A HOLLAND FESTIVAL: - m 1 A gS feestdat nog juist op z n pootjes terechtkwam De moord aan de Vestadreef CAROLINA YES 13 DONDERDAGTOJULM969 LEO VROMAN flop MR. RE1N1NK muziekfeest HET HOLLAND FESTIVAL zit er weer op. Uitgeleid met een jazzachtig concert onder Edo de Waart in Rotterdam, voorafge gaan door de jaarlijkse optimistische pers conferentie, zal het de historie ingaan als het festival dat toch-nog-op-z'n-pootjes-terecht- kwam. Daar zag het op een zeker moment beslist niet naar uit. Halverwege de reis was er een t.v.-presentatie die er niet om loog. De kritiek, en vooral die uit de progressieve hoek, was lang niet mals. Tijdens deze Babylonische spraakverwarring liet voorzitter mr. Reinink, vanouds een meester in het gladstrijken van lastigen plooien zich een hoogstmerk- waardige opmerking ontvallen: „Het Holland Festival is een muziekfestival!" Op een uiterst aimabele wijze werd hier hard tegen het zere been getrapt. De heer J. W. de Witte, speciaal aangesteld voor de sector toneel en film, werd met deze uitspraak openlijk gedesavoueerd, kwam was nog niet eerder vertoond. Nu bestond daar alle reden toe, want zo schanda lig slecht als deze sector dit jaar voor de dag De flop van Leo Vromans „Voorgrond-achter- grond" deed de sector op zijn grondvesten wanke len en naar Reininks uitspraak was hij bij voorbaat al omgevallen. Zo'n grapje als de Japanse Noh- en Kyogen- avond kan een festival zich evenmin veroorloven. Ongetwijfeld voor hoog-culturele Japanners en meer nog voor de beperkte kring van Japanologen was dit buitengewoon waardevol. Ook voor hen die een academische studie maken van het toneel (met de volle nadruk op de kwalificatie „academisch") een interessant gebeuren, maar een gemêleerd pu bliek kan men zoiets eenvoudig niet aandoen. Het publiek, dat festival-manifestaties bezoekt, is snobistisch genoeg om de uiterlijke schijn van geinteresseerdheid hoog te houden, maar in wezen is er tussen de middeleeuwse Japanse cultuur en onze Westerse geen enkel punt van aanraking. Wellicht als het Zen-Boeddhisme over enkele decen nia in het Westen zijn duizenden heeft verslagen, is er min of meer een voedingsbodem. Maar dit blijft voorshands nog een vraag. DOOR EV. GROLLE vielen bij de liefhebbers ongetwijfeld in de smaak. Evenzo kon men tevreden zijn over de balletsector, ondanks de omstandigheid dat vele balletomanen onmogelijk in de verrichtingen van Ahvin Nikolais nog iets van ballet konden ontdekken terwijl over het algemeen men ook Koert Stuyf 'had kunnen Secten Stoplap Slechts de grandioze Troilus and Cressida-opvoe- ring van de Royal Shakespeare Company kon de toeneelliefhebbers weer enigszins met het Holland Festival verzoenen. Maar de vraag blijft gewettigd of men Shakespeare moet blijven misbruiken als stoplap voor het falen van de organisators. Er zijn in ons land nog impresario's genoeg, die het met Shakespeare en zo'n toneelgezelschap als dit En gelse durven te wagen buiten elk seizoen om en buiten elk overheidspatronaat. De vraag blijft klemmend of het Holland Festival ln de toekomst nog met het toneel moet doorsukke len. Volgens mr. Reininks aangehaalde uitspraak niet. Men zal daar vrede mee moeten hebben in de hoopvolle verwachting, dat goed toneel toch wel naar ons land zal komen ook als het Holland Festi val er geen bemoeienis meer mee heeft. Gelukkig heeft de muziek veel goedgemaakt. Vooral in die sectoren waar men geen opzienbaren de dingen deed. Een bewijs voor de stelling, dat kunst en sensatie slechts zijdelings en maar zo nu en dan met elkaar enige aanraking hebben, (ten detrimente van de kunst overigens). Hef huwelijk van Mozart en Strawinsky mocht niet zozeer voor de hand liggen en ook niet altijd lukken, maar over het algemeen kon men ter zake tevreden zijn. Speciaal de randverschijnselen: King's College Chapel Choir, het Ned. Kamerkoor, het Madrigaalkoor Boekarest, Brittens Noye's Flud- de. de Mozartcyclus en wat dies meer zij mocht hooggenoteerd heten. Rheingold en Cosi Fan Tutte De actuele muziek en Reconstructie had men wijselijk tot Amsterdam beperkt. Wat de actuele muziekpresentaties betreft kwam pijnlijk tot uit drukking, dat zich onder deze „actuelen" al verschillende secten gaan aftekenen, die elkaar als water en vuur naar het leven staan. Een binnen brandje, dat de muziekwereld overigens niet schok ken zal. Reconstructie viel wat beter uit dan Labyrinth, maar zal buiten Amsterdam nauwelijks voor een rimpeltje kunnen zorgen. Tijdens een t.v.