orgel
Petra, zes jaar, stoeit met
Gezondheidshuis
Brieven uit het ziekenhuis
Dag „vogels"
dag bloemen
Asperges
nu eten
door
Geuren
dialoog
5
ZATERDAG 31 MEI <19*9
In Leverkusen zetelt de
Duitse Maatschappij voor Pre-
ventieve Geneeskunde. Aan
het hoofd daarvan staat een
vrouwelijke arts: Gisela Eber-
lein. Mevrouw Eberlein wist,
dat veel van haar patiënten,
als ze maar een paar leefre
gels hadden gekend, nooit
ziek geworden waren. Ze vond
dat veel meer mensen met
bepaalde leefregels op de
hoogte moeten zijn, en dat zij
ook de gelegenheid moeten
krijgen, de regels in acht te
nemen. Zij hield niet alleen
lezingen voor de volkshoge
school in Leverkusen, maar
deed er ook praktische oefe
ningen. Dokter Eberlein on
derwees artsen, gymnastiek-
onderwijzers en psychologen.
Toen kocht ze een stuk grond
om haar droom te verwezen
lijken; een gezondheidshuis
als pendant van het hospi
taal.
Wat Gisela Eberlein sinds
1950 propageert, is in Duitsland
al gemeengoed. Ziekenfondsen
hebben zich bij haar aangeslo
ten, omdat ze op het standpunt
staan dat voorkomen niet al
leen beter, maar ook goedkoper
is dan genezen.
Twaalf professoren van ver
schillende vakrichtingen heeft
Gisela voor haar ideeën gewon
nen. Zij willen bij diagnose en
therapie niet alleen de ziekte-
haard, maar de gehele mens
waartoe ook zijn omgeving be
hoort bekijken.
Niet alle doktoren zijn en
thousiast over het plan van
hun vrouwelijke collega. „Als
er geen zieken meer zijn, dan
kunnen wij wel inpakken."
Mevrouw Eberlein lacht
erom. Ze wacht nog op het geld
een troetellapje in een grote
stoel genesteld en ze jengelt:
wat gaan we eten? Moeder ex
cuseert haar dochter een beet
je: „Ze heeft niet altijd zin in
orgelspel. Ik zit steeds in angst
bij een optreden: zal ze 't niet
afraffelen, hoe zal ze 't doen?"
Oma: „Daar zijn ze kinderen
voor, die komen eerlijk voor de
dag!'
Serieuze muziekstudie of
showbiz voor dit verrassend
muzikale meiske? „Ze moet
eerst maar eens leren lezen"
zeggen de ouders. „We wachten
af." Maar Robby Dale wacht
niet.
De Bossche stedemaagd kon hest een beetje make-up
gebruiken. De VVV van 's Hertogenbosch stimuleert de
actie „Bloemen aan de gevels". Tegen een schappelijke
prijs wordt vanuit een centraal punt alles zó ver gere
geld dat de winkeliers niets anders hoeven te doen dan
de bloemen van tijd tot tijd water te geven, aldus ver
nemen wij. Laten de Bosschenaren rekenen op vlugge
vogels die
mondharmonica en probeerde 't
eens, kreeg les van Gerard
Bressers. „Ik speel op 't ge
hoor" zegt ze lachend, „een cur
sus ligt me niet. Wat ik
speelde, ging Petra nadoen.
Toen visite dat hoorde en sti
muleerde: „Daar moet je eens
wat mee doen, dat is geweldig",
nam Gerard Bressers Petra
onder zijn leiding. Muzieknoten
leren lezen lukte niet. Op het
orgel in de kamer staat een cij—
ferstrip boven de toetsen, en
een grote F prijkt op 't pedaal.
Wat het muzikale meisje hoort,
speelt ze meteen op het boven-
klavier.
Gerard Bressers leert haar de
bijbehorende accoorden van het
tweede klavier, en de pedaalre-
gisters. Dat klinkt al gauw ge
weldig. Het electronisch muziek
instrument heeft eigen moge
lijkheden, die Gerard Bressers
volledig weet uit te buiten.
Binnen een half uur speelt
Petra een populair wijsje. Zij
kreeg succes op de Inhabé. een
middenstandsbeurs in Schie
dam. Vader Tettelaar beweert
zelfs dat het grote bezoekers
aantal te danken is aan zijn
muzikale dochter. Overigens
grijpt de Arbeidsinspectie in bij
een optreden.
