DR. FLENTROP
orgelbouwer met wereldfaam
Oplossing klooster-mysterie
binnen kerkhofmuur zoeken?
fabel en historie
door Ton Hulst
door
Monique Floor
JERUZALEM:
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 194?
De laatste jaren wordt genoem
de theorie door vele belangstellen
den en deskundigen verdedigd, al
was het alleen maar omdat men
een klooster toch allereerst op
„kloosterlijke" grond zal zoeken.
De juiste plaats in dit vrij grote
gebied moet dan nog worden vast
gesteld, maar opgravingen kunnen
weinig aan het licht brengen omdat
ten tijde van de stichting van het
klooster steen als bouwmateriaal
nog niet gebruikelijk was en dus
hout zal zijn benut. Aangezien
hout weinig sporen nalaat, moet
kloosteraardewerk uitsluitsel kun
nen geven.
Een juiste plaatsbepaling van het
vroegere Bethaniën is zonder meer
mogelijk. Nadat namelijk het
klooster naar de vaste wal was
overgebracht. bleek toch het
Christendom vaste voet op het ei
land te hebben gekregen. Een
geschil tussen Heer Haye van
Ameland II (en slot)
er vanaf het prille begin reke
ning mee houden dat wij voor
een orgel met een in die kerk
of zaal vereist volume ten
minste om eens enkele ma
ten te noemen een hoogte
van zes, een breedte van vier
en een diepte van een meter
nodig hebben."
Werd uitsluitend met het or
gel rekening gehouden, dan zou
de spreker zich misschien moei
lijk verstaanbaar kunnen ma
ken. Hoofdverschil is wel dat
een spreekstem een kortere na-
galmtijd vraagt dan orgeltonen.
Daarvoor moet (en kan) een gul
den middenweg worden gevon
den door juiste situering van
orgel en preekstoel.
De heer Flentrop, uit wiens
werkplaatsen jaarlijks heel wat
nieuwe orgels vertrekken
(soms is er een wachttijd van
vier jaar), is er de man niet
naar om onmiddellijk zijn ste
kels uit te zetten als er proble
men zijn. Deze slaan veelal op
ruimtegebrek en komen vooral
voor als een orgel moet worden
geplaatst in een bestaand ge
bouw.
Is er slechts drie m hoogte
beschikbaar in een kerk waar
voor een daar verantwoord
goed orgel zes m nodig zou zijn,
dan valt daaraan minder te tor
nen dan aan financiële vraag
stukken. Van een klein budget
kan bijvoorbeeld aanvankelijk
een eenvoudig orgel worden ge
bouwd, waarvan de mogelijkhe
den kunnen worden uitgebreid
zodra er weer eens geld komt.
Soms wordt een klein pijpor-
geltje aangekocht door een
grammofoonplatenmaatschappij
De jeugd toont een plezierige
belangstelling voor orgels en op
zo'n orgeltje zullen moderne
musici beat- en jazzmuziek
gaan spelen. Het instrument
kost ƒ5.000; een huisorgel
geschikt voor conservatorium-
leerlingen en organisten die
thuis hun concerten voorberei
den ongeveer ƒ40.000. Het
orgel in de Rotterdamse con
certzaal „De Doelen" vroeg
meer dan een half miljoen. Niet
van aijn land, niet uitsluiting van alle
persoonlijke motieven.
Prof. Van Selms maakt resoluut
een eind aan allerlei legenden en
verhalen rond Jeruzalem, die door
velen tol nu toe als onaantastbare
waarheid werden «taande gehouden.
Hij laat zien, dal er slechts drie
punten bestaan, waarvan archeolo
gisch is vastgesteld wat daar allemaal
is geschied.
Het eerste punt is een deel van de-
fundering van de tempel, het on
derste deel van de bekende „weste
lijke muur", beter bekend als de
„klaagmuur", welke naam men nu
liever niet meer gebruikt, want Jeru
zalem ie in joodse handen. Daarover
valt nu niets meer te „klagen".
Het tweede deel is het openliggen
de stuk rots in de Heilige Grafkerk.
Historisch kon worden vastgesteld,
dat het hier gaai om een deel van de
top van Golgotha. Wellicht zou de
naam „Kruisigingskerk'? juister zijn
lan „Heilige Grafkerk".
