Is
,we
Indonesië ons Nederlandse
hebben het niet geweten'?
WONJI:
Eindelijk aan
ronde tafel
Chinese affaire
nooit opgelost
uniek in
de wereld
Studenten betogen en
vechten met politie
Door
Vragen
Huih Goudriaan
„Pacificatie"
Niet per ongeluk
Sadisten
Onmenselijke TNI
Geen systeem
Asielaanvrage Liao Ho-shu
Vicieuze cirkel
Britse PTT doet
langzaam-aan
Ruim 35.000 zagen
reeds „Fresco's
uit Florence*'
5
ZATERDAG 25 JANUARI 1969
„Dag, oorlogsmisdadiger!"
Op een Nederlands kantoor be
groet een jongeman zijn oudere
collega, die van 1945 tot 1948
als militair dienst deed in In
donesië. Een wat wrang grapje,
dat de afgelopen week wellicht
meer dan een keer is gemaakt.
Sinds vrijdagavond 17 janu
ari VARA's Achter het Nieuws
de psycholoog dr. J. E. Huetink
aan het woord liet over oorlogs
misdaden, die door Nederlan
ders in Indonesië zouden zijn
bedreven, is er heel wat losge
komen.
De tv-uitzending was het sein
voor een reeks van interviews en
ingezonden brieven in de Neder
landse dagbladen. Er tekenen
zich al gauw twee partqen af.
Aan een kant zü, die met dr.
Huetink menen dat in Indone
sië grote aantallen mensen on
nodig zjjn gemarteld en gedood,
aan de anere kant een groep die
verontwaardigd van leer trekt
tegen een „hetze, die onze jon
gens door het slijk haalt."
Nederlandse militairen
de aanval voor de bezetting van een
kampong.
Naarmate de week vordert, treedt
uit de twintig jaar oude kruitdamp
steeds duidelijker een „groep van het
midden" naar voren. Zij oordelen: Er
kwamen wreedheden voor, maar ge
zien het psychologische klimaat van
die dagen en de omstandigheid dat
een guerilla-oorlog moest worden ge
voerd, waren die nauwelijks te ver
mijden.
Inmiddels komt de generatie, die
nu jong is met vragen: heeft Neder
land zijn eigen „Vietnam", „Algerije"
of „Putten" gevonden?
Uit het geschrevene van de afgelo
pen week en gesprekken met oud
militairen die in Indonesië dienden,
hebben we iets avn de waarheid trach-
ten te distilleren.
Een gesprek met een dienstplichtig
soldaat van de verbindingsdienst, die
drie jaar in Indonesië was.
„Het was onze taak verbindingen te
maken en te herstellen. In de regel
werd gezegd: als de zaak wordt ver
broken kun je als afschrikwekkend
voorbeeld rustig enkele huizen in de
omgevi g in brand steken.
Dat was geen bevel, maar meer een
advies dat de luitenant enkele malen
heeft gegeven. Ik heb de boot altijd
afgehouden, omdat ik het nut er niet
van inzag. Die verhalen van „die bam
boe huisjes kosten toch niks" waren
natuurlijk onzin.
Ik heb ook meegemaakt dat we een
keer op een weg kwamen, die door
bomen werd versperd. De korporaal
vond het nodig toen met de bren in
alle richtingen, en door de huizen
heèn te schieten.
Ook heb ik een verhaal gehoord uit
de eerste hand en ik heb absoluut
geen redenen aan de waarheid ervan
te twijfelen dat mariniers enkele
gevangenen aan het verhoren waren,
en er een meisje bij kwam staan,
tientallen mensen, die in Indonesië
waren, niets van de oorlogsmisdaden
hebben gezien.
waarop iemand zei „we hebben geen
pottenkijkers nodig" en dat kind
doodschoot.
De mariniersposten in Oost-Java la
gen soms in woestijnlandschappen
daaraan zullen de TNI-soldaten ook
wel hebben meegewerkt maar als
dat het resultaat van onze „pacifica
tie" was, begrijp ik niet dat de Indo
nesiërs nog zo vriendelijk konden
zijn.