Tijdens de emmeractie van
Mies Bouwman speelde Petra
één stukje op de Grote Markt;
de Mounties die hier „emmer
den" zetten grote ogen op en
zouden haar ook wel in een
show willen.
Vader Tettelaar doet of zijn
dochter een miskend genie is.
„We krijgen geen poot aan de
grond. We stuurden een bandje
yan Petra's orgelspel naar
„Stuif is in" van de Ayro. Haar
optreden is nooit doorgegaan,
ik heb al viermaal dat bandje
teruggevraagd maar mejuf
frouw Benda stuurt het niet en
geeft geen commentaar. Ze zijn
doodgewoon bang Via Theo
Asperges worden maar tot de
langste dag gestoken. Ze waren
dit jaar veertien dagen te laat van
wege de slechte weersomstandig
heden; we kunnen dus slechts kort
van deze delicatesse genieten.
Men is thans bezig met een ex
periment om asperges eerder dan
mei op de markt te brengen. De
aspergebedden worden namelijk
op verschillende temperaturen ver
warmd. Er lopen buizen onder,
waarin water van resp. 25, 35 en
45 graden C stroomt.
Op 7 maart van dit jaar werd de
verwarming aangezet en op 29
april werden de eerste asperges
gestoken, ondanks het schrale len
teweer.
Alle bedden krijgen een che
mische grondbehandellng tegen
onkruid met simazln, dinron en da-
lapon. De twee eerste zijn te,gen
het kiemende onkruid en het
laatste tegen bestaand onkruid.
Ook zoekt men naar betere ras
sen.
Asperges zijn het smakelijkst in
zeer verse toestand. .Ze dienen
met uitzondering van de toppen,
geheel geschild te worden van bo
ven naar onder. De groente met
zoveel water (en zout) opzetten tot
ze er net onder staat. Gaarkoken
in drie kwartier. Met een
schuimspaan uit het nat scheppen
en ze rangschikken op een ver
warmde schotel.
Geef er in plakjes gesneden
Deze week werd via radio eronica
een kinder-ster gelanceerd: zesjarige
Petra Tettelaar die populaire melodieën
speelt op het electronisch orgel. Dat in
strument moesten haar ouders wel even
meebrengen naar de studio in Hilver
sum. „We stonden er wat verloren bij en
men keek ons aan met een blik van: wat
is dat voor een wonderlijk zangklasje
„Toen Petro begon te spelenzo vertelt
haar moeder, „liep de studio leeg.'' Rob
by Dale, presentator van „Jam" norr
stop-action-colour-show) belde meteen
Londen. De zesjarige kleuter zal het mid
delpunt worden van een Engelse show.
ten minste wanneer Petra eenmaal zeven
jaar is±_ want ook in Engeland mag een
kleuter niet „werken". Wel zullen de
Britten een plaatje van haar spel uit-
brengen
Jeanne de Vlieger
Petra kwieke kleuter
met wit plooirokje, ge
streept badstof truitje
heeft intussen dolle pret
met haar tweelingzus Ani
ta en haar vriendinnetje. Ze
gillen van de lach, stoeien
en bemoeien zich niet met
het grote-mensengesprek.
Moeder Tettelaar: „Er kwam
een modern orgel in huis omdat
mijn man er verzot op was, hij
was overspannen en dacht er
ontspanning bij te vinden".
Vader kon er niet mee over
weg. Moeder speelde vroeger
Tof maandag de vrouw van
de huismeester voorzichtig in
formeerde of ik de plantenbak
soms boven had voor een grote
beurt? Tja, hij was verdwenen.
Tussen twaalf en half twee. ter
wijl mannen en kinderen uit
werk en school kwamen, had
den vlugge vogels onze vrolijke
plantenschaal meegenomen.
..Dat moest haast, met een be
stelwagen gedaan zijn" was
m'n eerste reactie.
Wij van onze flat, die elkan
der nauwelijks bij naam ken
nen, stonden in gemeenschappe
lijke verslagenheid in de kale
hal. Terwijl de melkboer af en
aan liep met flesserekken en
boodschappenmand jes, bespra
ken we de euveldaad. Dat
iemand een fiets pikt, alia
Maar een plantenbak! Niemand
had iets gezien. De kinderen
speelden onmiddellijk „Bureau
Bristol". Je moest effe nagaan
of er aarde lag, wie een grote
auto bezat, in alle huizen gaan
neuzen, andere flats gaan in
specteren. de bewoners van de
bejaardenhuisjes ondervragen
wat ze gezien hadden tussen de
middag.
