Naar vernieuwde samenleving
MAAR
HOE?
De
Goeden en de
Slechten van
minister Polak
Kinderliefde op Sumatra
DEZE
WEEK
JOURNAAL
Binnens karoos
ZATERDAG 25 JANUARI 196»
Het gebeurt niet vaak, dat een proefschrift boeiende lectuur vormt. Toen ik uit een soort be
roepsmatige belangstelling de dissertatie begon te lezen, waarmee Bernard Zijlstra in september
aan de V.U. cum laude tot doctor in de rechten promoveerde, was het dan ook bepaald een mee
valler, dat de inhoud niet alleen zoals verwacht mocht worden knap en degelijk was, maar
ook, in zekere zin, spannend. Wat is nl. het geval: de ontwikkeling van de denkbeelden van de,
in 1950 overleden, Engelse politicoloog Harold Laski, die in Zijlstra's boek uitvoerig beschreven
wordt, doet slag op slag denken aan de ontwikkeling van enkele fundamentele ideeën, die in de
antirevolutionaire partij een rol spelen of gespeeld hebben.
Laski was een overtuigd
socialist. Maar allerlei uit
spraken uit zijn jongere ja-
Dit la echt een rubriek voor
heratellende grleppatiënten. Da
genlang kan ze
welk-nieuwa-dan-ook niets ache-
len, hooguit vernemen ze vaag
wat radiogeluid: Mia Smelt en de
hoogtezondominee op de achter
grond van hun koortsig soezig
wegdommelen... Maar ziedaar,
nauwelijks zakt de temperatuur
tot de 37 graden, of de mense
lijke nieuwsgierigheid wint het
weer van alle letargle. Wat Is er
intussen allemaal zonder ona
niettemin gebeurd, vragen we
ons af. En In deze hoek staat
dat. samengeperst in mlnl-vorm,
te lezen.
De Kamgr is deze week druk
met de BTWeeën; minister De
Block dreigt met krasse maatre
gelen als de koorts niet zakt.
Een duurtetoeslag van f 25 per
maand voor allen die nog geen
nieuwe cao hebben, hangt in de
lucht.
De Kamer maakt zich boos
over de briefportverhoging en
het vervallen van de tweede
postbestelling. Erkenning van de
vereniging van homofielen COC
De Block, dreigend
ontmoet bij minister Polak
weerstand, en de Kamermeerder
heid valt hem bij.
De regering gaat de uitvoering
van het Deltaplan voor 100 pro
cent betalen In plaats van 75
procent; drs. Aarden blijft vragen
om een Kameronderzoek naar
fusies; kredietbeperking, hogere
aanbetaling en kortere afbeta-
lingstijd treffen vooral de aan
koop van personenauto's.
Twee grote bedrijven verkeren
In moeilijkheden: E.M. Jaarsma In
Hilversum (haarden) en Mul-
der-Vogem o.a. te Nieuw-Vennep
(apparaten). Het Franse Péchlney
(aluminium) gaat In het Sloege-
bied duizend man werk brengen.
Nauwelijks Is Richard Mul
house Nixon geïnstalleerd als
president van de Verenigde Sta
ten. of er is In Nederland al
Iemand In de kraag gegrepen die
hem oorlogsmisdadiger noemt.
Maar binnen twee maanden
wordt nu toch een bestand in
Vietnam verwacht.
Onrust in Oost-Europa: myste
rieuze schoten missen triomfe
rend door Moskou rijdende
kosmonauten. Praag vreest nieu
we rellen rond de begrafenis van
tan Palach er is een reeks
zelfverbrandingen in Oost-Euro
pa
Er rommelt nog van alles In
Europe, en bovendien blijft de
Gaulle tot 1972.
Gezegd
„Materieel zijn we rijk, maar
geestelijk verscheurd. Met ge
weldige precisie reiken we naar
de maan, maar hier op aarde
vervallen we tot schrille tegen
stellingen. We zitten gevangen in
oorlog, hoewel we vrede wensen.
We worden verscheurd door ver
deeldheid, hoewel we eenheid
wensen. We zien om ons lege
levens, hoewel we vervulling
wensen. We zien taken die ge
daan moeten worden, wachtend
op handen om ze uit te voeren."
(Nixon)
ren doen verrassend sterk
denken aan Kuypers be
faamde leer van de soeve
reiniteit in eigen kring.
