SPELEN MET RUIMTE Hoe kom ik hier vandaan? Een groot pedagoge ging heen KRUISTOCHT TER VERBETERING VAN ONS WOON Ml LI EU De moord aan de j Vestadreef Haar kijk op kind van nu blijkt juist dialoog Competitie f ZATERDAG 50 SEPTEMBER 196» i Wij zijn het jongste land van Europa. Bijna de helft, namelijk 45% van onze bevolking is jonger dan 25 jaar. Het grootste deel daarvan jwoont in de Randstad. Daar stapelen we, met jenige onderbrekingen in de buurt van Leiden, de flats boven en naast elkaar van Amsterdam tot Dordrecht. Weinigen zijn gelukkig met die „boxen". We constateren wrang, dat koeien het gras bevolken en de auto's de grond. De mensen stapelen we in doosjes op elkaar. Kun nen wij onze beperkte ruimte niet anders ge bruiken? Hebben wij te weinig fantasie, talent en vakmanschap? Of zijn onze vrouwen woning consumenten bij uitstek, te veel passief als het op bouwen en wonen aankomt? In Roemenië bijvoorbeeld is 55 procent van de architecten vrouw. In de landen van het oostblok, in India, Engeland en Duitsland zijn grote bouwprojecten door vrouwen ontworpen of onder leiding van een vrouw tot stand gekomen. „Vrouwen moeten nog beter gemobiliseerd worden als het om vak kennis en inspraak gaat. Zij moeten in staat zijn om aan de kant van de bewoner datgene te doen waar ik voor strijd: spelen met de ruimte". MOK-UP: studenten vormen ruimten, zodat ze een indruk krijgen van de werkelijkheid van het ontwerp van een woning. Ze gebruiken houten holle blokken, die door kleine buizen aan elkaar worden verbonden. „Wij gaan verder waar de kleuterschool is gebleven." Architect H. van Leeuwen, lector in de leer van ,.De woning en haar bewoning" aan de Landbouwhogeschool te Wageningen zegt: „Het huis is het stoffelijk omhulsel van een menselijke verblijf plaats, maar een woning is dat, wat de bewoners er van hebben gemaakt om zich thuis te voelen." Om een huis te kunnen bou wen moet als voorwaarde wor den gesteld dat er kennis en iinzicht bestaat omtrent de be hoefte van de bewoner. De to tale architectuur heeft met ruimte te maken, die bewoond moet worden door mensen. De artistieke begaafdheid van de architect moet begeleid worden door het persoonlijk engage ment met de mens. De „ba gage" van de architect moet dienstbaar zijn aan de mens." De dialoog tussen bewoner en architect is nog maar pas op gang gekomen, getuige de fanta sieloze bouw waarmee ons land is overstroomd. De heer Van Eeuwen: „De architectenge meenschap is niet in staat om de rotte plekken uit zijn ge meenschap weg te snijden. De verantwoording ligt bij de hele bevolking. Wij moeten selecte ren voor met name de social# woningbouw. We kunnen wel de schuld schuiven op de over heid. Maar de regelingen van de overheid zijn regelingen van onszelf. Wij hebben vertegen woordigers gekozen in gemeen teraden en Kamers. De bevol king van ons land moet besef fen dat de prijs voor een goede woning haalbaar moet zijn. De vrouwenadviescommissies moe ten nog beter worden gemobili seerd." Volgens de heer Van Leeu wen is er voor vrouwen, die actief betrokken willen zijn bij het wonen, nog veel werk weg gelegd. Van hen wordt een des kundige inbreng verlangd. Nu enkele architecten ons bewust willen maken van de vraag: hoe wonen wij eigenlijk? moe ten we léren meedenken. Meer voorlichting over wat er nu aan de gang is, is wenselijk, want wij bouwen woningen voor een toekomst van zestig jaar. Wen selijk is ook een opdrachtcen trum, een onafhankelijk insti tuut, waar geëxperimenteerd kan worden, waur vrouwenad viescommissies en consumen ten-behartigers kunnen komen om de produkten op haar waar de te toetsen. In Wageningen Is men met deze idealistische aanpak begon nen. Men hield er een proeve van inspraak-methodiek, waar bewoners, bestuurders van ge meenten, mensen