-reportage na afloop maakte iemand de opmerking, dat men die Mulisch er buiten had moeten laten. Een koste lijke opmerking, want de hele pret was juist om Mulisch en zijn Zuidamerikaans Droomkoninkje Che-Guevara begonnen. Mulisch naar Cuba sturen om in de straten van Havanna suikerriet te gaan snijden en Castro te gaan helpen bij het slachten van de kip met de gouden eieren, zou een ernstig verlies opleveren voor de Amsterdamse folklore, en zo moet men Reconstructie toch beschouwen. Er is echter over het Holland Festival in het algemeen iets te zeggen, afgezien van minder of meer geslaagde keuze van programma-onderdelen, van min of meer geslaagde uitvoeringen, van meer of minder rooskleurige cijfers (Den Haag slecht, Amsterdam beter, Rotterdam heel goed, bij kunstevenementen zeggen cijfers niets over het we zenlijke). Afgezien ook van de kosten, die de over heid al of niet gespendeerd heeft: wat zegt nu geld in een welvaartstaat, waar het op sommige gebie den nu eenmaal potverteren geblazen is. Verwarring Er is een principiële zaak aan de orde. Tijdens het reeds eerder vermelde t.v.-gesprek over het Holland Festival is de opmerking gemaakt dat in- dertijd in de grijze oudheid het Holland Festival is opgericht om in het cultuurarme vaderland van na de oorlog de kunst met gezamenlijke inspanning weer op de been te brengen. Toen, zo werd gezegd, had men nog een duidelijke opvatting van wat kunst was: kunst was toen wat mooi was, maar tegenwoordig kunnen velen juist dit niet meer on der kunst verstaan. Een treffende opmerking, om dat hij aan het licht brengt hoe grenzeloos de verwarring over kunst tegenwoordig is. Of de stelling juist is, dat men toen de kunst alleen onder esthetisch aspect kon zien en waarde ren, mag men in twijfel trekken, maar in ieder geval was het wel waar, dat men toen nog alge meen kunst met kunnen verbond. Sindsdien zijn sommigen, die zich bij voorkeur „jongeren" noemen (een hoogst vaag begrip) andere wegen gegaan. Er zit bij de leiding van het Holland Festival de ten dens deze radicaal tegenstrijdige opvattingen met elkaar onder één noemer te willen houden. Dat lukt nooit. Mr. Den Daas mag nog zoveel lon ken naar „de jongeren", ze zullen in zijn grijze ha ren altijd iemand zien van het ci-devant. Men heeft het dit jaar nog gered door actuele muziek en Recontructie angstvallig binnen de veste van Amsterdam te houden. Dit neemt niet weg, dat het Holland Festival in Amsterdam een heel ander gezicht vertoonde dan in „de provincie" (en dat zijn wij dan). Het Holland Festival toont een Janus-gezicht. totdat het onbehagen algemeen is en ook degenen die nog een levende herinnering hebben aan de kunst van voor de culturele revolutie, ontevreden worden. Daar komt nog iets anders bij: de onontkoombare moderne zucht tot schaalvergroting. Het Holland Festival zal steeds meer kunstevenementen opslok ken. De. slachtoffers staan er blijkens de luxueuze en zeer dikke Holland Festival Gids 1969 al om te dringen. Met opzet organiseren zij hun „reeds sinds jaren vertrouwde activiteiten" in de periode van het Holland Festival: zoals het Internationaal Ca rillon-concours, het Internationaal Koorfestival, het Internationaal Orgelconcours en de Oude Kunst- en Antiekbeurs. Paraplu Bovendien het Internationale Mime festival, en Musement, en last but not least het Internationaal Songfestival. Tijdens het t v.