0UDEIAARSK0STJES EENMAAL PER ZONDAG? ij maken het meest op aan vermaak Centrale verwarming ombouwen advent PATROON: voorlichting Objectieve consument Verboden zegels op expositie Kerkdienst dialoog ZATERDAG 28 DECEMBER 1968 De goedkope koelhuisbo- ter, de BTW en nog meer zaken hebben wij aan de EEG te danken. Hoe leven de mensen in de lidstaten van deze gemeenschap? De cijfers die hier volgen zijn van 1966. In alle landen staan de uitgaven voor levensmidde len aan de top. In Italië ont vangt deze sector haast 46 procent van de totale uitga ven van moeder de vrouw. De Fransen geven voor hun voortreffelijke keuken veer tig procent uit, de West- Duitsers 39 procent en in ons land „slechts" 33 pro cent. Weet u wie het meest uit geeft aan vermaak? Neder land! Wij geven negen pro cent voor vermaak en peda gogische doeleinden uit, ter wijl de Duitsers en Fransen zeven procent al genoeg vin den. Wij geven ook veel meer uit voor lichaamsver zorging: rond elf procent, Duitsland tien, België ne gen, en Italië zeseneenhalf procent. Wat kleding betreft doen wij ook niet flauw. De Bel gen leggen er twaalf en een half procent van hun inko men voor op tafel. In Lu xemburg moeten de lui wel geweldig elegant zijn: zij geven haast vijftien procent van hun inkomen aan kle ding uit. De Nederlanders volgen met dertien procent, de Fransen met 11,5 procent, onze oosterburen elf procent en de Italianen tien procent. Moeder verwacht, ouders wachten samen op het kind Dat nog onder moeders hart een plaatsje vindt De kleertjes, het wiegje, alles is pracht en praal Zo wacht ons kind een lieflijk onthaal. Heel de wereld wacht, maar vaak niet op het Kind dat graag een plaats in ons harte vindt. Hij kwam op deez' aarde, werd lang reeds verwacht Vond plaats in een kribbe, aan 't kruis werd het volbracht. Straks vieren wij 't feest, van het licht dat nooit verdwijnt, Dat wel eens kan schemeren, maar toch altijd schijnt. In een donkere wereld, vol oorlog en pijn Zal dit licht in ons hart altijd reddend zijn. E. ROTTIER-KOK WAT ETEN WE VANDAAG7 Geen pro bleem op oudejaarsdag, we doen het typl8ch Hollands: oliebollen, appel beignet#, saucijzebroodjes, een vlees slaatje. Een doek om 't kapsel, de mouwen op gestroopt, gordijnen afgehaald, aan de slagl 500 g bloem, 25 g gist, 10 g zout, 25 g margarine, 4Vi dl melk. 15 g citroenrasp, 100 g krenten, 100 g rozijnen, 50 g sukade. 50 g sinas- of appelsnippers, 1 ei. In plaats van 1 ei maakt u een mooie luchtige olie bol door aan dit beslag een soezenbeslag toe te voegen van 200 g water, 100 g boter, 100 g patentbloem, 4 eieren. Olie. Bloem en zout goed vermengen. Maak een Maak eens appelbeignets van bladerdeeg, kant en klaar uit het pak. Volg de gebruiks aanwijzing voor het deeg. De goudrelneta bo ren. schillen en in dikke plekken snijden. Leg op de bovenste helft van de lap deeg de appel schijven. Vul de gaatjes met amandelspijs of suiker en kaneel. Ga met een vochtig kwastje tussen de schijven om het deeg iets te be vochtigen. Sla het deeg dubbel en druk voor zichtig aan. Snij of steek de appels met een groot glas of een scherp mes zó uit dat de appelschijf in het deeg opgesloten zit, met duim en wijsvinger de randen (zonodig met deegresten) dlchtplakken. Laat de opgesloten schijven twintig minuten rusten. Maak Intussen kaneelsuiker klaar van 100 g kristalsuiker, 100 g bruine basterd, 100 g witte vulling In de rest van het deeg evenzo. De rollen In stukjes van ongeveer 4 cm snijden en bestrijken met eistrijksel van een losgeklopt el met een scheutje koffiemelk. Druk bovenop het