uit de Natio nale Woningraad een maquet te konden testen door middel van een ingenieuze tv- installatie, die de illusie geeft dat men in de maquette loopt. Begin volgend jaar komt er een publicatie die de dia loog tussen opdrachtgever en architect op gang wil brengen. Wageningen heeft zelfs scholieren binnen gehaald, vierde klas-MTS-ers, om de eerste beginselen van de bouw en woningfunctie te leren. De heer Van Leeuwen heeft met zijn leerlingen een architect van een groep woningen ter verantwoording geroepen. Na een hypothese in de vorm van stellingen vóór de bouw, wil Van Leeuwen „een evalueren, een winst van de fouten die we met z'n allen gemaakt hebben". „De mens moet zich bewust worden van zijn verantwoorde lijkheid met betrekking tot de invloed die hij moet uitoefenen op de bouwers van zijn ruimte lijke omgeving", aldus Van Leeuwen. Tot dat doel ontwierp de afde ling Woning en haar bewoning van de Landbouwhogeschool de Mok-up. Doel: het vormen van ruimten, in verschillende dimen sies en het tonen van de relatie van die ruimten ten opzichte van elkaar. Zo krijgt men een indruk van het ontwerp van een echte woning. De mok-up bestaat uit een systeem van houten, holle blokken, die gesta peld kunnen worden. De blok ken worden met buizen van kleine lengte aan elkaar verbon den. Voor het vormen van ra men en deuren zijn kozijnen aanwezig, die eenvoudig in el kaar gezet worden. Zo kunnen studenten tijdens de praktika bouwen op ware grootte, kri tiek leveren en wijzigingen aanbrengen. Ook de aanstaande bewoner kan kritiek en aanmer kingen geven op het ontwerp. Nadat de studenten de door hen ontworpen ruimte hebben gebouwd, wordt een rollenspel opgedragen, een opdracht die zij in het huis moeten uitvoe ren. Dit spel wordt met televi siecamera's geobserveerd. Zo kan men gegronde kritiek leve ren op looplijnen, handelingen en de nuttige ruimte voor de verschillende woon-funkties. Een meubelsysteem uit pane len met verschillende maten, voor het samenstellen van funk- tioneel-schematisch meubilair is in ontwerp. Naast de enthe- skoop (de televisie ter bestude ring van schaalmodellen), prak tische hulpmiddelen om tevo ren fouten in het bouwontwerp op te sporen. Het is een concreet begin van inspraak vooraf bij de woningbouw. We zullen verantwoord moeten le ren spelen met de ruimte die ons (nog) is toebedeeld. POLITIEVERHAAL VAN N. A. M. WIJCHGEL 74 „En nu dacht u dat ik u aan hun adres kon helpen?" ..Piet Jager raadde mij aan het u te vragen." De kelner had zich weer opgericht en scheen na te denken „Ik wist niet eens dat zij daar waren weggegaan. Maar dat wil niet zeggen dat ik geen kans zie gewaar te worden waar ze gebleven zijn. Dat wil ik wel proberen, maar dat zal wel niet zonder onkosten gaan." „Zou een tientje voldoende zijn'" „Ik denk van wel. Ik zal zien wat ik doen kan. Waar kan ik u bereiken als het lukt?" „Tja. wacht even, ik woon hier niet." Toen schoot Ter- windt hem te binnen en hij gaf diens telefoonnummer, dat Beurs op een bierviltje noteerde en dat in zijn zak stak. Timmermans overhandigde hem een briefje van tien en de kelner verwijderde zich. Na enige slokken van zijn bier gedronken te hebben stond hij op om weg te gaan. Bij de uitgang trof hij de kelner die blijkbaar behoefte had om even aan de benauwende sfeer te ontvluchten en de lucht in zijn longen te zuiveren. Hij hield hem aan. „Heeft u Piet Jager al lang gekend?" vroeg hij nieuwsgie rig, gedreven door de sympathie die de oude man uit de Warmoesstraat bij hem had opgewekt. „Ik kende hem al toen zijn vrouw nog leefde en hij in het orkest van het concertgebouw speelde. Dat zal een jaar of acht geleden zijn. Het verlies van zijn vrouw is zijn onder gang geworden." „Ik dacht al zoiets. Hij maakt ondanks alles een beschaaf de indruk." „Hij