Inpoldering Waddenzee Duik in 't zakje f LIGT VOORBIJ 2000 ALS VERVALSER VERDIENDE IK MEER Walvissen krijgen meer bescherming Misschien binnen vijf jaar over een dam tot Ameland Eh ft s üwtiAm ZATERDAG 10 MEI 1969 raPiHti i OG zijn de miljarden kostende Delta werken in zuidwest Nederland niet lltooid of in dit land, waar kennelijk ten waterbouwkundig project een te «te opgave vormt, wordt al gesproken er een nieuw gigantisch werk: inpol- ring van de Waddenzee. Moet direct de voltooiing van de Deltawerken in 80 met dit project worden begonnen moet het gehele technische apparaat, dat bij de afdamming van de Lauwers- zee is gebruikt, nu worden ingezet voor het tweedammenplan bij Ameland? Hoe het ook zij, de inpoldering van de Waddenzee met de vele bijzonder moeilijke en zich steeds verplaatsende stromingen en de negen bijna ontembare zeegaten, vormt wel de grootste opgave in de Nederlandse waterstaatkundige geschiedenis. Deskundigen achten het mogelijk deze zaak tot een goed einde te brengen, gebruikmakend van bij andere inpolderingen opgedane erva ringen. Tenslotte werd ook de Zuiderzee door een afsluitdijk bedwongen, werd de Wieringermeer bedijkt, de Noord oostpolder uit zee gewonnen en zijn Oostelijk en Zuidelijk Flevoland in wording. door Ton Hulst -<ridwinners en natuur- -hermers zijn over Wad- poldering en Ame- tweedammenplan op ikend hevige wijze met -r in het krijt getreden, bijna openlijke vijand- p, die op het scherpst de snede wordt uitge- ten, heeft al geleid tot oprichting van de -ndelijke Vereniging tot ud van de Waddenzee" tweemaandelijks in het tijdschrift uitgegroeide 'enbulletin fulmineert inpolderingen en menaanleg en die ver- daarin goede documen- over dit gebied ver- ft. enlijk was alle opwinding de Waddenliefhebbers over ig, want tot op de dag van ag is geen direct plan Waddeninpoldering ge- t. De aanleiding mag ten te ook nauwelijks naam heb- J dat was een simpel teke- tje van ir. C. v.d. Burgt, van de dienst Lauwers- rken van Rijkswaterstaat, •digd om een uiteenzet- over de. te verwachten ilijkheden van een „even- Ie" Waddeninpoldering te il- streren. een schetsje, dat niet- (nin in het Waddengebied een >rm als nooit te voren veroor- "ikte. lij de beoordeling van de iddenplannen moet één ag overheersen: „Is het ver- jtwoord om, aansluitend aan 'gereedkomen van de Delta ken, ten koste van zo'n zes jard gulden dit schitterende uurgebied, één van de e van Europa, op te offe- aan onze niet te stuiten dhonger?" Ir. Van der Burgt rdt daarop: „Inpoldering de Waddenzee is met de ge technische middelen en t de ervaringen van de Delta ken mogelijk. Maar ik ïuw: bezint eer ge be ver de vraag of de Wad- nzee ooit nog eens zal wor- ingepolderd, hoeft geen ijfel te bestaan. .Voorlopig ïft Nederland geen ruimtege- ik en vóór het jaar 2000 zal beslist géén dergelijk besluit rden genomen. Hoewel na- tfbeschermers zich over de komst van de Wadden (te- ht) zorgen maken, weten wa- Staatkundigen wel beter. En t minister Bakker van ver- ïr en waterstaat zelf een s, van wie belangstelling ig worden verondersteld I over inpoldering niet horen. )e Waddenzee meet globaal 2000 vierkante kilometer strekt zich uit van de punt i Noord-Holland tot de uit- nding van de Duitse rivier ms. Het gebied wordt van de ordzee gestheiden door een en van eilanden en eiland- die op een afstand van acht ruim twintig kilometer uit kust liggen. Dat zijn Texel, ieland, Terschelling, Ame- ld en Schiermonnikoog, de bewoonde eilandjes Rottum, "umerplaat en 't vogeleiland end en enige hogere zandpla- Siemonszand en Engels- nplaat. oppervlakte van de Wad- kan onderverdeeld wor- in de westelijke en de oos- 'jke wadden. In beide dringt "maal per etmaal de troom binnen, maar bij valt in het westelijke deel 40 sent droog, terwijl dat in oostelijke deel 75 procent is. scheiding ligt in de buurt Ameland. De getijdenwisse- hebben van de Wad een ongelofelijk rijk en geheel gemaakt. De Tekening van het Amelander tweedammenplan. Tussen de beide dam men wordt een recreatiegebied van 14.000 hectare gewonnen, waar