De eerste vliegende
Hollander
landde in een sloot
Ö+k=
AMADEUS
PUZZEL VAN DE WEEK
r
Met of zonder baard
Lappie
Loep
en
de
oude
toren
Katerdag ii januari ut?
Dag nichten en neven,
Hoe maken jultie het al
lemaal? Zijn alle patiëntjes
weer heter7 Tante Jon hoopt
van wel hoor!
Wat kreeg ik deze week een
hoge stapel brieven op mijn bu
reau. Prachtig.' Jullie hebt goed
je best gedaan hoor! Er waren
lange en gezellige brieuen bij.
Jullie weet dat tante Jos die
graag ontvangt. Hoe meer hoe
liever. Jammer genoeg kan ik
julKe niet persoonlijk een brief
terugschrijven. Geloof maar dat
ik sou moeten schrijven!! 'k
Zou dan echt wel een paar nach
ten moeten opblijven en dat
kan natuurlijk niet.
Vooral voor de nieuwelingen
schrijf ik deze regels. Zij vragen
meestal om een briefje terug en
dat kan echt niet hoor! Er is
éin brief voor jullie allemaal.
Nieuwe nichtjes en neefjes zijn
natuurlijk ran harte welkom.
Waf hebben we al een grote
gezellige club.
Is de eerste week op school
meegevallen? Ja, jullie moeten
goed je best doen, wil je later
knap worden.
Ja en nu aan het begin van
het nieuwe jaar mogen jullie al
lemaal weer een tekening instu
ren. De „oude" zijn zo oud ge
worden en hebben de weg naar
de prullenbak gevonden. Maar...
we mogen er voorlopig niet
meer dan één insturen hoor! Zo
gauw er meer gestuurd mogen
worden, lees je dat in ons
hoekje.
Meisjes en jongens, we
maken weer een eind aan ons
babbeltje.
Daaag, tot de volgende week.
Tante Jos
Op dit plaatje zien
jullie allemaal kleine
rebusjes, nichten en ne
ven! Dat is een tijd ge
leden! Het is allemaal
heel gemakkelijk. Je
vult alles van rechts
naar links in.
Als je hiermee klaar
bent lezen we in de
vakjes die de pijl aan
geeft een woord, waar
we vroeger echt wei
eens van hebben ge
droomd.
De oplossing moet
worden ingezonden
vóór dinsdag 14 jcnu-
&+0-
ppiiai -f~p=
0IIh=»+6
/c+ g-
T-
In het begin van de negentiende
eeuw woonde er in Leiden een
handelaar in stoffen. Abraham
Hopman. Als 's avonds de winkel
sloot, ging hij naar de zolder, waar
hij allerlei natuurkundige proeven
nam. die vooral betrekking hadden
op het vliegen met een ballon.
Hoe vaak had hij al tegen zijn
vrouw gezegd: „Met een ballon de
lucht In. dat Is mijn ideaal". Maar
zij voelde er niets voor: „ia mis
schien ben ji] wel de eerste vlie
gende Hollander die uit een ballon
valtl"
Maar Hopman lachte haar uit en
In elk vrij uurtje las hij boeken,
waarin over luchtreizen werd
geschreven. Zo wist hij dat er in
1785 In '8-Gravenhage al iemand
met een ballon was opgestegen.
Dat was de Fransman Blanchard;
geen Nederlander. En Hopman wil
de de eerste vliegende Hollander
zijn. Daarover piekerde hij dag en
nacht. Nu had hij een vriend, die
Samuel Loude heette. Deze had
natuurkunde gestudeerd en was
net zo enthousiast voor alles wat
met dQ luchtvaart te maken had
als Hopman.
Ze wisten dat er in 1709 iemand
in een met hete lucht gevulde bal
lon was opgestegen. Dat was de
Portugees Bartholomeo de
Gu8man. die in Lissabon 70 meter
hoog had gevlogen. Ze hadden ge
hoord van Jozef en Etlenne Mont-
golfier, die het in 1783 In Frankrijk
probeerden. En vloog Blanchard
op 7 januari 1785 niet met een
ballon over het Kanaal?
