Turfsteker Tinus van Bakel De laatste Peelwerker KUREN: MEER HOOP DAN ZEKERHEID ,den eunigen gek die 't nog doet" Oudste leven op aarde is ook het kleinste ZATERDAG II JANUARI 1969 ER is nog welgeteld „één gek", die in de ruige Peel met de schop turf staat te steken. „Die „gek" is de 67-jarige Tinus van Bakel, die zichzelf lachend zo'n gek noemt, maar evengoed met kennelijk plezier in de turf steekt. Hij kan, als hij zou willen, als zoveel anderen van zijn leeftijd het allemaal wel wat rustiger aandoen. Hij kan, zoals dat heet „van zijn pensioen genieten". Maar „Ome Tinus" zegt: „Ik moet wat te doen hebben. Als ik niks te doen heb, verveel ik me. En bovendien.... hier in de buitenlucht is het gezond...." Daarom staat hij, als het weer er maar even geschikt voor is, op een stuk donker bruine grond in dat nog maar kleine fraai-ruige stuk Neder land, dat Peel heet. Hij staat daar. op klompen, in pilo-broek en trui en met pet. als de laatste der Péelwerkers, lang zaam maar zeer zeker, nog wat van die Peel te ontginnen. En met duidelijk zichtbaar genoe gen. Wellicht dat voor dat genoe gen ook reden gevonden kan worden in het feit, dat Tinus van Bakel nu niet meer op werktijden hoeft te letten, dat hij kan beginnen en ophouden wanneer hij zelf wil. Want hij is nu eigen baas, op zijn van de gemeente gepacht stuk Peel. En hij kan ook gemakkelijker werken. De turf hoeft niet meer in keurige rechthoekige blok ken gestoken te worden. Wie hem bezig ziet, ziet slechts een man die in de bruine, drassige grond staat te „spitten". Laag na laag spit hij de turf weg. In onregelmatige schoppen vol. De turf die Tinus van Bakel nog graaft met de hand, wordt al leen nog maar gebruikt voor de De oudste gesteenten op aarde liggen in Canada, het zuidelijk deel van de Stille Oce aan en in Afrika. Ca. 4 a 5 miljard jaar geleden, vormden deze rotsen de oereontinen- ten waaruit de latere werelddelen zijn ontstaan. In deze ochtendschemering van de geboorte der aarde is volgens de wetenschap liet allereerste leven gevormd. De geologen hebben genoeg fossielen, versteende resten van planten en dieren die uit deze eerste levensvormen zijn geëvolueerd, over de gehe le wereld teruggevonden. Deze speurtocht wordt moeilijker naarmate de onderzoekers de eerste sporen van leven trachten te vinden in deze gebieden. Men weet dat het zeer kleine levensvormen zijn geweest die niet met het blote oog kunnen worden waargeno men. Na jaren lang speurwerk hebben enkele geologen onlangs in Zuid Afrika bewijzen gevonden dat drie en een half miljard jaar geleden reeds leven heeft bestaan. De onder zoekers vonden (ten Westen van Swaziland) sporen van leven die zo klein waren dat ze 50.000 keer moesten worden vergroot. Tot nu toe had men sporen van leven gevonden die volgens de geleerden een miljard jaar oud waren. Het verschijnsel ijs blijft een merkwaardig fenomeen. Tot voor tien jaar meenden de onderzoekers dat de meeste kenmerken van ijs verklaard waren, maar op een internatio naal congres over ijs in München bleek dat vele algemeen aanvaarde opvattingen moesten worden herzien. De Duitse natuurkundige Hans-Peter Lock- mann zei dat men binnen afzienbare tijd in staat zal zijn electricitcit in een blok ijs „op te slaan" omdat ijs een goede protonengelcl- der is. Deze ijsbatterijen zijn echter alleen te gebruiken bij een temperatuur van minus 190 graden. Volgens deze Duitse geleerde is een praktische toepassing mogelijk in de wereld ruimte, wanneer de tijd van de interplanetai re reizen aanbreekt. Daarnaast zag hij echter ook op aarde mogelijkheden. Een belangwekkend onderwerp op het con gres was ook de mogelijkheid een middelma tig onweer te voorkomen. De Amerikaanse hoogleraar Workman uit Hawaii had in het laboratorium kunstmatig onweer opgewekt en ontdekt dat met behulp van ammonium- zout deze, vaak grote schade veroorzakende onweders, konden worden voorkomen. Vanuit raketten of vliegtuigen kan dit zout in de wolken worden gebracht, wanneer een on weer dreigt los te