Het derde deel is een eveneens
openliggend stuk rots. gelegen onder
de Rotskoepel, verkeerdelijk wel eens
aangeduid als de „Omar-moskee",
want die koepel ie géén moskee. Deze
rots is een deel geweest van de rots
onder de tempel (n>da. De Jood zal
deze plaat» niel gaarne betreden: al
leen de hogepriester had daar eeuwen
geleden toegang en dan nog slecht»
één maal per jaar
Zorgvuldig leidt prof. Van Scltm
zijn lezer door de geschiedenis van
de „stad des vrede»" Irei-sjalom
wat waarsrhijnlijk niet eens de juiste
betekenis is van de naam „Jeruza
lem", want de naam is ouder dan dr
Hebreeuwse taal en hel voorvoegsel
„Je-" slaat waar-rhijnlijk op de bron
die de stad voedde, in analogie met
Jericho. De „j"-klank voor „water"
vindt men ook in dc oude rivierna
men als Jarmuk, Jabhok en Jordaan.
En dit voorvoegsel is niet alleen niet
Hebreeuws maar zelfs niet Semitisch.
In elk geval: de historie, waarover
Prof. Van Selms verhaalt, is boetend
en de schrijver doet in taal en stijl
die geschiedenis ten volle recht.
HANS W LEDEBOER
in kubieke meter* zaalinhoud
uitgedrukt, maar wel In aantal
zitplaatsen (2500) was dit tot nu
toe de grootste ruimte waar
voor Flentrop bouwde.
Regelmatig wordt er buiten
eigen land gebouwd; zo prijkt
in de 1100 zitplaatsen tellende
Londense Elisabeth Hall (de
tweede zaal van de Royal Festi
val Hall) een orgel van deze
Zaanse orgelbouwer. Verder
staan en stonden belangrijke
werken voor Zweden, Duits
land, België, Portugal, West-In-
dië. de Verenigde Staten,
Australië en Japan op zijn pro
gramma.
„In De Doelen bleek bij opme
ting dat de verwezenlijkte na-
galmtijd met de geplande
slechts enkele honderdste delen
van een seconde verschilt; een
fantastisch resultaat volgens de
akoestische experts van TNO",
vertelt de heer Flentrop.
„Het ligt aan een persoonlijk
oordeel of de ene zaal mooier
van klank wordt gevonden dan
de andere. Velen ondervinden
de abnormaal lange resonantie
van de Londense Royal Albert
Hall als prettig; maar aan de
andere kant maakt de naar ik
meen zes seconden lange na-
galmtijd de muziek min of
meer onduidelijk. Het Concert
gebouw heeft een nagalmtijd
van ongeveer twee seconden,
De Doelen van iets meer."
De op een orgel aangebrachte
versiering is heus geen onno
dige franje. Door het raster- of
beeldhouwwerk boven de pij
pen wordt de uittreding van
het binnenin, de orgelkast ge
maakte geluid gediffuseerd,
waardoor het nobeler en fraai
er klinkt.
In principe wordt een orgel
Het intoneren van de pijpen in de werkplaatsen.
nog op gelijke wijze gebouwd
als honderden jaren terug. In
de werkplaatsen worden prak
tisch alle onderdelen met de
hand gemaakt, al fungeren
enkele moderne machines wel
als verlengstuk van die handen.
Voor orgelkast en onderdelen
zijn hardhoutsoorten nodig; in
hoofdzaak eike- en mahonie-,
maar soms ook wel ceder- of
grenehout.
Voor de pijpen worden vooral
tin en lood in verschillende al
liages gebruikt; het gehalte be
paalt mede het klankkarakter.
Als de platen die van
broodjes lood en tin worden ge
goten zijn geschaafd, worden
de orgelpijpen daaruit op maat
gesneden; vervolgens worden
zij rond gemaakt en dichtgesol-
deerd.
In de ronde pijp wordt een
„spreekstuk" geconstrueerd. Na
dat de voet is bevestigd, wordt
de stemmingsrichting aan de
achterkant aangebracht; daar
mee ontstaat de mogelijkheid
tot verkorten of verlengen,
waardoor de pijp hoger of lager
kan worden gestemd.