van 4000 hectare uit water zal bestaan. De drooggevallen zandplaten zul len voor een deel worden bebost. Bovendien is direct bij de Friese kust nog een winst van 4000 tot 5000 hectare landbouwgrond gepland. eilanden vangen de eerste stormloop van de Noordzee op, waardoor de Friese en Gro ningse dijken tamelijk veilig sijn. Ir. Van der Burgt zegt: „De Waddenzee is één groot bek ken, dat voor een inpoldering aerst door acht secondaire dij ken in negen kleinere bekkens moet worden verdeeld. Ieder bekken kan daarna en in wille keurige volgorde worden afge sloten door het leggen van pri maire dammen door de zeega ten. De indijking van de Wad denzee wordt in hoge mate ge compliceerd door de noodzaak om eerst secondaire dammen te leggen, maar het project is tech nisch zeker haalbaar. Als de Waddenzee ooit nog eens wordt ingepolderd, zal de hele kust langs de eilanden en de afgedamde zeegaten een „schone kust" worden, evenals in Noord- en Zuid-Holland. Dit betekent, dat de onderwaterdel ta's zullen uitschuren, totdat de dieptelijnen ongeveer evenwij dig aan de kust lopen. Gewel dige zandtransporten kunnen daarvan het gevolg zijn. Het is zelfs niet uitgesloten, dat de duinen op de eilanden ten slotte door opstuiving een onon derbroken verbinding zouden krijgen." Voor onze toeristische toe komst mag het plezierig lijken als de duinenkust met vele kilo meters wordt verlengd, maar de verliesposten (afgezien nog van de recreatiemogelijkheid, die de Waddenzee nu al biedt) zijn niet gering. Een belangrijk stuk Nederlandse cultuur, de Waddenvisserij, zal verloren gaan en het verlies voor de Zeeuwen telt daarbij dubbel omdat zij ten koste van veel moeite, initiatief en durf het mosselkweken in de Waddenzee zijn begonnen. Nu is dit het best geëxploiteerde mosselpro ductiegebied van West-Europa. De zeehond, waarvoor eerst En dan komen toeristen en nog meer toeristen alles is gedaan om de soort in stand te houden, zal definitief uit onze wateren verdwijnen. En wat de ongelofelijk boei ende vogelwereld op de Wad den betreft: het verlies van een aanzienlijke eidereendpopulatie en belangrijkste overwinterings- gebied voor de eidereend en het verlies van 'n uiterst belang rijke pleisterplaats voor miljoe nen doortrekkende steltlopers. Ten slotte zal de grenzeloze rijkdom onder water verloren gaan. Mr. H. P. Gorter, directeur van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, zegt het zo: „Los van de culturele verliezen, die geleden worden bij nivellering van de eilandge meenschappen, moet het recrea tieve verlies duidelijk onder ogen worden gezien. De recrea tie wordt het meest gediend met een diversiteit van moge lijkheden. Juist door het ver dwijnen van de andere eilan den zullen de Waddeneilanden een steeds uitzonderlijker plaats gaan innemen, met rust en karakter als trekpleisters. Bij inpoldering zouden wad- vissen, wadzeilen en wadlopen als vorm van recreatie verdwij nen en de belangrijke haven van Harlingen zal verloren gaan. Men zal moeten beslissen of men zes miljard gulden van ons nationale inkomen aan dit enorme project wil besteden, terwijl de verstedelijking van ons land toch al grote over heidsuitgaven vergt", aldus mr. Gorter, die zich verder af vraagt: „Wij hebben deze eeuw bijna al onze eilanden verloren, moeten wij deze „eilandenbe storming" voortzetten?" Met de natuurbeschermers zo fel tegen Waddeninpoldering en bovendien niet de directe nood zaak om onze landoppervlakte uit te breiden (het noorden is nog leeg genoeg!) zal de Wad denzee deze eeuw niet worden ingepolderd en het is de vraag of dit ooit zal gebeuren. De Waddenliefhebbers doen er daarom goed aan om (en dat gebeurt ook) te protesteren te gen het tweedammenplan voor Ameland. Als er ooit een zin loos plan ter tafel is gekomen, dan is het wel dat om de Ame lander Wadden in te polderen. Het idee voor damaanleg naar Ameland is niet nieuw, want al in de vorige eeuw werd het eiland door een lage keiendam met de va'stewal ver bonden. De beweegredenen wa ren toen echter anders: het was een werkverschaffingsobject