Gewoon een
beetje heilig
GOED NIEUWS: GOD LEEFT NOG
R.uü1
made in Holland
Met planten
meer sfeer in
het bedrijf
Schoolkind krijgt te weinig eiwit
Duitse
vrouwen
werken
thuis
dialoog
ZAKGELD-
gevulde peren
ZATERDAG 4 JANUARI 194»
Waarom nemen we zo
graag souvenirs mee als we
van vakantie terugkomen?
Het lepeltje uit de Eifel
vindt z'n plaatsje in het
lepeldoosje en het beeldige
schortje uit Bretagne ver
dwijnt in Oma's kast.
Brengen wij souvenirs
mee als troost voor de thuis-
blijvenden, willen we zelf
graag iets als „gedachtenis
je" hebben ofis er door
ondernemende middenstan
ders een behoefte gecreëerd
om zodoende nóg meer geld
in het laatje te krijgen?
Waarschijnlijk een mixture
van deze drie!
Al met al hebben wij door
lepeltjes, aardewerk, kaar
ten, vlaggen, wimpels,
kleedjes, sjaals bij onze toch
al niet geringe bagage te
voegen, eraan meegewerkt
dat volgend jaar de zeven
tiende Souvenirbeurs in
Utrecht wordt gehouden.
De afzetmogelijkheden
van de souvenirindustrie
groeien. Daartoe draagt de
In West Duitsland kampt
men met een merkwaardig pro
bleem. De jonge generatie <s er
zwak vertegenwoordigd. Dit
komt door een sterke teruggang
in de geboorten tijdens en na de
oorlogsjaren. Het gaat om de
leeftijd van twintig- tot ach ten-
twintigjarigen.
Ook gaat een groot gedeelte
van de vijftien- tot twintigjari
gen voor de arbeidsmarkt ver
loren, aangezien steeds meer
jonge mensen een steeds lange
re schoolopleiding volgen.
Een derde oorzaak van ge
brek aan jeugdige ar
beidskrachten schuilt in de jon
ge huwelijken. Jonge moeders
blijven de eerste jaren thuis bij
de kinderen. Dus liep het aantal
vrouwelijke werknemers veel
sterker terug dan het aantal
mannelijke.
Vrouwen die van de ar
beidsmarkt verdwenen toen de
conjuctuur verflauwde meldden
zich niet bij de arbeidsbureaus
maar bleven thuis. Velen ble
ven een dreigend ontslag een
stapje voor, een speóifiek vrou
welijk gedragspatroon.
Daarna is de vrouw nauwe
lijks meer bereid een volle
baan op zich te nemen. De
vrouwelijke reserve waarop de
arbeidsmarkt hoopt is nauwe
lijks weer op de been te krij
gen. Men ziet nu om naar
gastarbeiders.
overheid haar steentje bij
door de recreatiemogelijk
heden te vergroten. De toe
nemende groei van het bui
tenlands toerisme, mede
ontstaan door de intensieve
propaganda in het buiten
land, sorteert ook weer ef
fect op de souvenirindustrie.
De laatste jaren is de
kwaliteit van de souvenirs
aanzienlijk verbeterd. Het
koperspubliek ging hogere
eisen stellen. De ingezonden
artikelen voor de Souvenir-
beurs worden beoordeeld
door een speciale commissie
die nagaat of het produkt
beantwoordt aan de criteria
die voor een souvenir gehan
teerd worden.
De export van souvenirs
naar het buitenland neemt
steeds meer toe. Dit heeft
nog een aardige konsekwen-
tie, namelijk deze: Het
Eiffeltorentje dat u in Parijs
koopt is in Nederland ge
maakt. En de sjaal met de
Keulse Dom erop werd van
Nederland naar Keulen ge
bracht om daarna weer van
Keulen naar Nederland te
komen.
Al met al kunnen we stel
len dat het economisch kli
maat voor deze tak van in
dustrie zich gunstig blijft
ontwikkelen!
,,'tTIJKT me net iets voor u",
zei de heer Zwart aan
de telefoon. We kenden hem al
jaren als kaschef van de Leidse
Hortus, maar hij bleek zich na
zijn pensionering belast te heb
ben met de verzorging van de
honderden planten waarmee
kantoren, receptie, gangen,
werkplaatsen en cantine van de
Leidse Onderwijsinstellingen
getooid zijn.
„Komt u toch eens kijken,
want meer en meer bedrijven
gaan de waarde van planten in
zien in werk- en recreatieruim
ten. En wat hier de presi
dent-directeur, de heer I. J.