De kern van mijn betoog is dat
onder bepaalde omstandigheden de ge
middelde mens en in een guerilla
is dat niet te controleren tot zulke
daden komt. of het nu Duitsers, Fran
sen, Amerikanen of Nederlanders
zijn."
Uit een brief, die een stafofficier in
1949 aan De Groene Amsterdammer
schreef: „Wanneer een kampong
wordt gezuiverd is het gebruikelijk,
dat op iedereen die wegloopt, wordt
geschoten. En onze soldaten plegen
vrij zuiver te schieten! In het aan
tal doden is altijd met vrij grote ze
kerheid een vrij groot aantal onschul
dige boeren begrepen."
Een brief van een jong militair in
het Indonesië-nummer van Wending
in 1949: „En dat hele Nederlandse
volk dat rustig toelaat, dat wij ge
daald zijn tot Duits peil en dat het
toelaat, dat opgezweept door Elsevier
en consorten, honderdduizend jongens
met een rustig gezicht kampongs ver
branden, mensen neerknallen, dat is
een aanfluiting voor iedereen die iets
goeds wil doen."
„Van de 200.000 Nederlandse militai
ren, die in Indonesië zijn geweest,
waren er hoogstens 20.000 bij gevech
ten betrokken. Van die 20.000 zat on
geveer de helft dan nog op rustiger
plaatsen dan ik. Maar onder de over
gebleven 10.000 man had je ten eerste
een aantal sadisten, terwijl de si
tuatie bovendien tot sadisme provo
ceerde."
Het Tweede Kamerlid voor de
PvdA, Frans Goedhart, diende met
vier andere leden van zijn fractie in
volking, waar ze ook waren. Er wa
ren hospitaalsoldaten van vroeg tot
laat in de weer de bevolking te hel
pen en van medicamenten te voor
zien."
In afwachting van het antwoord
van de regering op het verzoek van
drs. Den Uyl de resultaten van het
onderzoek in 1949 op verzoek van
de heer Goedhart ingesteld bekend
te maken, kunnen de volgende kant
tekeningen worden gemaakt.
Er werd een guerrilla gevoerd,
waarbij de Nederlanders niet zacht
zinniger optraden dan de Fransen in
Algerije of de Amerikanen in Viet
nam. Misschien kan het voor ons Ne
derlanders, die al gauw vinden dat
we een goed figuur slaan vergeleken
met wat Duitsers, Russen, Engelsen
februari 1949 al een motie in waarin - etc uithaalden, heilzaam zijn dit te
op een onderzoek naar oorlogsmisda- accepteren,
den werd aangedrongen.
Tijdens de eerste politionele ac
tie kwam een verkenningspeloton
pantserwagens van de B-divisie als
een verrassing het stadje Djatibarang
ten westen van Cheribon. binnenval
len. De (republikeinse) Indonesische
politic bood de Nederlanders ogen
blikkelijk alle medewerking aan. De
politiemannen bleven gehandhaafd
en deden verder dienst onder toe
zicht van enkele ter plaatse achter
gelaten Nederlandse militaire».
Op de foto rechts met baret
pelotonscommandant kapitein Ch.
Blom, daarnaast lste It. H. W. Lede
boe?- (in nevenstaand artikel aan hei
icoord), beiden in gesprek met de
politiecommandant.
Ingezonden brieven in De Telegraaf
van donderdag j.l.: ...„misdaden tegen
de burgerbevolking, zoals de Duitsers
in Putten hebben begaan, zijn door
de Nederlandse troepen wel gepleegd
en niet per ongeluk door soldaten die
in de hitte van de strijd zonder op
dracht handelden.
