OP D-DAY CING
CELDEUR OPEN
Wereld van weduwen
wordt steeds nauwer
i
DE SCH'JHWERPER
ZUIVERING
Aan de rand
van de
samenleving
COMPUTER ONTCIJFERT INDUS-SCHRIFT
I Bram Oosterwijk
Ds. J. D. v. Ginhoven
vertelt na 25 jaar
het groot avontuur
van „de achttien"
Stunt van knokploeg in Rotterdamse gevangenis
ZATERDAG 31 ME! <1969
van de relaties wordt de
blik beperkt en de wereld
van de weduwe kleiner. De
zorg voor de kinderen (ze
staat er alleen voor) bindt
haar sterker aan huis. Die
zorg wordt als de voor
naamste taak gezien. En
weer wordt haar wereld
kleiner.
De besteding van de vrije
t(jd en de vakanties zijn
door de geldzorgen andere
problemen voor de weduwe
en haar gezin. Verder wordt
haar wereld ingeperkt door
de bemoeizucht van de om
geving en de neiging snel
kritiek te leveren. Men
oefent controle uit van
een „meerderwaardigheids-
positie" uit.
Dit schrille beeld van een
vergeten groep in een harde
maatschappij springt naar vo
ren in het boek Weduwen, dat
Paul Brand, Bussum, uitgaf in
de serie „Samen mens zijn".
12,90). Uitgangspunt van dit
boek, samengesteld door mejuf
frouw M. H. C. Vendrik en dr.
C. J. Straver, was een onder
zoek verricht in samenwerking
met het Sociologisch Instituut
van de universiteit te Utrecht
naar de positie van vijftig we
duwen.
Men besloot tot dit verken
nend onderzoek na de vele re
acties op een serie radiolezin
gen voor de KRO door mgr.
Diepenbrock over de moeilijke
levenssituatie van weduwen. Het
bleek, dat de vaak schrijnende
situatie van de weduwe en haar
gezin aan de meeste mensen in
de directe omgeving onopge
merkt voorbijgaat. De wedu
wen, zo bleek uit de reakties op
UITGAVE VAN OUD-ILLEGALE WERKERS
Deze week Postma, Directeur ven hel Huis van Bewaring fe Rotterdam
Op X) April 1944 w«rg«l II politirt* |i>u|nn. al:
Ocrnl H.ndnk Busdl. g.t>. 10 Jali IIM la AbiIotUb.
Rijptlraal dl II. Aaiilirdaa:
Jtcob Dirk vto Ciako.ro. Jak. 9 Jni 1902 ia Market,
Nija Slaak Gen. Vleddtr:
Cirrd Aaloait Eliu Braadt. |rS. 22 Nor. 1922 la
Hilranaai. Rünrtraal dl Dl. Awterdaa:
Gerard' at Kaaiaf. (tb. 19 Jaar 1922 "ia Biilttïorg
Vüearrtraat 3d., Groo,e|ea.
Htia na Eckte. gak. 9 Srpt. I9IJ ia Stteawijk. Wold-
•Irral dO. Stteawijk-.
CSrttltaaa Wrllaa Vtrkroott. (ak. 21 Mai I9IS la UtrttU.
d. Moadtstraal «Ski. Utrecht;
Adriaaat Gtrtrdai Cltrtofgek. ld Met 1915 la Nieuw-
«een. Doodweg 21e. Vclica Naord;
Ju Blankta. gek. 7 Not. 1919 ra Hoogteen. Hoog-
elraat A 2S. Hertelt;
Ju Hcadrr
duo. ït
Keeper Rieaatra. gak. 12 Jaa. I92S ia Doiiburg. Baaka-
etrul d7. Araiterdea;
i Bereerd Berrit In Horit. gak. 1 Ju. 1921 la Diaiperlo,
RuileÉburgelraat 401. AarlterdiB:
Hcodrik Cerrrl». gek. 7 Jaar 1919 ia Crdaitkargta. Dra
Velde F. 21. Graaibergea:
tedovicue Johuoet Loellto. geb. 7 Jaar 1919 Ie Niltel-
I rode. L r. Meerder.oorl 150, Dea Haag:
K. Petrn. Lok, gek. 26 Jta. IMd li
straat 3. Heulea;
Ju Albert Lok. gob. 22 Jaai 11
Bradnodntrul 3. Haarlea;
de radiolezingen, voelden zich
in hoge mate geïsoleerd, onbe
grepen en veronachtzaamd.