saucljzebroodje een amandel. He( bakblik In de hete oven schuiven, de onderkant van het blik krijgt de meeste warmte. De saucijzebroodjea mooi lichtbruin en gaar laten worden, ongeveer een half uur. Warm serveren. De saucijze broodjes kunnen heel goed worden opgewarmd door ze tien minuten In een voorverwarmde oven te zetten. In een goede sla gaan alle delen gelijk op, u kunt de sla goedkoper maken door op lOOg vlees bijv. 300 g aardappels te nemen. Nodig: 200 g gekookt of gebraden kalft- „Zü" die ons Blad vandaag siert, is mevrouw M. van Es- vel d-H u y s e r, Krommehagen 278 In IJsselmonde, met het leuke rijm: ASIEL Mijn man bracht van de straat een hondje mee dat aan de hondenziekte lee. Wij waren erg met hem begaan en deden er van alles aan. Om langer lijden te vermijden brachten wij hem naar 't asiel, hetgeen mijn dochtertje niet beviel. Verontwaardigd zei ze zonder verbloemen: durven jullie je nog christenen te noemen? kuiltje in de bloem, breek hierin het ei. Gist aanmengen met wat lauwe melk en met de rest van de melk in het kuiltje schenken. Maak een glad beslag door van het midden uit te roeren en flink te beslaan. De gewassen kren ten, rozijnen etc. door het beslag, het geheel op een tamelijk warme plaats ongeveer een uur laten rijzen. Vul een gietijzeren pan voor de helft met olie. verwarmen tot de damp eraf komt. Is de olie heet, dan verbranden de bol len, is de olie niet warm genoeg, dan zuigt de bol vol olie. Schep met een eetlepel beslag, laat dit met een vochtige wijsvinger (kom water bij de hand) In de olie glijden. Wanneer de oliebollen niet vanzelf omdraaien, dan na drie minuten ke ren tot ze gaar en goudbruin zijn. basterd. ?/2 g kaneel en 15 g citroensap. De appelbeignets In hete olie aan weerskanten goudbruin bakken, goed laten uitlekken en op een platte schaal met kaneelsuiker deponeren. Aan weerskanten kaneelsuiker. 1 pak kant en klaar korstdeeg, H pond gehakt half om, perper, zout, nootmus kaat, 1 ei, scheut koffiemelk, worcestcr- saus of maggi. Maak korstdeeg volgens gebruiksaanwijzing. Rol het deeg uit tot een lap van 20 - 50 cm. Maak het gehakt aan met een geweekt sneetje oud tarwebrood zonder korst. Nu kunt u van het gehakt twee rollen van 50 cm maken, dan wel het gehakt in een spuitzak doen. Een rol gehakt op het deeg leggen, de deeglap even vochtig maken en dubbel slaan, met de zijkant van de hand mooi aandrukken en af snijden met een scherp mes. De tweede rol vlees, of 200 g in kleine blokjes gesneden boterhamworst, 200 g zure appel, 200 g gesneden augurk, 200 g gesneden gekook te aardappel die nét gaar is. Een salade behoort niet papperig te zijn, maar moet een mooie losse structuur hebben. Vermeng de ingrediënten met desgewenst een of meer fijngesneden uitjes en kleingesneden hard gekookt el. Op smaak brengen met pe per, nagel, zout, Iets nootmu6caat. Maak dit aan met mayonaise uit de fles: voorzichtig om9patelen. Bedek een vleesschaal met gewassen en goed uitgelekte slabladeren. Doe het slaatje over op de schaal, glaceren met mayonaise uit pot, opmaken met uitge waaierde augurkjes, in plakjes gesneden tomaat en hardgekookt el, zilveruitjes, blaadjes peter selie. Naslagwerken zijn onontbeer lijk voor vrouwen die modem en doelmatig te werk willen gaan. De huisvrouw wordt da gelijks met nieuwe dingen ge confronteerd, vooral de platte landsvrouw weet er een goed gebruik van te maken. Allerlei gidsen maken haar dan ook- wegwijs. Een uitstekende nieu- Dat de postzegels van Oostenrijk bij ver zamelaars geliefd zijn, zal elke filatelist moeten beamen. Dat komt