Feest AM ADEUS Logisch JANTJE LACHT EN JANTJE HUILT Winter- of sneeuwwoning PUZZEL VAN DE WEEK Met of zonder baard ZATERDAG 8 FEBRUARI 1969 DAG NICHTEN EN NEVEN, Wat -fijn dat ik deze week weer zo'n hoge stapel brieven van jullie op mijn bureau kreeg. Jullie hebt werkelijk goed je best gedaan. Je weet dat tante Jos het erg fijn vindt zo veel post te ontvangen. Verscheidene meisjes en jon gens vroegen of ze gedichtjes mogen sturen. Nou en of dat mag. Jullie mogen versjes en met te grote tekeningen instu ren. Wat wil je nog meer! Zie je wel dat het nog lang geen zomer wordt? Het kan heel goed gebeuren dat jullie wens, om nog eens op de gladde ijzers te staan, toch nog in vervulling gaat. In ieder geval heb ik al veel meisjes en jongens op de rollers zien rollen. Je hebt gelijk hoor! Gaat het niet op de gladde ij zers dan maar op de rollers. Je kunt nu toch je hart ophalen met rijden. Jullie vroegen of het bij tante \Jos ook zo heeft gestormd. Nou en of! Gelukkig dat jullie zon dag niet naar school hoefden te gaan. Wat hadden we moeten vechten met de wind. Hebben jullie het spelletje met de flessen al geprobeerd? Het is werkelijk heel leuk. Jul lie zult er veel plezier mee heb ben hoor! Zullen we Gijsje de Jong nog eens een mooie kaart stu ren? Het is zo'n tijd geleden dat hij van ons een kaart kreeg. Wij kunnen overal naar toe en hij moet altijd op bed liggen. Weten jullie zijn adres 'nog? Het is Mijzijde 85, Kamerik. Wat zal hij blij zijn weer eens wat van ons te horen. Nichten en neven, tante Jos wenst jullie allemaal veel sterkte op school en tot schrijfs. Daaaaag, TANTE JOS Meester: Wie heeft Amerika ontdekt? De klas: Columbus. Meester: En wie was Colum bus? Marletje: Een vogel, meesterl Jarigen Wat zeg je van onze „nationale Jan"? Jan is een echte Oudhollandse naam. Je komt hem overal te gen. Al in de vroegste tijden toen er nog sprake was van Houtland of Holland waren er grote heren of graven die de naam Jan droegen. Ook de eer ste naam van onze jongste prins is Jan. Jan en Jansen zijn bij ons in Holland overbekend. Het is een echte nationale naam. Al heet je zelf geen Jan, je krijgt er toch al vroeg mee te maken. Als je nog klein bent, zegt je moeder al tegen je: „Jantje lacht en Jantje huilt". Op straat spelen veel kinde- Het hoogste gebergte van de wereld is het reusachtige Himalaya gebergte. De lengte is maar eventjes 2400 km en het is 220 km breed. Tibetanen, die de Himalaya bewonen, noemen hun gebied „het dak van de wereld". Gelegen in het noorden van India is het een bijna onoverkome lijke slagboom tussen India en Tibet. Himalaya betekent winter- of sneeuwwoning. Brrrr! Ik hou meer van een zomer- of zonwoning. En jullie? ren met Jan Rap en z'n maat. En als je dan je vriendjes be ter leert kennen, weet je al gauw wie een jantje Secuur is of wie een Jan Pret is. Op school is de spreuk: „Wat Jantje niet leert, zal Jantje niet kennen", een echte wijsheid. Er is een overvloed aan Jan nen. Je neemt natuurlijk geen voor beeld aan Jan Salie, maar wel aan onze nationale held Jan Maat. En wat belangrijk is in deze tijd. Als je groot bent en je gaat straks trouwen, word je geen Jan Crediet, maar een Jan Kon- tant. Als je de naam Jan de Wasser draagt dan is dat ook niet zo prettig. Volgens het Oudhol landse verhaal moest hij de hele dag aan de wastobbe staan, ter wijl zijn vrouw de lakens uit deelde of zoals dat heet „de