Naar vernieuwde samenleving MAAR HOE? De Goeden en de Slechten van minister Polak Kinderliefde op Sumatra DEZE WEEK JOURNAAL Binnens karoos ZATERDAG 25 JANUARI 196» Het gebeurt niet vaak, dat een proefschrift boeiende lectuur vormt. Toen ik uit een soort be roepsmatige belangstelling de dissertatie begon te lezen, waarmee Bernard Zijlstra in september aan de V.U. cum laude tot doctor in de rechten promoveerde, was het dan ook bepaald een mee valler, dat de inhoud niet alleen zoals verwacht mocht worden knap en degelijk was, maar ook, in zekere zin, spannend. Wat is nl. het geval: de ontwikkeling van de denkbeelden van de, in 1950 overleden, Engelse politicoloog Harold Laski, die in Zijlstra's boek uitvoerig beschreven wordt, doet slag op slag denken aan de ontwikkeling van enkele fundamentele ideeën, die in de antirevolutionaire partij een rol spelen of gespeeld hebben. Laski was een overtuigd socialist. Maar allerlei uit spraken uit zijn jongere ja- Dit la echt een rubriek voor heratellende grleppatiënten. Da genlang kan ze welk-nieuwa-dan-ook niets ache- len, hooguit vernemen ze vaag wat radiogeluid: Mia Smelt en de hoogtezondominee op de achter grond van hun koortsig soezig wegdommelen... Maar ziedaar, nauwelijks zakt de temperatuur tot de 37 graden, of de mense lijke nieuwsgierigheid wint het weer van alle letargle. Wat Is er intussen allemaal zonder ona niettemin gebeurd, vragen we ons af. En In deze hoek staat dat. samengeperst in mlnl-vorm, te lezen. De Kamgr is deze week druk met de BTWeeën; minister De Block dreigt met krasse maatre gelen als de koorts niet zakt. Een duurtetoeslag van f 25 per maand voor allen die nog geen nieuwe cao hebben, hangt in de lucht. De Kamer maakt zich boos over de briefportverhoging en het vervallen van de tweede postbestelling. Erkenning van de vereniging van homofielen COC De Block, dreigend ontmoet bij minister Polak weerstand, en de Kamermeerder heid valt hem bij. De regering gaat de uitvoering van het Deltaplan voor 100 pro cent betalen In plaats van 75 procent; drs. Aarden blijft vragen om een Kameronderzoek naar fusies; kredietbeperking, hogere aanbetaling en kortere afbeta- lingstijd treffen vooral de aan koop van personenauto's. Twee grote bedrijven verkeren In moeilijkheden: E.M. Jaarsma In Hilversum (haarden) en Mul- der-Vogem o.a. te Nieuw-Vennep (apparaten). Het Franse Péchlney (aluminium) gaat In het Sloege- bied duizend man werk brengen. Nauwelijks Is Richard Mul house Nixon geïnstalleerd als president van de Verenigde Sta ten. of er is In Nederland al Iemand In de kraag gegrepen die hem oorlogsmisdadiger noemt. Maar binnen twee maanden wordt nu toch een bestand in Vietnam verwacht. Onrust in Oost-Europa: myste rieuze schoten missen triomfe rend door Moskou rijdende kosmonauten. Praag vreest nieu we rellen rond de begrafenis van tan Palach er is een reeks zelfverbrandingen in Oost-Euro pa Er rommelt nog van alles In Europe, en bovendien blijft de Gaulle tot 1972. Gezegd „Materieel zijn we rijk, maar geestelijk verscheurd. Met ge weldige precisie reiken we naar de maan, maar hier op aarde vervallen we tot schrille tegen stellingen. We zitten gevangen in oorlog, hoewel we vrede wensen. We worden verscheurd door ver deeldheid, hoewel we eenheid wensen. We zien om ons lege levens, hoewel we vervulling wensen. We zien taken die ge daan moeten worden, wachtend op handen om ze uit te voeren." (Nixon) ren doen verrassend sterk denken aan Kuypers be faamde leer van de soeve reiniteit in eigen kring. Evenals Kuyper erkent hij bv. dat we met zoveel ver schillende gemeenschappen te doen hebben, dat geen en kele daarvan de mens in een omvattende greep gevangen houdt. De staat zegt Laski is maar één organisatie onder de