Pretentieuze mislukking
De verbeelding
aan de macht
Veel boeken halen
de drukker niet
OVER NIEUWE FRANSE REVOLUTIE
MOET U
OOK ZO
NODIG?
O
„THRILLER" IN
AMSTERDAM
Met kinderbijbel f
omgaan als
gewoon boek
ZATERDAG 1 MAART 196*
De Commissie voor de collectieve propaganda van het Neder
landse boek, uitgaande van de Vereniging ter bevordering van
de belangen des boekhandels, heeft dit jaar een misgreep ge
daan. Het is een roman van de bekende Vlaamse schrijver Hubert
Lampo, getiteld De goden moeten hun getal hebben.
Boekenweek
1 tot en met 8 maart
fwee boeken over de Parijse
meidagen 1968: De verbeelding
aan de maeht in een revolutio
naire industriestaat (met een
eigen ideologie van de schrij
ver: „Wetenschappen aller lan
den. verenigt u" en De Nieuwe
Franse Revolutie.
Bob Groen van de Volkskrant
begint met „Proletariërs aller
landen..." en hij kiest Parijs mei
juni 1968 als gegeven en achter
grond. De revolutie zal niet voor
bijgaan en dat zou uitgeko
men zijn ware het niet dat Char
les de Gaulle geen tweede Ni-
colaas de Tweede is. Bob heeft
het allemaal zelf meegemaakt
en beschouwt de laatste Franse
revolutie niet als typisch Frans,
niet als een op zich zelf staande
gebeurtenis.
De voorgeschiedenis, de ge
beurtenissen zelf en zijn eigen
inzichten worden in vlotte stijl
verteld, in tegenstelling tot het
tweede deel van het boek, dat
VN-redakteur Leopold de Buch
voor zijn rekening nam.
Hij bewerkte een aantal arti
kelen over het geestelijke kli
maat in het gaullistische
Frankrijk. De wirwar van ideolo
gieën wordt door hem gewo
gen en vaak te licht bevonden
en zo ontstaat een blauwdruk
voor zijn eigen ideologie over
Je wetenschap.
De Nieuwe Franse Revolutie
van Patrick Seale en Maureen
McConcille (The Observer) is
duidelijker en prettiger lees
baar. Beide journalisten ontken
nen niet -dat de meidagen een
grote invloed hebben uitgeoe
fend op' de Franse samenleving.
Immers: de barricade sluit de
straat af maar opent een weg.
Waarheen? Naar een internatio
nale hervormingstendens?
Heel goed mogelijk, zeggen de
schrijvers, maar verlies uw
nee ft om je Citroën weer op te
lappen. Een uitstekend boek.
(De verbeelding aan de
macht. Bruna Utrecht, 253 blz.,
ƒ11. De Nieuwe Franse Revolu
tie, Sijthoff, Leiden, 230 blz.,
8,25.)
PIETER-JAN DEKKERS
Concertpianist Kasper Bentheim
treft zijn geliefde in een badkamer
met een vreemde man aan, wurgt
haar bijna, verliest zijn verstand,
wordt verpleegd in het vermaarde
Belgische Geel, vertrekt vandaar
om als een moderne Orpheus
niet met een lier, maar met een
mondharmonica gewapend zijn
Euridike op te zoeken en weg te
halen uit de onderwereld van haar
mondaine bestaan.
Hij zakt te voet af naar Antwer
pen. komt terecht in een gebied
van havenuitbreiding, vindt onder
dak in een lekke kolenschuit, ver
broedert zich met een caféhou
dersgezin en met stakende arbei
ders. vindt een andere vroegere
geliefde terug als bibliothecaresse,
maakt kennis met een kleine
reeks van goedhartige vage figu
ren. die men onmiddellijk weer
vergeet, bedaart met zijn mondor-
geltje (waarop hij, met één mond
en één tong fuga's!! weet te spe
len) ontstelde gemoederen en on
rustige dieren, waaronder een gro
te verwaarloosde hond die ergens
in het boek weer spoorloos ver
dwijnt, rekent af- met de bibliothe
caresse die hem is nagelopen en
vindt ten slotte de woning terug
van zijn Euridike, die hem met een
handigheidje wegstuurt.