barsten. Workman heeft voor het ontstaan van on weer een niet-alledaagse verklaring. Volgens zijn mening wordt de electrische lading in onweerswolken door ijskristallen veroorzaakt die door de met water verzadigde wolken vallen en daarbij de regendruppels in alle richtingen verstuiven. Tussen de ijskristallen en de regendruppels wordt een tegengestelde electrische lading ontwikkeld die uiteindelijk door de overspringende bliksem wordt geni velleerd. De Engelse hoogleraar Glen uit Birming ham gaf een toelichting op zijn ontdekking zoetwater uit zeewater tc verkrijgen door dit laatste te bevriezen. Volgens hem is deze methode te verkiezen boven het verdampen van zeewater. Bij het bevriezen van zeewater blijven dc zouten in het water achter waar door er dus bevroren zoetwater ontstaat. PAUL VAN LANGSTRAAT verwerking tot compost voor tuin-veen-bedrijven. Als brandstof wordt de turf niet meer gebruikt Vlak bij de plaats waar ik Tinus van Bakel zag spitten stond een grote stapel oude tur ven. Van die ouderwetse, lange rechthoekige turven. Ze staan er al drie jaar. Geen mens kijkt er naar om. Ze worden zelfs niet meer gestolen.. Dat was vroeger anders. En hoé anders, dat weet Tinus van Bakel zeer goed. Het woord „vroeger" hoeft maar te vallen, of hij wil wel even vertellen over de dagen, dat men het wa ter uit de veenkanalen dronk. Omdat er geen ander water was. Hij wil ook wel vertellen, dat je „vroeger" in gemeente dienst (van Deurne) als turfste ker vijfentwintig harde guldens per week verdiende. Een week waarin lange werkdagen wer den gemaakt. En dan was dat een bedrag dat nog niet eens het slechtste was. Er waren turfstekersin dienst van particuliere maatschappijen, die minder verdienden. En die evengoed om drie uur 's morgens moesten opstaan om na een zestien kilo meter lopen aan de slag te kun nen, en die dan 's middags nog even een turfschip laadden, wegbrachten en elders losten. Dagen van zestien, achttien uur hard werken waren geen uit zonderingen. Wie over de dagen van vroe ger in de Peel verhalen wil ho ren, hoeft niet zo lang te zoeken. In plaatsjes als Helenaveen en Zeilberg zijn genoeg mensen te vinden, die zo'n verhaal kunnen vertellen. Een man als Driek Hendriks bijvoorbeeld, nu 91 jaar oud, die tot zijn 82e jaar in de Peel turf stond te steken en die als zeer vitale AOW-trekker nog steeds bewijst dat het har de, lange werken in de Peel kennel: ik niet zo bijster onge zond was. Hij begon in de Peel, toen hij nog maar net dertien jaar jong was. En al kan hij wat grimmig lachen als hij vertelt over be paalde gewoontes „van toen", romantiek is er bepaald niet bij. Het verhaal is eigenlijk al leen maar een verhaal van ar moede, van hard zwoegen in al le vroegte en tot ver in de avond. Verhalen over laden, lossen en slepen van turfsche pen, over die enkele guldens loon per week waarmee men zich maar redden moest en over de noodgedwongen slimmig heidjes om toch een wat beter leven te krijgen, en verhalen over de opstandigheid tegen ba zen. Maar ook een man als Driek Hendriks kan lyrisch worden als hij het heeft over de tech niek van het turfsteken. En hij zegt graag, dat hij het bijzonder goed kon. Hij heeft nog een „stekker" en een „oplegger" thuis, op de zolder liggen. Sou venirs van een leven vol hard werken, met als enig vertier nu en dan het glas bier in een van de overigens vele cafés in deze streek. Dat dit moeizame leven hem toch geen kwaad heeft gedaan wil hij wel geconstateerd zien, als hij trots aanwijst welk stuk grond van zijn grote tuin hij nog eigenhandig heeft omgespit. En dat hij nog niet zo heel lang geleden op de brommer nog naar tal van voetbalwedstrijden in de buurt ging wil hij ook wel even genoteerd zien. Even als het feit. dat hij nimmer een dokter aan de deur heeft gehad. Het werken in het gebied, dat met zijn ruige veengras, ber ken, heide en varens een inder daad boeiend stuk na tuurschoon ligt te wezen, heeft duidelijk aantrekkingskracht. Want al noemt de laatste hand-turfsteker Tinus