Sloos, met zijn grote liefhebbe
rij voor tuin en plant heeft op
gebouwd, kan misschien een
stimulans zijn voor anderen, die
wel willen maar er niet goed
raad mee weten."
Zo togen wij op een dag naar
Leiden, waar de heren Sloos en
Zwart ons door het werkelijk
smaakvol en artistiek versierde
gebouwencomplex voerden. Het
spreekt wel vanzelf dat de keu
ze van planten voor een be
drijfsruimte een hoofdstuk a-
part betekent, want aan de
planten worden bijzondere ei
sen gesteld. Zij moeten dikwijls
met een min of meer donker
plekje genoegen nemen.
Rook, stof en een droge at
mosfeer zijn verder hun bela
gers en in een bedrijf waar zo
ontstellend veel papier wordt
gebruikt dwarrelt voortdurend
stof neer. Waar vroeger de
personeelschef met zo'n 400
man personeel het onderhoud
bij toerbeurt moest regelen,
kwam hij dikwijls voor moei
lijkheden te staan. Maar omdat
men nu eenmaal de grote waar
de van het groene blaadje
besefte, werd naarstig gezocht
naar een geregelde en zo moge
lijk deskundige verzorging.
Het zou een schaap met vijf
poten moeten zijn, meende de
directie, want er zou zeker drie
ochtenden per week hulp gebo
den moeten worden, niet alleen
om de plantenbakken na te lo
pen en te begieten, maar een
hulp die ook kwijnende planten
kon vervangen, zo nodig de
aarde zou verversen en zelf wat
kon opkweken, om niet altijd
grote planten te moeten
aanschaffen.
„Net iets voor mij zo'n bij
baantje, helemaal in mijn lijn",
dacht de heer Zwart die nu in
tussen al zes jaar de scepter
zwaait over de plantenwereld
van de LOI. Wat dit wel bete
kent zeggen u misschien enkele
getallen, want in totaal zijn er
60 grote en kleine bakken van
60 cm tot 2 meter te verzorgen,
een wintertuin met vijverbe
planting en daar tussendoor nog
125 losse schalen en potten als
decoratie.
Dat niervoor per jaar één ku
bieke meter potgrond, V« kubie
ke meter oude koemest en een
paar baaltjes veenmos (sphag
num) nodig zijn, met nog 25 kg
Dlantenmest als bijvoeding, be
wijst wel dat er genoeg werk
aan de winkel is om zo'n collec
tie gezond te houden. En voeg
daarbij dan nog het werk in
een klein kasje, waar planten
uit stek worden opgekweekt en
zieke exemplaren weer worden
opgefokt!
Tenslotte nog een paar namen
van planten die het In dit cen
traal verwarmde, practisch
tochtvrije gebouw prachtig de
den: Ficus in soorten, diverse
soorten Philodendrons, Monste-
ra deliciosa (gatenplan:), Dra
caena, Chamaedorea (berg-
paim), Dieffenbarhia, Begonia
erythrophylla, Chlorophytum
(Phahngium). nestvaren en
hertshoornvaren, Peperomia,
Maranta, Tradescantia, Rhoi-
cissus, Sansevieria en vinger-
plant.
„Van planten gaat een op
wekkende en opvoedende
kracht uit", meent directeur
Sloos, „die de sfeer in een be
drijf alleen maar ten goede kan
komen."
En wie zal zich bij die woor
den in deze wereld van keihar
de zakelijkheid niet volledig
aansluiten?
A. C. Muller-Idzerda
Wij, lezers van het Kwartet,
hebben Mink van Rijsdijk we
kelijks gevolgd op haar lite
raire pad, dat bezaaid was met
voetangels en rozen. We zijn
benieuwd wat er steekt achter
die vreemde titel: Gewoon een
beetje heilig van haar nieuwe
verhalenbundel die bij J. H.
De kwaliteit van het ontbijt van
onze schoolkinderen laat veel te
wensen over. Dit is een conclusie uit
het rapport van Dr. J. J. van der
Werff op verzoek van het Centraal
Schoolmelkcomité te Rijswijk (Z-H)
gehouden onder 1238 kinderen. De
kinderen waren afkomstig uit de
Drentse stedelijke gebieden, het
Drentse platteland en de gemeente
Apeldoorn.
Slechts één op de zes kinderen be
gint de dag met een goed ontbijt!
Meer dan de helft namelijk 54,4 pet.
gaat met een slecht ontbijt de deur
uit. Bijna een kwart van het aantal
'kinderen krijgt een ontbijt waaraan
dierlijk eiwit zelfs geheel ontbreekt.