Op straat sluit Kasper zich aan
bij een arbeidersdemonstratie, om
die weer te verlaten op het punt
dat de politie zal gaan schieten.
Hij wijkt zijwaarts uit, aldus de
bevelen trotserend en vindt door
een mitrailleursalvo de dood, uiter
aard met zijn mondharmonika In
de hand. Want wat is Orpheus
zonder zijn lier? (Zadkine maakte
er één wezen van.)
Uit enkele goede tot uitstekende
passages in het boek blijkt, wat
Lampo voor ogen heeft gestaan.
..Het kon hem meestal niet schelen
zich op volstrekt onberekenbare
momenten als de speelbal van
absurde krachten te voelen" (43).
Wie hij ook ontmoette, het kon
steeds een boodschapper zijn"
(50). ..Bovendien verbaasde het
hem niet. dat hij de ontzaglijke
ruimte van het nu verlaten museum
fysiek scheen waar te nemen, zelfs
door de muren en vloeren heen"
(57).
„Hartstochten en driften, die
sinds mensenheugenis een onbe
kend bestaan hadden geleid, wer
den niet langer door zekeringen en
isolatievlakken in bedwang gehou
den" (70). „Wij zijn niet de enigen.
Ik geloof dat er velen zijn als wij,
doch er als getekenden over zwij
gen, hoe zij de roep hebben ge
hoord" (104).' „De ellende is be
gonnen, toen je ging dwepen met
de absoluutheid" (144).
De lezer die iets van literatuur
en literatuurgeschiedenis afweet,
herkent aan deze citaten een rich
ting In de letterkunde, die een
goede dertig jaar geleden een aan
vaarde richting was. die bij de tijd
van toen paste, namelijk de rich
ting van de neo-romantiek. die
zich gemakkelijk verbond met sur
realistische trekken en met diep-
te-psychologie.
Tegenover de opdringende in
dustrialisatie en technologie was
Dr. G. Rijnsdorp
over het
GESCHENK
geen complete vlucht in een ge
droomde wereld meer mogelijk.
Kon de werkelijkheid niet meer
worden ontweken, dan moest de
dichterlijk aangelegde mens erin
leven als niet-levende. Hij kon zich
overeind houden aan zijn droom,
en met behulp van zijn scheppen
de kunstvaardigheid de werkelijk
heid tot op zekere hoogte en tijde
lijk onder zijn ban brengen. Het
was ook de tijd van de geroman
tiseerde levensbeschrijvingen van
componisten, echte of gefingeerde.
In de poëzie was het muzikale ele
ment heel belangrijk, zo niet over
wegend van betekenis. Muziek is
immers de meest geestelijke
kunst!
Men kan zeggen dat de schrij
vers en dichters een metafysisch
element wilden vasthouden, en dat
hun werk begrip en waardering
vond omdat ook een groot deel
van het lezerspubliek dit wilde.
Maar al m de jaren dertig werd
deze instelling tot leven en kunst
BEELD VAN WERELDHISTORIE BOEIT
hoofd niet zo snel aan gebeurte
nissen. Want een contra
revolutie behoort geenszins tot
de onmogelijkheden. De massa
le betoging bij de Are de
Triomph was daar een klein
voorbeeld van. Want een Frans
man blijft Frans, evenals een
Duitser wel z'n haren maar
nooit zijn streken verliest. Twee
Wereldoorlogen waren nodig
om dat te bewijzen.
De strijd tussen rechts en
links, die pas na de bevrijding
in '44 aan de oppervlakte van
Je Franse samenleving kwam,
beheerst nu die maatschappij en
Jan dringt zich voor iedere
Fransman de vraag op: Rechts,
dat is de Gaulle, dat is La Re-
publique, dat is Vive La France:
of Links, dat is de CTG, Nan-
terre, de Sorbonne en Citroën.
Of die keuze juist is of eer
lijk. doet weinig ter zake. Hij
wordt gesteld en de rustige, wei
nig opwindend levende bourgeoi
sie zal dan meestal kiezen voor
rechts. Vooral als je auto tij
dens de meidagen in het Quar-
tier Latin stond en je garage
nog steeds geen onderdelen
Dank zij een omvangrijke
internationale samenwerking
kan in tal van landen de
„Nieuwe Geïllustreerde FT e-
rel d geschieden is" verschijnen
In ons land zijn het de Cen
trale Uitgeverij Amsterdam
en de Zuid-Nederlandse Uit
geverij Antwerpen die dit als
een spannende roman geschre
ven standaardwerk in acht
grote delen (18,5 x 26 cm)
op de markt brengen.