Er zijn in dit opzicht uitdrukkelijk,
na rijp beraad en kalm overleg, door
Nederlandse commandanten orders
van deze strekking gegeven. Het on
omstotelijk bewijs daarvan kan men
o.a. vinden in Nederlandse Jurispru
dentie 1949 (nr. 147): het hartverscheu
rend relaas van een Nederlandse ma
rinier, die de zedelijke moed had een
misdadig bevel nl. tot platbranden
van een kampongstrook bij wijze van
represaille tegen de burgerbevolking
te weigeren.
Voor die weigering veroordeelde
het Hoog Militair Gerechtshof voor
Nederlands-Indië de marinier tot
twee jaar gevangenisstraf."
Een oud-marinier, thans douane
beambte te Amsterdam, vertelde dr.
Hueting: „Ik maakte mee dat een
auto met mariniers van mijn
compagnie op een mijn liep. Er wa
ren een paar doden, de rest van de
mannen werd doodgeschoten, 'jfenze
compagniescommandant liet daarop
honderd man aantreden.
De opdracht luidde als vergeldings
maatregel de nabijzijnde kampong in
brand te steken. De volgende dag
werd als extra strafmaatregel een ge
bied van tien bij tien kilometer plat
gebrand. Alle mannen die in dit ge
bied werden aangetroffen, moesten
onmiddellijk worden doodgeschoten.
Gewonden moesten ter plaatse wor
den afgemaakt."
Dr. Hueting wordt overstelpt met
telefoontjes van mensen, die nog
meer feitenmateriaal aandragen dat
zijn beschuldiging onderstreept. Over
het verwijt tegen zijn betoog voor de
VAR A-televisie, dat er slechts inci
denteel gruwelen voorkwamen, zegt
hij: „Wat doet het er toe als inciden
ten aan de lopende band plaatsheb
ben?"
De heer Hueting (40), die als mi
litair van 1947 tot 1950 in Indonesië
was vindt dat het vanzelf spreekt dat
De heer Goedhart nu: „De gegevens
waren afkomstig uit alle delen van
Indonesië, waar onze strijdkrachten
optraden: het ging dus om een al
gemeen verschijnsel, net zoals Hue
ting beweert." De resultaten van het
door de regering toegezegde onder
zoek werden ten slotte niet bekend,
doordat men de zaak liet versloffen.
Het oordeel van H. W. Ledeboer,
oud-reserve le luitenant, tijdens de
eerste politionele actie ingedeeld bij
de staf van de W-brigade, is vrij
gunstig voor de Nederlandse troepen.
Hij is nooit in aanraking gekomen
met iets dat lijkt op oorlogsmisdaden.
Hij maakte aan de spits van de
oprukkende troepen de opmars van
Bandoeng over Cheribon naar Sema-
rang mee.
„Het platbranden van een dorp met
dichte begroeiing, van waaruit een
aantal superieure tegenstanders her
haaldelijk aanvallen onderneemt op
een niet al te sterk bezette stelling, is
wellicht gegrond.
Bovendien hadden we te maken
met een tegenstander, die niet alleen
tegenover Nederlandse soldaten,
maar ook tegenover Nederlandse
vrouwen gespeend was van elke men
selijkheid. Ik heb nooit meegemaakt
dat gevangen genomen Nederlandse
militairen deze gevangenschap over
leefden.
In de gevallen, waarmee ik in aan
raking ben geweest, zijn deze militai
ren op een beestachtige manier afge
slacht. We hebben mensen terugge
vonden met de afgesneden geslachts
delen in de mond gestopt.
Ik neem overigens wel aan dat als
er oorlogsmisdaden onzerzijds zijn
gepleegd, dat die voortkwamen uit
onzekerheid ten opzichte van het om
ringende terrein en ten opzichte van
de tegenstander, en bij mensen die
door bijzondere omstandigheden een
verantwoordelijkheid opgelegd heb
ben gekregen, waarvoor ze mentaal
niet geschikt waren.
Inderdaad gebeurde het dat dienst
plichtige militairen, kersvers uit Ne
derland, onvoorbereid in het gevecht
werden gezonden, en voor situaties
kwamen te staan, die ze onmogelijk
konden verwerken.