vele, en die vele zijn geen onderdelen van die éne, die we de staat noemen. De staat ls niet de top van een hiërarchisch opgebouwde samenleving, hij is slechts één gemeenschap naast vele andere. Daarom kan ik vóór de kerk zijn en tegen de overheid, daar om kan ik het eens zijn met mijn vakbond en oneens met de staat Want en dan volgt een uitspraak die, komend uit de mond van iemand voor wie Kuyper waarschijnlijk een on bekende geweest zal zijn. wel bijzonder opvallend klinkt „want deze gemeenschappen zijn, in hun eigen kring, niet minder soeverein dan de staat zelf. WAT MOET In het ar-leven heeft deze „pluralistische" opvatting tot de laatste oorlog een rol van bete kenis gespeeld. Dat wil zeggen de leer, dat de maatschappij er niet uitziet als een kegel, waar van de top door de staat wordt gevormd, maar dat we in de samenleving te maken hebben met een groot aantal ge meenschappen van verschillend karakter, die in principe elk voor zich baas in eigen huis zijn. De situatie in de laatste de cennia heeft ertoe geleid, dat deze zienswijze in onze tijd niet meer zo sterk leeft als vroeger. Vooral na de oorlog moest de politiek zich voortdurend bezig houden met de vraag, wat er allemaal voor de overheid te doen viel en hoe dat gerea liseerd moest worden. Er lag voor de staat een uit gebreid onontgonnen terrein om te bewerken. Er was (en is) een onoverzienbare hoeveelheid werk voor regering en parle ment te doen, en het gaat er tegenwoordig steeds om wat de overheid moet doen. Daarmee is het probleem, wat een regering niet behoort te doen, meer en meer op de achtergrond ge raakt Met die laatste vraag hielden de antirevolutionairen van vóór de oorlog, die (o.a. als erfenis van de schoolstrijd) over het al gemeen huiverig tegenover de staat stonden, zich sterk bezig. Nog altijd staat er in het „be ginsel- en staatkundig pro gram" van de ARP, dat de Overheid de grenzen behoort te eerbiedigen, welke haar „in de eigen roeping en verantwoorde lijkheid van personen en sa menlevingsverbanden gesteld zijn", maar men krijgt niet de indruk dat dit stuk van artikel 4 voor het beleid van de partij essentieel is. En die praktijk wordt hier en daar door de the orie met kracht ondersteund. VERNIEUWEN Ik denk aan de bekende bro chure, die mr. Hoogendijk in 1967 schreef onder de titel „De samenleving vernieuwen". Met opzet neem ik deze publikatie als voorbeeld, omdat de auteur niet bij een oppositionele groep binnen de ARP is aangesloten. Wat in die brochure naar vo ren wordt gebracht, doet in me nig opzicht sympathiek aan; het boekje getuigt van bewogenheid met het lot van de „underdog", van een wereldwijde interesse Dr. A. C. de Ruiter, de schrijver van dit artikel, studeerde rechten aan de VU (1937-1942) en kwam enkele jaren na de oorlog als plv. griffier in dienst van de Tweede Kamer. Naast tal van artikelen, voornamelijk over het parlementaire werk, schreef hij twee boeken: „De grenzen van de over heidstaak in de a.r. staatsleer" (dissertatie 1961) en „Kaart van het onderwijs in Nederland" (Kok, Kampen, 1963). Dit laatste boekje schreef dr. De Ruiter vooral naar aanleiding van de Mammoetwet, waarbij hij als griffier van de onder wijscommissie van de Tweede Kamer nauw betrokken was. en van een meeleven ook met de heel verre naaste. De kwalen van onze huidige samenleving, de „benauwenis waarin tallozen verkeren" wij zen naar Hoogendijks overtui ging één weg: we zullen moeten ingrijpen in de structuren, in de architectuur van de samenle ving. En dat moet dan bepaald ook „ingrijpend" gebeuren: de structuren moeten „tot in de wortel, dat is radicaal, omgezet worden, vervangen, vernieuwd. Er moet een totaal andere maatschappijstructuur komen als evangelisch alternatief voor van onze