OP D-DAY CING CELDEUR OPEN Wereld van weduwen wordt steeds nauwer i DE SCH'JHWERPER ZUIVERING Aan de rand van de samenleving COMPUTER ONTCIJFERT INDUS-SCHRIFT I Bram Oosterwijk Ds. J. D. v. Ginhoven vertelt na 25 jaar het groot avontuur van „de achttien" Stunt van knokploeg in Rotterdamse gevangenis ZATERDAG 31 ME! <1969 van de relaties wordt de blik beperkt en de wereld van de weduwe kleiner. De zorg voor de kinderen (ze staat er alleen voor) bindt haar sterker aan huis. Die zorg wordt als de voor naamste taak gezien. En weer wordt haar wereld kleiner. De besteding van de vrije t(jd en de vakanties zijn door de geldzorgen andere problemen voor de weduwe en haar gezin. Verder wordt haar wereld ingeperkt door de bemoeizucht van de om geving en de neiging snel kritiek te leveren. Men oefent controle uit van een „meerderwaardigheids- positie" uit. Dit schrille beeld van een vergeten groep in een harde maatschappij springt naar vo ren in het boek Weduwen, dat Paul Brand, Bussum, uitgaf in de serie „Samen mens zijn". 12,90). Uitgangspunt van dit boek, samengesteld door mejuf frouw M. H. C. Vendrik en dr. C. J. Straver, was een onder zoek verricht in samenwerking met het Sociologisch Instituut van de universiteit te Utrecht naar de positie van vijftig we duwen. Men besloot tot dit verken nend onderzoek na de vele re acties op een serie radiolezin gen voor de KRO door mgr. Diepenbrock over de moeilijke levenssituatie van weduwen. Het bleek, dat de vaak schrijnende situatie van de weduwe en haar gezin aan de meeste mensen in de directe omgeving onopge merkt voorbijgaat. De wedu wen, zo bleek uit de reakties op UITGAVE VAN OUD-ILLEGALE WERKERS Deze week Postma, Directeur ven hel Huis van Bewaring fe Rotterdam Op X) April 1944 w«rg«l II politirt* |i>u|nn. al: Ocrnl H.ndnk Busdl. g.t>. 10 Jali IIM la AbiIotUb. Rijptlraal dl II. Aaiilirdaa: Jtcob Dirk vto Ciako.ro. Jak. 9 Jni 1902 ia Market, Nija Slaak Gen. Vleddtr: Cirrd Aaloait Eliu Braadt. |rS. 22 Nor. 1922 la Hilranaai. Rünrtraal dl Dl. Awterdaa: Gerard' at Kaaiaf. (tb. 19 Jaar 1922 "ia Biilttïorg Vüearrtraat 3d., Groo,e|ea. Htia na Eckte. gak. 9 Srpt. I9IJ ia Stteawijk. Wold- •Irral dO. Stteawijk-. CSrttltaaa Wrllaa Vtrkroott. (ak. 21 Mai I9IS la UtrttU. d. Moadtstraal «Ski. Utrecht; Adriaaat Gtrtrdai Cltrtofgek. ld Met 1915 la Nieuw- «een. Doodweg 21e. Vclica Naord; Ju Blankta. gek. 7 Not. 1919 ra Hoogteen. Hoog- elraat A 2S. Hertelt; Ju Hcadrr duo. ït Keeper Rieaatra. gak. 12 Jaa. I92S ia Doiiburg. Baaka- etrul d7. Araiterdea; i Bereerd Berrit In Horit. gak. 1 Ju. 1921 la Diaiperlo, RuileÉburgelraat 401. AarlterdiB: Hcodrik Cerrrl». gek. 7 Jaar 1919 ia Crdaitkargta. Dra Velde F. 21. Graaibergea: tedovicue Johuoet Loellto. geb. 7 Jaar 1919 Ie Niltel- I rode. L r. Meerder.oorl 150, Dea Haag: K. Petrn. Lok, gek. 26 Jta. IMd li straat 3. Heulea; Ju Albert Lok. gob. 22 Jaai 11 Bradnodntrul 3. Haarlea; de radiolezingen, voelden zich in hoge mate geïsoleerd, onbe grepen en veronachtzaamd. Het verkennend onderzoek, naar aanleiding van deze klach ten verricht en samengevat in dit boek. is slechts een aarze lend begin. Het boek is geschre ven om vooral zij, die ermee te maken hebben (predikanten, artsen, vrienden, kennissen enz.) te wijzen op een probleem, waarvan men onvoldoende ver moeden heeft gehad. De schrijvers hebben vooral de pastores op het oog. Hoe moeilijk is de benadering niet. Bijvoorbeeld: Het leed van het overlijden van de man wordt door de geestelijke te snel ver algemeniseerd met behulp van bijbelteksten en uitlatingen als: „Bidt