Ik heb wel een aantal krijgsraad
processen meegemaakt, wegens plun
dering en geweldpleging door Neder
landse militairen waarbij de betrok
kenen zeer streng zijn gestraft."
Een journalist, die van 1946 tot
1953 in Indonesië werkte, wil bena
drukt zien dat er wellicht oor
logsmisdaden kunnen zijn voorgeko
men, maar dat het beslist geen sys
teem was.
„Wat de Duitsers deden werd dik
wijls van bovenaf voorgeschreven,
maar in Indonesië werden juist
reeksen dagorders uitgegeven, waarin
op humaan optreden werd aange
drongen. Het gros van de Neder
landse militairen kon ook zeer goed
opschieten met de Indonesische be-
WONJI Het bezoek van de Ko
ningin aan de ondernemingen van
Wonji in Midden-Ethiopië, betekent
een bekroning va het werk dat door
Nederladers en Ethiopiërs gezamen
lijk in een tijdsbestek van zeventien
jaren werd verricht
De landbouwkundige risico's waren
niet gering: de Wonji-vlakte ligt op
een hoogte van ongeveer 1500 m,
maar suikerriet is bij uitstek een
laaglandcultuur, maar het werd een
enorm succes en nu wordt op Wonji
een produktie bereikt, die uniek in
de gehele wereld kan worden ge
noemd. Daarom kon in 1962 een
tweede fabriek, Shoa, in bedrijf wor
den gesteld. Het gehele belang is on
dergebracht in een Ethiopische ven
nootschap, waarin Ethiopiërs voor 20
pet. deelnemen. Het totale aandelen
kapitaal bedraagt 75 miljoen gulden.
Een derde fabriek in Metahara wordt
november dit jaar in bedrijf gesteld,
De fabrieken Wonji en Shoa produ- I
ceren nu jaarlijks 70.000 ton suiker. i
PARIJS Vanmorgen om half
twaalf is in Parijs het vredesoverleg
over Vietnam begonnen. In het inter
nationale conferentiecentrum aan de
Avenue Kleber kwamen de voltal
lige delegaties van de Verenigde
Staten, Zuid-Vietnam, Noord-Viet-
nam en het Zuidvietnamese nationa
le Bebrijdingsfront bijeen oin een
daadwerkelijk begin te maken met
de vredesbesprekingen ter beëindi
ging van de oorlog.
De Amerikanen en de Zuidviet-
namezen gingen de vergaderzaal
binnen via een deur links en het
Bevrijdingsfront en de Noordvietna-
mezen gebruikten de deur rechts.
De vijftien Amerikaanse en de vijf
tien Zuidvietnamese afgevaardigden
namen plaats aan een kant van de
enorme ronde tafel. Het Bevrijdings
front en de Noordvietnamezen elk
ook met vijftien man vertegenwoor
digd ginigen tegenover hen zit
ten.
Elke oorlog is wreed, niemand kan
oorlogvoeren als een padvinder; de
vicieuze cirkel van angst en wraak is
in een guerrilla echter vrijwel onont
koombaar. En waar liggen nog de
scheidslijnen tussen misdaad en oor
log?
Het is hypocriet de staf te breken I
over de mentaliteit van de jonge sol
daat, die in een chaos als destijds in
Indonesië heerste, moest optreden te
gen tegenstanders die hem als boeven
en schurken („rampokkers en pelop- I-
pers") werden voorgeschoteld, en die
bovendien vaak werd geconfronteerd
met de verminkte lichamen van zijn I
vrienden.
Anderzijds: op eenzame buiten-
posten, met een nauwelijks te sig- j
naleren tegenstandei (elke boer kon
verdacht zijn), kregen sadisten alle
kansen ongestraft hun gang te gaan.
Het gaat niet aan de normen van
die dagen („onze jongens" werden er
immers heen gestuurd om het „scho
ne Insulinde te bevrijden van een
door Jappen opgehitste bende extre
misten. die de weerloze bevolking
uitbuitte") te lijf te gaan met onze
normen.
