Onze voorouders al tuk op smartlap-met-snik Artsen verdraagzamer jegens paragnosten KLEUREN-TV UIT DE MAAG HAAGS PROBLEEM HEET JOPIE en 't is slim uitgestoken HUILEN OP DE KERMIS Binnenskamers ZATERDAG 15 FEBRUARI 1949 2 Liefdesdrama DE WINTER is teruggekomen In een zeer complete, veelzijdige vorm: sneeuw, storm, ijzei, mist en een barrekou, en er worden veel ernstige ongevallen op de weg gemeld, zoals bij Hekendorp, waar zeven mensen op een spoor wegovergang verongelukten. Er zijn ook tal van branden; in EAjr- veen stierven drie kinderen in dé vlammen. Grote aandacht voor het Utrecht se monsterproces tegen Hans van Z., wie vier moorden en een roof overval ten laste zijn gelegd. Veel publiciteit voor het eerste boek van prof. L. de Jong over de ge schiedenis van ons Koninkrijk in de oorlog en voor de onthullingen die hij over Nederland-in-de-jaren- dertig doet. Algemeen emoties om AjaxBenfica (13). De expansie van Rotterdam is op provinciaal en landelijk niveau aan de orde (minister Bakker: géén zeehavens op Voorne-Putten en in de Hoekse Waard; akkoord met uitbreiding van de Maasvlak te; positief tegenover de Rijn- poorthaven). Suriname (geen sprake van een Nederlands initiatief om de ban den te slaken) komt door de sta kingen in last en beleeft een ka binetscrisis. De grote wereld houdt zich rus tig, zij het dat de Russen en Oost duitsers met maatregelen dreigen nu de Westduitsers weer in Ber lijn hun president gaan kiezen (de geallieerden en de Navoraad ge ven geen krimp). En er is enige spanning in Oost-Europa: Roeme nië verwerpt het Russische idee van een beperkte soevereiniteit; Joegoslavië laat weten dat het desnoods een onneembare ves- Dr. L. de Jong, onthullend. ting is; Cernik en Dubcek laten Meer liberale geluiden horen in Tsjechoslowakije; in Italië moeten de Russen elke keer weer uit de vergadering weglopen als hun ro de kameraden uit andere landen hen aanvallen. Als bekend wordt dat het le vensonderhoud vorige maand 3'/j procent duurder is geworden, vra gen o.a. NKV en NVV zich af of het geen tijd wordt voor een alge hele prijsstop. En moeten nu de AOW-uitkeringen toch niet om hoog? De buschauffeurs krijgen op het nippertje een cao met 6,8 procent hogere lonen, de haven-cao (7 procent) en de cao tuinbouw (6,2 procent) komen rond. Het horeca bedrijf klaagt dat de omzet door de BTW in januari enorm is terug gelopen. Maar de bromfietsen worden door de BTW goedkoper. En wie wordt het. Verkerk of Fornaess? „Het beste en tot betere tij den(Pengel) „De Nederlander heeft bijna evenveel over voor de behoefte om zich te verplaatsen als voor het wonen, en dat is een merk waardig en zelfs enigszins be angstigend verschijnsel." (Minister Schut) „Als je zo duizenden mijlen van de aarde af bent, krijg je een heel andere kijk op de mensen. Dan Ie de wereld één geheel en zie je peen grenzen." (Frank Borman) Moet u ook zo wenen van een smartlap? Drijven ook u bij al het leed dat uit één lied kan klinkende brakke tranen naar het lodderoog? Vindt u het jammer dat „onze" Gert en Hermien en, niet te vergeten de zange res zonder naam en de Hei krekels en Heintje en-ga-zo- nog-maar-effe-door niet nog wat meer geconcentreerde ontroering in de plaat per sen. Hebt u, kortom, nog wat snikken over? Dan is daar voor u de liederen bundel „Huilen op de Ker mis" narastig bijeengezocht en succesvol verzameld door dr. Tjaard de Haan, even eens samensteller van de bundel „Straatmadelieven". Het zijn honderdenvijf aan leidingen