Het verkennend onderzoek,
naar aanleiding van deze klach
ten verricht en samengevat in
dit boek. is slechts een aarze
lend begin. Het boek is geschre
ven om vooral zij, die ermee te
maken hebben (predikanten,
artsen, vrienden, kennissen
enz.) te wijzen op een probleem,
waarvan men onvoldoende ver
moeden heeft gehad.
De schrijvers hebben vooral
de pastores op het oog. Hoe
moeilijk is de benadering niet.
Bijvoorbeeld: Het leed van het
overlijden van de man wordt
door de geestelijke te snel ver
algemeniseerd met behulp van
bijbelteksten en uitlatingen als:
„Bidt maar wat extra". „Gods
wegen zijn ondoorgrondelijk".
„Wie God het meeste liefheeft,
doet Hij het meeste leed".
Echt contact met predikant of
pastoor komt moeilijk tot stand.
Hij moet oog hebben voor de
sociale situatie, waarin de we
duwe zich bevindt. Met vluch
tig eventueel bijbels gelar
deerd vermaan of troost komt
men er niet. Uit het onderzoek
bleek ook, dat de pastores wel
eens bang waren voor contact
Toch verklaart de helft van
het aantal ondervraagde wedu
wen steun te hebben ondervon
den van de godsdienst. De
meesten komen, na de periodf
van opstandigheid ook tegen
God. zelfstandig weer tot klaar
heid.
Hoe vergaat het de weduwe.
van wie de wereld steeds klei
ner wordt? Veel vrouwen be
rusten in een zeer beperkte en
kleurloze wijze van bestaan, als
gevolg van de harde zorg voor
het levensonderhoud en het te
kort aan begrip bij de omge
ving.
De onderzoekers hebben
gespeurd naar de oorzaken, die
het verdriet en de ellende van
de weduwe verergeren. Ge
noemd wordt het verliezen van
de status als gehuwde vrouw.
Ze is kwetsbaarder geworden.
Er wordt op haar gelet. Er moet
maar eens een vreemde auto
voor haar huis stoppen. Wan
neer ze bijvoorbeeld bij de
voordeur haar zwager begroet,
zijn er mensen, die drie keer
omkijken.
Eigenlijk wordt de weduwe
als een „patiënt" gezien, die
zich aan allerlei regels moet
houden. Men is geneigd haar
een losbandig gedrag te verwij
ten en tegelijk een huwe
lijkskandidaat op te dringen. Ze
wordt vooral aan haar belang
rijke taak In het gezin gebon
den. Seksualiteitsbeleving is
voor haar taboe. Deze is alleen
in het huwelijk toegestaan.
Vaak ontmoet de weduwe ja
loezie bij andere vrouwen. Ze
wordt min of meer als een be
dreiging gezien.
Ook mag als een oorzaak
worden genoemd, dat de eman
cipatie van de vrouw niet is
voltooid. In de damesbladen,
reclames, televisie-uitzendingen
en via de radio wordt de
vrouw nog steeds voorgesteld
als degene, die er uitsluitend
is om de man te behagen. Maar
de vrouw moet niet alleen om
haar erotische of moederlijke
kwaliteiten worden gewaar
deerd. Heel haar persoon dient
tot zijn recht te komen.
De vrouw is in het huwelijk
een gelijkwaardige partner.
Wanneer ze dan haar man
mocht verliezen, blijft dat een
geweldige slag. Maar ze zal
stellig eerder in een nieuw le
vensproject weer een toekomst
voor zichzelf zien.
Door te gaan werken bui
tenshuis, zelfs als dat financieel
niet noodzakelijk is, kan de so
ciale eenzaamheid worden
doorbroken. Maar de moed ont
breekt dikwijls. Het „de kinde
ren kunnen mij niet missen"
wordt ook wel gebruikt, onbe
wust misschien, om gebrek aan
durf en ondernemingslust te
camoufleren.
De weduwe wordt geschoven
naar de rand van de samenle
ving. Zij staat onder sancties,
omdat haar status afwijkt van
het normale. Maar er zijn toch
alternatieven mogelijk voor wat
als noodzakelijk en maatgevend
wordt gezien. De opvatting van
het gehuwd zijn als de ideale
en eigenlijke enige menselijke
staat moet gerelativeerd wor
den. Het huwelijk Wan plotse
ling beëindigd zijn. Daarop
moet men zich ook prepareren.
