Gestolen paneel
nog in of bij
de St. Baafskerk
VECHTEN
TEGEN
TWEEDE
ANGST"
ié
Dominee: vreemd beroep
Eerste reacties
zijn positief
Samen sterker
tegen ongewoon
paniekgevoel
Ton v. d. Hammen
had onthullend
interview
33
ZATERDAG 25 JANUARI 196»
Diefstal altaarstuk is al 35 jaar
mysterie maar onderzoekers menen
Achttien jaar geleden kreeg ik het voor het eerst. Ik
kwam van mijn werk in Hilversum en ging met de trein
terug naar Amsterdam. Plotseling, als in een flits, overviel
mij een panische, niet te definiëren angst. Ik dacht dat
ik krankzinnig werd. Nog altijd begrijp ik niet hoe ik ten
slotte weer in Amsterdam op straat liep.
Moest ik naar de dokter Maar ik kon hem niet eens
vertellen wat ik had. U kunt zich niet voorstellen hoe ik
me voelde. Je bent radeloos, je zou er een eind aan willen
maken. Je verkeert in een toestand van totale geestelijke
en lichamelijke ontreddering.
De volmaakte misdaad?
Bestaat nietzeggen crimi
nologen. Maar wat er in de
nacht van 10 op 11 april
1934 is gebeurd in het Bel
gische Gentin de beroem
de St. Bavo kathedraal, lijkt
er veel op. Nog steeds im
mers is het in die nacht ge
stolen paneel „De Recht
vaardige Rechtersniet te
ruggevonden. Het tafereel
maakte deel uit van het be
roemde veelluik „De aan
bidding van het Lam Gods"
geschilderd door Jan van
Eyck.
In het boek „De Rechtvaardi
ge Rechters gestolen" geven K.
Mortier en N. Kerkchaert hun
studie weer die zij hebben ge
maakt van de hele geschiedenis.
Een conclusie is in elk geval: er
zijn reusachtige, onvergeeflijke
fouten begaan bij het onder
zoek.
In een conclusie aan het slot
Het verdwenen paneel van de
„Rechtvaardige Rechters". Op de
voorgrond naar wordt aange
nomen de gebroeders Jan en
Hubert van Eyck te paard.
van het boek stellen de auteurs,
dat al het werk rond de ophel
dering van deze diefstal in feite
nutteloos is geweest omdat nog
steeds niet de bergplaats van
het schilderstuk is ontdekt. Er
is veel gesproken en geschreven
over de figuur van de vermoe
delijke dader, een zekere
Arseen Goedertier, veel ver
dachtmakingen zijn opgebouwd
maar het paneel blijft spoor
loos.
De auteurs zijn er echter vast
van overtuigd dat het gestolen
paneel in de kathedraal is ge
bleven waar Goedertier het
slechts verplaatst zou hebben.
Er zou dus van een echte
diefstal helemaal geen sprake
rijn.
Het meesterwerk van Jan
van Eyk werd op 6 mei 1432
voltooid. Het heeft een bewogen
geschiedenis achter de rug. Alle
panelen zijn ooit wel eens weg
geweest om welke reden dan
ook: als oorlogsbuit van de
Fransen in 1794 of gewoon ver
handeld of uit politieke over
wegingen.
Pas op 6 november 1920 kon
de Belgische regering het
pronkstuk weer volledig maken
en het in bewaring geven aan
de St. Baafs kathedraal, waar
het te zien is in de Vijdt-kapel.
Het retabel bestaat uit twaalf
schilderingen en meet ongeveer
4.50 m breed en 3.50 m hoog.
Het gestolen schilderij bevond
zich links onderaan. Het is, 55
cm breed en 149 cm. hoog,
geschilderd op eikehout. Tege
lijk verdween een er achter lig
gend evengroot paneel voorstel
lend Johannes de Doper.
Vroeger was dit stuk op de
achterkant geschilderd, maar
tijdens een verblijf in Duitsland
had men heel knap de eike
houten plank van een centime
ter doorgezaagd, om voor- en
achterzijde tegelijk te kunnen
tonen.