Het slechtste beeld tonen de lande
lijke gebieden, de oudere kinderen en
vooral de meisjes. De uitkomsten zijn
in opvallende overeenstemming met
die van een in 1961/62 verricht on
derzoek door dr. ir. F. S. M. van
Sehaik en K. Kosten-Zoethout. In de
ze publicatie kwam tot uiting dat een
aantal leerling later op de dag bij
de volgende maaltijden voldoende
dierlijke eiwitten tot zich namen.
De moraal van dit trieste verhaal:
een kwartier eerder opstaan moeders,
en uw kinderen de tijd gunnen om
tenminste een flinke plak kaas, ^en
beker melk of yoghurt te gebruiken!
Ennegelukkig dat er schoomelk is!
Stijgt u het schaamrood naar de
kaken? Kijk, dit vindt het Voorlich
tingsbureau voor de Voeding goed: 9
gram eiwit of meer voor een derde
klasser, 11 gram of meer voor een
jongen en 13 gram. of meer voor een
meiske uit de zesde klas. Redelijk
staan te boek 5 - 8,9 gram, 6 - 10,9
gram, 7 - 12,9 gram en slecht 4,9 of
minder, 5,9 of minder, 6,9 of minder
voor respectievelijk dezelfde klasse
leeftijden.
Nu nog een lijstje: 6,5 gram eiwit
zit er in een beker melk, een dito
karnemelk bevat 6 gram, een bordje
pap, pudding, yoghurt of een beker
chocolademelk 6,5 gram, een kop thee
met melk slechts 2,5 gram, koffie di
to, boterham met kaas 4 gram, een
met worst 2 gram, een ei drie gram
eiwit.
Een beter ontbijt voor de kinderen:
een voornemen voor 't nieuwe jaar
dat makkelijk uitvoerbaar moet zijn!
Kok, Kampen verscheen (82
blz. ƒ5.90).
Gewoon een beetje heilig,
dat is de vader van Heleentje
naar ze pocht tegen haar vrien
dinnetje Mieke. Bij Mieke
thuis zijn ze van Colijn, maar
Heleentjes vader valt van zijn
voetstuk want hij blijkt bij een
verkiezingsveldslag voor de
roden te zijn, compleet met een
groot aanplakbord in het voor
tuintje dat er niet om liegt.
Heleentje voelt zich verra
den, temeer als ze voor „roje
snertmeid" wordt uitgemaakt.
Na de verkiezing gebruikt haar
vader het bord voor een col
lecte-affiche, de sterken voor
de zwakken.
„Ze hoefde zich voor zoiets
moois niet meer te schamen
of te verdedigen ze zag een
wat hoekige figuur, die aan
een veel kleiner zielig mens
een schaal voor hield. Prach
tig was dat".
't Vriendinnetje is er niet
van onder de indruk, maar zij
was nodig om de vader in de
ogen van de dochter te reha
biliteren, en daarom de bluf:
„mijn vader een beetje hei-
lig".
Toch steekt er meer achter
deze titel; de zes verhalen van
Mink van Rijsdijk hebben alle
de ondertoon van het onvol
maakte van de mens. Al onze
goede bedoelingen ten spijt
Mevrouw B. te R. zegt: „*t
Dankbare en mooie wonder ia
voor mij en ik weet het zeker,
ook voor anderen dit alleen: in
de kilte nuchterheid van het
aardse leven aanvaarden en een
proberen al struikelend het als een
gelovig troostend weten, de smalle
weg te gaan."
„Ik heb altijd gedacht dat Ik een
gelovige was", schrijft mevrouw
W. te H. „Ik ben opgevoed In een
christelijk gezin en nam van
zelfsprekend aan dat Jezus' lijden,
sterven en opstanding ook voor
mij volbracht waren. Totdat ik ont
dekte dat er Iets wezenlijks aan
ontbrak: de Here Jezus zélf. Mijn
gebed Is dan ook steeds: „O,
God, schenk mij Uw ontdekkend
licht en genade, dat ik U toch mag
leren kennen." Ja. ook bij mij is er
een groeiende behoefte aan het
uitstijgen boven mijzelf, persoon
lijk contact en verborgen omgang
met God."
Geloven nu Is voor mevrouw B.
te Z.: „aan de ene kant eenvoudig
aanvaarden dat God in Jezus
Christus werkelijk in nljn persoon-
'Njk leven aanwezig v 'I zijn, dat wij
Hem dus in ons gewone, dage
lijkse leven kurvnen betrekken. (Je
kunt, naar mijn gevoelen, nooit ge
noeg in het gebed met Hem spre
ken over b.v. je kinderen). Aan de
andere kant moet je open oog en
oor hebben voor de progressieve
kant met betrekking tot het gelo
ven. M.l. moét Je lezen over evolu
tie en natuurwetenschappen. Dat
behoeft het geloof niet aan te
tasten, integendeel, je kunt er een
steeds grotere bewondering voor
de Schepper door krijgen. De on
voorstelbare ouderdom van onze
planeet doet ons beter begrijpen
dat inderdaad duizend jaren voor
God zijn als één dag en andersom.