Bij het doornemen van de
zo pas uitgekomen banden I
en II zijn tcij allereerst ge
boeid door de tallrijke illus
traties in veelkleur endruk.
Kundige reconstructie, voor
treffelijke ondersteuning van
de tpkst en gericht op de
visuele instelling van de mo
derne mens.
Tijdens het lezen treft tel
kens weer de vlotlen in
structieve verteltrant van de
schrijvers. Zij schijnen een
speciale formule te bezitten
om een gigantische hoeveel
heid geschiedkundige facetten
te groeperen tot een heldere
vanzelfsprekendheid. Zo kan
een ieder vrijwel moeiteloos
in de historie doordringen.
De stuwing van het verhaal
wordt niet onderbroken door
voetnoten, meningen, conclu
sies of complexe verwijzingen
naar andere auteurs. Alles nat
in de gehanteerde formule
nodig is voor de belichting
van de ..Vaart der volkeren"
is in deze geschiedschrijving
opgenomen als logisch en
verlevendigend onderdeel van
de story.
Initiatiefnemers van dit in
ternationale teamwerk zijn de
uitgevers I. Shapiro en J. Bar-
lett. Hun adviseur is A. Fried.
verbonden aan de afdeling
geschiedenis van liet Queens
College in New York
Deel 1 omvat twee tijdvak
ken, aangeduid aks ,,De oud
ste beschavingenschrijver
J. Bowman) en „Het Oude.
Griekenland" (schrijver L.
Steffensen, vertaler van beide
episodendrs. Th. J. Kleve).
Het tweede boek opent met
..liet Oude Rome(auteur
L Steffensen, vert. A. Hu-
bert-de Niet). Willis Lind-
quist beschreef „Christendom
en Byzantium fverfJ. 4.
Meijer en A. C. Meijer-Dii-
ringshoff
Bij de kwaliteiten van de
uitgave moeten wij ook nog
noemen het vermogen tot
verantwoord populariseren en
een grote mate van objectivi
teit. Deze Wereldgeschiedenis
leent zich derhalve uitstekend
als onwaarachtig ervaren, getuige
b.v de kritiek van E. du Perron op
lakob Wassermann.
In de schilderkunst en later ook
in de literatuur sprak men van
„magisch realisme". Zoals wij nu
weten, was dit een tijdelijke modus
vivendi. Vandaag is de situatie
heel anders. We zien nu het gewil
de. krampachtige en onechte van
die richting, het breedsprakige
ook. het woordgebruik dat op
roesverwekking uit was.
Lampo's boek Is. literair gespro
ken, een anachronisme. Niet omdat
hij een metafysische of mythische
achtergrond wil suggereren. Dat is
zijn goed recht en ik geloof zelfs
dat het vandaag nodig is. Maar
dan moet het niet gebeuren met de
versleten middelen van een verou
derde kunstrichting.
Het ergste is evenwel dat hij
zich aan zijn onderwerp heeft ver
tild. Hij kon het niet aan. Van de
eerste bladzijde af heb ik in
Kasper niet geloofd en door hem
heengekeken als door een literaire
constructie. Dat het magisch rea
lisme in de auteur lééft, blijkt uit
de schaarse goede passages,
maar daar spreekt dan Lampo en
niet Kasper.
Het boek zal een gemakkelijke
prooi zijn voor jonge critici, die
ermee kunnen dollen als een jonge
hond met een pantoffel. De boe
ken van Lampo zullen er niet min
der om verkocht worden. Er is
blijkbaar nog een lezerspubliek dat
zich, dit boek in de hand, kan
verbeelden met literatuur bezig te
zijn. Misschien heeft de (mij onbe
kende) commissie, die de Commis
sie heeft geadviseerd, dit overwo
gen. Maar men kan het niet hel
pen. een gegeven paardekop in de
bek te kijken.