omdat de zegels kleine grafische kunstwerken zijn. Men spaart geld noch moeite om de beste kun stenaars zegels te laten ontwerpen, terwijl aan het vervaardigen de hoogste druk technische eisen worden gesteld. Dat komt bij de productiekosten van de bijzondere en/of herdenkingspostzegels tot uitdrukking. Deze bijzondere zegels, meestal gegraveerd, kosten ongeveer 17 groschen (bijna 2/2 cent) per stuk. De permanente zegels worden na genoeg allemaal In offset- of rasterdiepdruk vervaardigd en kosten maar 1 groschen per stuk. Hieruit volgt dat de bijzondere zegels te duur in productiekosten zijn om ze in de frankeerwaarde voor drukwerken of prent briefkaarten beschikbaar te stellen. De post dienst geeft de dure zegels daarom alleen uit in de waarde van 2 of V/2 schilling, wat overeenkomt met het port voor binnen- of buitenlandse brieven. Overigens weet men zich In Wenen wat het aantal uitgiften per jaar betreft, te be heersen. Stelregel is dat het totale bedrag van de nominale waarde van de zegels die In een Jaar in omloop komen, de zeventig schilling niet zal overtreffen. Dat betekent dat een verzamelaar per maand gemiddeld maar zes schilling behoeft te be steden om alle Oostenrijkse zegels aan zijn verzameling toe te voegen. In 1968 kwamen 28 bijzondere ze gels uit voor nog geen tien gulden. Onlangs kwamen twee zegels, die nooit in omloop zijn gebracht, in de publiciteit. Ze waren te zien op de internationale tentoonstelling PRAGA 1968. Omdat daaromtrent nauwelijks iets bekend was in de kringen der filatelisten, heeft men hetzelfde materiaal ook deze maand ter gelegenheid van de Dag van de Postzegel in Wenen uitgestald. De geschiedenis van deze poli tieke serie heeft zich in het kort als volgt afgespeeld. In november 1945 werd op initiatief van de ge meente Wenen een anti-fascistische tentoonstelling „Nooit vergeten" ge houden en daarvoor werden aan de posterijen gelegenheidszegels ge vraagd. Ontwerpen werden gemaakt en acht zegels van Chmielowski werden uitgevoerd. Op last van de toenmalige bezettingsautoriteiten werden twee zegels niet toegelaten. Het bestaande drukmateriaal werd, op enkele reeds gedrukte vellen na, vernietigd. Hierbij ziet u de beide „zondaars" afgebeeld. Ik vraag voorts uw aandacht voor de laatste emissies van Oostenrijk voor dit jaar. De afbeelding op de we uitgave ds PATROON, In compacte vorm allerlei voor lichting die gericht is op huishouding en gezin. PATROON vormt een bundel van artikelen die in zes hoofd rubrieken zijn ondergebracht, te weten woning, huishoude lijke apparatuur, leiding en be heer, voeding en kleding, op voeding en opleiding, bloem, plant en dier. Daarnaast wordt verwezen naar brochures en instanties die verdere voorlich ting geven op het gewenste ge bied. Of het nu gaat om huishoude lijke apparatuur, de gezinsfi- nanciën, vloerbedekking, ver bouwen van een woning, ge bruik van medicijnen, diepvrie zen, tuinaanleg, kleine huisdie ren, helder en beknopt maakt PATROON de lezer wegwijs. Een kring van deskundige me dewerkers staat garant voor de inhoud. PATROON wordt uitgegeven door de Stichting Land- en Tuinbouwgidsen (Silabus), een stichting die geen winst maakt en voorlichtend dienstbaar wil zijn. Men hoopt deze objectieve voorlichting ééns per jaar .te kunnen geven als een soort va demecum. PATROON is de prijs van 6,— dubbel en dwars waard, verkrijgbaar bij de boekhandel of bij Silabus, machtiging 1558 te Utrecht. U begrijpt uit de inhoud al wel dat ook stads-huisvrouwen met deze consumenten-voorlichting gebaat zijn! De bewoonbare ruimte in huis