samenleving lijkheid niet meer In geld be loond. Al met al kan ik het dan ook moeilijk anders zien, dan dat de vernieuwing van de samenle ving la Hoogendijk c.s. onver mijdelijk zou moeten uitlopen op een totalitair regime, dat de maatschappij van de regen in de drop terecht laat komen. GELIJKHEID Merkwaardig is nu en daarmee kom ik weer op het boek van Zijlstra terug dat we een soortgelijke gang van zaken als we hier binnen de ARP zagen, ook in Harold Laski's werk terugvinden. Ter wijl diens ideeën in een vroege re levensfase sterk herinnerden aan Kuyper c.s., vertonen zijn latere gedachten een frappante overeenkomst met die van ie mand als Hoogendijk. In 1935 al sprak Laski zich uit voor een „verandering van de grondslagen van de maatschappij". De enige weg daartoe zag hij in het mar xistische socialisme, nadat dit zich van de staal markt meester zou hebben gemaakt „Want al leen het marxisme kan een sa menleving tot stand brengen waarin werkelijk gelijkheid heerst!" COLLECTIVISME Zo'n maatschappij zag Laski al aanwezig in de Sovjetunie; de gebreken daarvan onder het stalinistisch bewind ten spijt maar die beschouwde hij als van voorbijgaande aard. In elk geval kon hij in het Rusland van zijn dagen (i.e. 1943) duide lijk de elementen ontdekken van een „universele broe derschap". Zeker na de inval in Tsje- choslowakije behoeven we niet zo bang te zijn dan antirevolu tionairen tot dezelfde conse quenties komen als de socialist Laski een kwart eeuw geleden. Het gaat Hoogendijk en zijn medestanders om de boodschap van Christus voor deze wereld, om „een gewonnen geven aan de maatstaven van Christus". En men mag er een zeker ver trouwen in hebben dat deze christelijke inspiratie er een waarborg voor zal zijn, dat geen terugval plaatsvindt naar een absolutistische staatsopvat ting, die door de christelijke partijen van het begin af aan met kracht van argumenten is afgewezen. Juist in onze tijd waarin het werk van de overheid noodge dwongen zo geweldig is toege nomen, is het van levensbelang dat we niet voor de verleiding van het collectivisme bezwij ken. „De staat heeft een taak met betrekking tot de ge hele maatschappij, maar hij de vervulling van die taak behoort hij de eigen aard, de eigen ver antwoordelijkheid en de eigen functie van de andere le venskringen te eerbiedigen." Dat schreef Ruppert in 1965. maar hét geldt niet minder in 1969! Het zou m.i. uitermate te betreuren zijn als deze gedachte onder de druk van de heden daagse lawineachtige evoluties verpletterd zou worden. Dr. A. C. de RUITER 1) From Pluralism to Collectivism. The development of Harold Laski's political thougt (Assen. 1968. 236 biz.) Minister Polak van Justitie is een beminnelijk mens en hij geniet intens en zichtbaar van een Kamerdebat (I). Van de milde kritiek van de KVP'er Van Schaik en de c.h. mej. Haars met haar „zeer, zeer langdurige ervaring in de prak tijk van de rechtsbedeling" welke vrouw durft haar dat in het openbaar na te zeggen via prof. Diepenhorst met zijn Ode aan de peuken en Boer Nuyens met zijn naaktcultus tot de pinnige aanval van mej. Goudsmit en mevrouw Singer. Wat hem betreft: ze kunnen nog wel even doorpraten. Alleen ver droot het hem op zijn oude dag te horen dat mevrouw Singer twijfel de aan zijn liberale gezindheid. Daar moet je bij hem niet mee aankomen; dat Is zijn heilig goed. Het ging over de homofilie en de vereniging die geen goedkeuring kreeg, het COC. Niet het CCO. zoals de voorzitter van het Consu menten Contact Orgaan Boersma later beweerde. Die is wel degelijk goedgekeurd. Natuurlijk was er weer een de monstratie. met ballonnetjes en snoepjes met lieve woordjes, zoals Ja, Ik wil. Liefde. Het deed de minister zijn zin voor humor niet verliezen. Tegen de Democrate