Er dient meer ruimte te wor
den gemaakt voor de andersle
venden. Zo doen zij, die dit
eerste verkennende onderzoek
verrichtten, voorzichtige sug
gesties om de nood van de we
duwen te verminderen.
De maatschappij moet de
ogen worden geopend, schrijft
dr. Straver in de inleiding: de
overheid, de sociale hulpinstan
ties. de kerken, de massamedia
en„,het publiek".
BERT DE JONG
Weduwen zitten in ons
land iu een slechte hoek.
Zij en haar gezinnen zjjn
geplaatst in de marge van
de maatschappij. Na het
overlijden van de man is
het in den regel moeilijk de
plaats in de groep van be
kenden te handhaven. De
weduwe voelt zich gehan
dicapt. Je telt immers niet
meer volledig mee in de
groep van de gehuwden.
Door het verminderen
De gebroeders Asko en Simo
Parpola, Seppo Koskennlemi en
Pentti Aalto. verbonden aan het
Skandinavisch instituut voor Azi
atische studie, hebben de sym
bolen van dit antieke schrift in
een computer verwerkt en kon
den op deze wijze het tweede
eeuwenoude schrift zonder een
tweetalige sleutel ontcijferen. De
Engelsman Michael Ventris was
de eerste, die zonder een derge
lijke sleutel het Cretenzisch line
air d. ontcijferde
De meest opzienbarende ont
dekking van de Finse geleerder
is wel. dat de goden Sjivah en
Krishna reeds in dit vroege kei
planeet Saturnus, die in de antie
ke teksten „de zwarte planeet"
wordt genoemd.
De geleerden stelden ook vast,
dat de taal die in de ontcijferde
teksten gebruikt wordt, pro-
to-Dravidisch is. Dravidische ta
len worden thans alleen nog
maar gesproken in Zuid-lndia.
De Finnen zijn er voorts in
geslaagd een verklaring te vin
den voor de symbolen van Sjivah
en Krishna. Men kan een lin
guïstische verbinding leggen tus
sen de termen „koningschap",
„macht" en het wiel. dat dikwijls
in verband met deze goden
wordt gebruikt. De hcrens. die
huidige Noordindiase bevolking)
hebben echter de sterre-kalender
van Harappa overgenomen, zon
der de berekeningen te begrijpen
en hebban die in gebruik geno
men met een vergissing van dui
zend jaar.
Uit de pre-Hlndoestaan8e Dra
vidische cultuur stammen vol
gens de geleerden ook de he
dendaagse rituele reinigingscere
moniën van de Hindoes, die
evenals in het Haparra-rijk ge
houden worden bij rivieren en
bronnen. Verder hebben de ge
leerden geconstateerd, dat de
bewoners van dit rijk bedreven
waren in wiskunde. Dit valt op te
maken uit de bouw van de ste
den Harappa en Mohenjo-Daro,
die opgezet waren volgens een
zeer regelmatig patroon.
Veel geleerden hebben gunstig
gereageerd op de ontdekking
van de Finnen. De universiteit
van New Delhi heeft intussen om
alle gegevens van hun studie ge
vraagd.
BIJ DE FOTO
Speksteenzegel uit Mohenjo
Daro 2500 - 2300 vóór
Chr.) met de voorstelling van een
eenhoorn. Daarboven een voor
ons nog onleesbaar pictografisch
opschrift. De afmeting van het
zegel is 3.2x3.2 cm.
)1
0p de Normandische stranden waren de Geallieerden aan
land gegaan. Hun doel: voor Europa de deur open stoten naar
de vrijheid. Op de avond van die zesde juni 1944 de lang-
verwachte D-day werden in het bezette Rotterdam ook
deuren open gestoten. Celdeuren in de gevangenis aan de
l Noordsingel. Leden van de Rotterdamse Knokploeg bevrijdden
die dag achttien mannen, gevangen gezet omdat ze illegaal
i voor de bevrijding van hun land hadden gevochten. Ze kwamen
er alle achttien oit. Niemand werd achterhaald. Binnen een
1 jaar zou het vrede zijn
Over een enkele dag is het 25 jaar geleden dat een brutale,
uiterst gevaarlijke overval slaagde. Eén die niet die bekendheid
kreeg als de later verfilmde overval op de Leeuwarder
gevangenis. Maar één die zeker zo geslepen was, een helden
daad van vooral Samuel Esmeijer („Paul"), leider van de KP in
de Maasstad. De man die in november van datzelfde jaar in
Apeldoorn mef de landelijke sabotage-commandant Joannes
Arnoldus van Bijnen („Frank") in een vuurgevecht met de
Duitsers viel.
