DR. FLENTROP orgelbouwer met wereldfaam Oplossing klooster-mysterie binnen kerkhofmuur zoeken? fabel en historie door Ton Hulst door Monique Floor JERUZALEM: ZATERDAG 13 SEPTEMBER 194? De laatste jaren wordt genoem de theorie door vele belangstellen den en deskundigen verdedigd, al was het alleen maar omdat men een klooster toch allereerst op „kloosterlijke" grond zal zoeken. De juiste plaats in dit vrij grote gebied moet dan nog worden vast gesteld, maar opgravingen kunnen weinig aan het licht brengen omdat ten tijde van de stichting van het klooster steen als bouwmateriaal nog niet gebruikelijk was en dus hout zal zijn benut. Aangezien hout weinig sporen nalaat, moet kloosteraardewerk uitsluitsel kun nen geven. Een juiste plaatsbepaling van het vroegere Bethaniën is zonder meer mogelijk. Nadat namelijk het klooster naar de vaste wal was overgebracht. bleek toch het Christendom vaste voet op het ei land te hebben gekregen. Een geschil tussen Heer Haye van Ameland II (en slot) er vanaf het prille begin reke ning mee houden dat wij voor een orgel met een in die kerk of zaal vereist volume ten minste om eens enkele ma ten te noemen een hoogte van zes, een breedte van vier en een diepte van een meter nodig hebben." Werd uitsluitend met het or gel rekening gehouden, dan zou de spreker zich misschien moei lijk verstaanbaar kunnen ma ken. Hoofdverschil is wel dat een spreekstem een kortere na- galmtijd vraagt dan orgeltonen. Daarvoor moet (en kan) een gul den middenweg worden gevon den door juiste situering van orgel en preekstoel. De heer Flentrop, uit wiens werkplaatsen jaarlijks heel wat nieuwe orgels vertrekken (soms is er een wachttijd van vier jaar), is er de man niet naar om onmiddellijk zijn ste kels uit te zetten als er proble men zijn. Deze slaan veelal op ruimtegebrek en komen vooral voor als een orgel moet worden geplaatst in een bestaand ge bouw. Is er slechts drie m hoogte beschikbaar in een kerk waar voor een daar verantwoord goed orgel zes m nodig zou zijn, dan valt daaraan minder te tor nen dan aan financiële vraag stukken. Van een klein budget kan bijvoorbeeld aanvankelijk een eenvoudig orgel worden ge bouwd, waarvan de mogelijkhe den kunnen worden uitgebreid zodra er weer eens geld komt. Soms wordt een klein pijpor- geltje aangekocht door een grammofoonplatenmaatschappij De jeugd toont een plezierige belangstelling voor orgels en op zo'n orgeltje zullen moderne musici beat- en jazzmuziek gaan spelen. Het instrument kost ƒ5.000; een huisorgel geschikt voor conservatorium- leerlingen en organisten die thuis hun concerten voorberei den ongeveer ƒ40.000. Het orgel in de Rotterdamse con certzaal „De Doelen" vroeg meer dan een half miljoen. Niet van aijn land, niet uitsluiting van alle persoonlijke motieven. Prof. Van Selms maakt resoluut een eind aan allerlei legenden en verhalen rond Jeruzalem, die door velen tol nu toe als onaantastbare waarheid werden «taande gehouden. Hij laat zien, dal er slechts drie punten bestaan, waarvan archeolo gisch is vastgesteld wat daar allemaal is geschied. Het eerste punt is een deel van de- fundering van de tempel, het on derste deel van de bekende „weste lijke muur", beter bekend als de „klaagmuur", welke naam men nu liever niet meer gebruikt, want Jeru zalem ie in joodse handen. Daarover valt nu niets meer te „klagen". Het tweede deel is het openliggen de stuk rots in de Heilige Grafkerk. Historisch kon worden vastgesteld, dat het hier gaai om een deel van de top van Golgotha. Wellicht zou de naam „Kruisigingskerk'? juister