Goudsmit: „Censuur is mij meer uit den boze dan u misschien In uw onschuld denkt"; Over de politie: „Bestaat uit doodgewone, zij het goede Nederlanders". De minister zei er niet bij wat met de rest van het gewone volk, de Slechten, moet gebeuren. Zo nu en dan eens op de Slech ten inhakken misschien. Maar blij ven de Goeden dan goed en wor den de Slechten er beter van? Verwarringwekkend, maar minister Polak zegt het. het zal dus wel zo zijn. Hij moet tenslotte de wet toe passen en daar staat hij sterk mee. ook In de kwestie van de homofilie. In de wet staat straf op huwelijkse ontrouw. Minister Polak heeft dat oude artikel weer eens van stal gehaald en als |e dat doet kun je met de wet in de hand zeggen: ik heb geen zin een vere- niginq goed te keuren en de vol gende dag de kans te lopen dat de rechter die vereniging gaat ver volgen. In de gevangenis worden de Slechten er wel beter van: zij krij gen 17 procent salarisverhoging om tabak te kopen Zo Is de Ode aan de peuken van prof. Diepen horst toch nog ergens goed voor aeweest: Drie oeuken is een siga retje een hemel op een gloeiend bedie en meer dan dat- Sommige Kamerleden hebben het Kerstreces goed benut: ze gin gen met vakantie en c.h.-dr. Schu ring liet „zl|n haar staan". We hebben een9 nagedacht welke ka lende Kamerleden het nog meer zouden moeten doen. Het zijn er niet zoveel. Toxopeus bijvoorbeeld kan het zich niet permitteren: hij heeft de rimpel hoog In het voor hoofd voor de buis hard nodig. Minister De Block ging deze week met vuur en verve met Ger- da Brautigam in de clinch. Hl) won en we hoorden dat vertegenwoor digers van vijf branches volgende week een donderspeech van hem zullen moeten aanhoren. Het was Minister Polak in politiek zadel wel een beetje voorbarig van me vrouw Brautigam nu met alle ge weld die prijzeninterpellatle te wil len. Ze had beter het advies van Biesheuvel kunnen volgen en de regeringsnota over het economisch beleid kunnen afwachten. Er staat toch al weinig of niets in de nota: de regering heeft geen zin in een debat en het wordt haar wel gemakkelijk gemaakt. Lonen er uit, prijzen weg; alleen de bezulni- qlngen en de f 900 miljoen be lastingcorrectie zitten er nog in. Maar de regering heeft gezegd: over deze zaken bereiken u nog voorstellen. Dat heeft dus ook al geen zin. Witteveen zit er nog druk op te broeden hoe hii hét allemaal rond moet krijgen Er is al wat binnen: de BTW In 1970. de schorsing van de investeringsaftrek (in 1970 f240 mll|oen) Dat laatste betalen de ondernemers dus MaBr de rest? Het blilft het arote politieke twlstount dit laar Iets voor e®n a.r.-8chot voor de hneo pis de be groting 1970 wordt Hpero<"noPkt? Toch eens kilken of de deoutaten- veroedering weer In |unl valt. Ook van de overschrl'c'ingen be7iiinlolnoskant (van cl» Searoiing 1969) is nieuws M'rin'er B"k'"»r van verkeer en wate'S'eat. d;» In twee laar tlld de materie hee*i le ren beheersen elsof hll elke dsq een kwartiertje grondmechanisch ri'dt dan een half uur de kaart van Nederland bestudeert, vervolnens even qaat kijken hoe de bodem van de Weeterarhelde bil KCulnin- qen er nu weer bl| ligt om tenslot te via ri|ksweg 15 (vla de Duitse qrens) „even kijken of hef kor ter kan" naar het noorden af te zakken; het slibtronsport bij Ame land opmeten en de dijkhoogte bij Balgzand berekenen, vertelde dat het graven van de geul voor de Nieuwe Waterweg f150 mil|oen tegenvalt. Dat kun je geen overschrildlnq meer noemen, maar een zondvloed. Werk dat maar eens weg met bezulnlqingen elders. En toch zal het moeten van collega Witteveen. Minister Bakker zal er wel als eerste uitgehaald worden als we in de rij moeten gaan staan om te veel betaalde belasting terug te krlioen. Weinig nieuws van het socia listische