Het nog steeds niet terugge
vonden paneel, de „Rechtvaar
dige Rechters" had op het
ogenblik van verdwijnen een
waarde van twaalf .miljoen
francs. Hoeweler onmiddellijk
grote beroering ontstond na het
bekend worden van de diefstal,
startte het gerechtelijk onder
zoek zeer onzeker. De kranten
wisten meer dan de politie en
de politie gaf journalisten en
andere belangstellenden alle
kans de zaken te bekijken alvo
rens zelf met het onderzoek te
beginnen.
Op 1 mei 1934 komt bij de
bisschop van Gent de eerste
van een serie van dertien af-
persirtgsbrieven ondertekend
door DUA. In die brief laat de
onbekende weten over beide
panelen te beschikken. Hij stelt
voor dat hij het stuk „Johannes
de Doper" zonder meer zal te
ruggeven maar vraagt voor de
„Rechtvaardige Rechters" een
miljoen francs.
In de derde brief van DUA
ligt een bewijs voor een depot
in het noordstation te Brussel.
Daarin vindt men inderdaad
het paneel met Johannes de
Doper. Een deskundig onder
zoek blijft achterwege. In een
vierde brief wordt geëist het
losgeld te bezorgen bij een
pastoor in Antwerpen. Het
wordt afgehaald, maar er zit
maar 25.000 francs in de enve
loppe. Kennelijk teleurgesteld
wijzigt de briefschrijver zijn
talriiek. Soms smekend, soms
dreigend tracht hij het bisdom
en het gerecht te bewegen de
door hem gevraagde gedragslijn
te volgen.
Bijzonder vreemd is, dat
nooit een analyse is gemaakt
van het machineschrift waar
mee de brieven waren geschre
ven. Schrijfmachines waren
toen nog schaars en men zou
ongetwijfeld een stuk dichter
bij de oplossing zijn gekomen.
Op 25 november van datzelf
de jaar 1934 overlijdt tijdens
een vergadering te Dendermon-
de de heer Arseen Goedertier.
wisselagent te Wetteren. Als
laatste boodschap laat deze
overigens zeer achtenswaardige
man (was koster, directeur van
een plantage en directeur van
de tekenacademie te Wetteren)
achter dat hij iets weet van de
diefstal. In zi jn woning worden
inderdaad talrijke dokumenten
gevonden, waaronder een veer
tiende brief in concept en alle
doorslagen van de voorgaande
brieven.
De beste inlichtingen hierover
komen pas in de oorlog vrij als
een Duits officier zich met de
zaak inlaat In België wordt de
affaire echter aanvankelijk ge
heim gehouden.
Grote fout is dat nooit een
goede inventarisatie van Goe-
dertiers boedel is gemaakt en
dat zijn vrouw zelfs allerlei za
ken kon verbranden. De au
teurs hebben de grootste moeite
gehad om dossiers en documen
ten bij elkaar te krijgen. Overal
was wel wat, zelfs bij een aan
tal particulieren thuis.
Er is nog steeds geen
eenstemmigheid over de vraag
of Arseen Goedertier wel de
dader is. Vooral zijn familie
bestrijdt dit. Hij was een wat
exentrieke figuur met een grote
schrijfdrang, die in zaken niet
al te gelukkig was.
De auteurs zijn na hun zeer
zorgvuldige onderzoek tot de
conclusie gekomen dat Goeder-
Het geopende Van Eyck-retabel
in de St. Baafskerk te Gent. Bo
ven v.l.n.r. voorstellingen van: 1.
Adam, 2. Zingende Engelen, 3. Ma
donna, 4. Triomferende Christus, 5.
Johannes de Doper, 0. Musiceren
de Engelen, 7. Eva. Onder v.l.n.r.:
Rechtvaardige Rechters (kopie van
gestolen stuk), 9. Kruisridders, 10.