en de dam zou aanslibbing bevor deren. Nu moet een dam Ame land „ontsluiten" voor massatoe risme en moet een tweede dam nog het droogvallen van een ge heel nieuw recreatiegebied daar tussen bevorderen. De Friese Provinciale Staten hebben der gelijke plannen al goedgekeurd. Op zichzelf zou het ontsluiten van een potentieel vakantiege- bied niet kwaad zijn, maar het karakter van Ameland (dat zou voor alle Waddeneilanden gel den) moet erdoor verloren gaan. Trouwens, de hele samen hang van westelijke en oostelij ke Waddenzee zou worden ver stoord en niemand heeft nog een voorspelling durven geven over de gevolgen daarvan. Het onderzoek naar stroomsnelhe- den en slibtransport is in volle gang: met name het slibtrans port blijkt groter te zijn dan men ooit had aangenomen. Voorbijgaand aan alle felle discussies, die er met betrekking tot Waddenzee en Ameland worden ge voerd, kunnen twee dingen met zekerheid worden ge steld: totale inpoldering zal misschien pas de volgende eeuw urgent worden en wellicht al over vijf jaar zul len we per auto over één of twee dammen naar Ame land rijden De wereld wordt zich bewuster van het gevaar dat vele diersoorten bedreigt. Het World Wildlife Fund krijgt steeds meer in vele landen over de gehele wereld gedaan dat er reservaten tot stand komen, waarin de met ondergang bedreigde dieren wor den beschermd en verzorgd. Verheugend is het dat de bemoeiingen van het World Wildlife Fund zich niet alleen op het land, maar ook tot op zee uitstrekken. De be teugelde jacht op jonge zeehonden is er een voorbeeld van. Hetzelfde een ge controleerde jacht dus geldt voor de walvissen. Internationale overeenkomsten tussen landen die aan de vangst op walvissen meedoen, moeten ervoor zorgen dat het bestand van deze grootste op aarde le vende zoogdierensoort minstens gelijk blijft, maar liever omhoog gaat Jaren geleden ging het heel ander9 toe. Elke walvis die zich in de vangstgebieden vertoonde, werd toen geharpoeneerd en tot spek en traan verwerkt. Een schrikbarende teruggang van het aantal dieren was er het gevolg van. Op tijd zag men echter in dat er regelingen dienen te ko men om te verhinderen dat er binnen korte tijd geen walvis meer over zou zijn. De situaties in de verschil lende zeegebieden variëren nog al. In het Zuidpoolgebied zijn de walvissen er beter aan toe dan In de wateren van de noordelijke Stille Oceaan. Vorig jaar kwam de internationale walvisvangst commissie tijdens een vergade ring in Tokio overeen dat het Antarctische quotum voor het seizoen 1968/1969 bepaald werd op 3.200 walvissen van de soort Blue Whale (Blauwe vinvis). Dat was dezelfde hoeveelheid als voor het seizoen daarvoor en 200 beneden het cijfer dat door de wetenschappelijke commissie Enkele soorten vinvissen die gelimiteerd in het Zuidpoolgebied mogen worden gevangen: blauwe vinvis, gewone vinvis en Noordse vinvis. is geschat als basis voor een gelijkblijvende opbrengst. Japan en Rusland hebben voor bepaalde soorten in het noorden van de Stille Oceaan ook over eenkomsten. teneinde daar geen herhaling te krijgen van de deba cle die zich in de Antarctische wateren heeft afgespeeld. De meest bedreigde soorten In de Stille Oceaan blauwe vinvis, gewone vinvis en buitrug zijn en blijven totaal beschermd. Noch door varende expedities, noch van landstations uit mogen deze dieren worden gevangen. De walvisvangstcommissie is ook van plan de mogelijkheid tot het instellen van potvisquota te bestuderen, alsmede die van beschermde gebieden en vangst limieten voor deze walvissoort. De resultaten van onderzoekin gen daartoe, zullen dit jaar wor den besproken tijdens een confe rentie in Londen. Veelzeggend intussen is het feit dat Noorwegen voor dit sei zoen geen vangexpedities naar het Zuidpoolgebied heeft gezon den, omdat die niet meer lonend waren. Een commissie van de Interna tionale Unie voor het Behoud van de Natuur en de Natuurlijke Hulpbronnen (IUCN) heeft zich eind vorig jaar uitgesproken over een beleid voor het behoud van de walvissen. Volgens haar zijn o.a. een wetenschappelijk