Vijftien miljoen melaatsen R' |Ss Griepvirus intelligent' Wereld lepra dag GEZONDEN SLUITEN ZIEKEN OP Nixon heeft geen last meer van spreeuwen ZATERDAG II JANUARI 1969 Het is al zo vaak gezegd: we leven in een tijd van grote tegenstellingen. Tegenstellingen tussen schrijnende, onvoorstelbare armoede en decadente rijkdom: tegenstellingen tussen geweldige techni sche ontwikkeling en ongedachte achterlijkheid. Maar al is het dan al zo vaak gezegd, het is toch weer een schok, wanneer men hoort dat er in de wereld vijftien miljoen melaatsen zijn, en dat daar elk jaar een half miljoen bij komt. En denk niet, dat die dan allemaal wel keurig ver pleegd zullen worden. Bij zonder groot is het aantal melaatsen dat nog helemaal geen hulp krijgt en dat uit hun eigen omgeving is ver bannen, omdat men bang is voor de ziekte. Talloos zijn nog de melaatsen, die in ge vangenissen zitten, of op verlaten kerkhoven, in gek kenhuizen en zelfs in echte concentratiekampen, die worden bewaakt door mensen met geweren....! Hoevelen in Nederland zouden eigenlijk weten, dat melaatsheid, de lepra, geen ziekte is waar men, zoals al eeuwen gebeurt, bang voor hoeft te zijn? Dat deze ziek te niet zo besmettelijk is? En dat ze te genezen is? Weinigen waarschijnlijk. Want ook in ons land kan het woord „melaatse" nog wel gezuiverd worden van oude vooroordelen. Vandaar dat er in Neder land de Nederlandse Stich ting voor Leprabestrijding kwam. Ze werd opgericht in maart 1967 en wil daad werkelijk helpen het le pra-probleem in de wereld op te lossen. Ze wil ook meer belangstelling kweken voor het leprawerk. Beide doeleinden komen aan bod op de wereld-lepra-dag, die op 26 januari voor het eerst in Nederland wordt gehou den. Lepra is een matig besmettelijke ziekte, die wordt veroorzaakt door een bacterie, verwant aan de verwekker van tbc. De ziekte komt alleen bij mensen voor. De kansen op besmetting stijgen, naarma te het contact met de besmettingshaard intensie ver is en hygiënische toestanden te wensen over laten. De symptomen van de ziekte worden gevormd door het ontstaan op de huid van een enkele vlek of een aantal verspreide, nau welijks zichtbare vlekken en huidverdikkingen. Deze zijn pijnloos en kunnen zelfs na enige tijd verdwijnen, zodat men de verschijnse len meestal negeert. Naar gelang de weerstand van het lichaam kan tuber- Vijftien jaar geleden, op 31 januari 1954, werd de eerste Wereld-lepra-dag ge vierd. En al mag dat woord „gevierd" in dit verband dan wat gek klinken, het werd inderdaad een viering. Want in de landen waar le pra heerste gingen gezonde mensen de melaatsen op zoeken In hun kolonies en leprozerieën. Ze brachten bloemen mee en taarten. Voor het eerst hadden velen hun vrees voor de ziekte EEDS EEUWEN terug zijn er in de literatuur beschrijvingen te lezen van een plotseling op tredende ziekte, die in een korte tijd veel men sen dwong om enkele dagen hun bed in te duiken. Deze beschrijvingen moeten met de ons nu be schikbare medische kennis stellig opgevat worden als verslagen van influenza epidemieën. De influenza epidemieën die zo om de 30 tot 40 jaar de gehele mensheid binnen een paar maanden teisteren, worden pandemieën genoemd en het zijn deze pandemieën die de meeste indruk achter laten. De ouderen zullen zich ongetwijfeld de Spaanse griep in 19181919 herinneren, waarbij over de gehele wereld meer slachtoffers zijn gevallen (20 miljoen) dan door de oorlog 19141918. En we herinneren ons allen nog wel de Aziatische griep van 19571958, waarbij het aantal slachtoffers beperkt bleef. waarloosd tot Invaliditeit kunnen leiden. Op het ogenblik zijn er in de wereld vijftien miljoen lepra-lijders. Elk jaar ko men er minstens 500.000 bij, van wie er 100.000 invalide zullen worden. Tachtig pro cent krijgt geen goede be handeling. Lepra komt voor in Afri ka, India, China, Zuid-Ko- rea, Japan, Zuid-Oost-Azië en Midden- en Zuid-Ameri- ka. Tropische gebieden