INDIANEN VANDAAG
Zilveren Mil va
marcheert met
de tijd mee
Rijk cultuurverleden
leeft voort in shows
Maar de echte „roodhuid" bestaat ook nog
ONCER DE ROOS DER ZWIJGZAAMHEID
Leger telf 500 vrouwen
ZATERDAG 19 AP Rit 1949
De Indiaan van weleer is er voor de toerist nog
steeds: gevederde hoofdtooi, tomahawk in de vuist, krijgs
lustige blik. Hij leeft in reservaten en niet meer zoals
zijn voorouders op de vrije prairie. Tegen betaling mug
men naar hem kijken
De Indiaan van vandaag is ook in Amerika. Hij leeft
in alle vijftig staten en is opgegaan in de samenleving
van de twintigste eeuw. Hij valt niet meer op.
De echte Indiaan is een van de weinige restanten die de
nieuwe wereld uit het verleden heeft weten te behouden.
Hij is een trekpleister voor en een handelsmerk van de
toeristen-industrie geworden.
In de Verenigde Staten leven
nog altijd driehonderd verschil
lende stammen, verdeeld over
ruim 250 reservaten. Die
stammen zijn weer onderver
deeld in groepen, die sterk van
elkaar kunnen verschillen. Het
zijn allemaal Indianen, maar in
;ultureel en taalkundig opzicht
oestaan er verschillen zo groot
als tussen bij wijze van spre
ken Grieken en Chinezen.
De belangrijkste reservaten
liggen ten westen van de-rivier
de Mississippi, vooral in de sta
ten Noord en Zuid Dakota,
Oklahoma, Arizona en Nieuw
Mexico. Dè twee laatste zijn
iet rijkst aan Indiaanse cul-
luur, kunst, ceremoniën en
oloeiende pueblos (dorpen). Er
wonen daar 163.000 Indianen in
Prachtige exotische costuums
sieren deze dansende Azteken-
Indianen van Mexico. Zij treden op
tijdens een ceremonie in Gallup,
waar elk jaar in augustus vertegen
woordigers van alle Indianenstam
men de grootste en beroemdste
show verzorgen.
DOOR
Link van Bruggen
Onder het embleem van de dubbele roos, de zogenaamde Tudorroos, marcheren 500 vrouwen
in het Nederlandse leger mee. Met het symbool der zwijgzaamheid op schouderflappen en ba
ret zijn ze in een veelheid van functies werkzaam zoals verpleegster, secretaresse, voedings
deskundige, telexiste, administratieve kracht, juriste en maatschappelijk werkster. Toen ge
neraal Eisenhower opperbevelhebber van de NAVO was, erkende hij het belang van een le-
ger-vrouwerrè orps met de volgende woorden: „Het gebrek aan mankracht kan worden opge
vangen door verschillende taken door vrouwen te laten vervullen". Van de vijftien NAVO-landen
hebben er thans tien een, leger-vrouwenkorps. De Nederlandse Milva, de Militaire Vrouwenafde
ling van de Koninklijke Landmacht, geldt als de oudste in jaren. Er dienen thans dochters van
moeders, die vrijwilligsters van het eerste uur waren.
Dat eerste uur ligt op 25
april een kwart eeuw ach
ter ons. Het zilveren jubi
leum van hun korps was
voor de Milva's aanleiding
voor de laatste week van
deze maand de nodige fes
tiviteiten te organiseren.
Behalve een receptie in het
hoofdkwartier van de Ko
ninklijke Landmacht de
Prinses Julianakazerne aan
de Thérèse Schwartzstraat
in Den Haag staat o.a.
een reünie op het program
ma, waarvoor zich reeds
een kleine duizend perso
nen hebben aangemeld.
Het jubileumgeschenk als
we dit tenminste zo mogen noe
men mag er ook zijn. Begin
mei zal de Milva naar de
Haagse Alexanderkazerne ver
huizen, waar een modern on
derkomen is gecreëerd. Het
sterk verouderde Prinses Julia-
nakamp te Kijkduin, waar de
legervrijwilligsters sinds 1947
zijn ondergebracht, en waar
ook de Luchtmacht Vrouwen
afdeling, de Luva, is gehuisvest,
zal dan voorgoed geschiedenis
worden.