Deze vermenging van tien pro
cent echtheid met negentig pro
cent onechtheid vervult mij met
weerzin. De menslievende toon
van het geheel is niet in staat die
weerzin te overwinnen, evenmin
als de uitstekende beschrijvende
trekjes die men overal in het boek
aantreft, hoewel ook die tot een
verouderde manier van schrijven
behoren.
V
Het is een altijd weer zeer imponerend gezicht: de etalage uitgever, „dat een kinderboek'
van een boekhandel. 7oveel namen, zoveel titels zoveel onder- etoSTstelt."
werpen, het lijkt een onmogelijkheid dat allemaal bij te houden. Degenen die daar nou net
De etalage van een tweedehandsboekenwinkel is overigens nog niet aan hadden gedacht en
verbijsterender. Wie zich in de daar voorhanden zee van titels vrolijk een verhaaltje maakten
stort, blijk, terecht ,e komen in een oceaan, waarin men rap en ïen
dreigt te verdrinken. En wie ooit het idee had zelf ook nog eens ook die tcrijgen in verreweg de
een boek te schrijven, die moet hier zeer ontmoedigd vandaan meeste gevallen hun werk te-
komen.
Toch zijn er in Nederland nog
zeer vele lieden, die zich ge
drongen voelen nieuwe
(meester-) werken toe te voegen
aan de enorme hoeveelheid. El
ke dag komen er bij de uitge
vers in ons land wel enkele ma
nuscripten binnen. Elke week
worden het er vele tientallen,
elk jaar vele honderden.
Maar zo èrgens, dan geldt wel
hier. dat velen zich geroepen
voelen, maar dat slechts weini
gen zijn uitverkoren. Slechts
weinigen van de velen die ma
nuscripten inzenden, krijgen
hun noeste huisvlijt gedrukt en
zien hun werk na enige tijd in
de boekwinkel liggen. Elk jaar
worden er aldus vele honderden
boeken niet uitgegeven.
In vele duizenden kasten,
laatjes, dozen en mappen in Ne
derlandse kamers moeten even-
zovele manuscripten liggen.
Manuscripten waarop vele vrije
avonden lang is geschreven, ge
zwoegd wellicht Manuscripten,
die geen genade vonden in de
ogen van uitgevers. Uitgevers
in meervoud. Want niet iedere
schrijver geeft na het eerste het
beste vriendelijke briefje, dat
begint met „Tot onze spijt....",
de hoop op. Maar niet altijd
wint de aanhouder
Een Amsterdamse uitgever,
directeur D. H. Landwehr van
de Arbeiderspers, vertelde:
„Wij krijgen ontzettend veel
manuscripten toegestuurd. Hoe
veel is eigenlijk niet eens pre
cies te zeggen. Het verandert
wel eens, dat aantal. Bovendien
het is rijp en groen. Maar niet
het meeste, wat we krijgen, is
echt niets te doen...."
Dat „meeste" blijkt dan onge
veer zeventig tot tachtig pro
cent te zijn. Het onbruikbare
werk komt overigens zeer gauw
tevoorschijn. De mensen die bij
een uitgeversbedrijf alle toege
zonden manuscripten moeten
lezen, hebben door hun grote
ervaring al snel door. wat ze
onder ogen hebben gekregen.
Hun jarenlange uitgeverserva
ring stelt ze in staat snel taal,
stijl, gegeven en behandeling to
klasseren en te waarderen. Het
betekent in de praktijk, dat ze
bijna letterlijk ..in één
oog-opslag" zien wat het werk
waard is.
Het is daarbij opvallend, dat
er ijverig wordt meegedaan
door de aspirant-schrijvers aan
de grote mode van vandaag, de
„bekentenis-lectuur". De in
vakkringen als zodanig betitel
de schrijverij omvat de le
vensbijzonderheden en in de
meeste gevallen de sexuele er
varingen van zeer uiteenlopen
de soorten mensen. Mensen die
kennelijk gaarne het voorbeeld
van ene Jan Cremer willen vol
gen. Hetzij omdat ze vinden
dat de wereld toch moet weten
wat zij hebben beleefd, hetzij
wellicht om van hun betekenis
sen aanzienlijk rijker te wor
den. Het blijken in de praktijk
meestal onleesbare schuine ver
halen te zijn, waar een fatsoen
lijk uitgever zich niet aan zal
wagen.