„Wat al die anderen kunnen,
kunnen wij ook" zeiden Hopman
en Loude. De eerste proefnemin
gen met papieren ballons lukten
goed. Toen besloten zij een zijden
ballon te maken en daarmee de
lucht In te gaan.
Bij de Overtoom in Amsterdam.
Maanden tevoren reeds was de
zolder van de concertzaal in Haar
lem in een atelier veranderd. Daar
werd geknipt en genaaid. Om aan
geld te komen mocht iedereen de
ballon zien voor zes stuivers.
Het geld stroomde binnen en de
uitvinders vertrokken naar Amster
dam. Op 5 Juli, 's middags om vijf
uur zou de ballon opstijgen. Maar
op 4 juli stak er een storm op,
waardoor de ballon lek raakte. De
volgende dag was een grote me-
Velen namen de
vluchten van
ballonvaarders
niet serieus. De
kranten uit die
tijd stonden dan
ook vol met spot
prenten (foto
linksboven)
nigte samengestroomd om „het
wonder" te zien. Toen Hopman be
kendmaakte, dat de ballon eerst
gemaakt moest worden waren de
mensen kwaad. De politie moest
de beide ballonvaarders bescher
men....
De volgende dag was alles weer
in orde. 't Weer was goed en de
opnieuw samengestroomde menig
te zag de heren Hopman en Loude
in het schuitje, dat onder de ballon
hing, klimmen. De landingskabel
werd losgegooid, men hield de
adem in, maar... de ballon ging
niet omhoog.
Het schuitje was te zwaar. Er
werd geloot wie eruit moest. Hop
man. Maar Loude alleen ging ook
De jarigen
Hiep, hiep, hoera!!!!
Gerda Baars, Mieke Eikelen
boom, TTudi Hagenaar, Leo van
Heiningen, Gudelia Houtman,
Aad de Jong, Klara Kerkhof,
Bettie Kloosterman, Willem
Loof, Aat Nieuwstraten, Ton
Ostermeijer, Wilga Stok en
Corrie Vlasblom van harte ge
feliciteerd met jullie verjaardag
van de nichten en neven.
PUZZELOPLOSSING
Vertikaal, dat is van boven
naar beneden, staat er: kist,
kast, bord, slof, boor, ruit, tube,
pijl, wieg, klos.
Horizontaal, dat is van links
naar rechts, lezen we: kurk,
tent, buis, duif, bier, riet, trap,
ezel, wolk en gaas.
PRIJSWINNAARS
Ingrid Stolk, Brielle en El-
sart Vuik, Bolnes krijgen him
prys thuisgestuurd.
niet omhoog. Toen probeerde Hop
man 't met een oude wieg, waar
hij met bodem en al doorheen viel.
T&n einde raad besloot Hopman de
ballon dan maar alleen te laten
vertrekken. Dat lukte en enkele
uren later vonden 'n paar mensen
in Lochem de ballon terug.
Je begrijpt, dat de uitvinders uit
gelachen werden. Vooral mijnheer
Hopman moest het in de kranten
ontgelden. Maar hij gaf niet op. Hij
wou en zou de lucht inl
Maar niet meer In Amsterdam...
Op 29 augustus 1804 stond hij In
Rotterdam klaar om het weer te
proberen. Duizenden mensen wa
ren op de been. Hopman nam
afscheid van vrouw en kinderen.
Een dominee wenste de eerste
luchtreizigers met een gedicht
vaarwel.
De kabel werd losgegooid en Ja
hoor, daar steeg de ballon op. Bij
na een uur bleef hij In de lucht.
Toen landde de eerste vliegende
Hollander bij Schiedam. Weliswaar
kantelde het schuitje en viel de
eerste Nederlandse luchtheld ln
een sloot, precies zoals zijn vrouw
het vroeger had voorspeld, maar
dat gaf niet. De eerste ballonvaart
was gelukt.