is nog steeds een fijne vent. Maar het is ons beiden niet voor de wind gegaan. Ik was eens ober..." Hij zweeg en stak een hand op naar iemand die hem vanuit het lokaal riep. „Ze roepen me, goedenavond, meneer. Ik zal m'n best voor u doen," zei hij nog haastig voordat hij naar binnen verdween. Terugkerend naar de plaats waar hij zijn auto geparkeerd had werd Timmermans enige keren door meisjes en al oudere vrouwen aangesproken, die hij met moeite kwijt raakte. Hij voelde zich opgelucht toen hij in de wagen was gestapt en het portier achter zich dichtklapte. Hij reed naar de woning van Terwindt en glimlachte tevreden toen hij zag dat er boven, in zijn kamer, nog licht brandde. Even nadat hij gebeld had werd er een raam opgeschoven en vroeg Koerts stem niet bepaald vriendelijk, wie er was. „Goed volk," antwoordde Timmermans. Hij ging zo staan dat het licht van de straatlantaarn op zijn gezicht viel en keek toén glimlachend omhoog. „Wel allemensen." Het hoofd werd teruggetrokken en een halve minuut later sprong de deur open en trad Timmer mans binnen. „Is het bij jullie in Utrecht gewoonte om dag en nacht door te werken?" begroette Terwindt hem lachend terwijl Timmermans de trap op liep. „Bang dat je misschien vannacht je luie ledematen nog in beweging moet brengen?" plaagde Timmermans terug.Hij was inmiddels boven aangeland waar Terwindt, in pyama en badjas, hem opwachtte. „Als m'n kleding je niet hindert, kom dan binnen eh vertel me wat je zo laat nog op je hart hebt." Hij maakte een uitnodigende beweging in de richting van de openstaande kamerdeur. Toen ze zich ieder in een gemakkelijke stoel hadden genesteld en Timmermans een slappe whisky-soda had geac cepteerd en er een paar slokken van had genomen stak hij een sigaret op en vertelde Terwindt van zijn gesprek met Piet Jager, zijn bezoek aan „Het Anker" en het onderhoud dat hij met KLaas Beurs had gehad en vroeg hem wat hij ervan dacht. (WORDT VERVOLGD) de positie der meisjes in de meeste gezinnen, waar nog al tijd de conventionele opvatting overtieerst van de minderwaar digheid van het vrouwelijk ge slacht in intellectueel en sociaal opzicht. De algemene opinie en de plaats van het meisje in ge zin en samenleving geven haar nog lang niet voldoende reden tot de zelfverzekerdheid, die de mannelijke jeugd bezit. Een na rijping van het zelfbewustzijn vindt men bij de vrouwen ge woonlijk wanneer zij de stille leidster zijn geworden als moe der van een gelukkig gezin, of wanneer zij bevrediging vinden in een goed gekozen beroep waarin zij waardering ondervin den." Zij wees toen reeds op het probleem dat bij een verder voortschrijdende emancipatie de opvoeding van jongens heel andere eisen stelt en dat ook jongens hun gevoelsleven moeten kunnen uiten. Olga Ripke werd op 10 juli 1893 geboren in Brussel, stu deerde medicijnen in Utrecht, daarna haar (en haar man's) specialisme: neurologie en psy chiatrie. Van 1922 tot 1926 was zij directrice van de K. en O.-school in Rotterdam. Van '26 tot '35 was zij op Java, medisch pedagogisch adviseur in Mage- lang en Batavia. In '35 repa trieerde het echtpaar Van An- del voor de opleiding van de eigen kinderen. De laatste le vensjaren bracht mevrouw Van Andel door in het verzorgings huis De Lichtenberg in Amers foort. Het echtpaar Van Andel was actief op het gebied van de kin derbescherming, als adviseurs van Pro Juventute en jeugdob- servatiehuizen. Sociaal- me dische en medisch- paedagogi- sche vraagstukken hadden bei der belangstelling. Zij verricht ten preventief werk, met name voor de geestelijke volksgezond heid. Enkele jaren geleden werd mevrouw Van Andel be noemd tot consultant van de Unesco voor onderzoekingen aangaande ontwikkelingspsycho logie. In Hilversum werd een kleu terschool naar haar vernoemd. Haar