Evenals Kuyper erkent hij
bv. dat we met zoveel ver
schillende gemeenschappen
te doen hebben, dat geen en
kele daarvan de mens in een
omvattende greep gevangen
houdt. De staat zegt Laski
is maar één organisatie
onder de vele, en die vele
zijn geen onderdelen van die
éne, die we de staat noemen.
De staat ls niet de top van
een hiërarchisch opgebouwde
samenleving, hij is slechts één
gemeenschap naast vele andere.
Daarom kan ik vóór de kerk
zijn en tegen de overheid, daar
om kan ik het eens zijn met
mijn vakbond en oneens met de
staat Want en dan volgt een
uitspraak die, komend uit de
mond van iemand voor wie
Kuyper waarschijnlijk een on
bekende geweest zal zijn. wel
bijzonder opvallend klinkt
„want deze gemeenschappen
zijn, in hun eigen kring, niet
minder soeverein dan de staat
zelf.
WAT MOET
In het ar-leven heeft deze
„pluralistische" opvatting tot de
laatste oorlog een rol van bete
kenis gespeeld. Dat wil zeggen
de leer, dat de maatschappij er
niet uitziet als een kegel, waar
van de top door de staat wordt
gevormd, maar dat we in de
samenleving te maken hebben
met een groot aantal ge
meenschappen van verschillend
karakter, die in principe elk
voor zich baas in eigen huis
zijn.
De situatie in de laatste de
cennia heeft ertoe geleid, dat
deze zienswijze in onze tijd niet
meer zo sterk leeft als vroeger.
Vooral na de oorlog moest de
politiek zich voortdurend bezig
houden met de vraag, wat er
allemaal voor de overheid te
doen viel en hoe dat gerea
liseerd moest worden.
Er lag voor de staat een uit
gebreid onontgonnen terrein om
te bewerken. Er was (en is) een
onoverzienbare hoeveelheid
werk voor regering en parle
ment te doen, en het gaat er
tegenwoordig steeds om wat de
overheid moet doen. Daarmee is
het probleem, wat een regering
niet behoort te doen, meer en
meer op de achtergrond ge
raakt
Met die laatste vraag hielden
de antirevolutionairen van vóór
de oorlog, die (o.a. als erfenis
van de schoolstrijd) over het al
gemeen huiverig tegenover de
staat stonden, zich sterk bezig.
Nog altijd staat er in het „be
ginsel- en staatkundig pro
gram" van de ARP, dat de
Overheid de grenzen behoort te
eerbiedigen, welke haar „in de
eigen roeping en verantwoorde
lijkheid van personen en sa
menlevingsverbanden gesteld
zijn", maar men krijgt niet de
indruk dat dit stuk van artikel
4 voor het beleid van de partij
essentieel is. En die praktijk
wordt hier en daar door de the
orie met kracht ondersteund.
VERNIEUWEN
Ik denk aan de bekende bro
chure, die mr. Hoogendijk in
1967 schreef onder de titel „De
samenleving vernieuwen". Met
opzet neem ik deze publikatie
als voorbeeld, omdat de auteur
niet bij een oppositionele groep
binnen de ARP is aangesloten.
Wat in die brochure naar vo
ren wordt gebracht, doet in me
nig opzicht sympathiek aan; het
boekje getuigt van bewogenheid
met het lot van de „underdog",
van een wereldwijde interesse
Dr. A. C. de Ruiter, de schrijver van dit artikel, studeerde
rechten aan de VU (1937-1942) en kwam enkele jaren na
de oorlog als plv. griffier in dienst van de Tweede Kamer.
Naast tal van artikelen, voornamelijk over het parlementaire
werk, schreef hij twee boeken: „De grenzen van de over
heidstaak in de a.r. staatsleer" (dissertatie 1961) en „Kaart
van het onderwijs in Nederland" (Kok, Kampen, 1963). Dit
laatste boekje schreef dr. De Ruiter vooral naar aanleiding
van de Mammoetwet, waarbij hij als griffier van de onder
wijscommissie van de Tweede Kamer nauw betrokken was.
en van een meeleven ook met
de heel verre naaste.
De kwalen van onze huidige
samenleving, de „benauwenis
waarin tallozen verkeren" wij
zen naar Hoogendijks overtui
ging één weg: we zullen moeten
ingrijpen in de structuren, in de
architectuur van de samenle
ving. En dat moet dan bepaald
ook „ingrijpend" gebeuren: de
structuren moeten „tot in de
wortel, dat is radicaal, omgezet
worden, vervangen, vernieuwd.
Er moet een totaal andere
maatschappijstructuur komen
als evangelisch alternatief voor
van onze
samenleving
lijkheid niet meer In geld be
loond.