Aanbidding van het Lam, 11. Klui
zenaars (of de profeten), 12. Chri-
stoffel en de pelgrims.
Arseen Goedertier, de vermoe
delijke ontvreemder van het pa
neel. zoals hij er blijkens dit bid
prentje moet hebben uitgezien kort
voor zijn dood op 25 november
1934.
tier het heeft gedaan en wel hele
maal alleen na een zeer grondi
ge voorbereiding waarbij hij
niets aan het toeval heeft over
gelaten. Er waren vrijwel geen
beschadigingen noch sporen.
Hij is met de diefstal en het
inpakken van in ieder geval
het ene schilderstuk zeker vier
uur bezig geweest.
Aangenomen wordt dat het
paneel met Johannes de Doper
in het huis van Goedertier (op
de zolder) is opgeborgen ge
weest. Talrijke mogelijke
schuilplaatsen zijn in België en
het buitenland in de loop der
jaren tevergeefs onderzocht. In
de documenten van Goedertier
gevonden schetsen zijn moge
lijk aanduidingen voor plaatsen
in de St. Bavo. Bij zijn leven
had Goedertier reeds tegenover
zijn bekenden de nadruk gelegd
op de St Bavo zelf.
Het veelluik is sinds I960
weer compleet al is het dan met
een copie van de „Rechtvaardi
ge Rechters", geschilderd door
de kunstschilder Jan van der
Veken. Het interessante boek
„De Rechtvaardige Rechters
gestolen" is uitgegeven bij E.
Storv-Scientia, P. van Duyse-
plein 8 te Gent, 280 B. frcs.
Zo begint mejuffrouw drs. J. B.
Fabery de Jonge een van haar bij
dragen in een boek vol cijfers,
d.w.z. interessante uitkomsten van
enquêtes, over de pastor. Pre-
cieser gezegd: een onderzoek
naar positie, taak en ambt van de
gereformeerde en de rooms-katho-
lieke pastor, verschenen als paper
back onder de titel Zielzorger in
Nederland bij J. A. Boom en Zoon
te Meppel (249 blz„ 12.50).
Het onderzoek is verricht onder
gereformeerde predikanten en ge
meenteleden en room9-katholieke
pastoors en kapelaans en parochi
anen, en wel vanuit de Vrije Uni
versiteit en de Katholieke Uni
versiteit. De schrijvers en mede
werkers zijn prof. dr. C. Boe-
kestijn, dr. W. J. Berger, drs. J. B.
Fabery de Jonge, drs J M. van
der Lans. dr. J. Welma, A. C. Len-
keek en A. P. Visser
(Terzijde: een vsn de grapjes In
de Nederlandse taal is dat katho
lieken zielzorg en protestanten
Zielszorg schrijven, maar men kon
kwalijk in het boek doorlopend
bijv. ziel(s)zorg spellen). Het
vreemde is dat in deze tijd van
onrust en onvrede in en om het
kerkelijk ambt de pastors er blij
kens dit onderzoek zo goed afko
men. Enerzijds dr. Berger wijst
er In zijn nabeschouwing op
zijn er beslist 9teeds meer
ambt9verlatingen. Jonge mensen
hebben steeds minder zin in de
pastorie en veel klaagt men het
De vrouw, die dit nuchter en
rustig zit te vertellen is me
vrouw S. C. Timmers-Spelman
uit Naarden. Ze is gelukkig met
haar man, die een topfunctie in
het bedrijfsleven vervult, en
met haar zoon van achttien.
Een charmante gastvrouw, die
open, intelligent en ontspannen
over deze ervaringen praat, als
gold het een ander en niet haar
zelf.
Toch is dat laatste maar al te
waar. Ze voegt eraan toe: maar
het is minder erg dan het ge
weest is. Dat komt in de eerste
plaats omdat ik er door de ja
ren heen meer van heb leren
begrijpen en er een betere in
stelling tegenover heb kunnen
aannemen. Misschien wordt het
ook minder bij het ouder wor
den.