Hopman was de held van de
dag. Hij heeft maar één tocht ge
maakt, want ballonvaren is een du
re sport. Hopman was tevreden.
En de Amsterdammers? Die heb
ben de eerste „luchtman" twee
jaar later zien opstijgen, de heer
Augustln.
J. H. KRUIZINGA
Kruiswoord-puzzel
Hor. 1. plant, 6. Europeanen, 12. overal, 14. algemeen ruilmiddel,
16. oude lengtemaat, 18. lidwoord (Fr.), 19. insektje, 21. en omstre
ken (afk.), 22. lidwoord. 23. plaats in Italië, 26. zedig, 29. plaats in
N.-H., 30. tor, 32. behoeftig persoon, 33. voorzetsel, 34. telwoord, 36.
vreemde munt, 37. dam langs een water, 38. water in Friesland, 39.
snede, 41. vogel, 43. ontdekking (Eng.), 44. vogel, 45. maanstand,
47. strandwachter, 49. zoon van Jacob, 52. pers. voomaamw., 54.
oude lengtemaat, 55. zwemvogel, 57. voorzetsel, 58. jaar (afk. Lat.),
59. jongensnaam, 61. spijker, 63. verstand, 65. Nederl. schilder,
67. ontzag, 69 voegwoord, 70. slede, 71. los omhulsel, 73. openbaar
onderwijs (afk.), 74. muzieknoot, 75. rivier in Duitsland, zijtak Rijn^
77. oud gewicht, 79. plaats in Limb., 80. klimwerktuig.
Vert. 2. muzieknoot, 3. iedereen, 4. lichaamsdeel, 5. emeritus (afk.),
7. landbouwwerktuig, 8. bereide dierenhuid, 9. over het geheel ge
nomen, 10. bekende afkorting, 11. ook, 13. muzieknoot, 15. bereid
tot iets, 17. myth, figuur, 19. vogel, 20. twijg, 22. juffrouw, 24. voor
zetsel, 25. pers. voornaamw., 27. bijwoord, 28 slede, 31. voortzetting,
35. eetgerei, 37. rubber (Ind.), 39. zeepwater, 40. ieder, 41- huid, 42.
steen, 46. metaalsoort, 48. eens, 50. verdrag, 51. onverschrokken, 53.
kloof, 55. karakter, 56. soort vink, 58. levenslucht, 60. bijwoord, 61.
deel van een franse ontkenning, 62. lidwoord (Fr.), 64. voedsel, 66.
meer op de grens van de Ver. Staten en Canada, 68. kleur, 72 rund,
75. voomaamw., 76. schei'k. element (afk.), 77. familielid, 78. lidwoord.
md, 31. trant, 33. haast, 34. do, 36.
gnoom, 38. maart 39, Vr., 40. om,
42. genot, 44. alt, 45. do, 46. smid,
48. darre, 50. Best, 52. dak, 53.
gebod, 54. dog, 55. paar, 57. belet,
59. sein, 61. as, 62. lev. 63. larie,
tin» i „„i, r, nnr,a- 66. ne, 67. L.K., 68. kavel, 69.
JiJ*: ,B noest 71. pa, 73. takel. 75. beton,
11. pose. 12 iet 14. Ans, 16. aria.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
18. Lee, 20. Lisse, 23. pen, 24.
A.D., 25 als, 27. pat, 28. sté, 30.
VmJLM?/\viI tP3" LÊU6WHCS cvc 1 r "'vv •---ca
WAN20MV ut Lieve verstrooide 'f ik uee, woè £CM
PROPCSSOK tSsÊSPPSÜS,
Dit hoekje is bestemd voor een mop, een grap, een Witz, die wij uit
de lezerskring ontvangen. Originele (niet-„cursieve") inzendingen
zullen wy na plaatsing belonen met een kleine attentie.
Om de stroom van lachertjes
opening te geven, volgt hier de
Witz van de rabbijn, de pastoor en
de dominee, die samen een dagje
uit vissen zijn.