wordt door centrale verwarming aanzienlijk verhoogd. De kachel, het mid delpunt in de kamer is nu verdwenen. Bij velen is de tv nu het middelpunt (van huiselijkheid). Met de op komst van de centrale verwarming krijgt ook de open haard een kans en daarmee is een oud middelpunt hersteld. Een kaohel kan een decoratief element zijn in het interieur. Van een radiator kan je dat beslist niet zeggen! Hier rijst een nieuwe behoefte, het weg werken, het omtlmmeren van de radiatoren. Wie het goed doet behoeft zich niet te bekreunen om het verlies aan warmte. Oude radiatoren hebben vaak ribben, die nieuwe zijn paneel-radiatoren die min of meer vlak zijn. Panelen zijn minder opvallend dan ribbenradiatoren. Radiatoren geven warmte op twee manieren: door uitstraling en door luchtcirculatie. De lucht wordt verwarmd en stijgt op, nieuwe koude lucht wordt langs de onderkant aangezogen, verwarmd enzo door. Bij een omtimmering van een convector is het vol doende als de „bekleding" aan onder- en bovenzijde flinke openingen en wijdmazige roosters bevat. De voorzijde kan helemaal gesloten worden. Bij een radiator moet de voorzijde openingen of een rooster bevatten om de stralingswarmte te laten passeren. Er is een foefje om de radiator onzichtbaar te ma ken ook bij een luchtige omtimmering. De wand ach ter de radiator, de radiator en de buizen schilderen we zwart met hittebestendige verf. Achter de lichtere hout-kleur van de betimmering is er vanuit de kamer niets meer van te zien. Voor omtimmering kan bijna iedere houtsoort gebruikt worden, mits het hout goed droog is wanneer het verwerkt wordt. De vormgeving kan aangepast worden aan de stijl van de meubelen. Bij een interieur met stijlmeubelen waar de deuren van kasten uit lijsten en panelen bestaan kan de omtimmering ook worden uitgevoerd van lijsten en panelen. Voor de panelen kunnen we metalen roosters of vlechtwerk van rotan en fineer gebruiken. Vlechtwerk is in verschillende houtsoorten en vlechtpatronen voorhanden: grenen, berken, teak, eiken, noten en palissander en ook wit of grijs gelakt. Zelfs zijn er kant-en-klare radiatorschermen van gevlochten fineer, compleet met radiatorhaken. Een scherm van 150 x 60 cm. kost in teak ƒ90. Losse platen zijn goedkoper; een teakplaat met open patroon 35 (250 x 60 cm.). De omtimmering van de verwarming kan heel goed deel uitmaken van een grotere betimmering die een wand, bergmeubel, bak, bank, of boekenberging om vat. Het wordt dan een functioneel deel van de hele inrichting. Een radiator-ombouw die bestaat uit een rooster van houten spijltjes. Het ver ticale accent wordt gecompenseerd door de lengtewerking van de vensterbank. Deze ombouw is van het meer gesloten type: vlakke gefineerde bovenzijde en voor- en zijkanten. Hiervoor kunnen gefineerde spaanplaatpanelen worden ge bruikt. Zowel aan voor- als bovenzijde zijn flinke openingen uitgespaard voor luchtcirculatie. Geschikt voor convectoren. Maak van het plankje dat over is meteen een plantendrager. Natuurlijk nam ik het aan om op te passen terwijl mijn dochter en haar man een week je vakantie namen. Ik ben dol op die kleinkinderen. De oudste ging logeren. Bleven Willem Jan en Comélietje, negen en drieënhalf jaar oud. Op een avond haalde ik Willem Jan uit zijn bed. Ik zag een wol kenschouwspel bij zonsonder gang zo prachtig als ik zelden gezien had: Willem "is dol op de natuur. Samen keken we gerui me tijd naar die prachtige zonsondergang. „Zoiets kan God alleen doen", zei ik, „zulke prachtige wolken maken". De zondag daarop regende het pij- pestélen. „Waarom