zijn lan „Heilige Grafkerk". Het derde deel is een eveneens openliggend stuk rots. gelegen onder de Rotskoepel, verkeerdelijk wel eens aangeduid als de „Omar-moskee", want die koepel ie géén moskee. Deze rots is een deel geweest van de rots onder de tempel (n>da. De Jood zal deze plaat» niel gaarne betreden: al leen de hogepriester had daar eeuwen geleden toegang en dan nog slecht» één maal per jaar Zorgvuldig leidt prof. Van Scltm zijn lezer door de geschiedenis van de „stad des vrede»" Irei-sjalom wat waarsrhijnlijk niet eens de juiste betekenis is van de naam „Jeruza lem", want de naam is ouder dan dr Hebreeuwse taal en hel voorvoegsel „Je-" slaat waar-rhijnlijk op de bron die de stad voedde, in analogie met Jericho. De „j"-klank voor „water" vindt men ook in dc oude rivierna men als Jarmuk, Jabhok en Jordaan. En dit voorvoegsel is niet alleen niet Hebreeuws maar zelfs niet Semitisch. In elk geval: de historie, waarover Prof. Van Selms verhaalt, is boetend en de schrijver doet in taal en stijl die geschiedenis ten volle recht. HANS W LEDEBOER in kubieke meter* zaalinhoud uitgedrukt, maar wel In aantal zitplaatsen (2500) was dit tot nu toe de grootste ruimte waar voor Flentrop bouwde. Regelmatig wordt er buiten eigen land gebouwd; zo prijkt in de 1100 zitplaatsen tellende Londense Elisabeth Hall (de tweede zaal van de Royal Festi val Hall) een orgel van deze Zaanse orgelbouwer. Verder staan en stonden belangrijke werken voor Zweden, Duits land, België, Portugal, West-In- dië. de Verenigde Staten, Australië en Japan op zijn pro gramma. „In De Doelen bleek bij opme ting dat de verwezenlijkte na- galmtijd met de geplande slechts enkele honderdste delen van een seconde verschilt; een fantastisch resultaat volgens de akoestische experts van TNO", vertelt de heer Flentrop. „Het ligt aan een persoonlijk oordeel of de ene zaal mooier van klank wordt gevonden dan de andere. Velen ondervinden de abnormaal lange resonantie van de Londense Royal Albert Hall als prettig; maar aan de andere kant maakt de naar ik meen zes seconden lange na- galmtijd de muziek min of meer onduidelijk. Het Concert gebouw heeft een nagalmtijd van ongeveer twee seconden, De Doelen van iets meer." De op een orgel aangebrachte versiering is heus geen onno dige franje. Door het raster- of beeldhouwwerk boven de pij pen wordt de uittreding van het binnenin, de orgelkast ge maakte geluid gediffuseerd, waardoor het nobeler en fraai er klinkt. In principe wordt een orgel Het intoneren van de pijpen in de werkplaatsen. nog op gelijke wijze gebouwd als honderden jaren terug. In de werkplaatsen worden prak tisch alle onderdelen met de hand gemaakt, al fungeren enkele moderne machines wel als verlengstuk van die handen. Voor orgelkast en onderdelen zijn hardhoutsoorten nodig; in hoofdzaak eike- en mahonie-, maar soms ook wel ceder- of grenehout. Voor de pijpen worden vooral tin en lood in verschillende al liages gebruikt; het gehalte be paalt mede het klankkarakter. Als de platen die van broodjes lood en tin worden ge goten zijn geschaafd, worden de orgelpijpen daaruit op maat gesneden; vervolgens worden zij rond gemaakt en dichtgesol- deerd. In de ronde pijp wordt een „spreekstuk" geconstrueerd. Na dat de voet is bevestigd, wordt de stemmingsrichting aan de achterkant aangebracht; daar mee ontstaat de mogelijkheid tot verkorten of verlengen, waardoor de pijp hoger of lager kan worden gestemd. „Een orgel heeft verschil lende series pijpen. Een serie van dezelfde pijpen in klankkleur en -sterkte noemt men