Het leven is voor mij niet on
draaglijk meer. Maar het is nog
wel een dagelijks weerkerende
worsteling. Ik durfde aanvanke
lijk niet meer in een trein, een
bus of een auto, ook niet als
mijn man reed. Evenmin durfde
ik de straat op, of naar een
bijeenkomst, een concert, een to
neelvoorstelling.
Ik durf nu meer, want ik w i 1!
Mijn man, die aanvankelijk niet,
maar allengs meer begreep, is
daarbij een geweldige steun ge
weest. Een klasse-avond van
mijn zoon? Ik ga er naar toe.
maar vraag niet hoeveel dat
kost. De straat op ga ik ook en
daarbij blijkt soms merk
waardig, maar waar een
dood ding, een mee te nemen
object, je een grotere „rugge
steun" te geven dan een per
soon, hoeveel begrip hij of zij
ook heeft
Dat morele steuntje: voor de
een is dat een krant of tijd
schrift, voor de ander mogelijk
een boodschappenwagentje.
Zoiets kan een extra gevoel van
zekerheid geven. Voor mij is het
de auto, aie ik dan zelf moet
besturen (je denkt: ik kan altijd
stoppen of keren, als ik daar
behoefte toe gevoel).
Ik rijd naar een winkelstraat,
parkeer de wagen en doe bood
schappen. M'n auto moet ik
voortdurend in het vizier heb
ben. Is de volgende winkel in
een andere straat, dan rijd ik
hem daarin, 't Klinkt mogelijk
raar. maar ik moet het zo
doen.
Vakantie? Mijn man, die veel
in het buitenland moet reizen,
zou dolgraag met me naar
Spanje, Italië of waar dan ook
gaan. Maar hij voelt wel: dat is
voor haar (nog?) teveel gevergd.
9 Aan het begin van een leven.
eigen karakter van het kerkelijk
ambt niet meer te zien.
Tegenover dit allee staat dan het
Daarom gaan we op vakantie
naar onze caravan in Ommen.
En ook daar: ik kan er wel wan
delen. maar moet dat ding blij
ven zien....
Op veel buitenstaanders en
aanvankelijk ook op jezelf ge
ven ervaringen als deze de in
druk van aanstellerij. Dat
maakt het voor lijders aan deze
spanningen, merendeels vrou
wen, maar toch ook heel wat
mannen, extra moeilijk. Ze ge
voelen zich daardoor een specia
le categorie eenzamen, onbegre-
penen. Opmerkingen van ande
ren onder elkaar als: ze moest
maar eens een flink pak voor
de broek hebben. En zo meer.
Hoe weinig de wetenschap
ook nog van deze dingen weet,
zij noemt het géén aanstellerij,
maar agorafobie (pleinvrees, of
vrees voor de ruimte) en clau
strofobie (de vrees opgesloten te
zijn). Sommige mensen lijden
aan de ene, sommige aan de
andere vorm en ook zijn er die
met beide vormen van angst ge
confronteerd worden.
De praktijk is. dat je jaren
lang kunt dokteren, inclusief
een psycho-analyse, zonder veel
op te schieten. Je krijgt ook wel
allerlei kalmeringsmedicijnen
voorgeschreven. Ze helpen mij
wat, maar zijn toch niet af
doende. Je zit er dus maar mee.
Kunt u-zich voorstellen wat
een openbaring het voor me
was, toen ik ruim een jaar gele
den over een zeer informele or
ganisatie in Engeland las, die
zich uitgerekend met „mijn"
ziekte bezighoudt? Oprichtster
is de Britse journaliste, mrs. Ali
ce Neville, die eens een artikel
aan dit onderwerp wijdde. Ze is
oud-patiënte en nu volledig ge
nezen.
feit. dat wijkpredikanten en paro
chiepriesters driekwart van hun
tijd besteden aan specifieke taken
van geloofsverkondiging, sacra
mentenbediening en persoonlijke
zielzorg en dat zij dit werk gaarne
doen.