Al met al kan ik het dan ook
moeilijk anders zien, dan dat de
vernieuwing van de samenle
ving la Hoogendijk c.s. onver
mijdelijk zou moeten uitlopen
op een totalitair regime, dat de
maatschappij van de regen in
de drop terecht laat komen.
GELIJKHEID
Merkwaardig is nu en
daarmee kom ik weer op het
boek van Zijlstra terug dat
we een soortgelijke gang van
zaken als we hier binnen de
ARP zagen, ook in Harold
Laski's werk terugvinden. Ter
wijl diens ideeën in een vroege
re levensfase sterk herinnerden
aan Kuyper c.s., vertonen zijn
latere gedachten een frappante
overeenkomst met die van ie
mand als Hoogendijk.
In 1935 al sprak Laski zich
uit voor een „verandering van
de grondslagen van de
maatschappij". De enige weg
daartoe zag hij in het mar
xistische socialisme, nadat dit
zich van de staal markt meester
zou hebben gemaakt „Want al
leen het marxisme kan een sa
menleving tot stand brengen
waarin werkelijk gelijkheid
heerst!"
COLLECTIVISME
Zo'n maatschappij zag Laski
al aanwezig in de Sovjetunie;
de gebreken daarvan onder het
stalinistisch bewind ten spijt
maar die beschouwde hij als
van voorbijgaande aard. In elk
geval kon hij in het Rusland
van zijn dagen (i.e. 1943) duide
lijk de elementen ontdekken
van een „universele broe
derschap".
Zeker na de inval in Tsje-
choslowakije behoeven we niet
zo bang te zijn dan antirevolu
tionairen tot dezelfde conse
quenties komen als de socialist
Laski een kwart eeuw geleden.
Het gaat Hoogendijk en zijn
medestanders om de boodschap
van Christus voor deze wereld,
om „een gewonnen geven aan
de maatstaven van Christus".
En men mag er een zeker ver
trouwen in hebben dat deze
christelijke inspiratie er een
waarborg voor zal zijn, dat
geen terugval plaatsvindt naar
een absolutistische staatsopvat
ting, die door de christelijke
partijen van het begin af aan
met kracht van argumenten is
afgewezen.
Juist in onze tijd waarin het
werk van de overheid noodge
dwongen zo geweldig is toege
nomen, is het van levensbelang
dat we niet voor de verleiding
van het collectivisme bezwij
ken. „De staat heeft een
taak met betrekking tot de ge
hele maatschappij, maar hij de
vervulling van die taak behoort
hij de eigen aard, de eigen ver
antwoordelijkheid en de eigen
functie van de andere le
venskringen te eerbiedigen."
Dat schreef Ruppert in 1965.
maar hét geldt niet minder in
1969! Het zou m.i. uitermate te
betreuren zijn als deze gedachte
onder de druk van de heden
daagse lawineachtige evoluties
verpletterd zou worden.
Dr. A. C. de RUITER
1) From Pluralism to Collectivism.
The development of Harold Laski's
political thougt (Assen. 1968. 236 biz.)
Minister Polak van Justitie
is een beminnelijk mens en hij
geniet intens en zichtbaar van
een Kamerdebat (I). Van de
milde kritiek van de KVP'er
Van Schaik en de c.h. mej.
Haars met haar „zeer, zeer
langdurige ervaring in de prak
tijk van de rechtsbedeling"
welke vrouw durft haar dat in
het openbaar na te zeggen
via prof. Diepenhorst met zijn
Ode aan de peuken en Boer
Nuyens met zijn naaktcultus tot
de pinnige aanval van mej.
Goudsmit en mevrouw Singer.
Wat hem betreft: ze kunnen nog
wel even doorpraten. Alleen ver
droot het hem op zijn oude dag te
horen dat mevrouw Singer twijfel
de aan zijn liberale gezindheid.
Daar moet je bij hem niet mee
aankomen; dat Is zijn heilig goed.
Het ging over de homofilie en de
vereniging die geen goedkeuring
kreeg, het COC. Niet het CCO.
zoals de voorzitter van het Consu
menten Contact Orgaan Boersma
later beweerde. Die is wel degelijk
goedgekeurd.
Natuurlijk was er weer een de
monstratie. met ballonnetjes en
snoepjes met lieve woordjes, zoals
Ja, Ik wil. Liefde. Het deed de
minister zijn zin voor humor niet
verliezen. Tegen de Democrate
Goudsmit: „Censuur is mij meer
uit den boze dan u misschien
In uw onschuld denkt"; Over de
politie: „Bestaat uit doodgewone,
zij het goede Nederlanders". De
minister zei er niet bij wat met de
rest van het gewone volk, de
Slechten, moet gebeuren.
