, naar de eigenaardigheden van de te hanteren dingen. Het bewegen, mede gesticht door het luisteren naar deze stichtende factoren, resulteert in „bewegings- tucht". Dit is het derde criterium naast presentatie en adekwatie waarnaar wij het bewegen kunnen beoorde len. Het zich bewegen toont doel gerichtheid. continuïteit, samen hang, verantwoordelijkheidsbesef en bovenal zorgvuldigheid. Wij hopen nog blijk te geven wél bij de tijd te zijn. wanneer wij be weren, dat juist In onze tijd leren luisteren en zorgvuldig antwoorden, onmisbare opvoedingsdoelen zijn. Een onderzoek van het menselijk bewegen heeft direkte resultaten voor het bewegingsonderwijs zowel aan schoolkinderen als aan gestoor den, waardoor de bruikbaarheid tot levensbevordering van dit weten schappelijk onderzoek moge zijn aangetoond. Deze benadering van het mense lijk bewegen verschilt van die van vroeger jaren. De ontwikkeling van het menselijk denken heeft ook hier duidelijk consequenties. Het bewegen Is geen louter subjectieve aangelegenheid meer. Het mense lijk bewegen is niet meer te her leiden tot louter anatomische, fy siologische of psycho-somatische feiten. In het onderwijs Is een toepas sing van het antropologisch ge geven, dat mens en wereld slechts In hun verwevenheid kunnen worden bestudeerd en gekend, reeds ver door gewerkt. Bij de revalidatie en bewegingstherapieën voor zintuige- lijk en geestelijk gestoorden ver loopt deze ontwikkeling ietwat tra ger. Steeds meer raakt men er echter van overtuigd dat de verstoring van het evenwicht tussen mens en wereld juist In het bewegingsleven tot uitdrukking komt, maar ook dat het bewegingsonderwijs nieuwe kansen tot explorerend, selecte rend en beantwoordend omgaan met de wereld zou kunnen bieden. Ook hier weer vele methodische en therapeutische vragen te over. waar wij in dit artikel niet verder op in kunnen gaan. Onze bedoe ling is slechts, het aangeven van de mogelijkheid en van de prakti sche noodzaak van het weten schappelijk onderzoek van het schijnbaar zo vanzelfsprekend ver lopende en zich ontwikkelende menselijk bewegen. Er is reeds veel werk verzet. Voor het voortgaand onderzoek, voor het vormen van wetenschappe lijk verantwoorde oordelen omtrent het menselijk bewegen is het nood zakelijk, dat de faculteiten der so ciale wetenschappen en die van medicijnen tot hechte samenwerking komen. De Vrije Universiteit biedt nu ruimte voor dit boeiende werk. leder die daaraan mag meewerken kan er dankbaar voor zijn. Wij ho pen dat binnenkort een interfacul teit lichamelijke opvoeding, waarin de faculteit der sociale weten schappen en die der medicijnen el kaar ontmoeten, zal kunnen worden geïnstitueerd. Aan de Vrije Universiteit is reeds sedert zes jaren de mogelijkheid geboden om binnen het kader van de hoofdrichting pedagogiek de „vrije studierichting" te kiezen. Deze vrije studierichting is gericht op de leer van het menselijk zich bewegen en de toepassingsgebie den. Studenten, al dan niet in het bezit van de akte M.O. lichamelijke oefening zijn er van harte welkom Deze pioniers traden eigenlijk na zoveel eeuwen in het spoor van hun be roemde voorvaderen, de Vikings, die bekend stonden om hun ondernemingsgeest. Dat zij niet altijd met vreed zame bedoelingen kwamen, is ons uit de eigen ge schiedenis wel bekend. De eerste bewoners van IJs land en hun latere landgenoten hebben evenwel nooit aan deze plundertochten deelgenomen. Zij zochten het meer in het ont- ,ensen bewegen in antwoord op wat ingen. Mensen bedoelen iets, willen igenheid. Bij alle mensen komen in de eden van de bewegende mens én van ^jende geven wij antwoord op wat ons onthullend. Het menselijk bewegen is {jen structuur van de beweging ontstaan lie van de mens en zijn wereld. Hoe hen beweegt, zowel medemensen als wat, gaan op stap. leder mens in zijn bewegingsgebeurtenis, de eigenaardig- alles wat hem omgeeft, samen. Bewe- beweegt en dat antwoord is persoon- uniek; een fascinerend gebeuren. Vorm niet zomaar. Het bewegen is een rela is deze relatie /i Mat deze Stinson-Reliant startte