„Grondlegster van ons
korps", aldus kapitein mevrouw
L. M. M. van Beckum, de huidi
ge personeels- en inlichtingen
officier van de Milva, „is me
vrouw C. E. Smit-Dyserinck uit
Veere. In 1944 riep zij in Enge
land vrijwilligsters op voor toe
treding tot het VHK het
Vrijwillige Vrouwen Hulp
Korps waèrvan ze de eerste
Pe make-up 't hoort er tegenwoordig allemaal bij.
commandante was. De opleiding
geschiedde in Wolverhampton.
Onder degenen, die zich meld
den, bevonden zich ook vrou
wen van Nederlandse origine,
die in Amerika, Zuid-Afrika en
zelfs Australië woonden".
De vrijwilligsters, die in
slecht zittende mannenunifor-
men werden gestoken, kregen
een training, die op het lenigen
van nood van de burgerbevol
king was gericht. Het waren de
„gaarkeukenmeisjes" en de
chauffeuses, die achter de geal
lieerde troepen via België Ne
derland binnentrokken. In de
dagen van de bevrijding wer
den ze in één adem genoemd
met de Nederlandse militaire
erpleegsters, die zich al in 1942
n een korps hadden verenigd.
Een crisis bleef niet* uit. Toen
de bevrijdingsroes was weg
geëbd, toen de sociale taak van
het VHK zijn grondslag was
ontnomen, gingen er stemmen
op de vrouwelijke militaire
vrijwilligsters voorgoed met
groot verlof te sturen. Generaal
mr. H. J. Kruis sprong echter
voor het korps in de bres. Er
volgde een omscholing in de
richting van administratieve
functies. En wat de geünifor
meerde verpleegsters betreft:
zij gingen naar de militaire
hospitalen.
Het geheel van vrouwelijke
egervrijwilligsters ging pas in
952 onder de naam Milva ope
reren. Administratief personeel
en verpleegsters waren toen al
in Attaka bij Suez gestatio
neerd geweest om repatrianten
uit het voormalig Nederlands
Oost-Indië op te vangen, in In
donesië zelf, in Londen, Korea,
Tokio en Frankrijk.
West-Duitsland en voormalig
Nederlands Nieuw-Guinea kwa
men in latere jaren aan de or
de.
„Er zijn thans twee takken
van dienst", vertelt kapitein
Van Beckum. „In de algemene
dienst, die tweehonderd leden
telt, vindt men een heel scala
van specialistische functies. In
de geneeskundige dienst zijn
uiteraard de verpleegsters on
dergebracht, bij elkaar zo'n
driehonderd."
Niet iedereen, die zich aan
meldt, wordt geschikt geacht
-#• Milva's in de slechts bij oefeningen gebruikte veldbroek tijdens het
opzetten van een tent.
tot de Milva toe te treden.
Vrouwen in uniform leven als
het ware in een glazen huis;
het bij de krijgsmacht behoren
en het vallen onder de
krijgstucht scheppen op zichzelf
reeds de nodige verplichtingen.
De selectie is dan ook streng.
Het bezit van een mulo-diplo
ma, dat van een voldoend
beschavingspeil en dat van een
zekere mate van zelfstandigheid
zijn de geringste voorwaarden,
waaraan een adspirant-Milva
moet voldoen.
Een meisje, dat zich aanmeldt
dat kan reeds bij achttien
jaar verschijnt voor een
commissie, die is samengesteld
uit vertegenwoordigsters van
een groot aantal vrouwenorga
nisaties. In een lang gesprek
wordt ze uitvoerig getest en ge
hoord. Ook wordt een bezoek
gebracht aan haar ouderlijk
huis om het milieu te peilen en
de bereidheid van vader en
moeder hun dochter aan de
krijgsmacht af te staan.
Een Milva heeft dezelfde
rechten en plichten als de Ne
derlandse beroepsmilitair. Dat
betekent een vijfdaagse werk
week, pensionering op 55-jarige
leeftijd en een goed aanvangssa
laris. Een soldaat begint al met
600 gulden'per maand.