Nu weten we dat het „Merdeka"
van Indonesië past in het kader van
een reeks bevrijdingsoorlogen: een
historisch noodzakelijk proces van
onafhankelijk worden van Azië en
Afrika.
Toch kan klaarheid in deze zaak
zoals de heer Den Uyl zegt door
een nader onderzoek alleen maar
reoht doen aan degenen die zich door
de' uitspraken van dr. Hueting on
recht voelen aangedaan, en ook aan
degenen die vinden dat ten onrechte
misdaden worden gv heim gehouden.
Dit is de Chinese ingenieur Hsu
Tzu Ts'ai, die op geheimzinnige
wijze is overleden. Er zou ver
band bestaan tussen zijn myste
rieuze dood en het feit, dat de
Chinese diplomaat Liao Ho Shu
zich gisteren bij de Haagse poli
tie meldde.
(Vervolg van pag, 1)
DEN HAAG Dat het onder
duiken van de hoogste vertegen
woordiger van de Chinese Volks
republiek in ons land, Hiao
Ho-shu, te maken heeft met de
Chinese affaire van 1966 wordt
in Haagse diplomatieke kringen
algemeen aangenomen.
Deze wild-westachtige gebeurte
nissen begonnen op zaterdagmiddag
16 juli van dat jaar in de Maurits-
laan, .waar verschrikte Hagenaars
plotseling een Chinees in elkaar za
gen z»kken. die vervoleens in «lleriil
door landgenoten in een hu»s aan
deze laan werd binnengebracht.
D't nand werd door de Chinese
vertegenwoordi^n01 als 'oe'eseeleeen-
hei't vnnr pjjcten rrobniJkt. Fr logeer
den de Ingenieur Hsoe Tzoe-sai en nog
acht engere Chinese deskundigen die
naar Nederland waren gekomen om
een internationaal wptenschanneliik
congres over lastechniek in Delft bij
te wonen.
Politie en GGD werd de toegang
tot het gebouw ontzegd, ofschoon 7Ü
de ingenieur hoorden kermen. Na
overleg werd de ingenieur later toch
naar het Rode Kruisz'ekenhuis ver
voerd. Hier constateerde men le
vensgevaar! iihe verwondingen.
Invasie
Intussen was er een ware invasie
van Chinezen in het ziekenhuis gear
riveerd onder leiding van de nu on
dergedoken Liao Ho-shu. Enkelen
van hen hielden verplegend perso
neel aan de praat terwiil anderen de
zwaar gewonde van zijn bed rolden
en via de hoofdingang in een perso
nenauto met diplomatiek kenteken
plaatsten.
Reeds dezelfde dag werd de toen
malige zaakgelastigde Li En-chioe op
Buitenlandse Zaken ontboden, 's
Maandags bleek dat de ingenieur de
dag tevoren was overleden. De zaak
gelastigde moest ons land onmiddel
lijk verlaten.
Het onderzoek naar de dood van de
ingenieur wees uit, dal hij op ge
welddadige wijze om het leven was
gekomen. Dat bleek ook uit de sectie
die werd verricht nadat het lijk op
weg naar een crematorium werd on
derschept.
LONDEN De Londense eco
nomische hogeschool is door het
bestuur tot nader order gesloten
verklaard. Studenten hebben
vrijdagavond vernielingen in de
school aangericht. De politie
greep in en arresteerde elf stu
denten. Tweehonderd anderen
togen toen naar het politie
bureau om vrijlating van de elf
te eisen.
Zij gingen op straat zitten en be
lemmerden het verkeer. „De dood
aan de bourgeoisie", riepen zij tot
mensen in avondkleding, die van een
operavoorstelling kwamen. Iemand
werd daar zo nijdig over, dat hij met
zijn auto op de betogers inreed. De
politie heeft daarop met geweld de
De Nederlandse solduat als weldoener: het uitdelen van voedsel aan
de bevolking.
weg vrijgemaakt. Er zijn toen nog
enkele tientallen arrestaties verricht.