„Een orgel heeft verschil
lende series pijpen. Een serie
van dezelfde pijpen in
klankkleur en -sterkte noemt
men register. Een register telt
zoveel pijpen als een klavier
aan toetsen heeft. Een orgel
met vier klavieren van elk 56
plus een pedaalklavier van 30
toetsen bezit In totaal 254 toet
sen". zegt de heer Flentrop.
Hieruit volgt dus dat wan
neer op elk klavier slechts één
register gedisponeerd zou zijn
zulk een orgel reeds 254 pij
pen telt. In werkelijkheid heeft
een klavier echter veel meer
registers en bovendien zijn er
heel wat registers die per toets
niet één doch soms wel vier tot
tien pijpen laten „spreken" (de
zogenaamde vulstemmen). Een
middelgroot orgel telt dus al
gauw zo'n drie- tot vierduizend
pijpen en pijpjes.
Elke toets heeft een mecha
niekje waardoor er een verbin
ding ontstaat tussen de toets en
het ventiel van de windladen
waarop al die pijpen staan.
Elk orgel wordt in zijn geheel
in één van de (hoge) opstellings
ruimten opgebouwd. De fijne
geluidsafwerking volgt op de
plaats van bestemming, maar
eerst moet het orgel globaal in
de werkplaatsen kunnen wor
den bespeeld. Daarna worden
o.a. pijpen, klavieren, toetsen,
blaasbalgen, windbladen (in
grootte variërend van een tot
wel vijf m in het vierkant) stuk
voor stuk en ten slotte de kast
zelf ingepakt door verpakkings
experts. Zo vertrok eens een
dertien m hoog orgel met 4000
pijpen in twee volle spoorweg
wagons naar Lissabon!
Bij kerk of concertzaal aange
komen. worden alle onderdelen
zorgvuldig uitgepakt en begint
de opbouw door dezelfde mon
teurs die in de werkplaatsen
het orgel bouwden. De intoneur
gaat de aldus opgestelde pijpen
intoneren, d.w.z. het afwerken
van de toon in klankkleur en
-sterkte. De opbouw en vooral
het intoneren, dat een zeer
groot vakmanschap en grote ar
tisticiteit vereist, duurt op z'n
minst enkele maanden.
„We restaureren eveneens,
zoals vorig jaar Portugals oud
ste orgel", vertelt gastheer
Flentrop. „Restaureren brengt
steeds een bron van inspiratie.
Ouderdom is vaak een pluim
op de hoed van vroegere orgel
bouwers. Een kerk met een uit
vroeger eeuwen gespaard geble
ven orgel mag zich gelukkig
prijzen. Ook Nederland kent
verscheidene van zulke pronk
stukken!"
—*3=.
begraafplaats ten noordoosten van Nes, voorzien van een c
•ud muurtje rondom, waar tenslotte de oplossing van het mysterie van
Bethaniën moet liggen.
De Ned. Herv. Kerk In Hollum. op welke plaats aanvankelijk de
stichting van het klooster werd toebedacht.
onvoorwaardelijk schipbreuk als
mon weet. dat de aangeduide
plaats ligt in de onmiddellijke na
bijheid van het Amelander Gat, in
de tijd van de stichting een druk
bevaren uitmonding van het meer
Flevo. Aangezien toen (negende
eeuw) wèl gevaar van Noormannen
was te duchten, zal men voor het
vestigen van een klooster geen
plaats hebben uitgezocht waar al
tijd plundering en brandschatting
dreigdel
Meer aannemelijk is de veron
derstelling, dat het klooster verder
oostelijk en. om niet bij de andere
uitmonding van het meer Flevo te
komen, ongeveer op het midden
van het eiland moet worden ge
zocht. Daar hoefde de vrees voor
de Noormannen niet zo groot te
zijn.
Deze theorie lijkt nog juister als
we in aanmerking namen, dat het
overgebrachte klooster in Ferwerd
na 1400 aanzienlijke bezittingen
had. die de hele oostkant van
Ameland besloegen. Dit grondge
bied strekte zich uit van de Rijd
ten westen van Nes tot aan de
Sculbalg (het zeegat tussen Ame
land en Schiermonnikoog).
Cammingha en de abt van het
klooster in Ferwerd In 1483 wijst
daar ook al op.
Zoenlieden kwamen eraan te pas
en het document dat hierop be
trekking heeft en dat zich bevindt
in het Rijks Archief in Den Haag,
ondersteunt de sterk gefundeerde
macht, die het Ferwerder klooster
op oostelijk Ameland had. Het
klooster blééf machtig, hoewel
Haye als hoofdeling werd erkend.