register. Een register telt zoveel pijpen als een klavier aan toetsen heeft. Een orgel met vier klavieren van elk 56 plus een pedaalklavier van 30 toetsen bezit In totaal 254 toet sen". zegt de heer Flentrop. Hieruit volgt dus dat wan neer op elk klavier slechts één register gedisponeerd zou zijn zulk een orgel reeds 254 pij pen telt. In werkelijkheid heeft een klavier echter veel meer registers en bovendien zijn er heel wat registers die per toets niet één doch soms wel vier tot tien pijpen laten „spreken" (de zogenaamde vulstemmen). Een middelgroot orgel telt dus al gauw zo'n drie- tot vierduizend pijpen en pijpjes. Elke toets heeft een mecha niekje waardoor er een verbin ding ontstaat tussen de toets en het ventiel van de windladen waarop al die pijpen staan. Elk orgel wordt in zijn geheel in één van de (hoge) opstellings ruimten opgebouwd. De fijne geluidsafwerking volgt op de plaats van bestemming, maar eerst moet het orgel globaal in de werkplaatsen kunnen wor den bespeeld. Daarna worden o.a. pijpen, klavieren, toetsen, blaasbalgen, windbladen (in grootte variërend van een tot wel vijf m in het vierkant) stuk voor stuk en ten slotte de kast zelf ingepakt door verpakkings experts. Zo vertrok eens een dertien m hoog orgel met 4000 pijpen in twee volle spoorweg wagons naar Lissabon! Bij kerk of concertzaal aange komen. worden alle onderdelen zorgvuldig uitgepakt en begint de opbouw door dezelfde mon teurs die in de werkplaatsen het orgel bouwden. De intoneur gaat de aldus opgestelde pijpen intoneren, d.w.z. het afwerken van de toon in klankkleur en -sterkte. De opbouw en vooral het intoneren, dat een zeer groot vakmanschap en grote ar tisticiteit vereist, duurt op z'n minst enkele maanden. „We restaureren eveneens, zoals vorig jaar Portugals oud ste orgel", vertelt gastheer Flentrop. „Restaureren brengt steeds een bron van inspiratie. Ouderdom is vaak een pluim op de hoed van vroegere orgel bouwers. Een kerk met een uit vroeger eeuwen gespaard geble ven orgel mag zich gelukkig prijzen. Ook Nederland kent verscheidene van zulke pronk stukken!" —*3=. begraafplaats ten noordoosten van Nes, voorzien van een c •ud muurtje rondom, waar tenslotte de oplossing van het mysterie van Bethaniën moet liggen. De Ned. Herv. Kerk In Hollum. op welke plaats aanvankelijk de stichting van het klooster werd toebedacht. onvoorwaardelijk schipbreuk als mon weet. dat de aangeduide plaats ligt in de onmiddellijke na bijheid van het Amelander Gat, in de tijd van de stichting een druk bevaren uitmonding van het meer Flevo. Aangezien toen (negende eeuw) wèl gevaar van Noormannen was te duchten, zal men voor het vestigen van een klooster geen plaats hebben uitgezocht waar al tijd plundering en brandschatting dreigdel Meer aannemelijk is de veron derstelling, dat het klooster verder oostelijk en. om niet bij de andere uitmonding van het meer Flevo te komen, ongeveer op het midden van het eiland moet worden ge zocht. Daar hoefde de vrees voor de Noormannen niet zo groot te zijn. Deze theorie lijkt nog juister als we in aanmerking namen, dat het overgebrachte klooster in Ferwerd na 1400 aanzienlijke bezittingen had. die de hele oostkant van Ameland besloegen. Dit grondge bied strekte zich uit van de Rijd ten westen van Nes tot aan de Sculbalg (het zeegat tussen Ame land en Schiermonnikoog). Cammingha en de abt van het klooster in Ferwerd In 1483 wijst daar ook al op. Zoenlieden kwamen eraan te pas en het document dat hierop be trekking heeft en dat zich bevindt in het Rijks Archief in Den