Loftleidir in 1944. bewegingsverhindering voor de geest roepen. Een motorisch gehandicapt mens ervaart zijn tekort direct in de moeilijke presentatie en in een verminderde adekwatie bij de han tering der dingen. Omgekeerd mer ken wij bij de geesteszieken op, dat hun bewegingsleven is verstild, doordat hun contact met de wereld verstoord is, tengevolge waarvan zij een verminderde betrokkenheid beleven. Bij zlntuigelijk gestoorden wor den zowel de presentatie als de adekwatie bemoeilijkt. En tenslotte, in ons gewone dagelijkse leven er varen wij contactvermindering in vele gevallen als bewegingsverhin dering. leder mens maakt deze momenten mee. Het binnenkomen in een kring van mensen, van wie wij veronder stellen dat zij van een hoger niveau zijn dan wij, of van wie wij het ver moeden hebben dat zij ons niet welgezind zijn, is een moeilijke op dracht. Onze bewegingsvorm is minder adekwaat, onze presen tatie vertrouwen wij zelf niet eens meer. De ene mens tracht dit op te lossen door een groter nadrukke lijkheid in het bewegen, waardoor de leugen wordt verteld: „ik voel mij hier best op mijn gemak". De ander kiest de weg van de voor zichtigheid. van het zich terugtrek ken, van het zich niet blootgeven. Niet alleen het gestoorde contact met de medemens, maar ook met de dingen verspert de weg naar het moeiteloze, persoonlijke situa- tieve bewegen. Een jongetje is bezig met het stapelen van blokken tot een toren. Het lukt hem niet en hij zegt: „Het zijn rotblokken, je kunt ze niet op stapelen". Komt zo'n kinderlijke reactie ook niet bij volwassenen voor? Geeft de volwassen verliezer niet vaak de schuld aan de kaar ten. de bal, de onwilligheid van het ding, terwijl het slechts ligt aan zijn tekort aan luisteren en rustig de aard der dingen ontdekken? Er is dus bij het tot stand komen van het 'bewegen blijkbaar een sa mengaan van mens en wereld, van subject en object. Hoe is deze samenhang gestruktureerd? Kwant schrijft daarover lp zijn boek: „Ex- Hoe ontstaat toch dat gracieuze, 3|W>eïteloze menselijke bewegen? )e smid heeft het geleerd. Er zijn ichter mensen die het nooit leren. LJ/aarom niet? Wat missen ze? Bij de alledaagse bewegingen wij veel verschillen op. Het chenken van koffie en wijn; het .Hanteren van de dingen. Het zegt tijd iets over de wijze waarop de "^iens zich tot die dingen verhoudt, aar óók hoe hij zich tegenover de ;n edemensen verhoudt. Is er zorg vuldigheid, of bazigheid? een De mens wordt bewogen door atgene waar hij zich op betrokken »eet. Hij kan er pas op betrokken Ijn als hij dat iets In zijn hoeda- jgheid kent. Eerst dan kan hij zich wegend gedragen in overeen- Jemming met die hoedanigheden, let bewegen in overeenstemming jet de aard der dingen noemen wij Jjekwaat bewegen. ij Het bewegen is presentatie. Wij in onze dynamische gestalte. onze bewegingsvorm en struc- tar kenbaar voor de medemens. Be kunnen de medemensen ken- jpn doordat hij zich In zijn licha melijkheid aan ons toont. Naast het rlterium van beoordelen van het Ifcwegen dat wij adekwatie noem- iBn, kennen wij dus ook het be- ijrdelingscriterium „presentatie", j het verloop van dit artikel zullen ij nog een derde criterium tegen- omen. Hoewel het menselijk zich be regen ongetwijfeld boelend is voor der die dat nauwkeurig waar- »emt, is daarmee nog niet aan geven de reden van wetenschap- lijke belangstelling voor dit wer- lijkheidsaspect. |Er zijn in onze ervaringswereld iveel fascinerende aspecten die wr het wetenschappelijk onder- lek weinig interessant zijn. Of die :h aan wetenschappelijk onder- iek onttrekken. De bindende es- intie van de liefde, het mysterie |n de samenhangen van al wat jschapen Is, de uniciteit van het BnszIJn, het zijn alle gebieden van varing, verwondering en bewon- irlng die zich voor analyse en ex- iriment sluiten. -#• De tot kunstvorm verheven beweging Twaalf IJslanders borgen in 1951 deze Dakota, die een noodlanding had gemaakt op de Vatnajökull, de grootste gletsjer van Europa. Mens en wereld zijn nauw met ondlkaar verweven. Er kan noch over ten et één