broek aan had". Zo zijn er nog veel meer voor beelden. Je ziet hoe en hoeveel de naam Jan al is gebruikt. Je komt overal „Jannen" te gen als je met Jan en alleman omgaat. Prijswinnaars Frans Beurmanjer, Rotterdam en Maarten de Korte, Middel- harnis krijgen hun prijs thuis gestuurd. Andries Schut maakte het vol gende gedichtje: Do roeiboot Een roeiboot staat in stille wei. Te denken over vroeger tij. Toen men met hem voer, Naar prachtige plek, Wat nooit meer gebeurt, Want hij is lek. IN DE DIERENTUIN Wat mochten er veel nichten en neven met oom mee naar de dierentuin! Bij de olifanten aangekomen riep één van de neefjes opge togen: „Kijk eens, het is een puttenzuiger want hij slikt al les op." HIEP, HIEP, HOERA!!!.! Maaike van Ballegooien, Le- nie Boot, Jopie Breederland, Al ma Dijkstra, Jan Fransooys, Pe ter Kruk, Herma v.d. Kuilen, Dirk Rensen, Nelleke Schone- veld, Marion Stam, Adrie Ver meulen, Annerieke Voorbrood, Anneke Vooys en Marlies Zaal van harte gefeliciteerd met jul lie verjaardag van de nichten en neven. Oplossing plaatsen Ommen, Winterswijk en Naar- deru PUZZELOPLOSSING Horizontaal: kraag, traan, kruik, stoel, spook, staart, kik ker en kaars. Vertikaal: dat is van boven naar beneden, lezen we: kraan graat, sla, raket, krans, emmer, anker, tor en kok. Waar ben je toch geweest? Bij tante, bij tante, Waar ben je toch geweest? Bij tante op het feest. Wat heb je daar gehad? Een koekje, een koekje. Wat heb je daar gehad Een koekje met een gat. Meisjes en jongens, wat een grappige puz zel! Om de hokjes zien jullie allerlei dingen getekend. Je ziet na tuur lyk ook de pijltjes en de nummers die erbij aangegeven zjjn. De bedoeling is, dat we de namen van de voorwerpen die de pijl aangeeft, in de hokjes schrijven. Het gaat alle maal van links naar rechts en daarom is het heel gemakkelijk. Als je hiermee klaar bent lezen we in rijtje één van boven naar bene den een woord van een voorwerp dat we veel omstreeks de kerstda gen gebruiken. Denk erom, ik krijg van jullie dus twee op lossingen. Ze moet wor den ingestuurd voor dinsdag 11 februari. loke van de Leer tekende een echt winters plaatje voor ons. Kruiswoord-puzzel Hor.: 1. militair, 11 lichte bedwelming, 12. zangwijs, 13.'*kleef- middel, 14. egyptisch oliezaad, 17. dwaas, 18. bijwoord, 19. deel van een huis, 21. voorzetsel, 22. slobkous (Vlaams), 23. wol vlokje, 25. onbep. voornaamw., 26. vogel, 28. cilindervormig voor werp, 30. opstandig, 31. talent, 32. hoofddeksel, 33. stapel, 35. vogel, 37. aanw. voornaamw., 39. vordering, 41. muzieknoot, 43. zonneklaar, 46. bijwoord, 47. vreemde munt, 49. doornachtige plant, 50. lied, 51. insekt, 53. iemand de achting geven welke hem toekomt. 54. lekkernij (meerv.). Vert.: 1. muziekinstrument, 2. Europeaan, 3. kleinigheid, 4. boom, 5. bloedhuis, 6. zeker tijdperk, 7. kindergroet, 8. verouderd woord voor kwaad, 9. klinknageltje, 10. hyswerktuig, 14. sport- term, 15. hemellichaam, 16. onbep. voornaamw., 19. stad in Italië, 20. makker, 22. verheffing van de ziel tot God, 24. ver- zekeringsbrief, 25. klap, 26. droogoven (ZN), 27. voedsel om- te lokken, 29. deel van het oor, 34. opera van Verdi, 36. overtrokken stuk lood om het naaiwerk vast te zetten, 38. morsdoekje, 39. boomloot, 40. scheidingslijn, 42. zangwijs, 44. handweefwerk (Ind.), 45. einde, 46. rivier in Duitsland, 48. telwoord, 50. vreemde munt, 52. godsdienst (afk.), 53. voegwoord (Fr.) OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL C A R 0 L 1 N A Y E S Dit hoekje is bestemd voor een mop, een grap, een VVitz, die wj(j uit de lezerskring ontvangen. Originele (niet-„cursieve") inzendingen zullen w(j na plaatsing belonen met een kleine attentie. Een vrijgezel heeft veertien da gen vakantie In het pretleven van Parijs doorgebracht In de trein-te- rug neemt tegenover hem een fi- naal-kaalhoofdige heer plaats. „Meneer", zegt het fuifnummer, „zet alstublieft uw hoed weer op. Ik kan geen bloot meer zien." (ingezonden door de heer 1. S., Rotterdam) Moos: „Waarom trouwt jouw zuster in het wit?" Bram: „Omdat 't de mooiste dag in haar leven Is". Moos (wijzend op bruigom in 't enig, 28. meestal, 30. liga, 31. lis, 32. lab, 33. mom, 35. pel, 36. genet, 38. melee, 40. braam, 42. divan, 44. tiran, 47. trui, 48. ren, 49. lege, 50. speer, 52. Maris, 54. renet, 56. negen, 58. Elden, 60. gel, 62. nar, 64.een, 65. ark, 67. Hor.: 1. mispel, 6. dop, 8. sliert, Iser, 68. leyïren, 71. fase, 72. ets, 13. armada, 14. antiek, 15. n.m., 74. loten, 76. per, 77. ta, 78. los, 80. 17. ook, 18. rol, 20. ant, 21. m.t., esp, 81. ein, 83. L.K. 84. pedaal, 22. tam, 24. groen, 26. Lea, 27. 85. Eisden, 87. relaas, 88. aal, 89. passer. Vert.: 1. mantel, 2. sa, 3. pro, 4. emoe, 5. lak, 6. darre, 7. palet, 8. sta, 9. lint, 10. iet, 11. e.k., 12. totaal, 16. manier, 19. oost, 21. megera, 23. mis, 24. gebed, 25. Namen, 26. lip, 28. man, 29. lol, 32. Lemuren, 34. Meteren, 36. garen, 37. tiran, 38. manie. 39. eigen, 40. bes, 41. Ate, 43. ver, 45. ren, 46. nat, 51. poesta, 52. merel. 53. Sleen, 55. Eersel, 57. gal, 59. den, 60. gieter, 61. les, 63. pets, 65. aap, 66. kerker, 69. goela, 70. repel, 73. soda, 75. Aïda, 78. Lea, 79. sas, 81. esp, 82. nes, 84. pl., 86. ns. zwart): „Hoe moet hij zich dan voelen?" Kleine Jan tegen zijn grootvader tijdens een wandeling langs een boomgaard: „Opa, wat zijn dat voor vruchten?" Opa: „Blauwe pruimen, jongen". Jan: „Maar ze zijn rood!" Opa: „Dat komt omdat ze nog groen zijn". (Ingez. door mevr. C. P., Dordrecht) INZENDINGEN Inzendingen worden voor don derdag a.s. op ons bureau verwacht Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart worden geschreven. In de linkerboven hoek vermelden: „Puzzel-oplos sing". Er zijn drie prijzen: een van 10,- en twee van 5,-. 154 Het was rustig op het kleine eiland. Alle lichten waren gedoofd in het huisje van Lappie en Jonas. De maan, die aan de heldere hemel stond, gluurde nieuwsgie rig de slaapkamer van de beide vrienden binnen. Ze lagen heerlijk te slapen. Het schilderij stond in de huiskamer tegen de muur. De zon scheen helder en de appels geurden aan de bomen. Op een schilderij veranderde immers niets, als het in de echte wereld dag en nacht is?" Maar wat is dat? Zachte voetstappen klonken op de trap die af en toe een beetje kraakte. Daarna werd de rust verstoord door schuifelende voetstappen in de gang. Een grillige schaduw tekende zich af tegen de muur, veroorzaakt door het flakkerend schijnsel van een kaars. Maar wat is dat! Hé, het is Jonas. Voorzichtig liep Jonas door de gang en daarna de kamer binnen. Hij zette de kandelaar op het tafeltje bij de haard en keek schichtig om zich heen. Wat was Jonas van plan...? Smidje Verholen en de Knap-Mutator 1139. De twee getroffen wachtposten stonden ontredderd na te denken over dat mooie blonde wezentje, dat