van Ba kel zichzelf dan ook wel „den eunigen gek, die 't nog doet", hij doet het toch maar. Voorlo pig kan hij nog even voort Als het weer maar goed genoeg is. kan hij nog ettelijke dagen m de Peel staan spitten. Spitten in zijn turf. Laag voor laag de bruine „grond" verwijderend. Stukje voor stukje ook nu nog de Peel ontginnend. Want een mens moet wat te doen heb ben Als ge Nazareth bezoekt zal uw christen-arabische gids u meenemen in de ka thedraal, die gebouiod is boven de grotwoning waar in volgens de overlevering Jozef zijn timriermans- werV olaats had en waar hij met Maria en de jonge Je zus heeft gewoond. Als ge Kfar Nachoem be zoekt, het oude Kapernaüm benoorden Yam Kinnereth. het Meer van Genesareth zal de gids u een oude sy nagoge wijzen, die een paar honderd jaren na Christus zou zijn gebouwd op funda menten van de synagoge waar Jezus sprak. Echter: archeologische opgra vingen hebben aangetoond dat er onder de oude synagoge in Kfar Nachoem géén fundamen ten liggen van een oudere syna goge. Men weet niet, waar de synagoge van Jezus in Kaper naüm heeft gestaan. En ook omtrent een grotwo ning van Maria en Jozef in Na zareth is niets bekend. Evenmin weet men of de „geboortegrot" in Bethlehem werkelijk de plaats is waar Jezus is geboren, en ook het graf van Jezus in de tuin van Jozef van Arimathea is nergens te vinden. Opgravingen in Jericho heb ben aangetoond, dat die stad in derdaad eens, vermoedelijk door een aardbeving, geheel is verwoest. Maar dat gebeurde achthonderd jaar vóór Jozua en het volk Israëls bij Jericho kwamen en de muren na ba zuingeschal ineenstortten. Van de historie na de aardbe ving van achthonderd jaar vóór Jozua weten de archeologen niets. Omdat de puinheuvel van Jericho daarvoor te veel is ver weerd. Het zijn die twijfels, waar mee Marius en Nancy Groene- veld de lezers confronteren in hun boek „Bijbelse plaatsen (uitgave Bakker/Daamen, Den Haag). Eigenlijk zijn die twijfels geen wezenlijke twijfels. Zij le ren ons slechts en dat is de rode draad, die door elk hoofdstuk van „Bijbelse Plaatsen" loopt dat het god delijk mysterie nooit met mensenhanden is te grijpen. Degene die naar Israël gaat op zoek naar „heilige plaatsen", wil het land met zijn ogen zien. Die wil reële houvast hebben, de Bijbel toetsen aan de we tenschap. Dat gaat niet. God en wetenschap spreken elk een ei gen taal. liggend in een geheel andere dimensie. De mens, die werd geroepen om Gods Woord in de Bijbel neer te leggen, on derkende zelf al zijn beperkin gen en hanteerde de symboliek en de vergelijking om de zaak aan de lezers „gebruikers", zei een predikant eens heel treffend duidelijk te maken. Er is één uitzondering en die hebben Marius en Nancy Groe- neveld in hun boek slechts even aangestipt Er is inderdaad één plaats in de Bijbel als heilig genoemd. Christus spreekt over het „Huis mijns Vaders", de Tempel in Jeruzalem, waar Hij eens de wisselaars uitdreef. Die tempel is een zeer reële zaak. Er staat nog een groot muurfragment van overeind, de bekende ..klaagmuur", die. nu Israël eenmaal bestaat als ei- Een door onderzoekers gegraven sleuf in de puinheuvel van Jericho. gen, vrije natie, zeker geen „klaagmuur" meer is. Geen in Israël wonende Jood gebruikt die term thans meer. Het merkwaardige is, dat de ze muur voor de Jood door de eeuwen heen een voorwerp van eerbied, een middelpunt van geloof is gebleven, maar dat de christen deze tempelmuur altijd voorbij is gegaan. Wie Israël niet bezoekt om „wat voor ogen is", zal besef fen, dat Christus in het westen van Europa, of in het oosten van Azië, of waar dan ook, evenzeer aanwezig is als in IsraëL Men beseft dan tevens, dat God in Zijn heilsplan op een bijzondere manier met de Jood bezig is. En in dat opzicht houdt „Bijbelse Plaatsen" van Marius en Nancy Groeneveld een boodschap in, die aansluit bij de bijbelse Boodschap. HANS W. LEDEBOER Nog niet zolang geleden werd het woordje badkuur op veel scep ticisme en zelfs ironie onthaald. Ook nu zijn er nog tallozen die