tot oprechte veront waardiging, een ontroerd ge moed, een gulle schaterlach, een fikse snik en een breeduit- gemeten glimlach. Onze voorouders, nou, die konden er wat van. Met ware wellust maakten zij „Een Nieuw lied op de gruwelijke moord, gepleegd te Bergum in den nacht van 7 op 8 Sept. 1879", een lied op „De moord te Drachtster-Compagnie op een 82-jarige J. Modderman" en uit „De Drievoudige moord te Koe- kange" citeren wij: „Het blanke mes ging op en ne der Bloed verfde het laken rood; De arme grijsaard zeeg terne der; Nog een snik, en hij was dood". Over sterven gesproken, onze voorouders hebben de tijd ge kend dat sterven voor het va derland als een haast plezierige eer werd beschouwd. Omstreeks 1774 roept in het „Lied eens jongelings" de desbetreffende persoon hartstochtelijk uit: „Ik voel een drift, een vuur in mij; dat in mijn ad'ren brandt; Ik sterf zo graag en fier als gij voor 't lieve Vaderland". Hoe dit afloopt vermeldt het lied niet, maar wèl worden wij er almaar van overtuigd dat liefde, bedreven tussen perso nen van een verschillende stand, meestal in letterlijke zin es dodelijk Ls. Want hoe verging het freule Elizabeth die „zo getrouw en krachtig" een stalknecht beminde? Welnu, slecht. Haar vader ontdekte het en sloeg haar zo vreselijk dat zij moest sterven. Haar minnaar was gebroken van smart: „Hij heeft een dolk al uit zijn zak genomen En stak het diep al in zijn jeugdig hart. .,0. valse ouders, je zult nog aan mij denken." en stort toen bij zijn zoetelief neer in het graf". Ach ja, verzuchten wij dan: ,Wat brengt de liefde menig maal de tedere jonkheid in bezwaren". Een dier bezwaren bijvoorbeeld is Jaloezie. Maak, maagdekens, toch nooit uwe vrijer jaloers zoals Martje dat de meester van Slochteren deed. Ze hadden al toestem ming gevraagd en de hele zaak was in kannen en kruiken toen Martje zich het hof liet maken door een ander. De meester Uit de deze week gepubliceerde uitslag van een enquête onder Inwoners van Utrecht door het TNO bleek dat twaalf procent van de bevolking wel eens naar een onbevoegde genezer gaat Uit een onderzoek onder huis artsen kan dezelfde conclusie worden getrokken. In een recent nummer van Hulsarts en wetenschap, maand blad van het Nederlands Hulsartsen Genootschap, schrij ven de onderzoekers dat 89 pro cent van de geënquêteerden, toegaf patiënten te hebben die naar een onbevoegde genezer gaan. De huisartsen meenden dat zij In ongeveer de helft van de gevallen door hun patiënten op de hoogte zijn gesteld van een dergelijk bezoek. Tevens bleek dat één op de zeven huisartsen wel eens contact heeft gehad met een paranormale genezer over een patiënt. In steden met meer dan 100.000 inwoners waren de huisartsen vaker op de hoogte gesteld dan In de kleinere steden of op het platteland. De onder zoekers menen dat dit op een lossere relatie wijst tussen arts en patiënt in de grotere stad. De patiënt kan gemakkelijker van arts wisselen wanneer hij hem eventueel tegen zich inneemt. Het voornaamste twistpunt tus sen artsen en onbevoegde gene zers is dat de laatsten door een onoordeelkundige behandeling de patiënt kunnen schaden. Uit de enquête bleek inderdaad dat 25 procent van de artsen wel eens lichamelijke of financiële schade hadden waargenomen van een behandeling door een onbevoeg de genezer. Spontaan werden echter ook gunstige resultaten gemeld op de enquêteformulie ren. Een groot deel van de artsen blijkt geen bezwaar te hebben om een ongeneeslijke of ten dode