dus. Het klimaat speelt overi gens bij de verbreiding geen rol. In China vindt men ook lepra-patiënten in gebieden met lange, koude winters. Trouwens, enkele honder den jaren geleden, in de middeleeuwen, kwam de ziekte ook in Europa, en in ons land voor. Belangrijke factoren zijn de leefge woonten, armoede en grote bevolkingsdichtheid. Lepra is een zeer oude ziekte. De eerste beschrij ving ervan dateert van omstreeks 600 voor Christus. Ook in de bijbel wordt de melaatsheid her haaldelijk genoemd. In het begin van onze jaartelling kwam de ziekte veel voor in de landen rondom de Middellandse zee. Soldaten brachten de ziekte over van Egypte naar Italië. De ziekte is al die eeuwen door omringd geweest door angst en misverstand. De patiënten werden altijd beschouwd als gestraften, die ongeneeslijk waren. Pas eind vorige eeuw, kwam daar verandering in. In 1873 ontdekte de Noor Gerhard Hansen de ver wekker van de ziekte. Sindsdien zijn veel vooroor delen de wereld uitgehol pen. Maar het is pas sinds enkele tientallen jaren mo gelijk met moderne ge neesmiddelen de ziekte te bestrijden. Het belangrijkste ge neesmiddel is DDS. (Diami- no-Diphenyl-Sulfone) Voor een rijksdaalder aan dit ge neesmiddel kan een patiënt een jaar lang worden be handeld. En met grote kans op genezing. De' huidige ontwikkelin gen maken het zelfs moge lijk de ziekte helemaal uit te roeien. Deskundigen beschouwen dat als een gro te krachtsinspanning, wan neer men ernstig naar die uitroeiing streeft. Er bestaan in Nederland enkele organisaties voor steun aan ontwikke lingslanden, die zich inci denteel ook met het le pra-werk hebben bezigge houden. Maar dat was meestal hulp met een chari tatief karakter. Er werd niet doel-bewust gestreefd naar een oplossing van het lepra-probleem. Het was „kleine hulp": hier een gebouwtje, daar wat medicijnen. Maar er is meer nodig. Veel meer: We tenschappelijk inzicht in de lepra-problematiek, een systematische en veelzijdi ge benadering en geduren de een langere periode een zeer intensieve aanpak. Daarom is in maart 1967 de Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding opge richt. Doel: bestrijding le pra en wekken van be langstelling voor het le pra-werk. Daarvoor is geld nodig. Veel geld. Men denkt elk jaar minstens een miljoen gul den nodig te hebben om in Afrika, in een beperkt ge bied (Uganda, Kenya, Tan zania) enige projecten te realiseren in het le- pra-bestrijdingswerk. Er werken al enkele Neder landse artsen. Maar er moet nog veel ge beuren. Alleen in het door de Stichting uitgekozen ge bied zijn er al 100.000 le pra-patiënten. De projecten in Afrika kunnen al slagen, wanneer één op elke dertig Nederlanders de Stichting een rijksdaalder stuurt. Giro Nederlandse Stich ting voor Lepra-bestrij- ding, Mauritskade 63, Amsterdam is: 50.500. Dokter J. Anten uit Heerlen, werkzaam in het Geita-project (in Tan zania) van de Nederlandse Stichting voor Lepra-bestrijding, is één van de vier artsen die de stichting reeds heeft uitgezonden. Links het gebied, rondom het Victoriameer, waarop zich de Neder landse hulp aan lepra-patiënten wil concentreren. Er bevinden zich hier ongeveer 100.000 lepra-lijders. Tijdige behandeling van dit lepra-patiëntje met een reeds twintig jaar geleden ontdekt geneesmiddel (DDS) had deze misvormingen geheel kunnen voorkomen. De behandeling met DDS, gedurende een heel jaar, kost een rijksdaalderToch zijn er nog miljoenen die geen behandeling krijgenl overwonnen. De wereld-lepra-dag was een initiatief van de Franse advocaat Raoui Follereau, die zich het lot van de le pra-lijders had aangetrok ken. In de loop der jaren werd de lepra-dag In steeds meer landen gehouden. In totaal nu al meer dan hon derd landen. Voor het eerst doet dit jaar ook Nederland mee, aan deze wereld-lepra-dag, die dit jaar valt op 26 janua ri. In bijgaand artikel méér over lepra, lepra-bestrljding en de Nederlandse orga nisatie, die