De gemiddelde gereformeerde
dominee werkt per week 20 uur
langer dan de meeste werknemers
(maar er zijn ook predikanten die
70 tot 80 uur opgevenl). Van die
65 uur werken ze 18,5 uur in het
pastoraat. 17,5 uur aan preek en
kerkdienst. 12,1 uur aan studie, le
zen, mediteren, 7 uur aan verga
deringen en één uur aan evange
lisatie.
Oudere predikanten blijken aan
routine niet veel tijd te winnen,
want de voorbereiding van hun
preek kost hun nog altijd 9.6 uur.
dat is maar een uur minder dan
hun onervaren, jonge collega's no
dig hebben. Predikanten die nog
maar pas in een grote stsd staan,
werken gemiddeld drie uur langer
dan hun meer qeroutineerde colle
ga's.
De zielzorgers werd gevraagd
wat ze van hun werk vonden. De
dommee blijkt de helft van zijn
werk graag of zeer graag te doen
Hoogste gemiddelde de belijde-
niscetechisatie. Hier staat tegeno
ver dat er niets is. waarvan de
gemiddelde predikant zegt dat hij
het absoluut niet graag doet (het
minst populair is het schrijven van
een meditatie voor de kerkbode).
Jongerenpredlkanten geven de
voorkeur aan het activeren vsn de
Mrs. Neville keeg op dat ar
geloos geschreven artikel zoveel
reacties, ook al omdat de BBC-
radio en -tv aandacht aan deze
zaak gingen besteden, dat het
gewoon voor de hand lag deze
vereniging tot onderlinge steun
aan lijders aan fobieën op te
richten. Er zijn in Engeland in
middels al ongeveer 2500 leden.
Ik schreef naar deze Engelse
dame en ontving onder meer af
leveringen van haar tweemaan
delijkse contactorgaan, dat The
Open Door (De Open Deur)
heet.
Om te beginnen was het voor
mij al een opluchting te hebben
ontdekt, dat er kennelijk véle
mensen zijn, zoals ik. Voorts
werkte het bepaald bevrijdend
op me, te lezen hoe anderen
niet alleen proberen met dit lij
den te leren leven, maar er ook
van blijken te genezen.
Ik noem wat willekeurige cita
ten die me zeer troffen. Het is
in feite de angst voor de angst
die je zo machteloos maakt. Een
patiënt krijgt bijv. een hartklop
ping. Een angstwekkende erva
ring. Hij denkt nu meer aanval
len te krijgen, is voortdurend
angstig om die nare ervaring
wéér te moeten doormaken.
Daar is dan de vicieuze cirkel:
het slachtoffer zit in de hart
kloppingen - angst - hartklop-
pingencyclus vast.
Ander citaat: In feite is er
sprake van twee angsten. De
eerste is een plotseling gevoel
van paniek, omdat men daar
overgevoelig voor geworden is.
De tweede angst is: „O ja, daar
heb je het weer". Maar die
voegt u er zelf aan toe. Dat is
gemeente via gesprekekringen
e.d., ouderen gaan liever op be
zoek bij zieken en bejaarden.
Maar er bestaan eigenlijk geen
..vergadertypen". „leraarstypen"
en dergelijke populaire indelingen.
De predikant ziet zijn taak in de
eer6te plaats als „dienst van het
Woord Gods". De bezigheden die
met deze opdracht het minst ver
band schijnen te houden, wil hij tot
een minimum beperken. Aan ver
gaderen. organiseren en gelegen-
heidsbezoeken zou hij niet meer
dan een tiende van zijn tijd willen
besteden, als hij zelf zou mogen
kiezen.
Hoe denkt dominee dat de ge
meente over hem denkt? Niet zo'n
gekke vraag, want verderop in het
boek zal blijken hoe de gemeente
écht over hem denkt, en wie dat
met elkaar vergelijkt, kan wel een
paar frustraties te lijf gaan.