opgeschreven patiënt naar een onbevoegde genezer te laten gaan. mits zij hun patiënten kunnen blijven begeleiden. Bijna de helft van de geënquêteerde artsen is van me ning dat de positie van de para normale genezer wettelijk gere geld moet worden. Alleen hulsartsen die schadelijke gevol gen hebben gezien, staan hier meer afwijzend tegenover. Een nieuwe benadering omtrent de plaats van de paranormale gene zer binnen de gezondheidszorg lijkt dus zeker op zijn plaats. PAUL VAN LANGSTRAAT trok daarop een revolver, schoot Martje neer en daarna zichzelf. Maar omdat Martje niet dodelijk werd gewond, moest zij de rest van haar le ven in een ontzettende wroe ging doorbrengen. Neen, blijf dan maar liever gelijk het weesftieisje dat we nend om haar dode vader, haar dode moeder en haar dode broeder aan de oever van een snelle Vliet zat. Zij was deugd zaam, bekoorlijk, maar honge rig. Toen kwam daar een rijke heer langs en hij bespeurde haar verdriet: „De heer die zei: „O, klaag niet. kind; Uw hart verdient geen pijn Ik wil uw broeder en uw vriend ik wil uw vader zijn". En hoe liep het af? „En zij was trouw, zij was het waard Zij was hem steeds tot vreugd; Zo zegent God hier reeds op aard' De liefde tot de deugd". Maar, meiskens, blijf ervan overtuigd dat he4 pad der liefde tele strikken en valkuilen bergt. Dat horen we in het dra matische lied „De Liefde": „Be rend Kielstra, zo heet de jonge man, Die ging met Wiechertje vrijen. Zij dacht: Die jongen die bevalt mij wel Die Berend mag ik lijen". Maar op een maal kwam hij weer bij haar, toen sprak hij naar zijn zin zo raad; De jaloezie die kwam in zijn hart, Hij leed verschrik kelijke liefdessmart". Hij toog dus naar Wiecher tje en zei dat er nu maar eens spijkers met koppen moesten worden geslagen. Wiechertje echter, nog wat onzeker, wilde niet meedoen, Toen schoot Be rend drie keer achter elkaar op zijn beminde, schoot op zich zelf, dook in een sloot en nog was hij niet dood, zodat er een mes aan te pas moest komen. Luguber, niet waar? „Dus mannen - maagden, luister naar deez' leer, wan neer gij gaat verkeren. Neem dan een die ge mint en dan niet meer, Gij kunt het hiervan leren". En mocht je nog eens aarze len tussen enkele vrijers, neem dan deze raad: als er één praat zoals Melis, dan zit het wel goed, want Melis zei tegen Neeltje: „O, 't is zulk een blan ken vleisje Lieve Meisje, Dat er in mijn kleren zit; 'k Heb mijn hemdje dertig degen al gedregen, en ziedaar het is nog wit Ziedaar, Melis is dus zindelijk op het lijf. maar hij heeft nog meer deugden: ,,'k Zal op 't huis te vegen passen schotels wassen 't Deegje kneden als gij bakt". Niet alleen over liefde en moord, zongen onze voorouders; op de gastronomie werden ook enkele lofzangen gedicht. Hier een fragment uit: „Op enen kalfskop: ..Wie zou niet, wie zou niet Als hij 't verhemelte ziet, Een stukje daarvan wensen? Wat zijn de hersens hagelwit! Zie of er ook een kei in zit als in de meeste mensen". Smakelijk eten. Minder smakelijk at de arme werkman en daarom ging hij met zijn liederen de deuren langs: ..Mijnheer, mevrouw, Dit lied wordt u beleeft aangeboden door een werkloos vakman zon der ondersteuning. Prijs naar eigen goeddunken". Een couplet uit het lied: „Zonder werk, zon der brood, Ontberend tot den dood Leef ik met mijn gezin in bangen nood; Roep ik der mensen min Tot hulp en bijstand in; Wie mijn ellende ook ziet: Het helpt mij niet". En dan een couplet uit een lied anno 1886. waaraan men kan zien