gaan we niet naar de kerk, oma?" vroeg Willem Jan. „Ik moet op jullie passen, Comélietje is te klein, ik weet niet hoe laat de kerk begint (pappa is er niet) en bo vendien worden we doornat." Het is zeker zeven d tien minu ten lopen van de pastorie naar de kerk. „Zal ik dan preken?" vroeg Willem Jan in volle ernst. Ik bracht hem aan zijn verstand dat hij er geen lolletje van mocht maken. Jij houdt de preek, je laat wat zingen en je zusje en ik zijn de kerkgangers. In de eetkamer werd een keu kentrapje gezet omwoeld met het bruine divankleed. We wa ren er alledrie in. Willem haal de de kinderbijbel en ging op de preekstoel staan. Tevoren hoorde ik hem op een zekere plaats gezangen repeteren. Het kerkvolk nam plaats op de stoelen. De kerkdienst begon. Willem las het verhaal van de wijze en dwaze maagden. Hij moest zich telkens bukken om de woorden beter te zien. Hij gaf de verzen op om te zingen en het kerkvolk deed zijn best. Al les ging zeer eerbiedig, het was werkelijk een formele kerk dienst. Aan het eind sprak de jongen een gebed uit in zijn. eigen taal en uit zijn hart. „Lie ve Heer wij danken U voor al les, wilt U pappa en mamma nog veel plezier geven en goed uit laten rusten? Ik dank U wel dat ik die prachtige wolken ge zien heb want het was nog mooier dan op de kleurpotlo den. Amen". Wc zongen de slot zang, daarna ging hij in de deur opening staan om de gemeente leden een hand te geven (net als pappa). Wij zeiden: „dag do minee". Toen wij onze mantel uitdeden zei Comélietje ernstig „Er waren veel mensen, oma!" C. SCHWING-SCHOUTEN uitgifte voor de Dag van de Post zegel is de god Hermes, die nog al eens als boodschapper voor de machthebbers op de Olympus moest optreden. Dit beeld is ontleend aan reliëfs, die in de facade van het postkantoor te Purkersdorf bij We nen zijn aangebracht. Er zijn in to taal zes reliëfs, waarvan de twee buitenste aan Hermes zijn gewijd en de vier andere afbeeldingen van vrouwenfiguren bevatten, die de postdienst symboliseren. Op 11 december kwam nog een serie van zes zegels in de verkoop. Als ik de prijs van het jaar voor de fraaiste postzegels te vergeven had, dan was mijn keus bepaald op dit zestal gevallen. Het zijn details van plafondschilderingen uit kloosters, kerken en kastelen, die door Paul Troger en Anton Franz Maulpertsch in de 18e eeuw zijn gemaakt. Voor de echte Oostenrijkverza melaar Is een boekwerk versche nen onder de titel „Kleine Kunst- geschichte der Oesterreichischen Briefmarke 1945-1968". Het boek geeft met talrijke platen in kleur en in zwart/wit de hele geschiedenis van de na-oorlogse zegels en ont werpers. i. 1. M. KIGGEN De heer M. te R. ontdekte dat: „als men van een beeld van God of Christus een object maakt, men nimmer een verlost (een vrij) mens wordt. Pas wanneer men het beeld loslaat kan de overgave volgen van hart en ziel en komt men tot een onmiddellijke verhou ding tot God. Ik wil nog stellen dat, wanneer Ik zeg dat ik het niet in de prediking van de kerk heb kunnen vinden, dit geen blaam is voor de kerk, doch veeleer dat men afhankelijk is van een open baring. Het kan zijn dan In het-nlet- kunnen-vlnden in een kerk, de grondslag wordt gevormd voor het ontvangen van zulk een openba ring." Mevrouw P. te H. vindt niet dat de geloofsbeleving aan verande ring onderhevig Is: „Gods woord blijft hetzelfde, maar we zien de tekenen der tijden. De mens wil het zelf doen en vooral de jeugd In deze dolle wereld. Er is geen tijd mear voor Gods woord". Maar mevrouw P. te G. reageert: „Onze kinderen gelovenl Eén mnal per zondag naar