Dat de leden van het vrouwe
lijk hulpkorps les in
pistoolschieten krijgen, moet
niet in de militante sfeer wor
den gezien. In tijden van nood
dienen ze in staat te zijn zich
zelf te verdedigen. Slechts in
uitzonderingsgevallen, doch
38 reservaten, die gezamenlijk
een gebied beslaan zo groot als
de Benelux en Denemarken sa
men.
De reservaten zijn privé be
zit, beschermd door wetten of
overeenkomsten. De Indianen
zelf zijn eigenaar. Sinds 1924
zijn ze officieel Amerikaans
staatsburger; in 1948 kregen ze
stemrecht.
Arizona is de staat met de
meeste Indianen: 95.000, ver
deeld over 14 stammen en le
vend in negentien reservaten
van ruim acht miljoen hectare
(een kwart van de totale opper
vlakte van de staat). In Arizona
Dijv. ligt een deel van het zes
miljoen hectare metende land
van de Navajo's, de grootste
stam. De rest ligt in Nieuw
Mexico, Utah en Colorado.
Het kleinste reservaat in aan
tal inwoners behoort aan de
vroegere nomadenstam van de
Yavapai in Arizona: 56 mensen
op 660 hectare.
In Arizona leven ook de Apa
chen, vroeger de meest oorlogs
zuchtige Indianen. Maar van
vechtjassen uit de boeken van
Karl May zijn het hardwer
kende cowboys geworden. An
dere stammen die in deze staat
wonen zijn: de Chemehuevi, Co-
copah, Havasupai, Hopi, Hua-
'apai, Maricopa. Paiute, Pa-
pago, Pima en Yuma. De mees
ten van hen hebben veel van de
westerse gewoonten overgeno
men, slechts een deel biedt nóg
weerstand en houdt de oude
kunst en cultuur in ere. Het
meest oorspronkelijk zijn de Ha
vasupai, vooral dankzij de geïso
leerde positie van hun reser
vaat in een moeilijk bereikbaar
deel van het nationale park
Grand Canyon.
Ook Nieuw Mexico en Okla-
Twee jonge Pueblo-Indianen voeren een traditionele stamdans uit, zoals dat door de Hopi Mesas van Noord-
Arizona al honderden jaren wordt gedaan. De Hopi is conservatief en extreem religieus; een stam die daardoor
veel van zijn oude leefwijze heeft bewaard.
horna tellen nog veel Indianen.
In Oklahoma probeerde men
omstreeks 1800 een Indiaanse
staat te vestigen, maar dat is
nooit gelukt. Tegenwoordig is
Oklahoma (letterlijke betekenis
„rood volk") een smeltpot van
60 verschillende stammen. Ei
zijn geen reservaten, omdat een
wet in 1887 de Indianen toe
stond hun deel van het reser
vaat waar ze woonden te verko
pen. Van de twaalf miljoen hec
tare bleef slechts 0,6 miljoen in
stambezit. De streken waar de
individuele Indianen nu gecon
centreerd zijn, worden „indian
areas" genoemd.
In Nieuw Mexico liggen ne
gentien Indiaanse pueblos,
verspreid langs de rivier Rio
Grande. Sommige zijn bekend
om kunstzinnige zilverbewer
king, andere om artistiek pot-
tenbakkerswerk en andere uit
vroeger tijden stammende
kunstuitingen. In vrijwel alles
zijn sporen van een bewogen
historie terug te vinden.
Hoewel de Indiaanse reserva-
*en en derpen bijna het hele
jaar door geopend zijn, krijgen
ze het meestè bezoek toch tij-
dens feesten ol ceremoniën.
Meestal bedraagt de toegangs
prijs één dollar en in sommige
gevallen moet ook voor het ne
men van foto's nog iets worden
betaald. Bij bepaalde rituelen is
fotograferen verboden.