Dat Inmiddels de Amelander be
volking tot het christendom was
overgegaan, is duidelijk geworden
uit opgravingen, die enige jaren
geleden op de begraafplaats bij
het dorp Nes zijn verricht: op
„kloosterlijke" grond. Gevonden
werden de fundamenten van een
oude Romaanse kerk uit de der
tiende eeuw. Er Is e&n summier
onderzoek verricht, maar door
grondwater zijn verdere opgravin
gen gestaakt en i9 de put weer
dichtgegooid. Uiteraard is deze
kerk in de |aren 1200-1300 niet In
het grondwater gebouwd: volgens
Amelanders is het terrein ter
plaatse in de loop van de tijden
nogal „gezakt"
Theoretiserend zou men kunnen
zeggen, dat de vondst ven de fun
damenten van de Romaanse kerk
bij Nes de oplossing van het
mysterie van Bethaniën kan inhou
den. In vroeger tijden was het de
gewoonte om, wanneer de oude
kerk bouwvallig was geworden de
nieuwe kerk op de oude funda
menten te doen herrijzen. Bij
restauraties heeft men zo ettelijke
kerken op dezelfde plaats kunnen
vaststellen.
Wanneer men nog In aanmerking
neemt, dat op ongeveer vijftig me
ter afstand van de gevonden fun
damenten (bulten het eeuwenoude,
verweerde muurtje van het kerkhof)
Willibrordusdobbe ligt. dan moet de
conclusie zijn dat binnen de muur
van het kerkhof de resten van Be
thaniën moeten worden gezocht.
Het is ook niet zo verwonderlijk,
dat na 690. toen de eerste kerk op
Ameland werd gesticht (later qe-
volgd door het klooster op dezelf
de plaats), dit gebeurde direct bij
de heilige plaats waar Willibrordus
de eerste heidenen tof het
Christendom doopte. Bovendien
ligt deze plaats enige honderden
meters buiten het dorp. op de
scheiding van grasland en duinen,
waar al vanaf het begin van de
Amelander geschiedschrijving een
nederzetting was. De rooma-katho-
lieke kerk ligt vlakbij en tenslotte
ligt het kerkhof tussen de overwe
gend katholieke dorpen Nes $r\
Buren (de andere dorpen Baliym
en Hollum. westelijk van de Rtjd.
tellen geen katholieken
Niet onwaarschijnlijk ia het, dat
de bewoners van Nes en Buren,
nadat het oude. houten klooster
door de monniken waa verlaten,
dit gebouw aanvankelijk nog heb
ben gebruikt en later, toen het
voormalige klooster bouwvallig
was geworden, een nieuwe stenen
kerk op de fundamenten van Be
thaniën hebben gebouwd.
Het is de moeite waard om hier
naar een uitgebreid wetenschappe
lijk onderzoek In te stellen en
daarbij ook buiten de kerkhofmuur
te graven (en de Willibrordusdob
be droog te malen en uit te gra
ven), omdat dit belangwekkende
zaken uit het tussen 700 en 1400
vrij geïsoleerde noorden aan het
licht kan brengenl
S Ztlfs van de prachtige
koestiek in het Amsterdam-
31 Concertgebouw zou niet
eel overblijven als het hele
jubliek er in bontjas ver
been; vooral een ruigharige
.«eft een enorm absorptiever-
pogen! Maar in een concert
aal is niet iedere bezoeker in
rt gehuld en evenmin is dit
een kerk het geval. Ten
|unste van een goede
(koestiek wordt echter wel
Iegelijk rekening gehouden
ret kleding: de orgelbouwer
|aat daarbij van een „gemid-
lelde" uit. 3e mannen zijn
eeliswaar het gehele jaar
»r tamelijk gelijkmatig ge
leed, maar de vrouwen dra-
in in de zomer veel luchtiger
|:leding dan in de winter.