de kerk gaan vin den ze gewoon. Dat Is anders dan toen wij Jong waren. Twee keer naar de kerk... Deed je dit niet dan had je 't gevoel: „Wat doe ik een zonde". Ik heb het er dan ook erg moeilijk mee gehar' dat mijn kinderen een kerkgang per week genoeg vinden. Nu kan Ik dank baar zijn dat zs toch naar de ksrk ;pan en God betrekken in hun le ven". Ook mevrouw L. te O. beseft dat men de jongere generatie geen twee keer meer mee naar de kerk krijgt: „Geloven ze dan niet? Ik denk dat ze er misschien méér of liever dieper over nadenken dan wij dertig jaar geleden deden. Was het openbaar belijdenis doen van Je geloof niet vaak een zaak om van de catechisatie „af" te ko men? Omdat men niet durfde te zeggen: „Ik ben er nog niet aan toe." Geloofde men niet omdat de dominee het zei? En die zou het wel weten. Nu is er een vrijere meningsuiting en de jeugd zegt nu. misschien wel eens te luid en an deren bezerend: „Dat geloof ik hletl" Toch zijn er leder Jaar weer een aantal Jongeren die openbare belijdenis van hun geloof doen. Het aantal verbaast me steeds weer in verband met wat „men" over 't algemeen beweert. Zou het niet zo zijn dat we mlssohien In de kerken aan kwantiteit achteruit gaan maar aan kwaliteit vooruit? Je ziet nu immers om zo te zeggen geen echte „slapers" meer In de kerk. Omdat men nu durft te zeg gen: „Ik ben te moe, 'k blijf van daag maar een keer thuis." En mevrouw H. te H. verzucht: „Het geloven nu word Je soms wel eens erg moeilijk gemaakt. Niet door de mensen bulten de kerk, maar door al dat geharrewar binnen de muren van de kerken Mijn man ©n ik die het samen zeer aens zijn mogen wel in de éne kerk samen naar het Avondmaal, maar niet In de andere kerk. (Wij zijn lid van verschillende kerker en gaan zoveel mogelijk samen) Op de voor ons belangrijke vraag mogen we samen Avondmaal vie ren? kwam het antwoord: Nee Dan krijg je te horen over de kerk orde en ondanks het verbod word je ook nog als „zuster" aan gesproken." Mevrouw V. fj L, ««n «enen- tachtigjarige lezeres, hoorde on langs een dominee zeggen: „Het zalig worden gaat door het geloof alleen. De vraag is: hoe kom Ik aan dat geloof, of draagt mijn ge loof het rechte stempel, 't Ant woord luidde: Nu maar bidden tot God dat Hij je aan jezelf ontdekt, en leert zien hoe groot Je zonden en ellenden zijn". „En dan komen de ouderlingen nog vertellen wat je alzo moet kennen en meema ken. Met gevolg dat voor de hoor ders niet veel overblijft dan zuch ten en klagen: Och, mocht het eens gebeurenHet lijkt wel de gelijk en zwaar, maar zondag 2 leert h^t toch anders. Nu kom Ik wel eens In aanraking met een wvde'e rlchVng wmt snJf^r^t^oeh niet nodig le. Gevolg: veel liturgie in de samenkomsten van de ge meente. Maar het hart blijft koud. Ik was wanhopig omdat ik noch tot de ene noch tot de andere richting behoorde. Ik dacht, ik zal er wel niet bij horen. Toen opende God mijn ogen en Ik zag dat Christus geen voorwaarden stelde om tot Hem te komen. Maar de belofte geeft, dat die Hem verwachten niet beschaamd worden." „Debatteren met ongelovigen Is vaak nutteloos" zegt mevrouw H. te V. „De natuurlijke mens verstaat de dingen van Gods Ko ninkrijk niet. Dan helpt debatteren niet, maar wel vóórleven. Als het goed is: anderen tot jaloersheid wekken om God te mogen dienen. Dit kan mede door blijmoedig door het leven te gaan. Zelfs onder te genslagen als ziekte en rouw. Het Is een onzegbare rijkdom anderen te wijzen, els het ware te lelden, naar Hem, die de Weg, dc Waar heid en het Leven Is."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 11