De plechtigheden worden
meestal opgeluisterd door dan
sen, vaak in de vorm van krijgs
dansen. Maar ze zijn ook wel
een uiting van religie, gebed of
dramatische toneelkunst. Uitge
heeld worden dikwijls hemel en
aarde, vogels, roofdieren, don
der, bliksem, regen en sneeuw.
nooit in vredestijd, zal men een
rnilva een wapen zien dragen.
De helft van de geünifor
meerde vrijwilligsters verlaat
voortijdig de dienst wegens het
aangaan van een huwelijk (niet
overwegend met militairen).
Ongeveer 150 van hen bezitten
de rang van officier. Een groot
deel men kan wel zeggen
iedereen, die het tot sergeant
heeft gebracht rijdt in een
eigen autootje rond en woont in
een burgerkosthuis of in een
flatje.
Minderjarigen komen voorlo
pig in een gemeenschappelijk
centrum terecht. Ze hebben
zich uiteraard aan de nodige
disciplinaire voorschriften te
onderwerpen (op tijd opstaan,
eten, binnen zijn en naar bed,
appèl, hygiënische verzorging
etc.), maar in hun eigen kamer
kunnen ze toch een zeer
persoonlijke sfeer scheppen.
Dat de Milva met haar tijd is
meegemarcheerd, bewijzen de
sinds 1950 sterk gedemocra
tiseerde „huishoudelijke regle
menten". De vrouwelijke vrij
willigster behoeft thans niet
langer haar eigen eet- en drink
gerei mee te nemen. Ze hoeft
ook geen dubbeltje meer te be
talen, als ze haar dienstfiets
even privé gebruikt.
Verdwenen zijn ook de stren
ge kledingvoorschriften en ma-
ke-up-bepalingen. De kraag van
de eerbiedwaardige overjas
mag tegenwoordig wel worden
opgezet (vroeger alleen bij
noodweer, waar slechts de ser
geant-majoor de juiste definitie
van kende), terwijl de dikke,
katoenen kousen (wee de Milva,
die deze binnenste buiten
droeg!) voor glanzende nylons
hebben plaats gemaakt.
Charmant gezette krullen, ge
bleekt haar en een vleugje par
fum zijn toegestaan. De Milva
anno 1969 krijgt zelfs make-up-
en bewegingsleerlessen.
„Wat beweegt een meisje het
uniform van de krijgsmacht
aan te trekken? Flinkdoenerij
misschien? Teleurstellingen in
de burgermaatschappij zoals
een mislukte romance?"
„Geen van beide", zegt kapi
tein Van Beckum. „Men wil
soms iets anders. Men wil vaak
in een gezonde omgeving op ei
gen benen staan. We trekken
dan ook veel sportieve en door
tastende jonge vrouwen aan".
„Waarom bent uzelf tot de
Milva toegetreden?"
„De opstand in Hongarije had
er zeker iets mee te maken.
Toen ik bijna veertien jaar ge
leden als soldaat begon, hadik
het gevoel me voor het alge
meen belang te hebben ingezet.
Daarnaast trokken de gunstige
werkvoorwaarden me aan. Ik
heb het einddiploma gymnasi
um B. Ik werkte bij een verze
keringsmaatschappij, waar ik
als beginnelinge weinig moge
lijkheden had me in een
zelfstandige functie te ontplooi
en. De Milva bood mij die wel.
Ik had nog maar net het uni
form aan, of ik kreeg al een
zelfstandige baan".
„Hoe reageren mannelijke
militairen als ze met vrouwe
lijke militairen moeten samen
werken?"
„Ach, ze zijn er ondertussen
wel aan gewend geraakt. In 't
algemeen kan men zeggen dat
er eerst enigszins vreemd tegen
aan gekeken wordt. Meestal
merkt men echter al gauw dat
op bijvoorbeeld een militair bu
reau de aanwezigheid van een
vrouw sfeerverbeterend werkt.
Men gaat een andere taai spre
ken. Dat bloemetje in dat
vaasje, die kleine vrouwelijke
„touch" in een mannen
maatschappij, zijn op zichzelf
voorwaarden voor plezierige
menselijke en ook beroepsver
houdingen".
Voor een Milva is geen wagen te groot