Een ander gebied, dat veel
mensen tot schrijven verleidt,
is dat van de kinderverhalen.
Een kinderboek lijken sommi
gen kennelijk gemakkelijker te
maken dan een boek voor volwas
senen. „Ze vergeten", aldus een
rug.
Het is echter niet allemaal
„waardeloos" wat de uitgevers
krijgen toegezonden of persoon
lijk krijgen aangeboden. Er zit
gelukkig ook nog wel eens jets
goeds bij. En ook wel eens
werk, wat aanvankelijk „goed"
leek te zijn, maar dat bij nade
re beschouwing toch afgewezen
moest worden.
Geen uitgever zal zich overi
gens lang bedenken, wanneer
een bepaald werk „toch wel
goede dingen" blijkt te bevat
ten. De goede uitgever althans
zal zich haasten de aankomende
auteur te helpen. Via een
ïesprek. via aanwijzingen voor
het vermijden van „technische
fouten", is er menig manuscript
alsnog in druk verschenen. En
die goede uitgever zal, ook als
de „ontdekking" toch een „ver
gissing" blijkt te zijn, de aan
komende auteur in wie hij iets
'.iet, blijven steunen. Blijven
helpen. En daarbij hoeven be
paald niet alleen commerciële
doeleinden een rol te spelen.
Gedichten, romans, verhalen,
novelles, detective- en avontu
renromans en „memoires" wor
den geschreven in vrijwel elke
leeftijdsgroep. De laatste jaren
hebben zich echter vooral jon
geren op het schrijven gewor
pen. Uitgevers hebben ervaren
dat de leeftijdsgroep van rond
de twintig jaar sterk is verte
genwoordigd bij de aspi-
rantschrijvers. Niet zelden is er
juist uit deze groep iets goeds
te voorschijn gekomen.
Maar dat zijn er dan maar
een paar. Een paar van de vele
honderden in Nederland die zo
nodig een boek moeten schrij
ven
SIETZO DIJKHUIZEN
als gezinsboek. waarnaar ieder
van de huisgenoten grijpen
zal om het boeiende verhaal,
maar bovendien is de. indeling
zodanig dat de acht. boeken
met gebruikmaking van de
speciale registers (in hel laat
ste deel) een bijzonder na
slagwerk vormen voor stu
derenden.
Het ligt in de bedoeling
dit standaardwerk nog bin
nen bet lopende jaar te com
pleteren. Wij zien met be
langstelling de volgende delen
tegemoet, die met elkaar in
ruim 1500 pagina's en even-
zovele voortreffelijke illustra
ties een Wereldgeseliiedenis in
huis brengen tegen de in deze
dure tijd relatief lage prijs
van f 14.90 per hand (voor
België 190 francs).
TON HYDRA
Een lange hete zomer ln
gistend Amsterdam betekent
het (naakte) einde van een serie
prominente Hollandse politici.
In het Naakte Einde van H.
Oolbekkink vallen ze, de een na
de ander, door het telescoopge
weer van huurling Larzen, die
zijn wapen beschouwt als een
verlengstuk van zijn lichaam.
Amsterdam is het decor. Niet
het Amsterdam van de rond
vaartboten en de bloembakken
op de Dam, maar het Amster
dam Ten Tijde Van Het Huwe
lijk. Alleen een beetje grimmi
ger, explosiever. Met een
rechtse regering, met een mi-
nister-president, die praatjes
voor de tv houdt, en die men
spoedig zal herkennen. Die
een maitresse heeft (waarmee
de schrijver overigens niets wil
insinueren!) en met. later, een
kogel in zijn hoofd.
Het complot lijkt links, maar
komt van rechts, waar een
soort Zwolsman. maar dan nog
groter, de man achter de scher
men is. Voor wie tussen de re
gels doorleest een uitermate
amusant boek. Voor de detecti
veliefhebber een spannende
..thriller' (Uitgave Born. 190
blz., 4,90).