niet de minste wetenschappelijke of medische waarde aan badkuren toe kennen Ontelbaar is het aantal doktoren „die er niet in geloven en het verhaal naar de fabeltjeskrant verwijzen Historisch verschijnsel, zeggen ze. Inderdaad, de Romeinen zonden reeds hun legioensoldaten naar de bronnen om er genezing te vinden. Hoeveel vorsten en staatshoofden gaven aan de bronnen een ge heimzinnige, genezende kracht? Bekende Europese badplaatsen danken hun vermaardheid aan het regelmatige bezoek van hoge gasten. Zo het Duitse Baden-Baden, dat geregeld de Britse vorstin Victoria op bezoek kreeg. Alx en Provence waar Napoleon's Josephine de Beauharnals „kind aan huls was". En om in de twintigste eeuw te blijven, de Tsjechoslowaakse bad plaats Karlovy Vary, waar zelfs de Russische premier Kosygin vorig laar (zogenaamd) genezing zocht. In en om badinrichtingen verrezen luxe-hotels, werden casino's gebouwd en kregen al spoedig de naam vermaakplaatsen te zijn voor de rijken der aarde. Alle ontwikkelingen evolueren in de loop der eeuwen en zo ook de badkuren. Men zou zelfs van een revolutie kunnen spreken. Want waar geleerden nog geen dertig jaar geleden hun neus voor ophaalden is nu een dankbaar onderwerp van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek geworden Ruim 16.000 wetenschappelijke artikelen en studies hebben aangetoond dat de badkuren geenszins geheimzinnige krachten hebben, zoals de oude Romeinen geloofden Maar de onderzoekingen hebben wel aangetoond, dat men in de badinrichtingen snellere genezing vindt, dan waar ook. Zelfs de zieken fondsen in drie Europese landen (Frankrijk, België en West-Duitsland) hebben dat begrepen en vergoeden In bijna alle gevallen de kuren van hun patiënten Uit onderzoekingen blijkt dat bij etterende neus-, keel en ooraandoe ningen bijna 70 procent goede resultaten werden behaald. BIJ nieraan doeningen ligt dit percentage wat lager, ruim vijftig procent. Maar nog altijd een percentage om U tegen te zeggen Tenminste, dat vindt het Belgische Instituut voor voorlichting en do cumentatie, dat de resultaten van alle onderzoekingen heeft geanell- seerd en de drie Belgische badplaatsen Spa, Oostende en Chaudfon- taine dan ook hartelijk In ieders belangstelling aanbeveelt De meest behandelde ziekten blijken daar de reumatische aandoe ningen te zijn. Na een eerste kuur blijkt ruim 90 procent van reuma lijders aan de beterende hand te zijn. Een nieuwe kuur, samen met een behandeling door heilgymnasten en masseerders, maakt ruim 50 procent weer een stuk beter en na een derde kuur kan 30 tot 40 procent er van verzekerd zijn (voor een tijd) van reuma af te zijn. Of de rest van hun leven met sterk verminderde pijnen doorbrengen. Vandaar ook dat De la Rochefoucauld In zijn „Maximes" zegt- De hoop, hoe bedrlegelljk ook, draagt er tenminste toe bij, ons langs een aangename weg naar ons levenseinde te brengen". De Belgen zelf houden het bij een uitspraak van de oude Pllnius „De onbetwistbare weldaden van thermale kuren zijn zo overtuigend, dat men er on mogelijke verwachtingen op kan en moet bouwen" Ala men de Belgen moet geloven, komt men tot deze moraal- Alle hartinfarctlijders, nierlijders, reumalijders en vooral mensen die Jicht hebben, spoedt u naar Spa, Oostende of Chaudfontalne en baadt in koolzuurwater, modder, metaalwater en zeewater. Niet in de zekerheid, dat u beter zult worden, maar wèl met de hoop, dat u uw lijden ken verzachten, waar pillen en poeders falen En u kan er onmogelijke verwachtingen op bouwen. Siemens heeft een apparaat ontwikkeld, waarmee Het voor doofstomme en blinde kinderen mogelijk is sneller te leren. Bij de ontwikkeling van het toestel maakte de ont werper gebruik van de menselijke gevoelig heid voor geluidsgol ven. Het apparaat, de Vibrator, wordt tegen handgewricht, borst been, sleutelbeen of halswervel gehouden. Doofstomme kinderen kunnen nu geluiden, die uit een koptele foon komen, beter op vangen en onderschei den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 11