maar wat extra". „Gods wegen zijn ondoorgrondelijk". „Wie God het meeste liefheeft, doet Hij het meeste leed". Echt contact met predikant of pastoor komt moeilijk tot stand. Hij moet oog hebben voor de sociale situatie, waarin de we duwe zich bevindt. Met vluch tig eventueel bijbels gelar deerd vermaan of troost komt men er niet. Uit het onderzoek bleek ook, dat de pastores wel eens bang waren voor contact Toch verklaart de helft van het aantal ondervraagde wedu wen steun te hebben ondervon den van de godsdienst. De meesten komen, na de periodf van opstandigheid ook tegen God. zelfstandig weer tot klaar heid. Hoe vergaat het de weduwe. van wie de wereld steeds klei ner wordt? Veel vrouwen be rusten in een zeer beperkte en kleurloze wijze van bestaan, als gevolg van de harde zorg voor het levensonderhoud en het te kort aan begrip bij de omge ving. De onderzoekers hebben gespeurd naar de oorzaken, die het verdriet en de ellende van de weduwe verergeren. Ge noemd wordt het verliezen van de status als gehuwde vrouw. Ze is kwetsbaarder geworden. Er wordt op haar gelet. Er moet maar eens een vreemde auto voor haar huis stoppen. Wan neer ze bijvoorbeeld bij de voordeur haar zwager begroet, zijn er mensen, die drie keer omkijken. Eigenlijk wordt de weduwe als een „patiënt" gezien, die zich aan allerlei regels moet houden. Men is geneigd haar een losbandig gedrag te verwij ten en tegelijk een huwe lijkskandidaat op te dringen. Ze wordt vooral aan haar belang rijke taak In het gezin gebon den. Seksualiteitsbeleving is voor haar taboe. Deze is alleen in het huwelijk toegestaan. Vaak ontmoet de weduwe ja loezie bij andere vrouwen. Ze wordt min of meer als een be dreiging gezien. Ook mag als een oorzaak worden genoemd, dat de eman cipatie van de vrouw niet is voltooid. In de damesbladen, reclames, televisie-uitzendingen en via de radio wordt de vrouw nog steeds voorgesteld als degene, die er uitsluitend is om de man te behagen. Maar de vrouw moet niet alleen om haar erotische of moederlijke kwaliteiten worden gewaar deerd. Heel haar persoon dient tot zijn recht te komen. De vrouw is in het huwelijk een gelijkwaardige partner. Wanneer ze dan haar man mocht verliezen, blijft dat een geweldige slag. Maar ze zal stellig eerder in een nieuw le vensproject weer een toekomst voor zichzelf zien. Door te gaan werken bui tenshuis, zelfs als dat financieel niet noodzakelijk is, kan de so ciale eenzaamheid worden doorbroken. Maar de moed ont breekt dikwijls. Het „de kinde ren kunnen mij niet missen" wordt ook wel gebruikt, onbe wust misschien, om gebrek aan durf en ondernemingslust te camoufleren. De weduwe wordt geschoven naar de rand van de samenle ving. Zij staat onder sancties, omdat haar status afwijkt van het normale. Maar er zijn toch alternatieven mogelijk voor wat als noodzakelijk en maatgevend wordt gezien. De opvatting van het gehuwd zijn als de ideale en eigenlijke enige menselijke staat moet gerelativeerd wor den. Het huwelijk Wan plotse ling beëindigd zijn. Daarop moet men zich ook prepareren. Er dient meer ruimte te wor den gemaakt voor de andersle venden. Zo doen zij, die dit eerste verkennende onderzoek verrichtten, voorzichtige sug gesties om de nood van de we duwen te verminderen. De maatschappij moet de ogen worden geopend, schrijft dr. Straver in de inleiding: de overheid, de sociale hulpinstan ties. de kerken, de massamedia en„,het publiek". BERT DE JONG Weduwen zitten in ons land iu een slechte hoek. Zij en haar gezinnen zjjn geplaatst in de marge van de maatschappij. Na het