in Afrika wil hel pen. culoide lepra ontstaan, een plaatselijk proces dat nei ging tot genezing vertoont, of lepromateuse lepra, dat voorwoekert. In een later stadium worden andere weefsels als zacht gebeente en zenuwen aangetast, vooral in armen en benen en gezicht. Gevoelloosheid veroorzaken verwondingen, zonder dat de patiënt het merkt. En daardoor ontstaan dan infecties die wanneer ze worden ver- Steriele fabricage van „Influvan", het vaccin tegen influenza vla de kweek van het virus op eieren. Joe Fink, de vogelverschrikker van vier presidentelnhuldigingen, is klaar met zijn maatregelen voor de volgende op 20 Januari. Opdat Nixon en zijn gevolg dan geen parapluies nodig hebben heeft hij de paraderoute tussen het Witte Huis en het Kapitool gezuiverd van vogels. „Anders", zo zegt de 63-jarige Fink, „zouden de spreeu wen afbreuk doen aan de waardig heid van de dignitarissen." Met acht anderen heeft hij twaalf dagen lang de 100 bomen langs de Pennsylvania Avenue met 8000 liter van een chemische stof (die hij zelf 22 jaar geleden heeft uitgevonden) besproeid. Het is een niet-giftige stof. die de vogels er van weerhoudt in de bomen te gaan zitten omdat het hun pootjes Irriteert. In zijn contract van 10.000 dollar waarborgt hij het Inhuldigingscomi té dat de spreeuwen op zijn minst vier maanden wegblijven. Voor Fink in actie kwam waren de spreeuwen spelbrekers. Dui zenden en nog eens duizenden droegen het hunne bij. De toeschouwers onder da bomon beschermden zich met parapluies. Dr. N. Masurel is in 1927 in Leiden geboren. Hij studeerde aan de Leidse universiteit en is sinds vijftien jaar werkzaam op het gebied van de virologie. Hij is momenteel hoofd van de afdeling Klinische Respiratoire Virologie van het Academisch ziekenhuis in Leiden. Ook is hij hoofd van het influenza-centrum van de Wereld Gezondheids Organisatie in Nederland. Dr. Masurel is in 1956 getrouwd. Hij heeft een tweeling. Opvallend is, dat ook de ontdek ker van het influenza virus, dr. C. H. Andrews, een tweeling heeft, evenals de virologen, die het werk van Andrews voortzetten, zoals dr. H. Pereira, hoofd van het influenza-centrum van de Wereld Gezondsheids Organisatie en mevrouw De Kong-Beunders, die jaren op het certtrum in Leiden heeft gewerkt. Het krijgen van tweelingen heeft overigens niets met het werk van de virologen te maken Dit is waarschijnlijk te dan ken aan de ontdekking van anti biotica. Hiermee kan men com plicaties van de influenza ver oorzaakt door bacteriën bestrij den. Deze bacteriën nestelen zich namelijk graag in het ge bied waar het influenzavirus heeft aangegrepen. Pas in 1933 is het Engelse on derzoekers gelukt gedurende een influenzaperiode bij een pa tiënt het virus als oorzaak van de ziekte aan te tonen. Een virus is het kleinste orga nisme dat een infectieziekte bij de mens kan veroorzaken en het kan, in tegenstelling met een bacterie, niet met een ge wone microscoop bekeken wor den. Nog een verschil met de bacterie is dat het virus voor zijn vermenigvuldiging de be standdelen van een levende li chaamscel nodig heeft. Het influenzavirus gebruikt hiervoor de cellen die oppervlak kig gelegen zijn in de neus en de keel van de mens. Tijdens het doormaken van de ziekte begint het lichaam af- weerstoffen te produceren die gericht zijn tegen het virus. Na verloop van enige tijd daalt de hoeveelheid afweerstoffen, is de patiënt weer vatbaar en kan na 2-3 jaar weer door hetzelfde vi rus besmet worden. Na deze tweede besmetting blijft er in het bloed een gro tere hoeveelheid afweerstoffen aanwezig. Na acht tot twaalf iaar, waarin de mens steeds ioor hetzelfde virus is besmet, ziet dit virus geen kans meer om een epidemie te veroorza ken. Het loopt dood tegen de afweerstoffen die de mensheid, als geheel genomen, op dat mo ment bezit Maar het influenzavirus neemt zijn maatregelen. Na drie of vier epidemieën in een pe riode van acht tot twaalf jaar is