De Amerikaanse titel van
„To-day's children and Yester
day's heritage", geeft een dui
delijker beeld van het boek
„God en de kinderen van nu"
dan de Nederlandse. Sophia
Fahs houdt zich bij het vertel
len aan kinderen vooral bezig
met het probleem: „de oude
Bijbel" en „de nieuwe Bijbel",
zoals zij het noemt. Hiermee
bedoelt zij het oude Bijbelver-
haal met daar tegenover de
evolutie van de latere tijd. Zij
meent dat mensen en kerken
te veel blijven stilstaan bij de
begrippen uit het verleden.
Van het opstandingsverhaal,
en andere wonderen, meent zij
dat zulke verbazingwekkende
verhalen wel geloofd konden
worden door christenen uit de
2e eeuw na Christus, maar dat
de moderne mens. wiens den
ken over het heelal we
tenschappelijk bepaald is. deze
dingen niet meer gelooft.
Ze vraagt zich af of men het
niet aandurft de bevindingen
van het moderne onderzoek
duidelijk uiteen te zetten. Zij
kan zich nauwelijks voorstellen,
dat in andere takken van we
tenschap zo gehandeld zou wor
den. Dan zou de aarde nog vier
kant zijn en de stoomkracht
niet verder zijn dan de fluitke
tel.
Ik heb enkele bezwaren: Ziel
mevrouw Fahs het geloof niet
te veel als wetenschap? Juist
aan het begin van de evolutie
staat God. Voorts wil de
schrijfster de kinderen eerst
bekend maken met andere
godsdiensten om ze dan ten
,onze God" te laten
slotte naar
vragen.
Ik vrees dat hierdoor te veel
tijd verloren gaat. waarin men
de kinderen op gezonde ma
nier veel bijbelverhalen zou
kunnen vertellen, die toch
naast ge'oof, liefde tot God en
de naaste aan kunnen kweken.
Zoals de kinderen later allerlei
feiten uitgebreider en genuan
ceerder gaan zien, zullen ze dit
ook met de Bijbelverhalen gaan
doen. De zendingsverhalen
brengen hen ook in aanraking
met andere godsdiensten. Even
als veel verhalen over de ont
wikkelingshulp.
De metnoden die mevr. Fahs
aanbeveelt om de stof te laten
bezinken: uitspelen van de ver
halen, tekenen, in klei weerge
ven en dergelijke.
Voor hen die over een goede
bijbelkennis beschikken en
iets meer over bepaalde me
thodes willen weten, kan het
lezen van dit boek zin hebben.
(Uitg. Ploegsma, Amsterdam
208 blz., £.90).
C. EMOUS GuZEL
de aandacht op de Verhalen
an dc Grote Koning, waar-
iu deel twee. het Nieuwe
Testament, is verschenen. Bij
na zeventig verhalen, bijzon
der goed geïllustreerd door
Jacques Lescanff. „her
schreef" Lize Stilma voor
de kinderen.
Het is voor ouders met kin- Om enkele opschriften te
deren voor wie de lagere noemen: Jezus zoekt zijn hei-
school in zicht komt, moeilijk pers uit, Zo moet je bidden,
een keus te doen uit de vele De jongen die de wijde We-
„kinderbijbels". die met de re- reld in trok, Domme meisjes,
gelmaat van de klok op de Laat de kinderen toch bij mij
markt worden gebracht. Al- komen, Jezus is sterker dan
lereerst zal men zich afvragen de dood. Aan het kruis gesla-
of de verhalen uit de Bijbel gen, Paulus had veel te doen.
niet te mooi worden voor
gesteld, dus met veel franje °P deze wijze leert men
en weinig pit, zodat de hoofd- kinderen met de Bijbel om-
zaak niet uit de verf komt. Saa>"> a's met een gewoon
boek, dat ze zelf kunnen lezen
Maar ook moet het verhaal of waaruit hun wordt voorge-
begri.ipeliik. dus kinderlijk lezen. Een goede begeleiding
worden verteld De inhoud van de ouders dient uiteraard
mag niet over de hoofden van voorop te staan. Zonder veel
de kinderen heen gaan van- moeite zullen de kinderen dan
wege het taalgebruik en de later overschakelen op de
lange /innen. „echte" Bijbel. Uitg. Hel-
mond/G. F. Callenbach, Nij-
1 "ir Wlukk'f meerdere kerl( „25 ,5 50)
kindetbnbels van goed gehal
te. In dil verband vestigen we LEEN DE RUITER