-ft- Dominee Van Ginhoven vertelt zijn verhaal van ellende en bevrijding. Rechts de Bergstraat, de plaats waar de achttien naar buiten kwamen ett
zich snel verspreidden. Een weinig bekende overval op D-day: 6 juni 1944.
Achttien politieke gevangenen
herkregen die avond hun vrij
heid, in een land dat nog zeer
zware maanden tegemoet zou
gaan. Negentienvierenveertig: het
zwartste oorlogsjaar. Tot die
achttien behoorde de gerefor
meerde predikant Jacob Dirk van
Ginhoven (66), de eerste vader
landse dominee uit de illegaliteit
die was gearresteerd. Een man
die meer dan een jaar door een
hel is moeten gaan, een man die
nog altjjd de sporen draagt en
last heeft van martelingen, kwel
lingen, verdriet.
Ds. Van Ginhoven is nu emeritus
in Medemblik. Na een kwarteeuw wil
hij wel praten over het verzet, vooral
van anderen, zijn eigen aandeel klei
nerend. Na de oorlog heeft hij de
meeste jaren de Gelderse gemeente
Westervoort gediend. Daar kwam hij
veel in aanraking met Duitsers uit de
grensstreek. Vele malen heeft hij in
hun kerken gepreekt, maar Duits
hoort hij nog altijd niet graag.
Er is heel veel gebeurd voordat op
die merkwaardige zesde juni 1944 de
sleutel in het slot van zijn celdeur
werd gestoken en hij voor het laatst
gevangene was. Het is een lang ver
haal van moed, verraad en terreur.
In het Drentse plaatsje Vledder
kwam dominee Van Ginhoven reeds
in '40/41 in kontakt met de Duitse
misdaden tegen de Joden. In zijn ge
meente bouwden de bezetters het
eerste Jodenkamp, voor jonge man
nen uit Amsterdam. In het begin
mochten de Joden 's avonds de poort
nog uit. Ds. Van Ginhoven haalde
hen in huis en zorgde voor extra voed
sel. Maar dat was snel bekeken: de
Duitsers sloten het kamp en niemand
mocht er meer uit.
Van Ginhoven: „Toen moest ik op
een andere manier eten voor die men
sen organiseren. Bij de boeren kocht
ik rogge en dat moest naar binnen
worden gesmokkeld. De gevangenen
begonnen me ook brieven toe te spe
len, bestemd voor hun ouders. Ik reis
de vele malen heen en weer naar Am
sterdam en kreeg ook daar m'n kon
takten.
In '42 werd mijn broer gefusilleerd,
even later werd m'n zwager gepakt.
Die is in Buchenwald omgekomen.
Hun werk kreeg ik erbij. Mijn orga
nisatie groeide, vooral toen de mas
sale transporten naar Westerbork op
gang kwamen. Een groot man in die
tijd was de Amsterdamse bankier
Brandt, die gelijk met mij uit het
huis van bewaring is gehaald.
Eigenlijk kwamen er teveel vertak
kingen in de groep van ons. Via een
verzetsman in Gramsbergen drong zich
iemand de organisatie binnen, die
vermoedelijk mijn verrader is ge
weest. Een man die ik nooit vertrouwd
heb en die aanwezig was bij mijn
arrestatie.
Dat was in juni '43, een warme
zomernacht. Opeens stonden SD-ers
en landwachters zo'n man of veer
tig rond de pastorie. Achter elk
bosje een machinegeweer. Of ze een
kasteel bestormden. Ik ben naar Gro
ningen gevoerd, waar ik in het be
ruchte Scholtenshuis, het hoofdkwar-
tie van de SD, tweemaal vierentwin
tig uur beestachtig ben mishandeld
en ondervraagd. Ik heb een vreselijke
hekel aan pijn, maar nooit heb 'k één
naam genoemd. M'n ribben waren ge
broken, m'n kaak ook. Staan kon ik
niet, want m'n beide benen waren
ook kapot geslagen.
In de Groningse gevangenis, waar
ze me toen ingooiden, was de bewa
king prima. Hollands. Men stopte mij
van alles toe, zelfs konijn en paling.
Mijn cel leek wel een vo>edselpakhuis.