gedachten over de typolo gie van kinderen zijn veel ouders tot steun geweest en hebben mee vorm gegeven aan leraressen K. en O. Jammer ge noeg ls de wetenschap haar nooit gevolgd ln die opvatting. Misschien komt dit nu, na haar dood. J. de V. .ls je voor het eerst je salaris meekrijgt naar huis, daar is haast geen gevoel voor te geven. Ongelofelijk rijk hen je dan. Je denkt er alles van te kopen, vooral kópen. Ik had geen reke ning gehouden met mijn moeder, die vond dat ik de len moest met twee andere zusjes en een bijdrage voor de kerk. Ik geloof dat ik dat achteraf het mooiste vond'" schrijft mevr. v.d. N. te V. Mevrouw A. L. te S. sollici teerde in 1922 als jong onderwij zeresje naar een dorp. Daar de busverbinding niet comfortabel was besloot ik per bromfiets (een Flottweg) te gaan ter ken nismaking. De ontvangst bij de predikant was heel hartelijk. Het gesprek vlotte goed. Na eni ge tijd kreeg ik bericht dat een ander benoemd was. Langs een omweg kwam mij daarna ter ore, dat in de bestuursvergade ring gezegd was: wat kan dat nu voor iemand zijn, een juffrouw op een bromfiets! We hebben daar thuis mooi plezier om gehad..." „Na een paar weken in mijn eerste baantje bij een fijne delicatessenzaak vroeg ik me af: hoe kom ik hier vandaan? Niets had mijn aandacht dan de beeldige bonbonnières van Saksisch porselein. Omdat ik van moeder altijd vreselijke standjes kreeg als ik iets moois brak, dacht ik: „nu of nooit". Toen ik iets moest aangeven lietik per ongeluk zo'n prachtstuk vallen. Er werd niets gezegd en ik was de wan hoop nabij! 's Avonds kreeg ik drie weken salaris en een keu rig pakje met de boodschap dat ik niet meer terug hoefde te komen. Opgewonden en blij kwam ik thuis. Daar viel nog Bij de wintersport is een warme trui een heerlijk bezit. Deze ge breide pullovers hebben een raglanmouw en een heerlijk afsluitende c»l- Het Noors patroon is niet zoals gewoonlijk in de breedte verwerkt (dat maakt dikkerl), maar in de lengte. In verschillende moderne kleuren, zodat een goed goheel wordt bereikt met pijpassende pantalon. wel een hartig woordje toen de aap uit de mouw kwam. In het pakje, u begrijpt het, de gebro ken bonbonschaal. Deze heeft, gelijmd, nog lang op m'n kastje gestaan. Daarna kwam ik in mijn lievelingszaak: het hand- werkvak. Als ik naar het bon- bongeval keek, dacht ik hoe verkeerd het is om kinderen een baan te bezorgen waar ze zélf geen plezier in hebben" be sluit mevrouw H. van E. te dH. „Ik' kreeg kersvers van de la gere school mijn eerste baan als jongste bediende bij een uitge ver. Met vrezen en beven begon ik. De eerste opdracht was een pakje te bezorgen per fiets. Kun je fietsen? Ja meneer. Maar ik verzweeg dat ik nog niet kon opstappen zonder hulp van een stoep. Er was vlakbij een gerechtsgebouw met prach tige trappen. Ik keek nog even om, maar de kust was veilig, 'k Zette mij flink af en zigzagde de straat in. 't Ging even goed, maar tot mijn grote schrik kwam het grote gevaar op mij af. Een verschrikkelijk grote boom; dat ding besloeg een hele breedte. Ik slingerde er recht op aan, de fiets was total loss, zelf kreeg ik schaafwonden. Met trillende knieën en huilend kwam ik even later op kantoor terug. Zo Jantje, ben je nu al weer... maar verder kwam men niet want het oog viel op de ravage. Het werd niet zwaar opgenomen, óók geen ontslag. De grootste reprimande kreeg ik thuis!" aldus de heer J.V. te A. Mevrouw J.C. moest in het costuumvak, hoewel ze ver pleegster wilde worden. „Het kostte geen geld, als ik maar wat boodschappen deed. Op de eerste morgen werd de leuning van mijn stoel gezaagd. Stilzit ten kon ik niet. De juf zei: zit toch eens stil, ik word gek van je. Ik: „Wie wat worden wil, die zit niet stil!" Kwaad dat ze was. De juf maakte de japon, ik de