overlijden van de man is het in den regel moeilijk de plaats in de groep van be kenden te handhaven. De weduwe voelt zich gehan dicapt. Je telt immers niet meer volledig mee in de groep van de gehuwden. Door het verminderen De gebroeders Asko en Simo Parpola, Seppo Koskennlemi en Pentti Aalto. verbonden aan het Skandinavisch instituut voor Azi atische studie, hebben de sym bolen van dit antieke schrift in een computer verwerkt en kon den op deze wijze het tweede eeuwenoude schrift zonder een tweetalige sleutel ontcijferen. De Engelsman Michael Ventris was de eerste, die zonder een derge lijke sleutel het Cretenzisch line air d. ontcijferde De meest opzienbarende ont dekking van de Finse geleerder is wel. dat de goden Sjivah en Krishna reeds in dit vroege kei planeet Saturnus, die in de antie ke teksten „de zwarte planeet" wordt genoemd. De geleerden stelden ook vast, dat de taal die in de ontcijferde teksten gebruikt wordt, pro- to-Dravidisch is. Dravidische ta len worden thans alleen nog maar gesproken in Zuid-lndia. De Finnen zijn er voorts in geslaagd een verklaring te vin den voor de symbolen van Sjivah en Krishna. Men kan een lin guïstische verbinding leggen tus sen de termen „koningschap", „macht" en het wiel. dat dikwijls in verband met deze goden wordt gebruikt. De hcrens. die huidige Noordindiase bevolking) hebben echter de sterre-kalender van Harappa overgenomen, zon der de berekeningen te begrijpen en hebban die in gebruik geno men met een vergissing van dui zend jaar. Uit de pre-Hlndoestaan8e Dra vidische cultuur stammen vol gens de geleerden ook de he dendaagse rituele reinigingscere moniën van de Hindoes, die evenals in het Haparra-rijk ge houden worden bij rivieren en bronnen. Verder hebben de ge leerden geconstateerd, dat de bewoners van dit rijk bedreven waren in wiskunde. Dit valt op te maken uit de bouw van de ste den Harappa en Mohenjo-Daro, die opgezet waren volgens een zeer regelmatig patroon. Veel geleerden hebben gunstig gereageerd op de ontdekking van de Finnen. De universiteit van New Delhi heeft intussen om alle gegevens van hun studie ge vraagd. BIJ DE FOTO Speksteenzegel uit Mohenjo Daro 2500 - 2300 vóór Chr.) met de voorstelling van een eenhoorn. Daarboven een voor ons nog onleesbaar pictografisch opschrift. De afmeting van het zegel is 3.2x3.2 cm. )1 0p de Normandische stranden waren de Geallieerden aan land gegaan. Hun doel: voor Europa de deur open stoten naar de vrijheid. Op de avond van die zesde juni 1944 de lang- verwachte D-day werden in het bezette Rotterdam ook deuren open gestoten. Celdeuren in de gevangenis aan de l Noordsingel. Leden van de Rotterdamse Knokploeg bevrijdden die dag achttien mannen, gevangen gezet omdat ze illegaal i voor de bevrijding van hun land hadden gevochten. Ze kwamen er alle achttien oit. Niemand werd achterhaald. Binnen een 1 jaar zou het vrede zijn Over een enkele dag is het 25 jaar geleden dat een brutale, uiterst gevaarlijke overval slaagde. Eén die niet die bekendheid kreeg als de later verfilmde overval op de Leeuwarder gevangenis. Maar één die zeker zo geslepen was, een helden daad van vooral Samuel Esmeijer („Paul"), leider van de KP in de Maasstad. De man die in november van datzelfde jaar in Apeldoorn mef de landelijke sabotage-commandant Joannes Arnoldus van Bijnen („Frank") in een vuurgevecht met de Duitsers viel. -ft- Dominee Van Ginhoven vertelt zijn verhaal van ellende en bevrijding. Rechts de Bergstraat, de plaats waar de achttien naar buiten kwamen ett zich snel verspreidden. Een weinig bekende overval