Na een half uurtje hengelen zegt
de dominee: „Ik zou wel koffie
lusten. Jammer dat alleen aan de
overkant van de rivier een cafeetje
staat".
„Geen bezwaar", zegt de rabbi.
„Verricht Ik een wonder". Prompt
loopt hij zonder aarzeling, notabe-
ne over het water en komt binnen
een kwartier met drie mokken
dampende koffie terug.
„Wat jij kan, moet ik ook kun
nen", monkelt de pastoor. En In
derdaad haalt de eerwaarde de
zelfde krachttoer uit voor het ha
len van een paar flesjes bier.
Dominee, hoewel hoogst ver
baasd, wil niet onderdoen. Maar
nauwelijks heeft hij een stap op
het water gewaagd of hij duikt
kopje-onder.
Als hij druipend op de wal staat
en zijn twee hengelvrienden uitge
lachen zijn, zegt de rabbi tegen de
pastoor: „Zullen we 'm nou maar
vertellen waar de paaltjes staan?"
76. te, 78. pel, 79. gem, 81. tel, 82.
pl, 83. uil, 85. totok, 87. toe, 88.
snee, 90. eer, 91. olm, 93. roos, 94.
dinar, 95. sar, 96. sterk.
VERT. 1. hoed. 2. ase, 3. de, 4.
si, 5. stip, 6. kast, 7. os, 7. pa, 9.
Erp, 10. riem, 11. plaid, 13. el, 15.
ne, 17. ander, 19. slang, 21. sar,
22. start, 25. arg, 26. snoek, 28.
Saaie, 29. Est, 32. ton, 33. haard,
35. oom, 37. model, 39. vos, 41.
midas, 43. tabel, 45. degen, 46.
sop, 47. dar, 49. rotan, 50 bos, 91.
tin, 53. gevel, 56. aak, 57. bevel,
58. dieet, 60. iep, 62. laken, 64.
rob, 65. ester, 67. lotus, 68. kap,
70. tol, 72. alles, 74. pet, 77. eind,
79. gors, 80. moor, 82. pook, 84.
lei, 85. te, 86 kl, 87. tor, 89. en, 90.
er, 92. ms, 93. re.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau
verwacht Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart worden
geschreven. In de linkerboven
hoek vermelden: „Puzzel-oplos
sing". Er zijn drie prijzen: een
van 10,- en twee van 5,-.
65. Ondertussen rende Lappie de gangen door. Het
toemende geluid was nu vlak bij. Ook de soldaten die
hem achtervolgden. Daar was de trap naar de kelder,
waar de machine moest staan. Lappie's hart klopte drie
maal zo snel van opwinding. „Zou hij het winnen?" Zo
vlug als hij kon schoot hij de trap af. „Ha, dachten de
soldaten, „die hebben we gevangen. Hij kan er alleen uit
langs dezelfde trap. Williams jij blijft hier staan, dan
gaan wij met z'n tweeën naar beneden om hem op te
vangen." Zo gebeurde het. Lappie had intussen de zware
deur geopend en stond nu bij de tijdmachine. Het
eentonige zoemgeluid klonk hem nu als muziek in de
oren. Hij had het gewonnen. Maar wacht eens. wat
hoorde hij daar? Vliegensvlug keerde Lappie zich om.
„Bah" daar komen die soldaten weer. Nu moeten ze .me
niet pakken, anders heb ik alles voor niets gedaan. Met
de beide soldaten op zijn hielen rende Lappie de kelder
in en keek snel om zich heen. Welke handle moet ik nu
hebben..." dacht hij onthutst
Smidje Verholen en de Knap-Mutator
1115: Intussen zat kolonel Plimmp te Gravendrecht gespannen
te wachten op nieuws uit Boecograd. Hij las kranten, luisterde
naar radioberichten, maar voorlopig bleef alles angstwekkend
stil. Zorgelijk stak hij de brand in een verse pijp en hij dacht:
„Ik zal toch iemand naar Boecograd sturen. Een onopvallend
iemand, die zich gewoon als toerist gedraagt Misschien is dit
iets voor geheim agente X-03. Ja. laat ik haar maar sturen."