Hun nuchtere vader onder
brak de discussie: „Er lopen zo
veel klanten rond deze huizen
en er rijden zoveel auto's af en
aan. Je pakt zo'n bak op, doet
er een zak over en zet hem in
je wagen om hem even later op
de markt in een andere stad te
verkopen."
De huismeester wil nu z'n
oudpapieractie opgeven. Huis
moeders daarentegen gaan geld
inzamelen voor een bak-aan-
de-ketting. Misschien is een
vastgemetselde nog beter. Zo'n
ketting is immers zo doorge
zaagd.
Maar intussen: dag bloemen!
Als u tegen een schappelijk
prijsje een moderne planten
schaal op voet met decoratieve
vulling aangeboden krijgt, weet
dan dat u van heling kunt wor
den beticht! Of geef een seintje
aan
JEANNE DE VLIEGER
Reeds een blik van afweer: „alwéér die fotograaf, grote mensen zijn
lastig....maar Anita (links) deelt gretig in de glorie van 't poseren.
Het kleine ding spant er zich
nauwelijks voor in. Ze draait
het blonde hoofdje met de lan
ge lokken om naar grote zus
Marja van vijftien, die plagend
haar speeltje heeft beetgepakt,
een huis van legosteentjes waar
van ze de schoorsteen demon
teert. Petra trekt een pruillip,
oma zet sussend het huis weer
in elkaar.
Met een zucht van verlich
ting glijdt Petra van de bank.
Even later loopt ze optochtje te
spelen met peppers en toeters
van legosteentjes, 't Is een heel
speels kind, dat op school
spontaan naar voren komt met
zingen en dansen. Ze is als alle
kleuters dol op verkleedpar
tijen en imiteert vlot beat,
blues of Spaanse dans van de
beeldbuis.
Hebben de ouders al eens con
tact opgenomen met Kees Bak.
de directeur van de Schiedamse
Muziekschool die zelf ook orga
nist is? „Nee, Petra kan nog
niet lezen. We wachten af."
Als de showbusiness zich
over dit meiske ontfermt? „Je
gaat toch zo'n kind niet verko
pen", protesteert moeder. „We
zullen geen stappen onderne
men. Komt er een uitnodiging
uit Engeland dan doe ik dat
wel, wanneer ze naar de grote
school gaat, kan het niet meer."
Intussen heeft Petra zich met
hardgekookt ei bij. Het ei wordt op
het bord fijngemaakt en overgoten
met gewelde of gesmolten boter.
Geeft er bijvoorbeeld aardappel
puree bij, met fricandeau, rosbief
of ham. Wie het heel goed wil
doen: er zijn speciale asper
geschalen in de handel.
Voor 21 juni: asperges op het
menu. Daarna moet u voor verse
ten minste tien maanden wachten.
Wie er een culinair reisje voor
over heeft, vrage aan de WV Ven-
lo de asperge-route. In Limburg
serveert men nu specialiteiten.
Parjum kan door welriekendheid de persoonlijke
aantrekkelijkheid verhogen. Het merkwaardige is. dut
eenzelfde parfum bij de ene vrouw een heel ander effect
kan hebben dan bij de andere. We dienen er dan ook
voorzichtig mee om te springen, opdat de geur niet
opdringerig wordt. Max Factor helpt ons een handje,
door een crème in de handel te brengen die het parjum-
flesje vervangt. Het is een elegant pastelkleurig porse
leinen potje met geribt deksel. Een klein vleugje crème
in de huid gemasseerdgeeft een wolk van parfum. Om
heel lang te geuren telt u voor dit potje 9,85 neer.
In deze nieuwe stadswijk in Leverkusen heeft dokter Gisela Eberlein
haar gezondheidshuis gepland. Het stuk grond kocht ze alvast zelf.
Voor het gebouw liggen de tekeningen klaar.
(tekeningen liggen reeds klaar)
om een gebouw te realiseren.
Voorlopig doet ze het met za
ken die voor de hand liggen. Ze
startte dit jaar met vijftien cur
sussen in scholen en gymnas
tiekzalen. Orthopedisch turnen,
hart- en vaatziektengymnas-
tiek, ontspanningsoefeningen,
zwemmen, praktische voedings
leer, tekeningen en schilderen
voor kinderen van vier jaar.
De meeste cursussen staan on
der medisch toezicht. Doktoren
die niet meewerken, zenden
wel patiënten naar het gezond
heidshuis. De behandelende
arts krijgt verslag van zijn col
lega van de „voorzorg".