Welnu, driekwart van de predi
kanten denkt dat de gemeente
meer tijd voor het pastoraat wenst
(en daarom durven velen op die
tijd niet te bezuinigen» ook al zou
den ze wel willen).
De helft van de dominees denkt
dat de gemeente hen liever niet te
lang in de studeerkamer wil heb
ben. Er zitten dus heel wat predi
kanten met een soort schuldgevoel
in dat heiligdom. Het is zo sterk,
dat de dominee wel drie uur per
week langer zou willen 9tuderen.
maar van mening is dat de ge
meente hem vijf uur korter daar
wil zien, en dat is een hele werk
dag samen.
Conclusie: de dominees staan
dagelijks onder tijdsdruk. Tenzij ze
zich bij de feitelijke situatie neer
leggen en hun idealen opgeven,
worden ze voortdurend geplaagd
door het beaef, tekort te schieten
Daar komt nog bij dat 40-50 pro
cent van alle predikanten vindt dat
de boeman, die u gevoelig doet
blijven.
Die eerste angst moet u voor
lopig onderkennen en aanvaar
den. De tweede angst dient u
geen kans te geven. Moeilijk,
maar het kan. Oefen paniek te
ondergaan zonder ervoor terug
te deinzen. Dan bent u op de
goede weg.
Mevrouw Timmers: de organi
satie van mrs. Neville blijkt
patiënten steun en aanmoediging
te geven, en de wetenschappelij
ke research in Engeland te sti
muleren. Via mrs. Neville
kwam ik in aanraking met me
vrouw J. E. de Wolf uit Woer
den, die ook contact met haar
gezocht had. Samen willen we
nu in ons land een soortgelijk
initiatief verwezenlijken.
Waarom? In de eerste plaats
om het isolement van deze pa
tiënten, die zich vaak outcast
voelen, te doorbreken. Verder,
als men dat wil, om patiënten
met elkaar in contact brengen,
laten we maar zeggen onder het
motto: samen kun je wellicht
meer dan alleen (voor mij is
deze confrontatie beslist al the
rapie).
Vervolgens zouden huisgeno
ten van patiënten zoveel meer
van de ander kunnen gaan be
grijpen, wat ook al heilzaam
kan werken. En ten slotte kun
nen we door onze activiteiten
ook iri Nederland de weten
schap wellicht stimuleren er
zich nog meer in te verdiepen.
Wat dat laatste betreft: er
zijn spontaan al enkele contac
ten gekomen met specialisten.
De laatste tijd wordt door een
aantal van hen veel gesproken
ze te weinig tijd aan de evange
lisatie (kunnen) geven.
Maar nu dan de werkelijke kijk
van de gemeente op de pastor.
Welnu, de gemeente vindt preek
en kerkdienst, pastoraat, studie,
catechisatie en vergaderingen In
de gemeente zo belangrijk, dat ze
de predikant hieraan 90 procent
van zijn tijd zou willen laten beste
den. Over het algemeen is zij wel
tevreden over de manier waarop
de predikant zijn tijd verdeelt.
Heel duidelijk bleek dat het me
rendeel ven de gemeente de werk
week van de predikant te lang
vindt Van die 65 uur zou volgens
hen ongeveer 14 uur af mogen,
welke tijd dan bespaard zou kun
nen worden op evangelisatiewerk,
organisatie, bijbelkringen en com
missievergaderingen Deze bezig
heden vallen immers buiten de ei
genlijke taak van de predikant.
De pastorale bezoeken zouden
voor het grootste deel door ande
ren (meest ouderlingen) overgeno
men kunnen worden. Met nsme
verkijkt de predikant zich op het
aantal meneen dat meer tijd voor
het pastoraat wenst
over en geëxperimenteerd met
de z.g. groepstherapie, die veel
belovend lijkt.
Natuurlijk pretenderen we als
vereniging niet de mensen te
genezen. De therapie ls een
zaak van de arts. Maar we kun
nen wel door schriftelijk en per
soonlijk contact steun, aanmoe
diging geven en de weg naar
genezing op die manier
misschien verkorten.