Zo nu en dan eens op de Slech
ten inhakken misschien. Maar blij
ven de Goeden dan goed en wor
den de Slechten er beter van?
Verwarringwekkend, maar minister
Polak zegt het. het zal dus wel zo
zijn.
Hij moet tenslotte de wet toe
passen en daar staat hij sterk
mee. ook In de kwestie van de
homofilie. In de wet staat straf op
huwelijkse ontrouw. Minister Polak
heeft dat oude artikel weer eens
van stal gehaald en als |e dat doet
kun je met de wet in de hand
zeggen: ik heb geen zin een vere-
niginq goed te keuren en de vol
gende dag de kans te lopen dat
de rechter die vereniging gaat ver
volgen.
In de gevangenis worden de
Slechten er wel beter van: zij krij
gen 17 procent salarisverhoging
om tabak te kopen Zo Is de Ode
aan de peuken van prof. Diepen
horst toch nog ergens goed voor
aeweest: Drie oeuken is een siga
retje een hemel op een gloeiend
bedie en meer dan dat-
Sommige Kamerleden hebben
het Kerstreces goed benut: ze gin
gen met vakantie en c.h.-dr. Schu
ring liet „zl|n haar staan". We
hebben een9 nagedacht welke ka
lende Kamerleden het nog meer
zouden moeten doen. Het zijn er
niet zoveel. Toxopeus bijvoorbeeld
kan het zich niet permitteren: hij
heeft de rimpel hoog In het voor
hoofd voor de buis hard nodig.
Minister De Block ging deze
week met vuur en verve met Ger-
da Brautigam in de clinch. Hl) won
en we hoorden dat vertegenwoor
digers van vijf branches volgende
week een donderspeech van hem
zullen moeten aanhoren. Het was
Minister Polak in politiek zadel
wel een beetje voorbarig van me
vrouw Brautigam nu met alle ge
weld die prijzeninterpellatle te wil
len. Ze had beter het advies van
Biesheuvel kunnen volgen en de
regeringsnota over het economisch
beleid kunnen afwachten.
Er staat toch al weinig of niets
in de nota: de regering heeft geen
zin in een debat en het wordt haar
wel gemakkelijk gemaakt. Lonen er
uit, prijzen weg; alleen de bezulni-
qlngen en de f 900 miljoen be
lastingcorrectie zitten er nog in.
Maar de regering heeft gezegd:
over deze zaken bereiken u nog
voorstellen. Dat heeft dus ook al
geen zin.
Witteveen zit er nog druk op te
broeden hoe hii hét allemaal rond
moet krijgen Er is al wat binnen:
de BTW In 1970. de schorsing van
de investeringsaftrek (in 1970
f240 mll|oen) Dat laatste betalen
de ondernemers dus MaBr de
rest? Het blilft het arote politieke
twlstount dit laar Iets voor e®n
a.r.-8chot voor de hneo pis de be
groting 1970 wordt Hpero<"noPkt?
Toch eens kilken of de deoutaten-
veroedering weer In |unl valt.
Ook van de overschrl'c'ingen
be7iiinlolnoskant (van cl» Searoiing
1969) is nieuws M'rin'er B"k'"»r
van verkeer en wate'S'eat. d;» In
twee laar tlld de materie hee*i le
ren beheersen elsof hll elke dsq
een kwartiertje grondmechanisch
ri'dt dan een half uur de kaart van
Nederland bestudeert, vervolnens
even qaat kijken hoe de bodem
van de Weeterarhelde bil KCulnin-
qen er nu weer bl| ligt om tenslot
te via ri|ksweg 15 (vla de Duitse
qrens) „even kijken of hef kor
ter kan" naar het noorden af te
zakken; het slibtronsport bij Ame
land opmeten en de dijkhoogte bij
Balgzand berekenen, vertelde dat
het graven van de geul voor de
Nieuwe Waterweg f150 mil|oen
tegenvalt. Dat kun je geen
overschrildlnq meer noemen, maar
een zondvloed.
Werk dat maar eens weg met
bezulnlqingen elders. En toch zal
het moeten van collega Witteveen.
Minister Bakker zal er wel als
eerste uitgehaald worden als we in
de rij moeten gaan staan om te
veel betaalde belasting terug te
krlioen.