op D-day: 6 juni 1944. Achttien politieke gevangenen herkregen die avond hun vrij heid, in een land dat nog zeer zware maanden tegemoet zou gaan. Negentienvierenveertig: het zwartste oorlogsjaar. Tot die achttien behoorde de gerefor meerde predikant Jacob Dirk van Ginhoven (66), de eerste vader landse dominee uit de illegaliteit die was gearresteerd. Een man die meer dan een jaar door een hel is moeten gaan, een man die nog altjjd de sporen draagt en last heeft van martelingen, kwel lingen, verdriet. Ds. Van Ginhoven is nu emeritus in Medemblik. Na een kwarteeuw wil hij wel praten over het verzet, vooral van anderen, zijn eigen aandeel klei nerend. Na de oorlog heeft hij de meeste jaren de Gelderse gemeente Westervoort gediend. Daar kwam hij veel in aanraking met Duitsers uit de grensstreek. Vele malen heeft hij in hun kerken gepreekt, maar Duits hoort hij nog altijd niet graag. Er is heel veel gebeurd voordat op die merkwaardige zesde juni 1944 de sleutel in het slot van zijn celdeur werd gestoken en hij voor het laatst gevangene was. Het is een lang ver haal van moed, verraad en terreur. In het Drentse plaatsje Vledder kwam dominee Van Ginhoven reeds in '40/41 in kontakt met de Duitse misdaden tegen de Joden. In zijn ge meente bouwden de bezetters het eerste Jodenkamp, voor jonge man nen uit Amsterdam. In het begin mochten de Joden 's avonds de poort nog uit. Ds. Van Ginhoven haalde hen in huis en zorgde voor extra voed sel. Maar dat was snel bekeken: de Duitsers sloten het kamp en niemand mocht er meer uit. Van Ginhoven: „Toen moest ik op een andere manier eten voor die men sen organiseren. Bij de boeren kocht ik rogge en dat moest naar binnen worden gesmokkeld. De gevangenen begonnen me ook brieven toe te spe len, bestemd voor hun ouders. Ik reis de vele malen heen en weer naar Am sterdam en kreeg ook daar m'n kon takten. In '42 werd mijn broer gefusilleerd, even later werd m'n zwager gepakt. Die is in Buchenwald omgekomen. Hun werk kreeg ik erbij. Mijn orga nisatie groeide, vooral toen de mas sale transporten naar Westerbork op gang kwamen. Een groot man in die tijd was de Amsterdamse bankier Brandt, die gelijk met mij uit het huis van bewaring is gehaald. Eigenlijk kwamen er teveel vertak kingen in de groep van ons. Via een verzetsman in Gramsbergen drong zich iemand de organisatie binnen, die vermoedelijk mijn verrader is ge weest. Een man die ik nooit vertrouwd heb en die aanwezig was bij mijn arrestatie. Dat was in juni '43, een warme zomernacht. Opeens stonden SD-ers en landwachters zo'n man of veer tig rond de pastorie. Achter elk bosje een machinegeweer. Of ze een kasteel bestormden. Ik ben naar Gro ningen gevoerd, waar ik in het be ruchte Scholtenshuis, het hoofdkwar- tie van de SD, tweemaal vierentwin tig uur beestachtig ben mishandeld en ondervraagd. Ik heb een vreselijke hekel aan pijn, maar nooit heb 'k één naam genoemd. M'n ribben waren ge broken, m'n kaak ook. Staan kon ik niet, want m'n beide benen waren ook kapot geslagen. In de Groningse gevangenis, waar ze me toen ingooiden, was de bewa king prima. Hollands. Men stopte mij van alles toe, zelfs konijn en paling. Mijn cel leek wel een vo>edselpakhuis. Op een nacht hoorde ik getik langs de verwarmingsbuis van de cel. Aan de andere kant van de muur bleek een Joodse dokter te zitten. Hij ver telde me hoe ik mijn wonden moest verzorgen en hij zorgde er ook voor dat ik medicijnen kreeg. Een week later werd ik naar Vught overgebracht en daar ontmoette ik die dokter weer. Hij was er een paar dagen vóór mij heen