Tot zover heeft Gisela het in
haar eentje klaargespeeld. Een
belangwekkende prestatie voor
een vrouw die naast het huis
houden en de praktijk ook de
zorg heeft voor vijf kinderen.
Als de kinderen ter sprake
komen denkt ze aan een film,
die onlangs op de tv verscheen.
Het was een film over de be
handeling van spataderen,
waarvan zoveel moeders te lij
den hebben. De operatieve be
handeling werd in grootbeeld
getoond. Dat laat niet na diepe
indruk te maken op het kijkend
publiek. „Maar in de hele uit
zending is geen woord gevallen
over hoe je spataderen kunt
voorkomen. Kijk eens naar
mijn benen: ik heb er geen!
Bovendien kunnen spataderen
ook op een andere manier be
handeld worden. De kennis van
leefregels zijn echter de bevol
king zowel als de artsenstand
uit handen genomen".
Dit moet u nog even weten:
mevrouw Gisela Eberlein en
haar mede- arbeiders zijn niet
eenzijdig ingesteld op natuurge
neeswijze, zij weten alles af
van chirurgie.
Moens hebben we contact opge
nomen met Tom Manders.
Geen schijn van kans. Je mag
daar alleen maar zingen bij Do-
rus op schoot. Maar nu komt ze
voor Londen!"
Zoals Heintje en Wilma, zou
u dat willen? vraag ik voorzich
tig. „Nee, daar ben ik zelf bij",
verzekert moeder, maar vaders
ogen glimmen eerzuchtig. Oma
waarschuwt: „Je laat dat kind
geen minuut alleen, hoor, in
Londen!"
Moeder ziet ook in, dat de
éne helft van haar tweeling al
gauw over 't paard kan worden
getild. Op het ijs deze winter
zeiden de mensen: „Kijk, daar
heb je Petra". Die populariteit
is sneu voor het tweelingzusje
Anita dat minstens zo'n leuke
snuit heeft en erg sportief is.
Op school zitten de tweelingen
niet in dezelfde klas.
Petra wordt overgehaald, iets
te spelen. Met enige tegenzin
beklimt ze de orgelbank, ze
hangt wat scheef om bij 't pe
daal te komen. Geroutineerd
vliegen de vingertjes over de
toetsen, het zwarte lakschoentje
tikt mee in de maat: „Michael
row the boat ashore". De lage c
kan ze net nog niet halen met
haar kleine been. Geraffineerd
gaat ze over op een octaaf ho
ger, kleurrijke klanken dende
ren de kamer in.
Om duidelijk te zijn: Ik heb
zo mijn ervaringen. Als water
geefster. Dat ben ik geworden
op verzoek van de huismeester
in onze flat, die vol trots op het
mededelingenbord dit bericht
met een krijtje kraste: de plan
ten in de hal zijn door een be
woner geschonken.
Wij, bewoners van de tweede
flat in de rij van drie eenvormi
ge blokken, waren trots op de
vrolijke entree van ons flatge
bouw. Ja, de koele tegels en
zakelijke naambordjes hadden
zelfs een chique accent gekre
gen.
Bewoners van de eerste en
derde flat informeerden argwa-
nnd waarom het juist bij ons
zo mooi was. Hadden we niet
alle drie ingehaakt op het ver
zoek van de concierge, ons oud
paplier af te staan ten bate van
planten- en bloembakken in de
hal? Het rood van de bromelai-
koker, het bonte klimopblad, de
sierlijke cissusstengels, de fiere
ficus, de uitbundige Franse ge-
ranüum spraken klare taal.
Hij vroeg het uiteraard om
dat ik zo dicht bij de hal
woonde, maar ik voelde me hei
melijk trots bij de benoeming
tot watergeefster en bemest-
ster. Graag gedaan!
■#- Dit trio vormt een leuke com
binatie. Zij draagt een gebreid
jurkje in de kleuren rood, wit en
blauw. Haar cavalier ter rechter
zijde draagt een wit vest met blauw
rode biesgarnering, haar vriend
links een blauw vest met wit-rode
biesgarnering. De vraag, wie van
de twee heren het best bij haar
past, is onze zorg niet.
Dat het onderwerp Menselijke benadering in het
ziekenhuis lééft heeft de brievenstroom bewezen,
die we tot nu toe te verwerken hebben gekregen.