front. Daar worden de messen vast geslepen voor het congres In maart. C. van der WILD de huidige, welke zichzelf in haar vruchten, in het onrecht dat zij voortbrengt, veroor deelt" OM HALS Dat zijn sterke woorden en schrijver beukt er bij herhaling mee op zijn lezers los. Maar bij mij rust de vraag of het óóit mogelijk zal zijn om de maatschappij zo radicaal te veranderen zonder de vrijheid van de burgers en van de di verse organisaties radicaal om hals te brengen. Want die om zetting zal alléén door de staat gerealiseerd kunnen worden, de staat die de machtsmiddelen in handen heeft en die ervoor moet zorgen dat ook de onwil- lenden en de tegenstribbelaars meedoen: anders komt er im mers niets van terecht! Eén voorbeeld: Hoogendijk staat uitermate kritisch tegen over de inkomensverschillen die we in onze maatschappij aan treffen: waarom moet een dok ter meer verdienen dan een verpleegster, en waarom krijgt een fabrieksdirecteur meer dan een ploegbaas? Maar van mijn kant vraag ik: wie is de man, of de instantie, die precies kan uitmaken wat iedereen naar recht en billijk heid mag of moet verdienen? In elk geval is het zo, dat een stelsel waarbij over de hele li nie vastgesteld wordt hoe hoog iemands inkomen zal zijn (ook in de vrije beroepen uiteraard!) een enorme controle en een he le serie drastische dwangmaat regelen zou vergen. En aan zal men maar moeten vertrouwen, dat iedereen plichtsgetrouw zijn werk blijft doen, ook al wordt extra kunde en verantwoorde- In de ruim veertien jaar dat ik yoor deze krant recenseer, heb ik uiteraard veel romans moeten le zen. Ik doe nooit mijn best de dingen die Ik heb gelezen te ont houden. Wat men dan wel ont houdt is meestal op de een o andere manier goed. want wat on belangrijk is onthoudt men nie spontaan. Van Aya Zikkens vroeger verha lend werk, voorzover Ik dat heb gelezen, herinner ik me vrij duide lijk Hut 277 van 1962 en Geen wolf te zien van 1963. De eerstgenoem de kleine roman ging over vijf vrouwen die allen, om verschil lende redenen maar met hetzelfde doel. naar Israël varen. Het andere verhaal gaat over een conflict tus sen moeder en dochter. In Raméth keert de schrijfster te rug tot het land van haar jeugd: het voormalig Nederlandsch-Oost- Indië, nader: Sumatra. Raméth ls een ongeveer tienjarig jongetje. zoon van een naar Nederland ver dwenen blanke vader en een Su- matraanse moeder De „ik" van de geschiedenis is de negenjarige dochter van een schoolhoofd, die getrouwd Is met een ontwikkelde vrouw die veel voelt voor dilettan ten-toneel. Mevrouw Zikken tekent zichzelf als een nogal lastig kind, dat niet temin op haar ouders 19 gesteld. Het boek beschrijft de periode dat de kindervriendschap tot een heel vroege, maar echte liefde leidt Als tegen het einde van het verhaal een verhuizing naar een stad op Java wordt overwogen en het meisje examen moet doen om tot de middelbare school te kunnen worden toegelaten, verknoeit ze dit examen opzettelijk omdat ze niet bij haar vriendje weg wil. De afloop van een en ander wordt niet vermeld. Deze scherpe lijst waarin het verhaal gevat is. Is een letterkun dige deugd De schrijfster concen treert zich op haar thema en door buiten de lijst te laten vallen wat voor dat centrale onderwerp niet essentieel is. krijgt dit duidelijk re liëf. De omslagtekening van Henri de Haas toont een ovaal, dat een spiegel kan voorstellen maar voor mijn gevoel de duidelijke omgren zing van het romanthema sugge reert. Vooral ook door de, verschillende gekleurde, vijf klei nere ovalen binnen het buitenste ovaal, die dan tenslotte een veld overlaten waarin de romantitel Is getekend. Dat klopt, want binnen de con centratie op het thema zijn er klei nere ovalen van concentratie: het milieu, de