Weinig nieuws van het socia
listische front. Daar worden de
messen vast geslepen voor het
congres In maart.
C. van der WILD
de huidige, welke zichzelf in
haar vruchten, in het onrecht
dat zij voortbrengt, veroor
deelt"
OM HALS
Dat zijn sterke woorden en
schrijver beukt er bij herhaling
mee op zijn lezers los.
Maar bij mij rust de vraag of
het óóit mogelijk zal zijn om de
maatschappij zo radicaal te
veranderen zonder de vrijheid
van de burgers en van de di
verse organisaties radicaal om
hals te brengen. Want die om
zetting zal alléén door de staat
gerealiseerd kunnen worden, de
staat die de machtsmiddelen in
handen heeft en die ervoor
moet zorgen dat ook de onwil-
lenden en de tegenstribbelaars
meedoen: anders komt er im
mers niets van terecht!
Eén voorbeeld: Hoogendijk
staat uitermate kritisch tegen
over de inkomensverschillen die
we in onze maatschappij aan
treffen: waarom moet een dok
ter meer verdienen dan een
verpleegster, en waarom krijgt
een fabrieksdirecteur meer dan
een ploegbaas?
Maar van mijn kant vraag ik:
wie is de man, of de instantie,
die precies kan uitmaken wat
iedereen naar recht en billijk
heid mag of moet verdienen? In
elk geval is het zo, dat een
stelsel waarbij over de hele li
nie vastgesteld wordt hoe hoog
iemands inkomen zal zijn (ook
in de vrije beroepen uiteraard!)
een enorme controle en een he
le serie drastische dwangmaat
regelen zou vergen. En aan zal
men maar moeten vertrouwen,
dat iedereen plichtsgetrouw zijn
werk blijft doen, ook al wordt
extra kunde en verantwoorde-
In de ruim veertien jaar dat ik
yoor deze krant recenseer, heb ik
uiteraard veel romans moeten le
zen. Ik doe nooit mijn best de
dingen die Ik heb gelezen te ont
houden. Wat men dan wel ont
houdt is meestal op de een o
andere manier goed. want wat on
belangrijk is onthoudt men nie
spontaan.
Van Aya Zikkens vroeger verha
lend werk, voorzover Ik dat heb
gelezen, herinner ik me vrij duide
lijk Hut 277 van 1962 en Geen wolf
te zien van 1963. De eerstgenoem
de kleine roman ging over vijf
vrouwen die allen, om verschil
lende redenen maar met hetzelfde
doel. naar Israël varen. Het andere
verhaal gaat over een conflict tus
sen moeder en dochter.
In Raméth keert de schrijfster te
rug tot het land van haar jeugd:
het voormalig Nederlandsch-Oost-
Indië, nader: Sumatra. Raméth ls
een ongeveer tienjarig jongetje.
zoon van een naar Nederland ver
dwenen blanke vader en een Su-
matraanse moeder De „ik" van de
geschiedenis is de negenjarige
dochter van een schoolhoofd, die
getrouwd Is met een ontwikkelde
vrouw die veel voelt voor dilettan
ten-toneel.
Mevrouw Zikken tekent zichzelf
als een nogal lastig kind, dat niet
temin op haar ouders 19 gesteld.
Het boek beschrijft de periode dat
de kindervriendschap tot een heel
vroege, maar echte liefde leidt Als
tegen het einde van het verhaal
een verhuizing naar een stad op
Java wordt overwogen en het
meisje examen moet doen om tot
de middelbare school te kunnen
worden toegelaten, verknoeit ze
dit examen opzettelijk omdat ze
niet bij haar vriendje weg wil. De
afloop van een en ander wordt
niet vermeld.
Deze scherpe lijst waarin het
verhaal gevat is. Is een letterkun
dige deugd De schrijfster concen
treert zich op haar thema en door
buiten de lijst te laten vallen wat
voor dat centrale onderwerp niet
essentieel is. krijgt dit duidelijk re
liëf. De omslagtekening van Henri
de Haas toont een ovaal, dat een
spiegel kan voorstellen maar voor
mijn gevoel de duidelijke omgren
zing van het romanthema sugge
reert. Vooral ook door de,
verschillende gekleurde, vijf klei
nere ovalen binnen het buitenste
ovaal, die dan tenslotte een veld
overlaten waarin de romantitel Is
getekend.
Dat klopt, want binnen de con
centratie op het thema zijn er klei
nere ovalen van concentratie: het
milieu, de huisqenoten, de andere
mensen. Raméth zoals het meisje
hem ziet en tenslotte de ik zelf.