Overeenkomstig deze briljante gedachte betrok kolonel Plimmp
zijn geheime werkkamer in de kantoren van de ijzerhandel
Meyer en Vijfderibbe" en attente lezers zullen zich nog wel
herinneren, dat geheim agente X-03 daar placht op te treden
ln de vermomming van de charmante secretaresse Theodora Dub-
belsnuf. „Ik heb Je hulp nodig, lieve kind", zei kolonel Plimmp.
„Ik ben blij, dat je hier nu zonder dat akelige maskertje voor
voor mij staat, want ik mag bliksems graag naar je mooie kis-
sertje kijken. Dat is het voorrecht van onschuldige, oude heren,
begrijp je? Maar nu terzake. Kijk 'es op die kaaart Zie je de
Vale Kale Baai? Welnu: Sjeems Pond is gevangengenomen door
de Nicolagoniërs. Doctor Polnyck heeft hem per onderzeeër langs
die baai ontvoerd. Gelukkig heb ik de kans gezien iemand aan
boord te smokkelen, die zal proberen Sjeems Pond te bevrijden.
Maar tot nu toe heb ik nog niets gehoord. Daarom wou ik graag,
dat jij als toeriste naar Boecograd ging om daar eens stilletjes
poolshoogte te nemen." Theodora's hartje begon sneller te
kloppen, toen ze dat hoorde. „Voor Sjeems Pond zou ik élles
over hebbenlispelde ze.
81
Amadeus had enige dagen voor de grote explosie zou
plaatsvinden enige mannen gelast naar boven te gaan
teneinde alle marmotten te vangen, die ze in handen konden
krijgen, om te voorkomen, dat deze diertjes het slachtoffer
van deze uitbarsting zouden worden. Ze werden naar een
veiliger oord gebracht en temidden van hun soortgenoten
vrijgelaten. Maar deze soortgenoten ontvingen de vluchtelin
gen zeer ongaarne, ze weigerden hun de toegang tot hun
holen, zodat de nieuwaangekomenen dit recht om toegelaten
te worden moesten bevechten. Sinds de vroege morgen was
er in de vallei een grote opruiming gehouden. Geen mense
lijk wezen moch zich meer in de bovenste regionen
vertonen. Amadeus had zelfs de oude professor niet verge
ten. Hij moest leden van de arbeidspolitie naar de hut van
de weerbarstige oude man sturen, daar hij bang was, dat de
terugkaatsing van de explosie een stortvloed vanaf de
gletsjer zou ontketenen, welke gletsjer zich juist vlakbij de
hut van de professor bevond.
Toen de oude Witz in het gezelschap van de leden der
arbeidspolitie op de plek verscheen, waar Amadeus stond,
herkende hij in hem de man met wie hij bij de granietgroe
ve had gesproken. Hij maakte nu enige stekelige opmerkin
gen tegen hem over de individuele vrijheid in Zwitserland.
Amadeus nam de oude man vriendelijk bij de arm en sprak,
zodat de anderen het niet konden horen: „Professor, ik zou
uw dood niet gaarne op mijn geweten hebben. Het spijt me
werkelijk, dat ik u in uw rust heb moeten storen, maar staat
u me toe, dat ik u op een veiliger plaats breng. Morgen of
overmorgen kunt u weer naar uw zomerverblijf terugkeren."
„Ik protesteer er tegen, dat ik door uw politie uit mijn hut
ben gehaald. Als die gletsjer op mijn hoofd zou zijn terecht
gekomen wat zou er dan nog zijn gebeurd? Ik zou geen
beter levenseinde kunnen wensen."
„Het zou me heel erg voor u gespeten hebben, als dat
gebeurd was," sprak Amadeus met de grootste tederheid.
In het hart van de oude man welde plotseling een vreemde
sympathie op. Hij trok aan zijn baard en staarde als een
hongerige roofvogel naar het uitgestrekte landschap.