Het gaat ons verstand te boven.
Als je over de evolutie leest, ga je
begrijpen dat er Inderdaad wezens
„als mensen" voor de echte mens
Adam geweest kunnen zijn.
Maar Adam werd als door een
explosie de beelddrager Gods In
een punt des tijds. Dat is m.i. wat
het scheppingsverhaal ons wil zeg
gen en het doet niets af aan mijn
geloof In God als de Schepper van
alle leven, en In Jezus Christus als
de door God gezondene, om de
band met God die de mens in
de loop der eeuwen bezig was te
verbreken weer te vernieuwen.
Daarvoor wilde HIJ zelfs de
kruisdood ondergaan en daardoor
heeft Hij ook voor mij weer een
weg tot God geopend. Zijn opstan
ding leert mij dat God nog een
plan met de mensen heeft. Wat dit
inhoudt, weet Ik niet, behoef ik
ook niet te wetenl Maar het is een
plan met mijn persoonlijk leven,
wanneer Ik in het geloof Zijn lei
ding In mijn leven wil aanvaarden."
Mevrouw B. te V. leest altijd
met Interesse Dialoog maar heeft
nog nooit geschreven: „Op dit on
derwerp heb Ik gewacht. Als kind
had ik veel last van doofheid, mijn
trommelvliezen waren stuk. Op
school werd ik er mee geplaagd
en vaak werd ik erom uitgeschol
den. Ik bad tot God: „Geef mij
een gehoor zoals die andere kin-
derenl" Ik kan nu goed horen,
hoewel het medisch gezien onmo
gelijk moet zijn. Door dit grote
wonder leerde ik toch Jezus niet
kennen. Ik bezocht weieens de
kerk, maar het deed me niets. Tot
dat Ik ernstig ziek werd en dacht:
„Dit Is het einde. Te weten, te
moeten sterven terwijl Je onbe
keerd bent. God liet mij niet in de
steek en zond mij Iemand die mij
van Jezus vertelde. Toen kon ik
Hem aanvaarden. Daarna herstelde
Ik geheel. Geloven nu Is: bidden
en geloven dat je het ontvangen
hebt. Niet alleen bij zieken maar
ook bij verslaafden en gebonde-
nenl"
„Laten we toch niet al te ge
wichtig doen alsof geloven nu
moeilijker zou zijn dan voorheen",
reageert mevrouw K. te H. „Er zijn
streken in de wereld waar het ge
loof haat en laster met zich mee
brengt. Maar wie legt Je in Neder
land een strootje in de weg? Juist
hierin schuilt het gevaar van onze
tijd. Een weeldetljd is zelden de
beste tijd voor het geloof; de
drukking der melk brengt boter
voort. Onze tijd voelt er wel niet
veel voor, maar we moeten ons
door het Woord laten gezeggen.
Telkens kom je het tegen: ik vind,
of. Ik geloof. Maar geloven is aan
nemen op gezag. Dat was het In
het verleden, dat is het ook. nu en
in de toekomst. Geloven is God
geloven op Zijn Woord. Zijn belof
ten aanvaarden en Zijn waarschu
wingen niet klein achten."
„Dit onderwerp brengt mij tot
nadenken", zegt mevrouw B. te D.
„We zingen zo graag: „Ik heb de
vaste grond gevonden" maar die
grond wankelt wel eens onder on
ze voetenl Er wordt tegenwoordig
zo veel op losse schroeven gezet
wat het schriftgezag betreft'
Maar de komst van Jezus als Kind
van God staat daar buiten. Het
lijkt wel of de mensen slechter zijn
dan vroeger, de geschiedenis leert
ons echter wel anders. De mens is
zichzelf gebleven In slechtheid,
God is dezelfde gebleven."
Nu het woord aan de heer M. te
H. „Laten we de dogma's dan niet
meer zo vasthouden, het geloof
houdt ons nog vast. Wat wordt er
aan getornd en gerukt door al de
geleerden van deze tijd. Ik zeg
vaak tegen mezelf „Hou je nu al
leen nog maar aan de bijbel, want
ze zetten alles op losse schroe
ven." En dan denk ik „Wat maken
de Rooms-Katholieken een zware
tijd door. nog veel erger dan wij.