huisqenoten, de andere mensen. Raméth zoals het meisje hem ziet en tenslotte de ik zelf. Tot hier zelfs werkt de concentra tie door, want alles wordt van het kind uk gezien. Mevrouw Zikken Is zich het ge- 9 Het vermaarde „Karbouwengat" bij Fort da Koek op Sumatra. vaar bewust geweest dat aan het beschrijven van jeugdherinneringen Inherent is. Men vervalt gemakke lijk In een vertederde zelfbeschou wing. zoiets In de geest van: wat was ik toch een interessant, ge voelig en beqaafd kindl Niets hier van. Wel komt duidelijk naar voren het hartarondla partl|klezen voor de wereld en de zienswl|ze van de vereerde lonqen een tvol9ch vrou- welilke trek: de Identificatie met de geliefde. Het kind Is een beetje een en fant terrible, het heeft zich nog niet geschikt In de spelregels van de volwassen wereld Het staat op de breuklijn van bruin en blank, van Indië -n Holland, van de blan ke baas en de horlqe Inlander Maar ook op de breuklijn van de ontvankellike kinderlijkheid en de niets ontziende kritiek van de pu berteit. Zo Is dit boek een bijdrage tot de kinderpsychologie Dit natuur- lllk niet In direct wetenschaope- lllke zin, want het boek gaat over één geval en over een kind dat anders ls dan het gemiddelde Maar de lectuur van een gevat als dit kan voor een psycholoog ver helderend zlin. Vergelijkt man dit boek met Orpheus in de dessa van Augusta de Wit. dan treft bi| mevrouw Zik ken het afzien van elke ooëtische visie om die visie, de afwezigheid van estheticisme. Het verhaal ls niet poëtisch In romantlsch-verte- derende zin, maar ook niet rea listisch op de hedendaagse over trokken manier. De schrijfster ex perimenteert niet en doet niet mo dieus en ze weet haar eigen ni veau tot het laatste toe te handha ven. We hebben hier met rijp werk te doen, want rilpheld betekent dat men zijn eigen grenzen kent en eerbiedigt, en binnen die grenzen 3treeft naar het beste dat men kan. Nederlandech-Oost-Indlë (de ech horen erbij) ligt alweer een kwart eeuw achter ons. De mensen die het Intiem gekend hebben, worden ouder en kleiner In tal Natuurli|k blijft er een enorme hoeveelheid Naar aanleiding van Aya Zikken, Raméh, verslag van een liefde. Uitgeverij De Arbeiders pers, Amsterdam, 115 bh., 9.50. documentatiemateriaal bewaard. Gedichten, maar meer nog romans en novellen houden herinneringen van binnen uit vast; ze kunnen niet aeml8t worden Ook daarom ls een boek als dit van waarde. Ik eindig met enkele uitspraken die ik aangestreept heb. „Wie zon diade had het meestal goed en ik wilde het qoed hebben" (27). „Het gina In miin lichaam zitten: wilien sterven om tot leven gewekt te worden door aen liefdeskus en ver baasd (verdwaasd?) een nieuw le ven te beqlrvnen. Het spel Is me lanq bilgebleven. Te lang (34). „Die ene'seconde voordat |e zult zien wat er achter een muur ligt, behoort tot de beste, de meest oowlndend» oaenblikken van het leven" (42). „Ik wist ook dat ik heel veel hield van ml|n vader. Hij was niet de machtloste man op de wereld maar wel de liefste. Toch voelde ik dat Ik op dit belangrijk moment van mijn leven zoals bij zoveel andere belangrl|ke momen ten, weer niets aan hem zou Reb ben" (76) „Wat niet mag Is zonde, stelde Raméth vast, maar als Iets zonde is dan ls het meestal fijn. Hoe dat komt? Ik wist het niet" (59). Dit Is de eerlllkheld van de goe de soort. Deze afkeer van loze fraalioheld In beschrllvlng en den ken Is modern In de goede zin ven het woord. Misschien i9 deze eën- voudloe kleine romen (geen novel le: de karaktertekening Is te In dringend voor een novelle) In zijn kern moderner dan veel doelbe wust modernistisch geschrijf Voor ml) ls dit het beate boek dat ik van Aya Zikken ken DR. C. RIJNSDORP.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 14