„Er bestaan maar heel weinig mensen, die dat ook zou
hebben gespeten." zei hij kortaf.
Vanaf een nabijgelegen plaats hoorde men een gerommel,
geaccompagneerd door een hoomsignaal, dat boven hen
werd gegeven.
„Gelukkig, dat we daar niet waren... kijkt u maar eens,"
sprak Amadeus.
Zij en de mannen om hen heen richtten de blik naar een
massa losse rotsen en stenen, die in grote bogen in de
afgrond neervielen.
„Het komt er nu niet meer zo erg op aan," sprak Amadeus
tot de omstanders, „onze veiligheidstunnels zijn nu klaar. In
een jaar of twee hebben we alle plaatsen des doods van deze
vallei dichtgemetseld en de berg zal dan slapen."
De laatste groep mannen kwam nu naar de veiligheidszone
gedrenteld. Er waren hier honderden arbeiders bij elkaar en
er hing iets van feestelijkheid in de lucht. Maar ondanks dit
element van feestelijkheid wachtten de mannen toch met
een soort eerbiedige ontzetting op wat er volgen zou. Ook
hoorde men stemmen, die over de Tobel hun woede en
verachting uitspraken en die hem vervloekten. Het was.
alsof de mannen wraak namen op de moorddadige berg door
(Een wereld in wording)
door
John
holen in zijn flank te graven, alsof een monster onder
geheimzinnige omstandigheden verdelgd moest worden.
In de geest van broederlijke verbondenheid gingen de
bierflessen van mond tot mond. Want al die mannen werk
ten aan hetzelfde project, ze hadden allen belang bij het
voortschrijden van dit werk, vandaag zouden zij in het bezit
komen van de stenen van de dam en dit betekende werk
voor duizenden handen. De naaste toekomst mocht veilig
heten. Voor Franz, die hier werkte als manager van de
cantines, was dit een zeer bijzondere gelegenheid. Hij had
gezorgd, dat er vanuit de benedendistricten enige
persmensen naar boven waren gekomen, die vanaf een speci
ale zitplaats, op twee mijl afstand van de plek, waar de
explosie zou plaatsvinden, deze konden observeren. Hij had
reeds in het gezelschap van de Zweden twee flessen kirsch
leeggedronken en hij had voor die Zweden betaald. Hij had
samen met hen op Zweden geklonken, op de arbeiders, op de
deerntjes en op de sociale vooruitgang van dat land. En nu
liet hij flessen wijn, worst en brood voor de heren van de
pers aanrukken, welke spijzen en dranken "dadelijk in de
magen verdwenen, want de Rossmer-vallei was een tot hon
ger prikkelende streek. Zelfs de gendarmes aanvaardden het
aangebodene gretig en terwijl ze op het eindsignaal wacht
ten, kauwden ze haastig op het brood en op de worst.
Eindelijk bereikte een hoorngeschal hun oren. Dat klonk
als een langaangehouden klacht, die van alle kanten echo's
opriep. Hierop volgde een stilte. Honderden mannen rekten
hun halzen uit. Die klacht klonk drie keer. Hierna stapte
Amadeus naar een groep elektriciens, die rond een ruw
getimmerd tafeltje stonden. Hij aarzelde een ogenblik, waar
na hij op een knopje drukte.
De bergkant explodeerde over een afstand van twee mijl.
Uit de Tobel steeg een met zwarte rook vermengde grijze
wolk op en een ogenblik daarna klonk er een nijdig gegrom,
een dreigend geloei. De granietmuur leek levend te zijn
geworden. Het was, aslof hij oprees en zich voorover boog.
Toen volgde er een donderslag, hard en onmeedogend als het
gebulder van een vulkanische uitbarsting; deze slag wies
snel in kracht en intensiteit, zodat hij de Ipcht hevig deed
trillen, terwijl alle bëïgen in de omtrek hem weerkaatsten.
(Wordt vervolgd)