onder zoek naar de voortplanting en een economische exploitatie noodzakelijk. De op grond van deze onder zoekingen vast te stellen quota voor de vangst moeten zowel voor de drijvende stations als voor de kuststations gelden. Die hoeveelheden mogen uiteraard de natuurlijke aanwas van de verschillende soorten niet overschrijden. De volledige bescherming van de blauwe vinvis, gewone vinvis en buitrug in de noordelijke Stil le Oceaan moet gehandhaafd worden totdat door wetenschap pelijk onderzoek is vastgesteld dat exploitatie op rationele basis kan worden hervat. Onder stren ge internationale controle zouden deze soorten alleen voor het on derzoek mogen worden gevan gen. Alle vangsten zouden moe ten worden onderworpen aan een systeem van controle door waar nemers op de vangstschepen. BRAM OOSTERWIJK In de beruchte Ame rikaanse Sing-Sing-gc- vangenis is de Engelse schilderyenvervalser David Stein hard aan het werk voo.r zijn volgende expositie, die dit najaar in New York wordt gehouden. De Chagalls, de Mi- ro's, de Braques, Pi casso's en Matisses stapelen zich op. Net als vroeger. Alleen is er een verschil: Stein sig neert ze nu met zijn eigen naam. Dat is ook het geval met zijn werken, die nu bij een Londense kunsthandelaar wor den verkocht voor prijzen van 125 tot 500 dollar. Eenentwintig doeken zijn al weg voor tesamen 4800 dol lar. De overige negen tien moeten het be drag opdrijven tot 12.000 dollar. „Bah", zei Stein toen hij deze bedragen hoorde noemen, „vroe ger was ik gewend er veel meer voor te krij gen. Maar dat was toen men zijn ver valsingen nog niet had ontdekt. Hij stelde de ze ten toon in een kunstgalerie op Park Avenue in New York en in een filiaal te Palm Beach naast ech te werken van heken- de meesters. Hij sig neerde ze uiteraard met de namen van de meesters zelf. Aan deze falsifica ties kwam een eind toen Marc Chagall in New York enkele schilderijen, met zijn signatuur ontdekte hoewel hij ze bepaald niet zelf had geschil derd. De politie wist de 81-jarige meester nog maar net te belet ten, deze bewijsstuk ken te verscheuren. Toen de sneeuwbal een goed eindje had gerold, werd Stein vervolgd wegens het maken van 97 ver valsingen en tevens wegens oplichterij. Ook nu weer was hij slim: hij bekende en verklaarde zich bereid om met het parket sa men te werken en al les te vertellen wat hij over de internationale markt in vervaslte schilderijen wist. Hij kwam er van af met acht maanden, die hij nu, ijverig schilderend, uitzit. De miljonair maakte voor hij de cel in ging voor de Londense Sunday Telegraph in vier uur een valse Chagall. „Ach", zei hij zuchtend, „in de goede oude tijd zou dat voor een dag werk 13.000 a 15.000 dollar hebben opgebracht." Hij beweerde dat sommige van zijn ver valsingen nog niet zijn ontdekt en zich in be langrijke particuliere verzamelingen bevin den en zei droef zijn hoofd schuddend: „Had ik me maar aan de dode meesters ge houden. Maar de mo dernen zyn niet zo moeilijk te vervalsen. Het is geen vakwerk. Het haalt het niet bij het vervalsen van een oude meester, wat een jaar ploeteren kan be tekenen." Eén vervalsing Is echter wel ontdekt: Hepburn, de eigenaar van de Londense gale rie. waar Steins mo menteel hangt, ver wacht het bezoek van de eigenaar van een andere Londense gale rie, die een paar jaar geleden een „Chagall" van Stein kocht voor 3000 dollar. Om deze reden zal Stein. wan neer hij onmiddellijk na zijn vrijlating een nieuwe expositie in New York zal openen wel besluiten niet meer naar Londen te rug te gaan. Drie werken van de meester-vervalser kwamen te laat voor de tentoonstelling in Londen aan. Op de achterkant had Stein een certificaat geplakt met de vermelding dat hij zelf het doek heeft gemaakt. Hepburn merkte op: „Ik denk dat hij bang is dat ie mand hem gaat ver valsen." Die eerste kerkgang is me altijd bijgebleven. Niet van wege de preek waarvan ik niks snapte. Niet vanwege het zingen; dat had ik al zo vaak door de radio gehoord. Neen vanwege de collecte, in die jaren nog volgens hengélprocedure uitgevoerd. M'n vader