TANKVAART OP BANGKOK
DUIVERMAN
Still i
E
i Frisse wind in
toont eindelijk zijn werk
I
Rembrandtbijbel
Al 1 50 jaar klinkt
Witte Kerst
Leeuwen-kijken
in de winter
Op glad ijs
Zeven dagen verder
ZATERDAG 14 DECEMBER 1968
3
Noor aanleiding van Jan Noordegraaf, TANKVAART
OP BANGKOK. Uitgeverij C. de Boer Jr., Hilversum,
195 bh., 12.90.
Een eerlijk zeemansboek, een recht-toe recht-aan
verteld verhaal over Hollandse mannen op tank
schepen In het Verre Oosten, in een gistende wereld
V8n nationalisme, rassenhaat, corruptie, broeihitte en
slagregens. Over Nederlandse zeelui in spannende
sn gevaarlijke situaties, waarin toegeven aan paniek-
gevoelens de ondergang zou betekenen.
Over de mannenmaatschappij, „de hel aan boord''
zoals Ik dat eens door een voormalig zeeman heb
horen karakteriseren, waarbij men elkaar de menin
gen ongezouten In het gezicht slingert en waarin
kameraadschap zich nuchter en reëel aftekent tegen
de dreiging van gemeenschappelijke gevaren.
Noordegraafs boek Is minder ruig dan de werke
lijkheid In de koopvaardij en als men een boek als
dit vergelijkt met het werk van b.v. Jan Cremer, dan
ziet men duidelijk dat realistische situaties, met terug
houding verteld, literair beter .overkomen' dan wan
neer ze met excrementen enz. zijn geschilderd.
De derde stuurman Jan Llgthart, varend in de oo6t
op een grote tanker, krijgt een telegram dat hij wordt
overgeplaatst als tweede stuurman op een veel klei
nere boot, die van Sumatra op Bangkok vaart. Zijn
voorganger op de Aleida (zo heet het nieuwe schip)
la op geheimzinnige manier verdwenen.
De bedoeling van het kantoor is dat Ligthart zijn
ogen moet openhouden of er aan boord dingen ge
beuren die de maatschappij kunnen schaden en dat
hij van alles wat hem verdacht lijkt rapport uitbrengt.
Het lagere personeel bestaat uit Chinezen, die drie
verschillende talen spreken maar eikaars schrift kun
nen lezen. De gedachte aan opiumsmokkel ligt voor
de hand.
In Bangkok wordt Ligthart verliefd op een knappe
Jonge Thaise vrouw, met wie hij wil trouwen. De
schrijver is er vrijwel in geslaagd niet toe te geven
aan de verleiding tot filmromantiek, behalve misschien
aan het naar mijn smaak wat melodramatische slot.
Er zou overigens van deze stof een goede film te
maken zijn, want Noordegraaf is erin geslaagd de
spanning tot het wat overdreven einde toe vol te
houden.
De zeelui In dit boek maken de indruk van levens
echtheid. De zeeman (evenals de krijgsman, de klui
zenaar, de geleerde, de koopman, de uitvinder, de
kunstenaar) is een oeroud menstype, maar een type
waarbinnen plaats is voor een grote verscheidenheid
van karakters.
Kapitein Visser van de Zeeschelp met zijn mini
mum aan vertoon is een heel andere figuur dan kapi
tein De Jong (Dure de Jong) van de Aleida, met zijn
Instinct voor glamour en show. De hoofdfiguur is een
jongen uit een christelijk nest met een sterke be
hoefte aan de ruimte van de wereldzeeën en diep
onder de indruk van de aanwezigheid der oeroude
wereldgodsdiensten. Hij kent het gevoel van nietig
heid van de man op de brug onder een oosterse
sterrenhemel:
„Mensen, zeelieden, van geslacht op geslacht, zien
sterren. Sterren zien niets" (bl. 9). „Holland is steeds
kleiner geworden" (27).
De vrije, internationale, zuivere en neutrale zee
„Dat is ten slotte toch het enige deel van de wereld
waarmee hij zijn bestaan wil associëren. Soms ge
looft hij dat de zee kan denken. Hij denkt als de
zee" (66).