Op een nacht hoorde ik getik langs
de verwarmingsbuis van de cel. Aan
de andere kant van de muur bleek
een Joodse dokter te zitten. Hij ver
telde me hoe ik mijn wonden moest
verzorgen en hij zorgde er ook voor
dat ik medicijnen kreeg.
Een week later werd ik naar Vught
overgebracht en daar ontmoette ik die
dokter weer. Hij was er een paar
dagen vóór mij heen gebracht. Met
die man heb ik veel over de Bijbel
gesproken. Later, toen hij per trein
naar Duitsland was weggevoerd, heeft
men langs de spoorlijn een briefje
van hem gevonden. Daarin stond dat
hij de Messias had gevonden.
In Vught heb ik ook gepreekt, een
daad waarop de doodstraf stond. Het
was vlak vóór Kerstmis. De comman
dant riep me bij 'm, maar vreemd
genoeg zei hij alleen dat ik het niet
meer doen moest.
Mijn volgende cel was in Scheve-
ningen, in de dodengang. Ik heb er
m'n celdeur opengesmeten door een
man in Duits uniform. Hij schreeuw
de me toe: „Alles mitnehmen". Op
de gang deed hij nogal wild, trapte
me. Later bleek dat spel geweest te
zijn, want toen hij zich over me heen-
boog, vroeg hij met hoeveel mensen
ik hier zat. Achttien, vertelde ik 'm.
Het was Samuel Esmeijer".
Dat was het moment waarop do
minee Van Ginhoven het door had
dat hij en de anderen eruit zouden
worden gehaald. De ontvoering was
voortgevloeid uit kontakten tussen de
plaatsvervangende gevangenis-direk-
teur Van Marle en Esmeijer. Alles in
het strikste geheim, want direkteur
Postma stond aan de kant van de
Duitsers. Hij was niet te vertrouwen.
„Paul" en zeven andere KP-ers had
den de overval goed in elkaar gezet.
De leider van de Knokploeg had zich
als SS-man verkleed en daarom mocht
de bestelauto waarmee ze vanaf Ka-
tendrecht naar de Noordsingel reden,
zonder stoppen de bruggen over. Tegen
zevenen belde men bij de gevangenis
aan. „Paul" vroeg of hij de direkteur
kon spreken, omdat hij de vier ter
dood veroordeelden van de groep van
achttien moest wegbrengen.
Meteen drongen de anderen naar
binnen, overweldigden de portiers en
stopten ze in een cel. Door een gang
kwam de groep de woning van de
direkteur binnen. Doodsbang gaf deze
de celsleutels af en even later zat hij
met zijn gezin ook in een cel.
Snel werden de achttien uit hun
cellen gehaald. Het plan was hen in
groepjes van vier, onder geleide van
een KP-er, via de hoofdingang naar
buiten te brengen. Met de eerste vier
lukte dat ook, maar toen liep het fout.
Plotseling verscheen er buiten een
aantal marechausees met gevangen
genomen zwarthandelaren. De deur
bleef dicht voor hen en er moest
direkt een andere manier van ont
snapping worden gezocht. Door de
direkteurswoning was de enige ma
nier en dat slaagde. Tussen gevange
nis en de Bergstraat stond nog een
muurtje, maar dat werd snel geno
men, zelfs door de uitgeputte ge
vangenen.
Ook buiten verliep de organisatie
perfekt. Er stonden meisjes die de ge
vangenen direkt een arm gaven en
zo als verloofd paar vertrokken. An
deren kregen fietsen in hun handen
geduwd. De buurt heeft eigenlijk niets
van de overval gemerkt. Pas een half
uur er na. kregen de Duitsers het
eerste seintje. De stad werd op vele
punten hermetisch afgesloten, maar
alle achttien waren toen al niet meer
te vinden.
Ds. Van Ginhoven en de andere
ter dood veroordeelden werden in de
bestelauto weggevoerd. Het ging rich
ting Delft. Langs de Schie werd hun
door anderen die in het komplot za
ten, de weg gewezen naar de boerderij
van Pleun van de Berg.
Vier dagen heeft de groep daar in
een hooiberg gezeten. Op 9 juni de
verjaardag van ds. Van Ginhoven
werd er zelfs taart gegeten. De vol
gende dag waren hun vervalste per
soonsbewijzen klaar en werd men
één voor één naar een ander adres
gebracht.