-gesprek (leerzame bron van wat er bloeit en broeit) werd ook bepleit voor een Beeldende kunstmanifestatie onder de grote paraplu van het Holland Festival. RECONSTRUCTIE builen Amsterdam nauwelijks een rimpeltje Er zijn echter al aanwijzigingen, dat het consump tievermogen van de kunstminnende Nederlanders verstek laat gaan, zoals het Koorfestival nu het kind van de rekening is geworden en door de communicatiemedia, met name de t.v., nauwelijks is opgemerkt. Het Holland Festival dreigt een log gevaarte te worden, innerlijk verdeeld door de klemmende vraag van wat in onze tijd nog kunst mag, of al kunst moet heten. Uiterlijk een ratjetoe. Een bol, hol kunstspektakel onder de zegen van de overheid. Het Holland Festival geslaagd of niet? 't Is maar hoe men het bekijkt, een ieder zoeke zijn gading. Maar er dreigen gevaren, men late zich niet ver blinden. Om met een variant in de geest van Horatius te eindigen: Gelukkig hij, die ver van dit kunstgejaag zijn eigen stille wegen gaat en zoekt wat eigen hart behaagt. Scherven Onze cultuur ligt in scherven. Die stukken moet men niet willen lijmen. Het onbehagen, dat speciaal van de kant van „de jongeren" tijdens het t.v.-gesprek tot uiting kwam is symptomatisch. Het zal in steeds sterkere mate het Holland Festival van binnenuit ondergraven, POLITIEVERHAAL VAN N. A. M. WIJCHGEl 12 „Zij hebben geen naaste familie. Hun ouders waren toen al overleden en meer kinderen dan zij beiden waren er niet,** antwoordde zij iets minder zenuwachtig. Zij scheen de vra gen minder bezwaarlijk te vinden dan zij gedacht had. Haar houding werd minder gespannen. „Maar zij hadden wel neven en nichten, nietwaar? Heeft u daar wel eens iemand van ontmoet?" „Niemand, behalve een achterneef die daar soms een paar dagen logeerde." „Geen andere, voor u onbekenden?" „Nee... nee, nooit," antwoordde zij nad nkend. „Zij gingen feitelijk met niemand om dan met de familie Deterinck en met ons en hun dokter en de notaris." „Die neef. Wim Oldenhoeve meen ik, welke indruk heeft die op u gemaakt?" „O, een bijzonder prettige. Zo beleefd en voorkomend. Dat vind je bij de tegenwoordige jongelui niet veel nieer." zei zij met warmte. „En de Bergers, die de huishouding voor hen deden, welke mening heeft u over hen?" „Marie is een aardig mens, maar haar man kent zijn plaats niet. Hij is arrogant en brutaal en kijkt altijd nors. Ik zou hem voor geen geld bij mij in dienst willen hebben." „Omdat hij arrogant en brutaal is.„?" „Dat niet alleen. Ik heb hem wel eens met een blik naar juffrouw Hermine zien kijken, die mij 'n rilling bezorgde. Ik vertrouw die man voor geen cent en zie hem tot alles en nog A-at in staat. Hij haatte haar, daar ben ik van overtuigd." „Naar uw mening zou hij dus wel tot een moord in staat zijn?" „O, meneer Verster, ik beschuldig niemand. Ik heb alleen mijn mening eerlijk gezegd omdat u mij daar naar vroeg. Ik dacht dat dat de bedoeling was." „Dat was het ook en u heeft ook niets miszegd. Was u er ook wel eens bij dat Berger juffrouw Hendrika brutaliseerde of onheus bejegende?" „Nee, dat niet. Maar u moet niet vergeten dat Hendrika zich nooit met huishoudelijke zaken bemoeide en zij was trouwens de goedheid zelve." „Berger kan dus geen enkele reden gehad hebben om juffrouw Hendrika eveneens te haten?" „Vast niet. Iedereen hield van haar. Zij stond altijd klaar om te helpen en iemand een dienst te bewijzen, altijd." eindigde zij op ontroerde toon en met zichtbare moeite zich te beheersen bij de gedachte daaraan. „Heeft u deze behulpzaamheid zelf wel eens ondervon den?" vroeg Verster. Zij knikte, wilde blijkbaar iets zeggen, scheen zich te bedenken en keek hem verward aan zonder te antwoorden. „Hebben zij u wel eens een dienst bewezen?" drong Verster aan. „Waarom vraagt u dat? Dat zijn toch persoonlijke dingen die hier niets mee te maken hebben. Ik heb u toch alles wat ik van hen wist verteld," antwoordde zij na een poosje. Verster keek haar peinzend aan. „Heeft uw man u gezegd hierover te zwijgen, mevrouw?" vroeg hij en toen zij niet antwoordde ging hij door: „Als hij dat gedaan heeft dan heeft hij u een verkeerde raad gege ven. Het is werkelijk veel beter als u ronduit met mij spreekt, mevrouw, want het wekt altijd verdenking als wij merken, dat