Haag, ondersteunt de sterk gefundeerde macht, die het Ferwerder klooster op oostelijk Ameland had. Het klooster blééf machtig, hoewel Haye als hoofdeling werd erkend. Dat Inmiddels de Amelander be volking tot het christendom was overgegaan, is duidelijk geworden uit opgravingen, die enige jaren geleden op de begraafplaats bij het dorp Nes zijn verricht: op „kloosterlijke" grond. Gevonden werden de fundamenten van een oude Romaanse kerk uit de der tiende eeuw. Er Is e&n summier onderzoek verricht, maar door grondwater zijn verdere opgravin gen gestaakt en i9 de put weer dichtgegooid. Uiteraard is deze kerk in de |aren 1200-1300 niet In het grondwater gebouwd: volgens Amelanders is het terrein ter plaatse in de loop van de tijden nogal „gezakt" Theoretiserend zou men kunnen zeggen, dat de vondst ven de fun damenten van de Romaanse kerk bij Nes de oplossing van het mysterie van Bethaniën kan inhou den. In vroeger tijden was het de gewoonte om, wanneer de oude kerk bouwvallig was geworden de nieuwe kerk op de oude funda menten te doen herrijzen. Bij restauraties heeft men zo ettelijke kerken op dezelfde plaats kunnen vaststellen. Wanneer men nog In aanmerking neemt, dat op ongeveer vijftig me ter afstand van de gevonden fun damenten (bulten het eeuwenoude, verweerde muurtje van het kerkhof) Willibrordusdobbe ligt. dan moet de conclusie zijn dat binnen de muur van het kerkhof de resten van Be thaniën moeten worden gezocht. Het is ook niet zo verwonderlijk, dat na 690. toen de eerste kerk op Ameland werd gesticht (later qe- volgd door het klooster op dezelf de plaats), dit gebeurde direct bij de heilige plaats waar Willibrordus de eerste heidenen tof het Christendom doopte. Bovendien ligt deze plaats enige honderden meters buiten het dorp. op de scheiding van grasland en duinen, waar al vanaf het begin van de Amelander geschiedschrijving een nederzetting was. De rooma-katho- lieke kerk ligt vlakbij en tenslotte ligt het kerkhof tussen de overwe gend katholieke dorpen Nes $r\ Buren (de andere dorpen Baliym en Hollum. westelijk van de Rtjd. tellen geen katholieken Niet onwaarschijnlijk ia het, dat de bewoners van Nes en Buren, nadat het oude. houten klooster door de monniken waa verlaten, dit gebouw aanvankelijk nog heb ben gebruikt en later, toen het voormalige klooster bouwvallig was geworden, een nieuwe stenen kerk op de fundamenten van Be thaniën hebben gebouwd. Het is de moeite waard om hier naar een uitgebreid wetenschappe lijk onderzoek In te stellen en daarbij ook buiten de kerkhofmuur te graven (en de Willibrordusdob be droog te malen en uit te gra ven), omdat dit belangwekkende zaken uit het tussen 700 en 1400 vrij geïsoleerde noorden aan het licht kan brengenl S Ztlfs van de prachtige koestiek in het Amsterdam- 31 Concertgebouw zou niet eel overblijven als het hele jubliek er in bontjas ver been; vooral een ruigharige .«eft een enorm absorptiever- pogen! Maar in een concert aal is niet iedere bezoeker in rt gehuld en evenmin is dit een kerk het geval. Ten |unste van een goede (koestiek wordt echter wel Iegelijk rekening gehouden ret kleding: de orgelbouwer |aat daarbij van een „gemid- lelde" uit. 3e mannen zijn eeliswaar het gehele jaar »r tamelijk gelijkmatig ge leed, maar de vrouwen dra- in in de zomer veel luchtiger |:leding dan in de winter. »0 „In principe bouwen wij ooit een orgel voor wij zelf de n limte, waarin het moet wor- en geplaatst, mét publiek heb- en beluisterd", vertelt één van I,, nze tien bekende pijporgelbou- 5r <ers, dr. D. A. Flentrop uit 