hun zo hardhandig over de domme bolletjes gestreken had. De tank ratelde intussen dreigend naderbij en Kille Klansky riep: „Héla! Janos de hout hakker is jullie gepasseerd, hè? Jullie wisten toch, dat niemand de stad verlaten mocht? Maar goed had hij ook een stekel harige snoeshaan bij zich?" „We hebben niet onder de huif kunnen kijken, meneer Klansky", antwoordden de soldaten. „Voor het zo ver was. had die mooie blonde feeks ons al met do koppen tegen elkaar geslagen. We hebben er nóg hoofdpijn van „Dan weet ik genoeg", zei de Kille bijtend. „Meneertje Verholen zat mooi verborgen onder de huif en probeert nu onder ta duiken bij Janos de houthakker. Maar dat zal hem niet glad zitten. We zullen ze daar eens even een mooi lesje gaan geven. Stap in de tank, mannen, en ga mee om de weg te wijzen." „Graag, meneer Klansky". zeiden de soldaten. „We hebben nog een appeltje met die blonde feeks te schillen. U kunt op ons rekenen." en zo ratelde het stalen oorlogsmonster even later de bossen in, op weg naar de woning van Janos de houthakker op weg naar het duikadres van smidje Verholen en Sjeems Pond. Maar zoals te verwachten was. bleef de nadering van de tank niet onopgemerkt. Agent 009 hield namelijk voortdurend het B.GD.-toestelletje aan zijn oor en zei op een gegeven moment: „Nu wordt het bittere ernst, mannen. Het geluid wordt steeds harder. De vijand is op weg hierheen." 105 Het is een feit, dat onze mannen, ik bedoel heel wat man nen, die ik heb leren kennen, niet genoeg denken. Ze zijn geneigd om zich te veel over te geven aan hun instincten. Ze zijn altijd bezig met zichzelf en met hun zaken. Vrouwen interesseren zich niet voor zaken. Ze denken seksueel, als ik me zo mag uitdrujkken. Ze houden niet van mannen, die vermoeid thuis komen en ze vinden 't akelig om haar avon den door te brengen met een echtgenoot die tot aan bedtijd over zijn krant gebogen zit." „Maar dokter," antwoordde Gusti enigszins opgeschrikt, „het huiselijk leven moet vrede in huis betekenen. Een man kan er niets aan doen, als hij na een werkdag moe is. En hij kan onmogelijk na het diner zijn eigen vrouw, met wie hij jaren leeft, het hof gaan maken." „U begrijpt me wellicht helemaal verkeerd. Ik spreek in het algemeen, niet persoonlijk." „Natuurlijk, natuurlijk." Gusti sprak deze laatste woorden van instemming met een zweem van smart in zijn stem uit „Vrouwen zijn als thermometers", vervolgde de dokter. „U hoeft er maar tegen te blazen en haar temperament gaat de hoogte in. Ze kunnen vaak haar gevoelens onderdrukken en er kalm uitzien, maar dan verbergen ze toch iets van een ongebonden natuur, die op een gegeven ogenblik moet losbreken. U herinnert zich toch zeker wel, wat Schiller daarvan zegt, nietwaar?" Dr. Altmann hield Gusti staande door hem aan zijn mouw te trekken. Hij bewoog met een hevig gebaar zijn wijsvinger door de lucht en declameerde met een diep pathos: „Da werden Weiber zu Hyanen und treiben mit Entsetzen Scherz'" „Schiller zegt dat in betrekking tot revoluties," sprak Gusti en hij wierp zijn metgezel een geleerde blik toe. „O, revoluties!" riep dr. Altmann onvervaard, „revoluties beginnen, zoals alles begint. Ik heb nooit een getrouwd paar gekend in wiens leven geen revolutie heeft plaats gevon den." „Maar ik heb wel zulke paren gekend," sprak Gusti. „Het huwelijksleven van mijn ouders en dat van mezelf heeft niet het minste spoor van zulk