dat sommige noden zo oud zijn als de wereld zelf: „Zijn de inkomsten slechter dan de uitgaven, owee Grijp dan maar dieper in je portemonnee Bij ramp. bij tegen- of voorspoed of leed, 't geld vliegt door de hanaen, eer dat men het weet. Men wordt meer door de uitgaaf dan de inkomst gekweld en dan vragen de mannen: „Waar blijft toch het geld?" Tenslotte de door dr. de Haan -.elf gedichte conclasie van .Huilen op de Kermis": „De za lig trieste smartlap Van tra nen, liefde en bloed, Vanonder een vieze hangsnor Gereci teerd vol gloed. Zij pakt in hart en nieren. Ja, schenkt ons displezieren". KIRSTEN EMOUS Dat kleurentelevisie niet alleen is ontwikkeld voor het menseli|k ge not, bewijst onder meer de toepassing in de me dische wetenschap. Reeds jaren wordt in en kele academische zie kenhuizen kleurentele visie bij operaties ge bruikt. Een groot aantal studenten is dan in de gelegenheid op een groot scherm of op meerdere monitors de ingreep te volgen. Het is thans ook mo gelijk met behulp van de endoscopic (beeldgelei ding) onderzoeken bijv. aan de maag te verrich ten. De kleureninformatie is hier van uiterst be lang, omdat veranderin gen tot bepaalde con clusies kunnen leiden die met zwart/wit-tele- visie onmogelijk zijn. In oktober gaf Siemens een demonstratie met een kleurencamera met daar aan gekoppelde en doscoop. De glasfiber optiek of lichtgeleider bestaat uit een bundel van 150.000 „vezels" en Is ongeveer een meter lang. De bun del is dunner dan een vinger en heel soepel. Aangezien het licht bin nen een glasvezel door de wand wordt gereflec teerd, behalve aan de uiteinden, Is er geen llditverlies. De bundel kan worden beschouwd als een overdrachtsmid del voor 150.000 beeld punten, waarmee men om een hoek kan kijken. Bij een dergelijke me thode moet ook nog het inwendige van de maag worden verlicht. Dat ge beurt door een gloei lampje, waarvan het licht met behulp van een half- doorlatend spiegeltje In de vezelbundel wordl geworpen. Het terugge kaatste licht gaat doot het spiegeltje en komt ii de camera. De Nederlandse soldaten die in Suriname of de Ne derlandse Antillen nog steeds een beetje hebberig Ryksdelen Overzee genoemd zjjn, moeten er nu vast aan denken hun koffers te pakken op gevaar af dat ze in het jaar 2000, wanneer ons land één grote haven is, antwoord moeten geven op de vraag: was je er in 1970 ook bij? En zo ja, waar zat je en welke excessen kun je ons opdienen? Nauwelijks zijn we er aan gewned dat we ook „slecht" kunnen zijn of er doet zich al een gelegenheid voor het in de praktijk te bewijzen. Het di lemma van politiek Den Haag heet premier (demissionair) Pengel, wat huiselijker Jopie Slim genoemd. Slim is hij, want geen Nederlandse minister heeft er nog aan gedacht zich extra te laten betalen wanneer hij twee of meer departementen moet beheren. Pengel wel, met 83.000 goede Surinaamse gul dens. Politiek Den Haag zit er maar mee. Er zijn daar namelijk Ne derlandse soldaten, die nu we- liswaar nog fikse tochten in boomstamkano's maken en bruine knieën krijgen, maar het zou wei eens zo ver kunnen ko men gezien de binnenlandse otwikkcligen in het land van „koning" Pengel dat op de Koninkrijksregering een beroep wordt gedaan deze tropen in te zetten ter handhaving van rust en orde. Pengel zelf heeft er eergisteren in zijn televisie-op treden al melding van gemaakt dat hij een dergelijk verzoek stevig heeft overwogen. Wat dan? Het ziet er niet naar uit dat premier De Jong en vice premier