Tot hier zelfs werkt de concentra
tie door, want alles wordt van het
kind uk gezien.
Mevrouw Zikken Is zich het ge-
9 Het vermaarde „Karbouwengat" bij Fort da Koek op Sumatra.
vaar bewust geweest dat aan het
beschrijven van jeugdherinneringen
Inherent is. Men vervalt gemakke
lijk In een vertederde zelfbeschou
wing. zoiets In de geest van: wat
was ik toch een interessant, ge
voelig en beqaafd kindl Niets hier
van. Wel komt duidelijk naar voren
het hartarondla partl|klezen voor
de wereld en de zienswl|ze van de
vereerde lonqen een tvol9ch vrou-
welilke trek: de Identificatie met
de geliefde.
Het kind Is een beetje een en
fant terrible, het heeft zich nog
niet geschikt In de spelregels van
de volwassen wereld Het staat op
de breuklijn van bruin en blank,
van Indië -n Holland, van de blan
ke baas en de horlqe Inlander
Maar ook op de breuklijn van de
ontvankellike kinderlijkheid en de
niets ontziende kritiek van de pu
berteit.
Zo Is dit boek een bijdrage tot
de kinderpsychologie Dit natuur-
lllk niet In direct wetenschaope-
lllke zin, want het boek gaat over
één geval en over een kind dat
anders ls dan het gemiddelde
Maar de lectuur van een gevat als
dit kan voor een psycholoog ver
helderend zlin.
Vergelijkt man dit boek met
Orpheus in de dessa van Augusta
de Wit. dan treft bi| mevrouw Zik
ken het afzien van elke ooëtische
visie om die visie, de afwezigheid
van estheticisme. Het verhaal ls
niet poëtisch In romantlsch-verte-
derende zin, maar ook niet rea
listisch op de hedendaagse over
trokken manier. De schrijfster ex
perimenteert niet en doet niet mo
dieus en ze weet haar eigen ni
veau tot het laatste toe te handha
ven. We hebben hier met rijp werk
te doen, want rilpheld betekent dat
men zijn eigen grenzen kent en
eerbiedigt, en binnen die grenzen
3treeft naar het beste dat men kan.
Nederlandech-Oost-Indlë (de ech
horen erbij) ligt alweer een kwart
eeuw achter ons. De mensen die
het Intiem gekend hebben, worden
ouder en kleiner In tal Natuurli|k
blijft er een enorme hoeveelheid
Naar aanleiding van
Aya Zikken, Raméh,
verslag van een liefde.
Uitgeverij De Arbeiders
pers, Amsterdam, 115
bh., 9.50.
documentatiemateriaal bewaard.
Gedichten, maar meer nog romans
en novellen houden herinneringen
van binnen uit vast; ze kunnen niet
aeml8t worden Ook daarom ls een
boek als dit van waarde.
Ik eindig met enkele uitspraken
die ik aangestreept heb. „Wie zon
diade had het meestal goed en ik
wilde het qoed hebben" (27). „Het
gina In miin lichaam zitten: wilien
sterven om tot leven gewekt te
worden door aen liefdeskus en ver
baasd (verdwaasd?) een nieuw le
ven te beqlrvnen. Het spel Is me
lanq bilgebleven. Te lang (34).
„Die ene'seconde voordat |e zult
zien wat er achter een muur ligt,
behoort tot de beste, de meest
oowlndend» oaenblikken van het
leven" (42). „Ik wist ook dat ik
heel veel hield van ml|n vader. Hij
was niet de machtloste man op de
wereld maar wel de liefste. Toch
voelde ik dat Ik op dit belangrijk
moment van mijn leven zoals bij
zoveel andere belangrl|ke momen
ten, weer niets aan hem zou Reb
ben" (76) „Wat niet mag Is zonde,
stelde Raméth vast, maar als Iets
zonde is dan ls het meestal fijn.
Hoe dat komt? Ik wist het niet"
(59).
Dit Is de eerlllkheld van de goe
de soort. Deze afkeer van loze
fraalioheld In beschrllvlng en den
ken Is modern In de goede zin ven
het woord. Misschien i9 deze eën-
voudloe kleine romen (geen novel
le: de karaktertekening Is te In
dringend voor een novelle) In zijn
kern moderner dan veel doelbe
wust modernistisch geschrijf Voor
ml) ls dit het beate boek dat ik
van Aya Zikken ken
DR. C. RIJNSDORP.