gebracht. Met die man heb ik veel over de Bijbel gesproken. Later, toen hij per trein naar Duitsland was weggevoerd, heeft men langs de spoorlijn een briefje van hem gevonden. Daarin stond dat hij de Messias had gevonden. In Vught heb ik ook gepreekt, een daad waarop de doodstraf stond. Het was vlak vóór Kerstmis. De comman dant riep me bij 'm, maar vreemd genoeg zei hij alleen dat ik het niet meer doen moest. Mijn volgende cel was in Scheve- ningen, in de dodengang. Ik heb er m'n celdeur opengesmeten door een man in Duits uniform. Hij schreeuw de me toe: „Alles mitnehmen". Op de gang deed hij nogal wild, trapte me. Later bleek dat spel geweest te zijn, want toen hij zich over me heen- boog, vroeg hij met hoeveel mensen ik hier zat. Achttien, vertelde ik 'm. Het was Samuel Esmeijer". Dat was het moment waarop do minee Van Ginhoven het door had dat hij en de anderen eruit zouden worden gehaald. De ontvoering was voortgevloeid uit kontakten tussen de plaatsvervangende gevangenis-direk- teur Van Marle en Esmeijer. Alles in het strikste geheim, want direkteur Postma stond aan de kant van de Duitsers. Hij was niet te vertrouwen. „Paul" en zeven andere KP-ers had den de overval goed in elkaar gezet. De leider van de Knokploeg had zich als SS-man verkleed en daarom mocht de bestelauto waarmee ze vanaf Ka- tendrecht naar de Noordsingel reden, zonder stoppen de bruggen over. Tegen zevenen belde men bij de gevangenis aan. „Paul" vroeg of hij de direkteur kon spreken, omdat hij de vier ter dood veroordeelden van de groep van achttien moest wegbrengen. Meteen drongen de anderen naar binnen, overweldigden de portiers en stopten ze in een cel. Door een gang kwam de groep de woning van de direkteur binnen. Doodsbang gaf deze de celsleutels af en even later zat hij met zijn gezin ook in een cel. Snel werden de achttien uit hun cellen gehaald. Het plan was hen in groepjes van vier, onder geleide van een KP-er, via de hoofdingang naar buiten te brengen. Met de eerste vier lukte dat ook, maar toen liep het fout. Plotseling verscheen er buiten een aantal marechausees met gevangen genomen zwarthandelaren. De deur bleef dicht voor hen en er moest direkt een andere manier van ont snapping worden gezocht. Door de direkteurswoning was de enige ma nier en dat slaagde. Tussen gevange nis en de Bergstraat stond nog een muurtje, maar dat werd snel geno men, zelfs door de uitgeputte ge vangenen. Ook buiten verliep de organisatie perfekt. Er stonden meisjes die de ge vangenen direkt een arm gaven en zo als verloofd paar vertrokken. An deren kregen fietsen in hun handen geduwd. De buurt heeft eigenlijk niets van de overval gemerkt. Pas een half uur er na. kregen de Duitsers het eerste seintje. De stad werd op vele punten hermetisch afgesloten, maar alle achttien waren toen al niet meer te vinden. Ds. Van Ginhoven en de andere ter dood veroordeelden werden in de bestelauto weggevoerd. Het ging rich ting Delft. Langs de Schie werd hun door anderen die in het komplot za ten, de weg gewezen naar de boerderij van Pleun van de Berg. Vier dagen heeft de groep daar in een hooiberg gezeten. Op 9 juni de verjaardag van ds. Van Ginhoven werd er zelfs taart gegeten. De vol gende dag waren hun vervalste per soonsbewijzen klaar en werd men één voor één naar een ander adres gebracht. Dominee Van Ginhoven kreeg on derdak bij tuinder Piet Verhoef in Berkel: „Daar ben ik tot het eind van de oorlog gebleven. Omdat mijn oude persoonsbewijs door de ondergrondse door was weggemoffeld, hadden de Duitsers geen foto van me. Ik ben daarom