Bakker zouden kunnen weigeren. En op dat moment zegt de publieke opinie natuurlijk dat er ruim twaalf miljoen kolonialen bijgekomen zijn. Op dfct moment is het ook te iaat om samen eet dr. Bruins Sloi te roepen: Slaak die band; dan is het meer: Laak di band! De mogelijkheden dit te ver mijden /ijr minimaal. Het eni ge zou zijp* verbreben van het KoninKniksverband. Op ver zoek van de twee rijksdelen is die hertaling in het Statuut op- benomen, maar het zwaard snijdt aan twee. kanten: ook Nedrland kan uittreden. De Tweede Kamer heeft deze week oiina unaniem gezegd, dat eenzijdig opzeggen van het Sta tuut, een initiatief van Den Haag. niet juist is. dat het ver keerd begrepen zou worden en in die zin uitgelegd zou worden dat Den Haag iuist r'e onrust in Suriname brengt. Maar toch is er sprake van een langzame en duidelijke ont wikkeling Minister Bakker, die zich hezig houdt met de zaken van de rijksdelen liet het al een beetje uitkomen hoe de fi losofie /an de regering is: geen opzegging van het Statuut nu; de zaak is niet aktueel. maar er zou een moment kunnen ko men, dat Nederland een initia tief, wat dan ook, moet, nemen. Dat is al een hemelsbreed verschil met de leer van enige jaren geleden, toen het bijna als een zonde gold ook maar met één vinger naar het heilige Statuut te wijzen. Dat Pengel ooit zelf om beëindiging van het Statuut zal vragen, is een illusie. Hij heeft de troeven en hij krijgt het geld. Hij vertegenwoordigt de officiële regering. Niemand twijfelt er aan dat hij terug zal komen, hetzij met wat nieuwe ministers hetzij na verkiezin gen. Zijn positie is te sterk. Oppositie Leon Uris laat in zijn boek „Exodus" een der hoofdpersonen zeggen dat men om een goed christen te kunnen zijn eerst naar de geest een goede jood dient te zijn. Uris 'is geen theoloog of prediker. Maar ik moest aan hem denken toen ik de drie essays had gelezen. die Schalom Ben-Chorin heeft gebun deld in een boekje „Je broeder Israël", uitgege ven bij W. ten Have NV. Amsterdam. Ben-Chorin stelt daarin zijn mede-Joden aan christenen voor als hun broeders. Dit houdt de er kenning in van de christen als zijn eigen broeder. Dat is In de verhouding tussen Israël en de christenheld héél wat Ben-Chor wil een gesprek met de christen. Niet een vruchteloze discussietwist, maar een waarachtig broe derlijk gesprek. Hij wil dat van de Bijbel uit, en zeker niet alleen van het Oude Testament uit. Hij consta teert dat gelijkstelling van jodendom en Oude Testa ment een misvatting is die tot misverstanden leidt Hij stelt daarbij dat het im mers evenzeer onmogelijk is tweeduizend jaar christelijke kerkgeschiede nis ongedaan te maken. Hij citeert de Romeinen brief waarin Paulus zich als Jood kenbaar maakt en nadrukkelijk verklaart dat God Zlin Volk, dat Hij te voren heeft gekend, niet verstoot. Over het lijden van Christus, voorzegt in Jesa- ja, zegt Ben-rChorin: „Dat is het beeld van de Man van Smarten. In het licht daarvan ziet de christen de passie van Christus. Het is ook het beeld van het volk van smarten. In het licht daarvan wordt voor de Jood de passie van Israël zichtbaar." Ben-Chorin herinnert aan het spraakgebuik van de profeten, die immers het eigen volk zo vaak als persoon invoerden en hij zet uiteen dat het voor de mens van nu niet gaat om de oorspronkelijke inten tie maar om de verwerking daarvan in het bewustzijn Het gaat Ben-Chori» niet om woordenzifter!! en traditionalistische verschil len. Maar wel om de joods-christelijke