Sommige lezers schreven: ik klim nooit in de pen,
maar nu De overgrote meerderheid wenste
allereerst de nadruk te leggen op de uitstekende
verpleging, die ze hebben genoten (of nog genie
ten, want ook uit tal van ziekenhuizen kregen we
reacties). Velen vonden het verhaal van ,,die
meneer" behoorlijk overdreven.
Van dat uitkleden met de zuster
erbij zegt de heer H. V. te R.: Nou
zeg. dat hebben ze in een zieken
huis al een paar keer meer gezien.
Voor jezelf gênant, ja, maar wat
wil je? Moet je maar geen „maag"
krijgen. En dat de operatiekamer
iets anders is dan een gezellige
huiskamer, kon „die meneer" toch
ook wel weten. Overigens: je bent
er gauw genoeg uitgeteld. En dan
die kleinigheden: natuurlijk, om
menselijk contact te krijgen moet
je toevallig zelf ook je deurtje
openzetten. Anders kan die ander
er niet in.
Heel anders reageert mevr. S.
M. in M. „Weet u. al het ver
trouwde van thuis is ineens weg
en je hebt niets om je aan vast te
klampen. Weten je verzorg(st)ers
wel voldoende, dat je verteerd
kunt worden door heimwee, wat je
genezing erg kan bemoeilijken?"
O ja, ook tal van verpleegsters
hebben ons geschreven: één boze,
maar meer begrijpende. Een
rustend verpleegster (79), A. de R.
te R. zegt: „Er is duidelijk verschil
met vroeger. Als je de verpleging
vroeger koos deed je dat met hart
en ziel, maar het is nu een goed
betaald vak geworden. Met een
klein beetje meegevoel kan een
zuster zoveel bereiken!" Ik vind
wel. dat veel verpleegsters van nu
zorgelozer zijn. Daar moest „op
cursus" veel meer aandacht aan
gegeven worden.
Oud-patiënte J. S. K. te P. zegt:
„Kijkglaasjes In ziekenhuisdeuren
kan ik niet waarderen en waarom
niet altijd gordijnen om bedden"?
En dan het om twee uur in de
nacht gewassen worden, zoals Ik
dat meemaakte... Een lachnummer
vond ik de ziekenhulskleding. die
ik na de operatie aanmoest. Zelfs
mijn grootmoeder had moderner
spul. Als moeder van een groot
gezin denk je: het spaart ten
minste wasgoed uit, thuis. Maar
verder?"
„Een nachtzuster over zoveel
kamers tegelijk te laten waken,
vind ik onverantwoordelijk", zegt
de heer B. te R., die akelige zie
kenhuiservaringen met zijn vader
meldt. De man (85) was erg uit
zijn doen en wilde voortdurend
zijn bed uit. Hekken eromheen
hielpen niet en de gevolgen (het
gebeurde "s nachts) waren achter
eenvolgens: een gekneusde borst
kas, een blauw oog en een gat in
zijn hoofd. „Ikzelf had graag 's
nachts bij vader gewaakt, maar
nee. dat mocht niet,"
Een ander verbaal over een be-
laarde patiënt komt van W. H. te
's G. „Bij opname moesten we vijf
kwartier op een bank in de gang
wachten. Eindelijk een broeder:
gaat u maar op de wsgen, want u
kunt op uw leeftijd zo ver niet
lopen (mijn vader kon nog wel aan
de Vierdaagse meedoen). Ik be
doel maar: ze vragen niets en han
delen maar. 's Nachts wist hij niet
waar hij was en riep om mij. Zijn
buurmans reactie: da's een ouwe
opa, hij is kinds..."
Al deze citaten en de volgende
we herhalen het maar eens om
misverstanden te voorkomen
qaan gepaard met de grote waar
dering voor de verzorging. Vele
brieven bevatten niets dan lof over
de medische begeleiding. Zo ook
die van de heer J. C. te 's-G. die
o.m. niet begrijpt waarom hij als
32-jarige na opname hij was net
thuis in bad geweest wéér in
het bad diende te stappen en dat
niet hij zichzelf maar de zuster
hem moest helpen. Hij gelooft
overigens dat de meeste kortslui
tingen niet aan personeel, maar aan
patiënten zelf ligt (er zijn heel wat
kribbebijters onder).
Velen, zoals mevrouw C. G. K.
te Z., hebben eenvoudig niets te
klagen. „Onkundig gehouden?
Dokters en zusters beijveren zich
om me op mijn gemak en op de
hoogte te stellen voor mijn opera
tie. Hulde."