het zo intelligent om zijn ver schijningsvorm te wijzigen. Er verschijnt een virus dat in het laboratorium nog wel verwant is aan het voorgaande, maar zich toch zo heeft gewijzigd dat het de afweerstoffen gevormd in de voorafgaande periode ontwijkt. Zodra het „nieuwe" virus ver schijnt, verdwijnt het „oude" uit de circulatie en treedt niet meer ziek makend op. Het virus kan op deze manier zijn aanvals- kracht op de mensheid weer vol komen ontplooien gedurende de volgende periode. Het virus met zijn verschil lende verschijningsvormen kan zich zo dertig tot veertig jaar handhaven. Na verloop van dit tijdperk ziet het geen kans zich nog eens te veranderen. En op dit moment treedt een virus voor het voetlicht dat elke ver wantschap met het virus uit de voorgaande periode mist. Het ontmoet dan ook geen af weerstoffen en veroorzaakt hier door een wereldomvattende epi demie. Dit nieuwe influenzavi rus, dat waarschijnlijk uit een dierlijk reservoir overspringt naar de mens, is het moeder virus waaruit gedurende de vol gende dertig tot veertig jaar de hierboven genoemde verschij ningsvormen ontstaan. Want ook in de dierenwereld komt het virus voor. Dat van de Spaanse griep van 1918 vindt men terug bij varkens, terwijl het virus van de Aziatische griep onlangs is teruggevonden bij kalkoenen. Op welk tijdstip verkeren we nu momenteel in die dertig tot veertigjarige periode? In 1957 kwam een geheel nieuw influen zavirus z'n opwachting maken en veroorzaakte de Aziatische griep. Sindsdien gaf dit virus om de twee of drie jaar een epidemie. Uit het bovenstaande is dui delijk dat we één dezer jaren een nieuwe verschijningsvorm konden verwachten. En deze nieuwe verschijningsvorm, voortkomende uit het virus van de Aziatische griep, heeft zich onlangs gemanifesteerd als het Hong Kong-influenzavirus, ge noemd naar de stad waar het voor het eerst is waargenomen. Deze verschijningsvorm is in het laboratorium nog te herken nen als een nakomeling van het virus van de Aziatische griep. Maar toen dit Hong Kong-virus gekweekt werd, kon een ander opmerkelijk feit vastgesteld wor den. Het nieuwe virus bleek ook een grote mate van verwant schap te vertonen met een in fluenza virus dat omstreeks 1900, dus rond de eeuwwisse ling, epidemieën bij de mens had veroorzaakt. Om de waarde omypjjkf t" begrijpen moeten we enkele feiten uit de geschie denis van de influenza belich ten. In 1957 werd in het Leidse influenzacentrum gevonden dat het Aziatische virus, dat in die periode een pandemie ver oorzaakte. reeds eerder en wel in 1890 bij de mens influenza had veroorzaakt. In 1963 werd bij paarden in fluenza geconstateerd. Het virus hiervan bleek omstreeks 1900 in fluenza bij de mens te hebben veroorzaakt. Tussen het Aziati sche virus van 1890 en dit virus /an 1900 bevond zich weer de pe riode van acht tot twaalf jaar. Uit deze bevindingen werd drie jaar geleden door de Leidse groep geconstateerd dat er we tenschappelijk sterke argumen ten waren aan te voeren dat omstreeks 1968 het virus van 1900 wederom influenza zou gaan veroorzaken net zoals het 1890-virus in 1957 teruggekeerd Nu dit in werkelijkheid ge beurd is, heeft dit belangrijke gevolgen voor de bescherming tegen influenza. De verschil lende verschijningsvormen van het influenzavirus doorlopen een vaste kringloop. Het virus blijkt na een mensenleeftijd weer terug te keren als verwek ker van epidemieën. Hierdoor wordt het mogelijk om reeds bij voorbaat dat in fluenzavirus in het vaccin te verwerken dat in de nabije toe komst influenza zal veroorza ken. Tot nu toe moest men af wachten welk nieuw virus te voorschijn zou komen, om dit dan zo snel mogelijk in een ken. Nu is ontdekt dat het virus niet wispelturig is maar een ze kere wetmatigheid in zijn aan- valstaktiek heeft, kan de mens '-ich beter verdedigen tegm dit kleine intelligente organisme. Dr. N. MASUREL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 13