juich kreet van de psalmdichter: ..Dient de Here met vreug de." Een broederlijke verhou ding wordt gekenmerkt door liefde en vooral door de oorsprong van liefde: de dankbaarheid voor het geen de broeders in de tijd dat zij samen in het ouderlijk huis verkeerden elkander hebben kunnen geven. Dankbaarheid betoont Ben-Chorin voor de men sen in Nes-Amin, voor de jonge Duitsers met hun „Aktion Sühnezeichen", voor Beth Abraham van de „Mariënschwester", voor Beth-EI in Naharia, het Zweedse en Amerikaanse theologische instituut' in Jeruzalem on de christen-studenten aan het Hebrew Union College te Jeruzalem. Maar daartegenover stelt Ben-Chorin dat een goed gesprek pas moge lijk kan zijn, als onder christenen het antisemi tisme grondig wordt over wonnen. Daarmee bedoelt Ben-Chorin niet het an tisemitisme dat wortelt in een onberedeneerd ge voel, dat in wezen niet an ders is dan het afwijzen van „de ander", de „onbe kende". Daaraan is het nodige te doen. door die .onbekende" tot een „be kende" te maken. Hij be doelt het anti-semit'<me dat In weloverwogen do cumentatie in de kerk- geschedenis is neerge legd. Overwonnen en besl'ist afgewezen door de meeste protestantse ker ken. Aangevochten binnen de rooms-katholieke kerk Maar nog levend in een aantal oosterse kerken. Ben-Chorins uitgestoken hand is te zeer waardevol om niet te worden qeqre- pen. Van een gesprek wordt niemand minder, in- teoendeel: de be'de part ners worden verri|kt. In dat gesprek dient df christen te bedenken dal er voor de Jood heel vee' vanzelfsprekend is, wat voor de niet-Jood. helaas, nog lanq niet vanzelf spreekt. HANS W. LEDEBOER Het 'ilkt er op dat onze rege ring soeelt met de gedachte dat de binnenlandse oppositie Pen gel tot een wat verantwoorder dwingen Als zou blijken dat deze oppositie op ongeoorloofde wijze tot zwijgen wordt ge bracht. zal Den Haag zelf het initiatief nemen Een speculatie, die al net zo'n gevaarlijke gok is als helemaal niets doen. Als het ooit zo ver komt, is de meest gunstige tijd voorbij en zegt men eerst recht: Neder land laat Suriname in de steek. Nederland zit er dan tot zijn nek toe in De anti-revolutionair Kieft zei 'n de Tweede Kamer, dat hij het een onverantwoorde vorm -an paternalisme zou vin den. Suriname de onafhanke lijkheid op te dringen. We willen het altijd zo mooi en ethisch verantwoord spelen. Nederlanders torsen de zorgen van de hele wereld op hun schouders of we nu de straat opgaan om heftig tegen wan toestanden te protesteren of dat we bij de warme kachel zitten te moraliseren Aan de wand hangt een scheurkalender waar precies op te vinden is wat voor mooie gedachten we morgen weer kunnen uitdragen. Later komen we pas tot de ontdek- king dat we oolitiek gesproken in de k-iu staan Twee citaten van premier De Jong geven te denken. De Haagse Post van deze week wist er nog veel meer, en stelde aan de hand daarvan een wat vollediger zij het unfair portret van 1e premier samen. Hij heeft eens gezegd: „Ik kom pas goed in functie als er moeilijkheden dreigen". (Wat let u. premier?). Hoe minder beroep op mij wordt gedaan, des te - eter het is" (Deze keer zou hef geen kwaad kunnen). „Ik moet wel alles in het oog houden, ezen. luiste-en" (Goed zo!). ik zi' niet passief te wachten totdat ergens iets ontspoo't" (Hef gaat er steeds beter uitzien). Maar 'k bemoei me er niet mee zolang alles goed gaat" De vraag is: waar om eigenlijk niet? C. van der WILD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 14