Drie jaar na een trieste behan
deling („Ik ben dus echt niet meer
in de sfeer van dat ogenblik")
maakte M. J. K. te R het volgende
mee. Vader moest worden geope
reerd. „Op mijn vraag of Ik de
chirurg mocht spreken, hoorde ik:
niet gebruikelijk. Het ging al slech
ter; eindelijk kreeg ik zijn tele
foonnummer. Hij deelde toen mee
dat vader ongeneeslijk ziek was,
en nog misschien twee maanden te
leven had. Was er nu tevoren echt
geen tijd geweest om over de
toestand van mijn vader te pra
ten?"
De heer P. B. te P. merkt daar
entegen op: „Wanneer een vrouw
een vrouw en een kerel een kerel
•s, dan heeft men In een zieken
huis geen enkele hinder. Laten we
eindelijk eens ophouden met al
maar over onmondig, medemense
lijkheid, inspraak enzovoort te
spreken. Moet door de verafgo
ding van deze termen het zieken
huis nu ook al in elkaar getrapt
worden? Heus, het ligt heel dik
wijls aan de patiënten zélf."
„Helaas ben ik het met de me
neer van het artikel helemaal
eens", zegt mevrouw A. B. te V.
„Willen doktoren en verplegend
personeel werkelijk dat patiënten
over de menselijke kant van het
ziekenhuis meepraten? Ik kreeg
meer de Indruk dat specialisten
zich erg hoog voelen en vaak een
air aannemen alsof hun patiënten
analfabeten zih- VerDleegsters on
derscheiden zicb qua mentaliteit
meestal niet veel meer van ver
koopsters: doen zo vlug mogelijk
het werk af en gaan dan uit. Over
de hoofden van de patiënten heen
oraten ze vaak over hun persoon
lijke zaken. Meer en meer wordt
het ziekenhuis gewoen een ge-
zondheldsfabriek. Wat dat betreft
een tien. Maar de menselijke be
nadering ie beslist onvoldoende
„Wat te zeggen van de patiënt
die stilletjes in de wc ging roken,
of de andere patiënt die op streng
dieet was en van zijn bezoek
dankbaar gebakken visjes accep
teerde om die vervolgens op te
peuzelen? En maar mopperen op
de „leiding". Ik heb zo'n zeven
weken op zaal gelegen en kan
erover meepraten. Een ziekenhuis
moet zakelijk zijn en regels ken
nen. Ook menseliik ziln, nauurlijk,
maar daar moeten de patiënten
ook aan meewerken", aldus de
heer J. L. te D.
Dan dit trieste relaas van me
vrouw W. van O. te D. Haar man
werd onwel op straat en naar een
ziekenhuis gebracht. Zij werd op
geroepen. „Ik maar wachten in een
kamertie. Tot de mededeling kwam
dat mijn man was overleden. Ik
kreeg zijn persoonlijke bezittingen
mee naar huis. Ik zat versuft en
verslagen naar a! die dingen te
kijken. Was volledig murw. Later
werd ik zelf opgenomen. Wat me
daarbil trof was dat een specialist
mij op een kamer van zes onder
zocht (weliswaar met een scherm
om mijn bed) en mij allerlei Intie
me vragen stelde. De hele kamer
kon meeluisteren..."
„Mijn kwaal was bloeduitstorting
In de wervelkolom, waardoor mijn
benen verlamd waren", vertelt me
vrouw V. te S. ,,'k Was hulpbehoe
vend en had veel pijn. Toen Ik
door twee zusters (jong nog) werd
verbed en me liet ontvallen „Wat
griezelig" omdat ik even bang
was, begon de ene zuster me als
een kind te bestraffen. Ik begon te
huilen en zei dat ik haar hardvoch
tig vond en dat ze voortaan maar
van me af moest blijven. Ze lachte
me uit. 's Avonds om negen uur
(vlak voor het slapen gaan) kreeg
ik nog een standje ook. Toen ik
me de volgende dag bij een ande
re zuster beklaagde, was haar re
actie: dat ik maar rekening moest
houden met de achtergrond van de
betrokken zuster."
De heer De K. te G. verhaalt
hoe zijn hechtingen op zaal wer
den verwijderd, terwijl de werkster
bezig was de vloer te reinigen De
heer C. te R., wegens hoofdletsel
„op zaai" beland, vond dat het er
altijd zo rumoerig was. „Ik kon
niet slapen en werd doodmoe, zei
maar dat ik me erg fit gevoelde
om gauw naar huis te kunnen.
Toen ik thuis was. heb Ik bijna een
week achtereen geslapen".