maar weer de straat op gegaan. Met preken begon ik ook weer, voor de eerste maal in Zoetermeer, onder de naam 't Hart In Pijnacker ben ik ook nog hulpprediker geweest M'n vrouw wist daar niets van, zelfs niel; waar ik zat Zelf was ik ook niet op de hoogte waar zij was. Kort na de oorlog wilde zij weg uit Vledder, ik eigenlijk niet, want ik had daar zulke mooie herinneringen. We zijn toch maar gegaan, naar Westervoort". Jacob Dirk van Ginhoven heeft een enkele van de andere zeventien be vrijde verzetslieden nog wel eens ont moet Bij herdenkingen zoals in het Scheveningse Oranjehotel. De paar laatste jaren is hij er met zijn vrouw echter niet meer geweest: „Dat kun nen we niet meer opbrengen In januari 1946 verscheen het vierde nummer van De Schijnwerper, een uitgave vau oud-illegale werkers. De verzetslieden belichtten in hun blad de daden van vaderlanders die de zijde van de bezetters had- den gekozen. Ook Postma, direkteur van het huis van bewaring in Rot- ~®jterdam kroeg naar aanleiding van zijn houding bij de overval een beurt. De mensen van het verzet waren woedend dat hij na de oorlog terug kwam als direkteur van de gevangenis in Breda. honger geleden, ben er mishandeld, maar nooit verhoord. Elke nacht hoor de je lui schreeuwen die de volgende dag op de Waalsdorpervlakte de kogel zouden krijgen. In april '44 brachten ze me naar Rotterdam, waar ik met een ander de cel moest delen. Tegen die man heb ik nooit gepraat, ik ver trouwde hem niet. Op een dag hoorde ik van een advo caat die me toegewezen was dat ik voor vier gevallen ter dood was ver oordeeld. Een proces had ik nooit ge had, maar er zou in Utrecht nog een showzitting komen. Maar zover is het toch nooit gekomen, want toen was ik er al uit Ook in Rotterdam waren er Hol landse bewakers, onder wie vele goe de. Via bewaker Heikoop en een kapper die ons knipte, een KP-er, begreep ik dat er iets van een ont voering op poten zou worden gezet Helemaal realiseerde ik me dat niet want ik was er nog steeds slecht aan toe. Veel ellende en narigheid, 's Avonds om een uur of zeven werd Met behulp van een computer zijn vier in Kopenhagen werken de Finse geleerden er onlangs in geslaagd het eeuwenoude schrift van het Harappakeizerrijk in de Indusvallei, aan de historie te ontfutselen. Van dit pre-Hindoestaanse Dravidische keizerrijk is bekend, dat het van ongeveer 2500 tot 1500 v. Chr. heeft bestaan. Het werd verwoest door binnenval lende Kaukasische stammen (Ariërs). Overblijfselen van deze cultuur verspreidden zich naar Noord- en Zuid-lndia. zerrijk vereerd werden en dat de priesters al bedreven waren in astrologie. De oorsprong van de astrologie wordt gewoonlijk ge zocht in het antieke Soemer of Chaldes in Mesopotamië. Maar het is bekend, dat tussen het Harappa-rijk en het Soemerische rijk in Mesopotamië bloeiende handelsrelaties bestonden. Sjivah wordt geïdentificeerd met de planeet Mars, die in het hedendaagse Tamil (een Dravi dische taal) en in het Sanskrit „de rode" wordt genoemd. Krish na wordt gelijkgesteld met de Sjivah soms op het voorhoofd draagt, zouden symbolen voor het kwaad zijn. De goden wor den dikwijls voorgesteld als rij dende op vogels, iets dat vol gens de Finnen te verklaren valt uit hun hemelse woonplaatsen In de Veda, het oude heilige schrift van de Hindoes, wordt evenwel van de planeten niet gesproken als van goden. Waarschijnlijk komt dit doordat de latere Brahmanen deze teksten opnieuw hebben geschreven. De Kaukasische ver overaars (voorvaderen van, de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 13