een onzin, waar u van spreekt, vertoond." „Dan bent u een gelukkig man," sprak de dokter met een milde glimlach. Ze kwamen nu aan het eind van de arcade bij een hoek van de straat en ze staken hun paraplu's op „Het komt alles wel goed," sprak dr. Altmann. „Uw be koorlijke vrouw heeft absoluut geen lichamelijk defect. Ze zal nog wel andere kinderen krijgen, maakt u zich maar niet ongerust. Laat u haar maar de tijd en weest u maar erg lief tegen haar. Geen vrouw is op de duur bestand tegen de liefheid en vriendelijkheid van haar man." „Ik ben altijd lief en vriendelijk tegen haar," beweerde Gusti. „Zeker, zeker. Misschien zal een klein voorval .in uw aangelegenheid de doorslag geven. Maar hoe het ook zij, als ik u op de een of andere manier van dienst kan zijn, komt u naar me toe. Maar dan zal ik haar niet in mijn kwaliteit van dokter ontvangen. Neen, beslist niet. Ik zal terwille van uw wederzijds geluk met haar spreken, begrijpt u?" En zofider zijn eerste ceremoniële groet te herhalen, stapte dr. Altmann naar het andere trottoir en liet Gusti achter, die A AA (Een wer eld in wording) door John Knittel hem verbaasd nastaarde. Wat moest hij nu doen? Misschien was het toch wel zijn schuld, dat het leven zo bezwaarlijk en onaangenaam was geworden. Hij moest daar maar eens over nadenken. Het was nooit verstandig een goede raad in de wind te slaan, vooral niet wanneer die gegeven was door een man van dr. Altmann's standing. Opeens kwam het verlangen naar een vriend bij hem op, naar een echte vriend, wie hij zijn moeilijkheden zou kun nen meedelen. De woorden van dr. Altmann drongen steeds dieper tot hem door, toen hij onder de arcades van de Marktstraat terugkeerde. Het was, alsof het lot die man deze dag zijn pad had doen kruisen, alsof die man in staat was zijn leven te lezen. Was zijn leven zo open en klaar, dat een kennis, die hij ontmoette het op zijn gezicht kon ontcijferen? Liep hij met een brandmerk op zijn gezicht? Was zijn ongeluk op dit gezicht gegrift? Hij richtte zich in zijn volle lengte op. Onmogelijk. Ieder een in de stad, wist, dat hij een gelukkig man was. Men benijdde hem heimelijk. Hij had een belangrijke betrekking. Hij bezat de beroemde mevrouw Elfenau, hij bezat geld, een positie en hij genoot een eerbied, die het bezit van zulke dingen met zich meebrengt. Het was onmogelijk, aai de mensen hem geen achting zouden toedragen, ook al benijd den zij hem misschien wel, maar toch had dr. Altmann enige zeer juiste opmerkingen gemaakt „Liefde is een kunst." Gusti had die wijsheid enige tijd geleden ook uit een oosters boek geput, dat zijn bibliotheek versierde, of mis schien wel ontsierde. Maar het was niet ln hem opgekomen, dat ook hier in deze plechtige oude stad, onder mensen die opgevoed waren tot de arbeid in spaarzaamheid en het leven op christelijke grondslagen, de liefde met de kunst op gelijke voet gesteld moest worden. Liefde had voor hem altijd slechts het toppunt van genot betekend na een dag van harde arbeid en plichtsvervulling. Het was een ontspanning, een kosteloos genoegen, waaraan men zich als geheel vanzelfsprekend overgaf met de bedoeling een gezin te verwekken. Stond niet in de bijbel geschreven „Weest vruchtbaar en vermenigvul digt u". Men moest gehoorzamen. Maar liefde was meer Jan ge hoorzamer». Liefde was een instelling van de hemel (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 18