Als je van kind af in die vaste
overtuiging bent opgevoed, Is het
wreed dat alles te moeten loslaten.
Gelukkig is er nu tussen Roomsen
en Protestanten meer begrip dan
vroeger."
Mevrouw M. te L. is kerkelijk
opgevoed bij het strenge dogma:
„Het deed mij steeds denken aan
een knellend harnas. Ik vind het
een blijde belevenis om nu zomaar
ronduit te mogen uitkomen voor de
vele vragen waar ik altijd mee zat.
Het leek me vroeger alsof we van
uit het dogma de bijbel mochten
„enteren". Nu voel ik mezelf
geënterd. gegrepen door de
boodschap van de bijbel. Het is
ook een belevenis voor mij om te
zien hoe onomwonden, hoe eerlijk
de jonge mensen uitkomen voor
hun strijd om te komen tot een
eigentijdse beleving van de wezen
lijke blijdschap van hun geloof. Zij
zoeken, en zij zullen vlndenl"
MINK VAN RIJSDIJK
de liefde tussen moeder en
dochter, tussen een Fries meis
je en een student uit Kame
roen, wij schieten te kort in het
„vrede op aarde".
We kunnen er slechts: „een
beetje zijn voor de ander. Het
grote gebod is een woord ge
worden, een uitgehold woord.
Stukje vrijheid
Bij de loononderhandelingen
die de voorpagina's van de
kranten halen, behoort niet het
interne gezinsoverleg. Toch
wordt er op gezette tijden touw
getrokken tussen ouders en
kroost over dat stukje finan
ciële vrijheid, dat we „zakgeld"
noemen.
Wat is te veel, wat te weinig,
moet ons kind zich kunnen me
ten met vrienden? U schudt het
geld ook niet van de boom?
Het Gezins Begrotings Insti
tuut heeft over deze vragen na
gedacht en een handig boekje
over deze materie uitgegeven,
de prijs is ƒ0,75 (Bondsspaar
bank). Het lijkt ons nuttig het
„werkkapitaaltje" waarmee on
ze kinderen leren omgaan eens
onderwerp te laten zijn van bij
voorbeeld een ouderavond.
Spreekster van het Gezins
Begrotings Instituut willen
graag zo'n praatje verzorgen,
kosten naar draagkracht met
subsidie van de plaatselijke
bondsspaarbank, waar trouwens
een heel lijstje van onderwer
pen aan te vragen is ter inlei
ding op discussies tijdens bij
eenkomsten van huisvrouwen
of echtparen, als het maar gaat
over doelmatige inkomensbeste
ding.
Adres GBI: Botersloot 27 in
Rotterdam.
voor 4 peraonen
80 g (4 taf.) Celifomlache
blauw* roiljnan
t p»kj« Mon Chou kui (100 g)
I dooaje kwark 200 g)
90 g (4 aell.) fijngehakt* noten
I groot blik peren op aap
822 g - 0 9 halve peren)
het aap van aen halva citroen
I aaU.)
•ventueel wat likeur (b.v.
Cr*ma da M*ntha of
maraaquln naar amaak)
Wal d* rozijnen 5 minuten In
zoent en meng ze met o* Kwertc
Voeg d* roten. 6 eetl. perenaap.
het citroenaap. d« rozijnen en
Misschien is naastenliefde al
leen oren hebben, handen en
een hart. Onze tragiek is al
leen dat we van alles net te
weinig hebben. Bovendien
vinden we onszelf altijd een
streepje belangrijker dan wie
dan ook."
Uit deze verhalenbundel,
sterk van samenhang, met goe
de en niet te snel verlopende
verhalen, komt een gerijpte
Mink van Rijsdijk tevoorschijn,
die veel woordfranje heeft ge
knipt. Ze geeft ons een chris
telijk verhaal, nooit opgelegd
of zoetig. Ook de lichamelijke
liefde krijgt een eerlijke plaats.
I* ingrediënten.
Vul d* holte* v
het m*ngi*l.
Carneron met
Koud mi r*r*f
i tfc p*r*n met
n Frene vrucht-
WETEN
Radiogeluiden klinken
in kamers
televisiebeelden zweven binnen
kernreactors worden geladen
atoom wordt in diepzee
beproefd,
gebruikt in de wonderlijkste
toonaarden.
Leven en dood schrijden vaak
zij aan zij
gelukkig zijn wij mensen
te weten:
de eeuwigheid is in Gods hand
geborgen.
Met dit moderne gedicht is ma-
vrouw A. Pelli.-Roza, Hendrik van
Nassaustraat 15 te Leordam, de
„Zij" van dit blad.