had me tijdig het eerste „offer" (ik blijf dat maar een misse aanduiding vinden in het dreumesknuistje geduwd. Het was, geloof ik, een kwartje. Mijn beheer ving aan, toen de hengelaar, handgeschoeid in aaklig zwart, nog twee banken van de onze verwijderd was. Dat deed m'n vader zo xAt ervaring (ik was de jongste). Hij had een hekel aan geld-ex- hibitionisme. Ach, u kent dat wel: Sjoerdje speelt eerst met ..zijn centje" in de handpalm. Het onvermijde lijke hüj laat het vallen. Stommelt over de kerkvloer tussen heren- en dames-, pardon broeders- en zusterbenen door. Duikt met triomfantelijk ge zicht en vieze handen weer op om, als een duiveltje uit een doosje, een deel van het kerk volk, dat overwegend glimlacht, af te leiden. Pa, aan wie hlij in de gauwig heid ontsnapte, trekt hem ruk- kerig in het gareel en offreert, meer pragmatisch dan pedago gisch, een pepermunt. Sjoerd zit nu even stil, maar kan zijn aard niet bij de voortduur ver loochenen. Hij gaat etaleren. Centje op de bank, tussen de kerkboekjes. Rolt het behoedzaam heen. te rug, heen, terug. Duwtje van links. Pauze. Het offer ligt nu onaangeroerd te blinken. Gelukkig de vader, die de kleine man een ordentelijke gifl in handen speelde. Wee de ou der, die het met een „mAezerd- je" wilde afdoen. Hij staat nu via zijn nageslacht publiekelijk te schand. Maar goed, daar ging het toch eigenlijk niet over. Want clit al les overkwam mij, dank zij va derlijke ervaring en visie, niet. Wel iets anders, unieker van aard. Vandaar, dat de eerste kerkgang me nog zo in het ge heugen staat gegrift, als viel hij op vorige zondag. Na ettelijke tientallen jaren zie ik het nog voor me: een nietig bedeesd jongetje, z'n mooie blauwe fluwelen pakkie met zijen kraag aan, onwennig pn verdrinkend tussen volwas senen in een hoge Haagse kerk bank. En toen die blunder. Het zakje met de grote A (waarom is dat, pap?) danste nader. Scheerde routineus maar rakelings over de pothoed van mevrouw Jochems (uit onze straat) en belandde in de eigen rij. Met het liturgische attribuut eenmaal voor me vergat ik m'n kwartje helemaal, liet een mol lig kleuterhandje in het ge heimzinnige ding verdwijnen en produceerde een bescheiden BIJLAGE VAN HET KWARTET De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad kwantum koper- en zilvergeld. Dit alles onder de uitroepDat heb IK! Verholen opwinding. De dia ken, wiens vele knikjes tegen diverse kerkgangers ik voor aanmoedigingen in de zin van: „Toe maar, neem ook wat", had versleten, was bijna gecho queerd, in elk geval geblok keerd, stond paf. Gegniffel uit de buurt ont ging me. 'k Schrok van mijn ineens heel boze vader, die mijn gevulde hand in paniek weer boven het nog altijd voor mijn aangezicht zwevende (in mijn ogen nu) zwarte monster bracht, mijn volledig slap ge worden ledemaatje er fel in heen en weer beivoog, zodat de klinkende munt weer als een spade regen in donkere diepten neerdaalde. De corpulente inzamelaar, zo constant in de plooi, werd toen ineens mens: zijn buik schudde ervan. Het handjevol kerk gangers van wie ik toevallig het middelpunt vormde, gonsde opgewekt, zodat andere kerk gangers er weer door omkeken. Enfin, stichtelijk was anders. Mijn vader had het erg moei lijk. Hij transpireerde, terwijl de kerktemperatuur toch heel aangenaam was. Thuis onder de koffie, kwam bij hem pas be grip. Later, tot de jaren des on derscheids gekomen, mediteerde ik over deze prille jeugdsensa- tie in onze kerk nog wel eens na. Ongeveer zo: Was ik er in mijn argeloosheid dan zo vèr naast, was het zo verschrikke lijk onlogisch? Ik had gewoon hoge verwachtingen van de kerk, waarin deze zeer directe vorm van christelijke handrei king (daarover leerde ik later op catechisatie) zo maar ineens, aan kerkgangers in de dienst, wonderwel paste. Zakelijk gezien voor het instituut waarschijnlijk moei lijk vol te houden. Maar onge twijfeld een opzienbarend mid del ter stimulering van het te genwoordig zo druk besproken verminderende kerkbezoek. TON VAN DER HAMMEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 13