ceintuur, met allemaal plooi tjes, nog schuin ook. Toen het af was, bleek de ceintuur ver kleurd door het transpireren van mijn handen. Er heerste een dag stilte. Ik was verslagen. Toen vroeg een student, die be neden op kamers woonde, waarom ik niet meer zong. Dat gaf mij weer moed. Ik heb het vak geleerd, ervan genoten ook!" De tijd die Louise Mar- guérite Olga van Andel- Ripke was toegemeten (zij werd op 23 augustus in stilte gecremeerd) besteed de zij aan het woekeren met haar talenten die haar in ruime mate waren toe bedeeld. In een reeks van lezingen. cursussen, als medewerkster aan tijd schriften (Kleuterwereld. Ons Gezin e.a.) en verza melwerken heeft ze samen met haar man, J. C. van Andel, de resultaten ver werkt van studie en erva ring. Wij noemen de ar- beidstherapie, de heropvoe ding van zieken, egn biolo- Mevrouw O. van Andel-Rlpka schreef o.a. Heropvoeding door arbeid, Gezonde kin deren, evenwichtige mensen. Kinderen van verschillende type, De moeilijkste jaren, De eerste sociale periode. Kinderleven en mensenlot. Moeilijkheden en mogelijkheden. Nieuw leven op deze wereld. Deze boeken zijn uitgegeven bij de uitgeverij Bllleveld in Utrecht. gisch gefundeerde kinder psychologie. Zij diende met wijsheid en milde humor de mensen, kleine mensen, gestoorde mensen, zie ke mensen. Met scherpe blik onderkende zij de problemen van onze tijd, eer wij ze bewust werden. Reeds in 1939 schreef ze: „Vindt men bij jongens als te ken van onrijpheid een tevéél, bij meisjes is er dikwijls een tekort aan zelfbewustheid. Ver moedelijk is dit een gevolg van Correspondentie oon de heer A. J. Ivens, Fronkenslog 69, Den Hoog. Er is een "R" in dc maand en dus rrroll de competitie weer. In de ereklasse is een club die er niet eerder in speelde: Twente's Eerste. Een der oudste vereni gingen van ons land die volgend jaar jubileert. De Twentenaren begonnen goed door Huizum te verslaan. Na een eerste ronde is hel moeilijk precies te vertellen hoe de kaarten liggen. Waarschijnlijk zullen drie clubs om de titel strijden, te weten VAD (de nieu we combinatie van GS en J. Blankenaar), Huissen en Twen te's Eerstee-Met Huizum als dark horse. In de nationale hoofdklasse verloor later nog. Zoals de zwartspeler aangaf had wit hier kunnen winnen door: 33—28, 13—18 gedwongen; 30-24. 20x29; 28-22. 17x37: 38-32, 37x28; 26-21. 16x27 (7): 31x2. F. Koopmeiners, Constant door 28—23 is niet te verhinde- ren. Compositie van Davidov Constant, dat hel 60-jarig be staan gaat vieren, heeft wel ccn team van routiniers, doch de vergrijzing heeft nergens de zelfde omvang. Vóór dc competitie begon, speelde VAD I een oefenwed strijd tegen RDG. Beide ploegen telden vier invallers (waaronder de -kopborden). Niettemin mag het gelijke spel voor RDG zeer verdienstelijk \yorden genoemd. HT Jacobsen, RDG Zwart: 6, 8. II t/ra 14, 16, 17, 18. 20, 23. Wit: 25, 26, 30, 31, 32, 33, 35. 36. 38. 42. 48. Uit de oefenwedstrijd. Wit vervolgde foutief met 31-27? en doen de uitslagen vermoeden dat IJmuiden en Het Oosten, Rotterdam, hoge ogen zullen gooien. Misschien met RDG, dat echter nog niet in staat is geble ken een homogene ploeg op de been te brengen, nu het tiental wederom drastisch is verjongd. J H. Becke. VAD 1 Karamat Ali, RDG Zwart: 6, 8, 9, II, 14. 16, 17, 19. 24, 26. Wit: 22, 25, 28, 30, 34, 35. 36, 43, 46, 48. Wit won hier zeer fraai door het volgende gambiet: 36-31!!. 26x37; 22—18 en dc doorbraak Zwart: 7, 9, 13, 15, 17. 19. 26. 27. 29. Wit: 28, 30, 37. 38. 39. 41. 42, 43. 49. Een compositie is geen pro- bleem. Davidov construeerde de ze spelgang: 39-33!. 27-31?; 33x24, 31-36; 37-31. 26x39; 28—23, 19x28 a); 30-25. 36x47; 49-44, 47x20; 44x2, 20-47; 2x24!. 47x20; 25x3 a) 36x47; 23x3. 47x20; 3x25.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 17