noch over het ander ge- H proken worden zonder beide in -un zijnsverband te beschouwen, ut 3e smid luistert naar zijn gereed schap dat hij met een nauwkeurig 'eweten bedoeling hanteert. Pas ils wij zelf eens de hamer ter hand lemen, merken wij wat er allemaal •oor nodig is. IJsland viert het 25-jarig bestaan van de vliegtuigmaatschappij Loftleidir. dat Wolken wegen betekent. De pioniers Alfred Eliasson, Sigurdur Olafson en Kristinn Olsen zullen bij het slotfeest in oktober in het middelpunt van de belangstelling staan. Want aan hun initiatief is het te danken dat de I.A.L. Icelandic Air lines) tot een van de grootste vliegtuigmant schappijen ter wereld uitgroeide. dekken van nieuwe gebieden. Zo voer Erik de Rode in 986 met een vloot van 25 schepen naar Groenland. Hier hebben vijf eeuwen lang IJslanders ge woond. Een van hen, Björni Herjolfson, voer verder en ont dekte het huidige Newfound land, voer langs de kust van Labrador en Balfin-eiland. Hij was niet de eerste Euro peaan die voet aan wal zette in Noord-Amerika. Dat was de zoon van Erik de Rode, Leif Erikson, die omstreeks het jaar 1000 eerst in Labrador (dat hij Markland noemde) en daarna in Noord-Amerika, door hem Vinland genoemd, aan wal ging. Zijn vriend, Thorfinn Karlsef- ni, stichtte er. samen met diens vrouw Gudrid, de eerste neder zetting tussen Labrador en Newfoundland. Zij bleven er drie jaar en daar werd ook hun zoon Snorri geboren, het eerste blanke kind van Noord-Ameri ka. Het doet een beetje vreemd aan, dat de vliegerij op IJsland betrekkelijk laat ingang heeft gevonden. Dit vindt zijn oorzaak in het geringe aantal bewoners: op een oppervlakte van drie maal Nederland wonen slechts ruim 250.000 mensen. Des te meer be wondering moet men hebben voor de pioniers, zonder wiei koppige inspanning het land wellicht nog steeds van een eigen luchtvaartmaatschappij verstoken zou zijn geweest. Van oudsher zorgde de ver maarde IJslandse pony voor het transport tussen de ver van elkaar verwijderde steden en dorpen. Een spoorweg is er op Het wetenschappelijk onderzoek It ook nog bruikbaarheid. Brulk- larheid tot levensbevordering, tot lorgaande humanisering, tot het Izetten met menselijke betekenis- Ti van al wat is. Aan deze els •Idoen zeker niet al onze erva- igsobjecten. Wat is er aan het Inselijk bewegen op te merken lardoor ons de wetenschappelijke enheid duidelijk wordt? De kernvragen die de leer om- 2-jnt het menselijk zich bewegen deilt zijn: wat betekent het bewe in ons menselijk bestaan en ontwikkelt zich het menselijk ïrAvegen in de ontwikkelingsjaren de eigen persoonlijke bewe- waardoor deze tsjns als zodanig wordt geken- oHrkt? d-peze vragen zijn voor weten- 'rtiappelijke benadering toeganke- -st De resultaten van dit onderzoek 'jl bruikbaar tot levensbevordering, jhet volgende trachten wij deze Jlingen waar te maken, voor- rer dat in een artikel als dit Gelijk is. IATA (International Air Tran sport Association) en die zich dus ook niet aan cfe vastgestel de passageprijzen behoefde te houden. De Amerikanen echter, die belang hadden bij goede relaties met de IJslandse regering (IJs land is een belangrijke strategi- de dagelijkse waarden te lien zijn in de begrippen presen- en adekwatie moge uit het srgaande reeds min of meer jdelijk zijn geworden. Het een- Idigste onderkennen wij deze indien wij ons een. door oorzaak dan ook ontstane Twee van de drie IJslandse luchtvaartpioniers; Kristinn Olsen en Alfred Eliasson. sche basis) gaven In 1952 toe stemming voor transatlantische vluchten en landingsrechten op Amerikaanse vliegvelden. In 1968 bracht Loftleidir 40.447 toeristen naar dit won derschone eiland vol waterval len, geisers, vulkanen en (vis rijke) rivieren. Sigurdur Mag- nusson, de perschef van Loftlei dir. vertelde ons: „Het aantal toeristen zal in de komende ja ren ongetwijfeld toenemen, want op IJsland is alles te vin den, wat een toerist, die eens „iets anders" wil, maar ver langt. De hele vloot van Loftlei dir staat tot zijn beschikking!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 19