50 aandam. „Je kunt de architec- inische vormgeving, de maten de gebruikte materialen uit K estek en tekening leren. Na- ir lursteen klinkt heel anders •Ji an houten betimmeringen. Bo- endien doen we zekerheidshal- e zelf ter plaatse ook nog ouwkundlge metingen. Die ijn nodig om ons instrument en aangepaste vorm te geven. Je moeten het orgel eveneens ^anpassen bij de klankkarakte- stiek van de ruimte." De zich oriënterende orgel- ouwer maakt in de zaal op en of andere manier geluid: dij neemt een orgeltje mee of olstaat met handgeklap, flui- en en zingen. Hij luistert hoe et geproduceerde geluid zich Het is niet onmogelijk, dat Ameland tot het jaar 1100 ongeveer een land tong (evenals de andere eilanden) was in de door het meer Flevo, het huidige iJsselmeer, gevormde delta. De hoger gelegen punt van de landtong (de dui nen) kan door de grote stormvloeden in die dagen van de rest zijn geïso leerd, echter nog niet direct definitief. Achter het eiland-in-wording bleef na melijk een moeilijk begaanbaar en moerassig gebied bestaan, dat bij laag tij jeheel leegliep. De kronieken maken gewag van dat moeras tussen de jaren 100 en 1400 en vermelden het bestaan van welvarende dorpen op hoger jelegen delen (terpen?). lem. Door alle eeuwen heen klinkt hel oude gebed: „Indien ik u ver geet. Jeruzalem, verschroinprle mijn rechterhand." Geen volk heeft sovqe) geleden en zoveel geofferd voor Jeru zalem. Behoort voor ons, christenen, de liefde niet het eerste argument te zijn? Met deze «tellingname eindigt prof. dr. A. van Selms, hoogleraar in de «emitica aan de universiteit van Pre toria in Zuid-Afrika, zijn bij Hollan- dia Baarn verschenen boek .Jeruza lem door de eeuwen heen". (256 bit, 16,90), dat geïllustreerd is met uitstekend fotomateriaal en duide lijke tekeningen en schetskaarten. Als ondertitel geeft prof. Van Selms zijn boek mee: „Van vóór ko ning David tot generaal Dayan." Dat hij Mosje Dayan als bepalend voor het moderne Israël ziet, is begrijpe lijk. Welke bezwaren er ook tegen deze figuur zouden zijn aan te voe ren, niemand kan ontkennen, dat Dayan zijn leven lang bewezen heeft, zich uitsluitend te laten leiden door de verantwoordelijkheid ten opzichte Orgelbouwer dr. D. A. Flentrop, die uit vele delen van de wereld opdrachten ontvangt. gedraagt: hoge of lage resonan tie van zaal of kerk moeten in het orgelontwerp worden ver werkt. „Het is vanzelfsprekend heel prettig werken als wij met de belanghebbenden rond de tafel zitten nog voor de architect een lijn op papier heeft gezet", ver telt de heer Flentrop, die op grond van zijn invloed op de gunstige orgelbouwontwikke- ling in de Verenigde Staten daar onlangs een eredoctoraat in de muziekwetenschappen ont ving. „Natuurlijk is het altijd een kwestie van geven en nemen om gezamenlijk tot een optima le oplossing te komen. Men kan Door het geleidelijke ontstaan in de Zuiderzee moet het moeras jt ingzaam dieper en onbegaanbaar- er zijn geworden, totdat aan het ind van de veertiende eeuw het n 'idige zeestadium werd bereikt. it >oor de eiland-wording van Fosi- n Bland (er werd gesproken van een Blllgdom op een „hoogte"), die omstreeks 1100 Inzette, werd e wr Bethaniën een vrij onmoge- fke situatie geschapen. Met de Brlnnering aan verschikkelijke lormvloeden was het allerminst e sker, dat het nieuwe eiland zou lijven bestaan. De verplaatsing Bn daarop een reactie zijn ge feest. Voor de verplaatsing uit angst oor de zee kan nog een bewijs «rden opgezet, dat echter even- oed als steun aan de vorige ar il umentatie kan gelden. Tot