»0
„In principe bouwen wij
ooit een orgel voor wij zelf de
n limte, waarin het moet wor-
en geplaatst, mét publiek heb-
en beluisterd", vertelt één van
I,, nze tien bekende pijporgelbou-
5r <ers, dr. D. A. Flentrop uit
50 aandam. „Je kunt de architec-
inische vormgeving, de maten
de gebruikte materialen uit
K estek en tekening leren. Na-
ir lursteen klinkt heel anders
•Ji an houten betimmeringen. Bo-
endien doen we zekerheidshal-
e zelf ter plaatse ook nog
ouwkundlge metingen. Die
ijn nodig om ons instrument
en aangepaste vorm te geven.
Je moeten het orgel eveneens
^anpassen bij de klankkarakte-
stiek van de ruimte."
De zich oriënterende orgel-
ouwer maakt in de zaal op
en of andere manier geluid:
dij neemt een orgeltje mee of
olstaat met handgeklap, flui-
en en zingen. Hij luistert hoe
et geproduceerde geluid zich
Het is niet onmogelijk, dat Ameland tot het jaar 1100 ongeveer een land
tong (evenals de andere eilanden) was in de door het meer Flevo, het huidige
iJsselmeer, gevormde delta. De hoger gelegen punt van de landtong (de dui
nen) kan door de grote stormvloeden in die dagen van de rest zijn geïso
leerd, echter nog niet direct definitief. Achter het eiland-in-wording bleef na
melijk een moeilijk begaanbaar en moerassig gebied bestaan, dat bij laag tij
jeheel leegliep. De kronieken maken gewag van dat moeras tussen de jaren
100 en 1400 en vermelden het bestaan van welvarende dorpen op hoger
jelegen delen (terpen?).
lem. Door alle eeuwen heen klinkt
hel oude gebed: „Indien ik u ver
geet. Jeruzalem, verschroinprle mijn
rechterhand." Geen volk heeft sovqe)
geleden en zoveel geofferd voor Jeru
zalem.
Behoort voor ons, christenen, de
liefde niet het eerste argument te
zijn?
Met deze «tellingname eindigt prof.
dr. A. van Selms, hoogleraar in de
«emitica aan de universiteit van Pre
toria in Zuid-Afrika, zijn bij Hollan-
dia Baarn verschenen boek .Jeruza
lem door de eeuwen heen". (256 bit,
16,90), dat geïllustreerd is met
uitstekend fotomateriaal en duide
lijke tekeningen en schetskaarten.
Als ondertitel geeft prof. Van
Selms zijn boek mee: „Van vóór ko
ning David tot generaal Dayan." Dat
hij Mosje Dayan als bepalend voor
het moderne Israël ziet, is begrijpe
lijk. Welke bezwaren er ook tegen
deze figuur zouden zijn aan te voe
ren, niemand kan ontkennen, dat
Dayan zijn leven lang bewezen heeft,
zich uitsluitend te laten leiden door
de verantwoordelijkheid ten opzichte
Orgelbouwer dr. D. A. Flentrop, die uit vele delen van de wereld
opdrachten ontvangt.
gedraagt: hoge of lage resonan
tie van zaal of kerk moeten in
het orgelontwerp worden ver
werkt.
„Het is vanzelfsprekend heel
prettig werken als wij met de
belanghebbenden rond de tafel
zitten nog voor de architect een
lijn op papier heeft gezet", ver
telt de heer Flentrop, die op
grond van zijn invloed op de
gunstige orgelbouwontwikke-
ling in de Verenigde Staten
daar onlangs een eredoctoraat
in de muziekwetenschappen ont
ving.
„Natuurlijk is het altijd een
kwestie van geven en nemen
om gezamenlijk tot een optima
le oplossing te komen. Men kan
Door het geleidelijke ontstaan
in de Zuiderzee moet het moeras
jt ingzaam dieper en onbegaanbaar-
er zijn geworden, totdat aan het
ind van de veertiende eeuw het
n 'idige zeestadium werd bereikt.
it >oor de eiland-wording van Fosi-
n Bland (er werd gesproken van een
Blllgdom op een „hoogte"), die
omstreeks 1100 Inzette, werd
e wr Bethaniën een vrij onmoge-
fke situatie geschapen. Met de
Brlnnering aan verschikkelijke
lormvloeden was het allerminst
e sker, dat het nieuwe eiland zou
lijven bestaan. De verplaatsing
Bn daarop een reactie zijn ge
feest.