Voor degenen die geïnteres
seerd zijn: wie nadere inlichtin
gen wil kan zich melden en
krijgt dan voorlopig een intro
ductiebrief toegestuurd met aan
gehecht aanmeldingsformulier.
In de eerste brief zijn vertaalde
stukken uit het Engelse zusteror-
gaan overgenomen.
Voor Midden en Zuid-Ne
derland is het contactadres: me
vrouw J. E. de Wolf, Van der
Valk Boumanlaan 84, Woerden,
telefoon 03480-2674; voor Noord-
Nederland: mevrouw S. C.
Timmers, Heemskerklaan 47,
Naarden, telefoon 02159 12591.
BIJLAGE VAN
HET KWARTET
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
De gemiddelde predikant vat zijn
taak zo op, dat de gemeente meer
dan tevreden is; met wat minder
zou de gemeente bepaald nog niet
ontevreden zijn.
Een ruime meerderheid vindt de
preken goed (een kwart van da
ouderlingen vindt de preken te po
pulair, een kwart van de mensen In
de kleine steden vindt ze te moei
lijk. elf procent van de mensen op
het platteland vindt ze te kort).
De predikant wordt door de ge
meente gezien ais Iemand die lief
de en belangstelling voor de me
demens en een waarachtige ge
loofsbeleving moet hebben. HIJ zou
evenveel moeten verdienen als een
leraar, maar hij moet wel dag en
nacht bereikbaar zijn. De meerder
heid gunt hem een vaste vrije dag.
Als we tenslotte opmerken dat
het bovenstaande maar een greep
ie uit een bonte veelheid van ge
gevens en conclusies, is het dui
delijk dat lezing van dit boek drin
gend wordt aanbevolen aan ziel
zorgers. sociologen en allen wie
de verhouding pastor-gemeente ter
harte gaat.
Hoe staat de medicus tegenover het initiatief van de
dames De Wolf uit Woerden en Timmers uit Naarden?
Tussen haakjes: de ervaringen van laatstgenoemde die
bijgaand worden weergegeven wijzen erop dat zij nog
maar een betrekkelijk licht geval is: voor vele patiënten
is de nood veel groter.) Voorzover wij konden nagaan
zijn de reacties uit medische kringen in eerste instantie
positief. In Engeland waar de organisatie al geruime
tijd „loopt" is dat zelfs zeer duidelijk het geval.
Zo vertelde mevrouw Timmers ons dat ze contact had
met medewerkers van prof. dr. J. T. Barendrecht van
het WG in Amsterdam naar aanleiding van een radio-
uitzending over de. nieuwe vereniging.
Desgevraagd deelde de Haagse psychiater dokter E.
Doornenbal mee: „Ik heb kennisgenomen van de z.g.
introductiebrief van deze vereniging en acht dit initia
tief wel goed. Patiënten kunnen door lezing van een
en ander het wordt daarin naar mijn stnaak wel
eens wat té populair voorgesteld objectiever tegen
over hun moeilijkheden komen te staan, bewuster wor
den gemaakt, hetgeen een goed begin voor een gesprek
met de arts kan zijn.
De medemenselijke kant van het geval acht ik ook
belangrijk: patiënten kunnen via de vereniging tvellicht
het isolement waarin ze verkeren gemakkelijker door
breken
Een dominee heeft een vreemd beroep. Sommigen zullen nu misschien willen zeggen: hij
heeft geen beroep, hij bekleedt een ambt en dat is iets anders. Dit blijkt ook uit verschillende
dingen: hij krijgt geen salaris, maar een traktement; hij werkt in loondienst en toch spreken we
van een „vrij beroep"; hij solliciteert niet, maar wordt „beroepen"; en dan is er nog zoiets als „roe
ping", al wordt daar tegenwoordig niet meer zoveel over gesproken als vroeger.
9 In de laatste uren het vertroostende woord