er iets voor ons verzwegen wordt, vooral bij een moordzaak," besloot hij op ernstige toon. Zij zat met neer geslagen blik en scheen zijn woorden te overdenken. Hij wachtte rustig af. Na enige seconden keek zij op. „Ik geloof dat u gelijk heeft. Hermine heeft ons, door toedoen van Hendrika enige malen geld geleend en mijn man zei mij dat het beter was dat niet tegen u te zeggen, al begrijp ik niet waarom," vertelde zij hem aarzelend. „Zijn er misschien onaangenaamheden door ontstaan?" opperde Verster. „Nou... nee. Heel even misschien toen mijn man niet op de vastgestelde datum het geleende terug kon betalen. Maar Hendrika pleitte voor ons en toen legde Hermine zich daar bij neer." „Hoe lang is dat geleden, mevrouw?" „Een maand of drie... vier, geloof ik." „En heeft uw man intussen al iets afbetaald?" (Wordt vervolgd) M6W&6W UIT t>e nae wseeui T KOMSMH (ER. D6 KUVJTVAN È60SCHT7 ZOU0JWEL6O kWJNEN ZWM-. y VANAVOND TE ZIEN, Ned. I KRO 7.07 uur Piste. 8.20 uur Brandpunt. 8.50 uur Britse opvoering blijspel van Shakespeare „Driekoningenavond". Aed. 2 VARA 7.30 uur Coronation Street. 8.22 uur The Virginian, wild-west. 9.35 uur Simon Carmiggelt leest voor. 9.40 uur Amerikaanse eenakter „Wie speelt 't spel letje?" VANAVOND TE HOREN Hilversum I i\CRl 7.00 uur Zestig jaar CNV. 7.30 uur orgelconcert uit Haarlem: improvisatiewed strijd. 8.00 uur Raket, amusementsprogramma. 10.50 uur Sterren in stereo Hilve II AVRO 8.20 uur Italiaanse uitvoering van „La Rondine' opera van Puccini. 10.00 uur berichten van toen en feiten van nu. 11.03 uur hedendaagse kamermuziek. Lappie Loep en de Molboor Smidje Verholen en het geheim van de Uylenborgh 1264: Intussen zat smidje 1 Verholen nog steeds te praten met kapitein van Uylen in diens kapiteins- I hut. De oude familiekro- j niek lag op tafel en de smid had precies dat ver leid wat hij kwijt wilde zijn. Maar over het mys- terieuze stuifmeelpoeder van de pimpelpaarse bos- tijloos had hij gezwegen. „Het is me het verhaal- tje wél, seigneur Verholen" zuchtte kapitein van Uy len. en hij schonk nog maals zo'n eerlijke oor lam in. „Ja ja. die sakker- I lootse ouweheer van me noemen ze niet voor niks Jacob de Rechtvaardige. Zo, zo hg gaf Sijmen Knoet dus een kink voor zijn kop." „Niet al leen HIJ zei de smid. „Toen ik zojuist op weg was naar de Albatros, botste ik per ongeluk tegen Sijmen Knoet op. Hij wou me meteen telijf met zijn zweep. Nou toen gaf ik hem óók een kink voor zijn kop." „En van mij kan-ie ook nog zo'n sakkerlootse oplawaai krijgen" siste kapitein van Uylen dreigend. „Ik zal jou ereis wat vertellen, seigneur Verholen. Als Knoet één vinger naar mijn lieve familie durft uit te steken en als ik hem ooit tussen deze eerlijke zeemanshanden krijgwel sakkerloot! Dan breek ik alle botten in zijn armzalige lijf!" En terwijl deze dreigende woorden werden gesproken asm boord van de Albatros, stapte een ver lopen oud-korporaal van het voetvolk de Swarte Piraet binnen. Hij was een bijzonder misdadig figuur, van wie niemand precies wist hoe hij heette. Men kende hem alleen als „Vieze Pietje" 51. „Inderdaad", nam Weetal het woord, „en ik ben blij dat U hier bent. Nu kan ik tenminste mijn hele verhaal vertellen zonder dat U als beledigd man wegloopt". De journalist knikte en nam een bloknote ter hand. „Wat hebt U dan gezegd", vroeg hij lachend. „Dat we uit het middel punt der aarde zijn gekomen", antwoordde Weetal en Jonas knikte hevig. Het gezicht van de verslaggever verstarde. „En?" vroeg hij. Wpetal kuchte: „Ik zal U het gehele verhaal vertellen, dan kunt U zelf uitmaken wat U er van wilt denken, maar U moet §én ding van te voren aannemen..." „En dat is?" vroeg de man. „Dat het de volle waarheid is!" besloot Weetal zijn voorwoord. En toen, vertelde hij het hele relaas van het begin tot het eind em de journalist had de grootste moeite om hem bij te hou den. Zijn potlood vloog over het papier en de letters dansten hem voor de ogen. Af en toe keek hij heel ernstig ernstig FERDNAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 13