Voor de verplaatsing uit angst
oor de zee kan nog een bewijs
«rden opgezet, dat echter even-
oed als steun aan de vorige ar
il umentatie kan gelden. Tot in de
orige eeuw heeft namelijk het ge-
Bar bestaan dat Ameland in
«eën zou breken op een punt
j, in westen van het dorp Nes. dus
1 het midden van het eiland. Daar
e ap. dwars door de duinen, de
lijd. een vrij diepe slenk, die
loordzee en Waddenzee verbond,
lat Is zelfs gebeurd, dat daar tij-
v lens storm schepen doorheen zijn
perst
Op die plaats waren slechts lage
luintjes en was het eiland op z'n
Walst. Een doorbraak zou voor de
kloosterbewoners catastrofaal zijn
evveest, omdat het tot Bethaniën
ishorende gebied erdoor van de
•at zou zijn afgesneden Ook
inflat voor een doorbraak kan ver-
RJizing tot gevolg hebben gehad.
i| Nu kan men zeggen: wie be-
j"lst, dat het klooster werkeli|k
iaeft bestaan, tenminste op Ame-
and? Dat is Inderdaad geen ge
makkelijke opgave. want ar-
W chiefstukken, die dit hadden kun-
■J-"en aantonen, zl|n bl| de
>rand8chatting van het latere
klooster in Ferwerd verloren ge-
Baan.
toe aanwezigheid nu nog van
v*al rooms-kstholleken (Kardinaal
toe jong werd op Ameland gebo-
rtn) op het eiland, die bovendien
1'®n wonen ten oosten van de
voormalige Rijd, lijkt een beter be
wijs. vooral omdat zij op de ande
re eilanden nauwelijks voorkomen.
Na de verplaatsing van Bethaniën
had het klooster van Ferwerd de
hele oosthelft in bezit.
Aangenomen mag worden, voor
al ook omdat veel kronieken al
waren geschreven. toen het
klooster in Ferwerd (precies tegen
over Ameland aan de vaste wal)
werd gebrandschat, dat Bethaniën
zijn oorsprong vond op .Ameland.
In dit verband mag ook nog wel
genoemd worden een op het el-
land voorkomende aanduiding „An-
jumwei" (wei is weg). Hieruit zou
kunnen blijken, dat in vroege tij
den een „weg" van Ameland naar
het noordoost-Friese dorp Anjum
heeft gelopen, waaruit alleen maar
blijkt dat Ameland toen nog geen
eiland kan zijn geweest. De juiste
plaats van het klooster op Ame
land Is niet bekend, vooral ook
omdat er zoveel theorieën over
bestaan.
De meest aangehangen theorie
is wel. dat Bethaniën op Ameland
heeft gestaan op de plaats of In
de nabijheid van de huidige Ned
Herv. kerk bij het dorp Hollum. op
de uiterste westkant van het ei
land Die redenering lijdt echter
Wie wil praten over historische
rechten op Jeruzalem, moei ook den
ken aan die van de Turken, de Ma-
■uelukken, de Kruisvaarders, de Bj-
/.antijnen. Daar komt men nooit uit.
Er is een ander argument, dat in dc
vergadering van de Verenigde Naties
inert hoon zou worden ontvangen,
maar dat zwaar weegt: wie heeft Je
ruzalem het meest liefgehad.
Moslem? Christen? Of Jood?
Jeruzalem was nooit liet centrale
heiligdom van de Islam, al dankt Je
ruzalem daaraan zijn schoonste bouw
werk. De christenen hebben Jeruza
lem met menige kerk en klooster
verrijkt, maar nergens heeft hun on-
lerlinge verdeeldheid zich treuriger
getoond dan in de stad waar Christus
eed, stierf en opstond.
Maar de Joden hebben na hel jaar
70 of het jaar 135 de jaren van de
opstanden tegen de Romeinen niet
opgehouden naar Zion te verlangen.
Hun wijzen en dichtere zijn er heen
gegaan om daar te sterven en op de
Olijfberg te worden gegraven. Door
He gehele joodse literatuur trekt het
lied van het verlangen naar Jeruza-
„Jerusjalaim. Ir sjel zahav' leruzalenv. stad van goud, de beginregel van het zo bekend geworden lied, mag
man letterlijk opvatten De oude stadsmuren van kalksteen oorspronkelijk wit hebben een gele kleur gekregen.
De laag (taande zon kleurt die muren fonkelend geel. Rechts de „toren Davlndf". die echt niet door David is
gebouwd