PARIJS
De Parijse studenten hebben vrij
dag geprobeerd de revolutie nieuw
leven in te blazen. Op verschillende
plaatsen in de stad bekogelden zij
politie-auto's met stenen, een scooter
werd in brand gestoken en leuzen
werden geschreeuwd.
Het gebouw van de juridische fa
culteit van de Sorbonne werd korte
tijd bezet. Vrijdagavond voerde de
politie een charge uit tegen een groep
van ongeveer vijftig studenten, die in
het Quartier Latin politie-auto's met
stenen bekogelden.
In de universiteit van Napels is het
vrijdagavond tot hevige gevechten
gekomen tussen linkse en rechtse
studenten. Een molotov-cocktail, die
in een der collegezalen werd gewor
pen, veroorzaakte een brand, die door
de brandweer snel kon worden ge
blust.
PAKISTAN
In drie steden van Pakistan zijn
vrijdagvijf mensen gedood, toen de
politie het vuur opende op woedende
betogers. In de grote steden de
monsteren de studenten voor
drastische democratische hervormin
gen. Vrijdag heeft een menigte van
ongeveer 10.000 betogers de gebou
wen van twee regeringsgezinde kran
ten bestormd.
LONDEN De nu reeds een week
durende staking om hoger loon van
telegrafisten die het verkeer met het
buitenland onderhouden heeft zozeer
de sympathie van het Britse
PTT-personeel, dat daar tot een lang-
zamer-aan-actie is besloten.
Van heden af werken de mensen
van posterijen en telefoon, in totaal
ruim 20000 man, niet meer op zondag,
terwijl voorts geen overuren meer
worden gemaakt.
De Chinese diplomaat Liao Ho
Shu, die zich bij de Haagse poli
tie heeft gemeld, omdat hij niet
terug wilde naar zijn land.
Inmiddels had de politie een uit
voerige wacht betrokken voor de
Chinese vertegenwoordiging aan de
Adrlaan Goekooplaan. Er stonden
voortdurend honderden mensen, ter
wijl men er ook trachtte te de
monstreren.
Represaille
Als represaille verklaarde Peking
de Nederlandse zaakgelastigde al
daar, de heer G. J. Jongejans, tot
persona non grata. Hij mocht China
evenwel niet uit. Tal van nota's tus
sen Nederland en China waren nodig
om hem naar Nederland te krijgen.
Pas op 3 januari 1967 keerde onze
diplomaat in Nederland terug, in een
uitwisseling met de acht in ons land
gebleven Chinese lasdeskundigen, die
voor verhoor in Den Haag beschik
baar moesten blijven.
De Chinezen lieten nimmer iets los
over de toedracht. Ze verklaarden
steeds dat de ingenieur een zelf
moordpoging had ondernomen door
uit een raam van het logiesgebouw te
springen.
AMSTERDAM In de drie weken
dat de tentoonstelling „Fresco's uit
Florence" wordt gehouden in het
Rijksmuseum, is deze al door meer
dan 35.000 mensen bezocht.
Onlangs is er nog een zeer belang
rijk fresco In de tentoonstelling opge
nomen.
Het fresco en de bijbehorende sinoi-
pia stellen voor de „Verkondiging
aan Maria" en Is vervaardigd door de
gebroeders Ambrogio en Pietro Lo-
renzetti die werkten tussen 1319 en
1348. Zij maakten het voor de kleine
kapel van een 12e-eeuwse kerk in de
streek ten zuidwesten van Siena,
waar het aan weerszijden van een
raam werd geschilderd.
De tentoonstelling is nog te bezich
tigen tot 9 maart
Weer vliegtuig gekaapt
MIAMI >e oiloot van een Ame
rikaanse vlle;U>lfl is vrijdag opnieuw
gedwongen naar Cuba te vliegen. Het
was een Boeing van .National Airli
nes" die met 40 pasagiers en zes be
manningsleden op weg was van Key
West naar Miami, in de staat Florida.