in de orige eeuw heeft namelijk het ge- Bar bestaan dat Ameland in «eën zou breken op een punt j, in westen van het dorp Nes. dus 1 het midden van het eiland. Daar e ap. dwars door de duinen, de lijd. een vrij diepe slenk, die loordzee en Waddenzee verbond, lat Is zelfs gebeurd, dat daar tij- v lens storm schepen doorheen zijn perst Op die plaats waren slechts lage luintjes en was het eiland op z'n Walst. Een doorbraak zou voor de kloosterbewoners catastrofaal zijn evveest, omdat het tot Bethaniën ishorende gebied erdoor van de •at zou zijn afgesneden Ook inflat voor een doorbraak kan ver- RJizing tot gevolg hebben gehad. i| Nu kan men zeggen: wie be- j"lst, dat het klooster werkeli|k iaeft bestaan, tenminste op Ame- and? Dat is Inderdaad geen ge makkelijke opgave. want ar- W chiefstukken, die dit hadden kun- ■J-"en aantonen, zl|n bl| de >rand8chatting van het latere klooster in Ferwerd verloren ge- Baan. toe aanwezigheid nu nog van v*al rooms-kstholleken (Kardinaal toe jong werd op Ameland gebo- rtn) op het eiland, die bovendien 1'®n wonen ten oosten van de voormalige Rijd, lijkt een beter be wijs. vooral omdat zij op de ande re eilanden nauwelijks voorkomen. Na de verplaatsing van Bethaniën had het klooster van Ferwerd de hele oosthelft in bezit. Aangenomen mag worden, voor al ook omdat veel kronieken al waren geschreven. toen het klooster in Ferwerd (precies tegen over Ameland aan de vaste wal) werd gebrandschat, dat Bethaniën zijn oorsprong vond op .Ameland. In dit verband mag ook nog wel genoemd worden een op het el- land voorkomende aanduiding „An- jumwei" (wei is weg). Hieruit zou kunnen blijken, dat in vroege tij den een „weg" van Ameland naar het noordoost-Friese dorp Anjum heeft gelopen, waaruit alleen maar blijkt dat Ameland toen nog geen eiland kan zijn geweest. De juiste plaats van het klooster op Ame land Is niet bekend, vooral ook omdat er zoveel theorieën over bestaan. De meest aangehangen theorie is wel. dat Bethaniën op Ameland heeft gestaan op de plaats of In de nabijheid van de huidige Ned Herv. kerk bij het dorp Hollum. op de uiterste westkant van het ei land Die redenering lijdt echter Wie wil praten over historische rechten op Jeruzalem, moei ook den ken aan die van de Turken, de Ma- ■uelukken, de Kruisvaarders, de Bj- /.antijnen. Daar komt men nooit uit. Er is een ander argument, dat in dc vergadering van de Verenigde Naties inert hoon zou worden ontvangen, maar dat zwaar weegt: wie heeft Je ruzalem het meest liefgehad. Moslem? Christen? Of Jood? Jeruzalem was nooit liet centrale heiligdom van de Islam, al dankt Je ruzalem daaraan zijn schoonste bouw werk. De christenen hebben Jeruza lem met menige kerk en klooster verrijkt, maar nergens heeft hun on- lerlinge verdeeldheid zich treuriger getoond dan in de stad waar Christus eed, stierf en opstond. Maar de Joden hebben na hel jaar 70 of het jaar 135 de jaren van de opstanden tegen de Romeinen niet opgehouden naar Zion te verlangen. Hun wijzen en dichtere zijn er heen gegaan om daar te sterven en op de Olijfberg te worden gegraven. Door He gehele joodse literatuur trekt het lied van het verlangen naar Jeruza- „Jerusjalaim. Ir sjel zahav' leruzalenv. stad van goud, de beginregel van het zo bekend geworden lied, mag man letterlijk opvatten De oude stadsmuren van kalksteen oorspronkelijk wit hebben een gele kleur gekregen. De laag (taande zon kleurt die muren fonkelend geel. Rechts de „toren Davlndf". die echt niet door David is gebouwd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 19