Dominee Van Ginhoven kreeg on
derdak bij tuinder Piet Verhoef in
Berkel: „Daar ben ik tot het eind van
de oorlog gebleven. Omdat mijn oude
persoonsbewijs door de ondergrondse
door
was weggemoffeld, hadden de Duitsers
geen foto van me. Ik ben daarom
maar weer de straat op gegaan. Met
preken begon ik ook weer, voor de
eerste maal in Zoetermeer, onder de
naam 't Hart In Pijnacker ben ik
ook nog hulpprediker geweest M'n
vrouw wist daar niets van, zelfs niel;
waar ik zat Zelf was ik ook niet
op de hoogte waar zij was. Kort na
de oorlog wilde zij weg uit Vledder,
ik eigenlijk niet, want ik had daar
zulke mooie herinneringen. We zijn
toch maar gegaan, naar Westervoort".
Jacob Dirk van Ginhoven heeft een
enkele van de andere zeventien be
vrijde verzetslieden nog wel eens ont
moet Bij herdenkingen zoals in het
Scheveningse Oranjehotel. De paar
laatste jaren is hij er met zijn vrouw
echter niet meer geweest: „Dat kun
nen we niet meer opbrengen
In januari 1946 verscheen het vierde nummer van De Schijnwerper,
een uitgave vau oud-illegale werkers. De verzetslieden belichtten in
hun blad de daden van vaderlanders die de zijde van de bezetters had-
den gekozen. Ook Postma, direkteur van het huis van bewaring in Rot-
~®jterdam kroeg naar aanleiding van zijn houding bij de overval een beurt.
De mensen van het verzet waren woedend dat hij na de oorlog terug
kwam als direkteur van de gevangenis in Breda.
honger geleden, ben er mishandeld,
maar nooit verhoord. Elke nacht hoor
de je lui schreeuwen die de volgende
dag op de Waalsdorpervlakte de kogel
zouden krijgen. In april '44 brachten
ze me naar Rotterdam, waar ik met
een ander de cel moest delen. Tegen
die man heb ik nooit gepraat, ik ver
trouwde hem niet.
Op een dag hoorde ik van een advo
caat die me toegewezen was dat ik
voor vier gevallen ter dood was ver
oordeeld. Een proces had ik nooit ge
had, maar er zou in Utrecht nog een
showzitting komen. Maar zover is het
toch nooit gekomen, want toen was ik
er al uit
Ook in Rotterdam waren er Hol
landse bewakers, onder wie vele goe
de. Via bewaker Heikoop en een
kapper die ons knipte, een KP-er,
begreep ik dat er iets van een ont
voering op poten zou worden gezet
Helemaal realiseerde ik me dat niet
want ik was er nog steeds slecht aan
toe. Veel ellende en narigheid,
's Avonds om een uur of zeven werd
Met behulp van een computer
zijn vier in Kopenhagen werken
de Finse geleerden er onlangs in
geslaagd het eeuwenoude schrift
van het Harappakeizerrijk in de
Indusvallei, aan de historie te
ontfutselen.
Van dit pre-Hindoestaanse
Dravidische keizerrijk is bekend,
dat het van ongeveer 2500 tot
1500 v. Chr. heeft bestaan. Het
werd verwoest door binnenval
lende Kaukasische stammen
(Ariërs). Overblijfselen van deze
cultuur verspreidden zich naar
Noord- en Zuid-lndia.
zerrijk vereerd werden en dat de
priesters al bedreven waren in
astrologie. De oorsprong van de
astrologie wordt gewoonlijk ge
zocht in het antieke Soemer of
Chaldes in Mesopotamië. Maar
het is bekend, dat tussen het
Harappa-rijk en het Soemerische
rijk in Mesopotamië bloeiende
handelsrelaties bestonden.
Sjivah wordt geïdentificeerd
met de planeet Mars, die in het
hedendaagse Tamil (een Dravi
dische taal) en in het Sanskrit
„de rode" wordt genoemd. Krish
na wordt gelijkgesteld met de
Sjivah soms op het voorhoofd
draagt, zouden symbolen voor
het kwaad zijn. De goden wor
den dikwijls voorgesteld als rij
dende op vogels, iets dat vol
gens de Finnen te verklaren valt
uit hun hemelse woonplaatsen
In de Veda, het oude heilige
schrift van de Hindoes, wordt
evenwel van de planeten niet
gesproken als van goden.
Waarschijnlijk komt dit doordat
de latere Brahmanen deze
teksten opnieuw hebben
geschreven. De Kaukasische ver
overaars (voorvaderen van, de