De nachtelijke uren zijn gevaarlijk, omdat men dan
te vertrouwelijk wordt „Het is een zeemanskwaal
die ongeneeslijk is" (67). „Hij heeft nooit goed kun
nen liegen Dat is het rare. koppige in hem" (89).
Soms -haat Ligthart zijn beroep. „Altijd maar weer
loslaten, afstand doen van een deel van jezelf" (105).
„Varen is regelmaat tot op de minuut. Maar ge
dachten laten zich niet dwingen. Ze breken uit het
wachtschema weg. zwerven uit over de wereld" (111).
Van de beschrijvingen, nooit uitvoerig, altijd sug
gestief, citeer Ik niets Zij vormen een van de kwali
teiten van dit boek. De auteur is gevormd In een
vorige literaire school, maar nu de hele literatuur
zich in een fase van ontbinding en overgang bevindt,
acht ik dit eer een voordeel dan een nadeel. In het
literaire café wisselt de mode van jaar tot jaar, maar
de boer en de zeeman leven dichter bij de natuur
die met duizend jaren rekent.
Voor een publicist als ik, die dagelijks problemen
sjouwt, Is een werk als dit een welkome afwisseling.
De gedachtenwisselingen thuis over allerlei vraag
stukken van theologische, economische en politieke
aard kunnen een frisse stoot zeewind best gebruiken
Dr. C. RIJNSDORP
Dat wij op die mistige winteravond zijn woning in het Bel
gisch Park van Scheveningen moeilijk konden vinden, was sym
bolisch voor het moeilijk „bereiken" van de man om wie het
ging, de kunstenaar H. J. Duiverman.
Zijn loopbaan wijkt sterk af
van die van de doorsnee schil
der. Buiten zijn eigen kring
kent vrijwel niemand hem.
Niet omdat de mens of zijn
werk niet de moeite van het
leren kennen waard zou zijn.
maar als gevolg van Duiver
mans instelling, zo weinig mo
gelijk aan de weg te timme
ren.
We moeten tenminste ver in
onze herinnering teruggaan om
te komen bij een kleine exposi
tie in een even klein kunsthan
deltje in een Haags achter-
af-straatje had; een geheel dat
ns niettemin bijbleef om de
bijzondere schoonheid van het
daar tentoongestelde.
Nooit nam hij deel aan
H. J. Duiverman, portret getekend
door Glja Kordlng
groepstentoonstellingen (hij is
trouwens als onvervalste Ein-
zelganger bij geen enkel ge
nootschap of vereniging aan
gesloten!) en evenmin zag men
hem separaat met zijn werk
naar buiten optreden.
Op langdurig aandringen van
zijn intimi, heeft men hem ein
delijk zover gekregen, weer
eens iets uit zijn droomwereld
aan de nieuwsgierige olikken
van de beschouwer prijs te ge
ven. Hij toont zijn prachtige
veelkleurige inkttekeningen bij
„Cojean" aan de Stevinstraat
103 te Scheveningen. Hier kan
men er tot het eind van dit
jaar, voor een deel althans,
achter komen, hoe Duiverman
existeert, wat hem boeit en be
zig houdt, maar vooral hoe
oorspronkelijk en rijk, hij met
zijn talen weet te woekeren.
Het werk lijkt geïnspireerd
op mineralen, druipsteengrotten
of rotsformaties, maar de
kunstenaar nooit uitgaat van
een aan de werkelijkheid ont
leend voorbeeld. Hij drijft op
zijn tomeloze fantasie die
gesteund wordt door een weer
galoos vakmanschap, dat alleen
maar kon worden uitgebouwd
in en door een eindeloos
„doen". Niet een „doen" om -het
doen, maar een scheppen uit in
nerlijke noodzaak, het eeuwig
worstelen met de Engel, zoals
zich dat eigenlijk steeds bij de
ware kunstenaars voltrekt.
Zij hebben allen iets in zich
van de Chinese wijsheid het
„WU WEI"; het zichzelf nooit
aanzetten tot geforceerd „maak
werk".
Toch is het bij Duiverman al
lemaal langs lijnen van geleide-
Wie kan zich het kerstfeest voorstellen zonder Stille Nacht? Geen
lied gaat in deze dagen de wereld rond als dit. Op straat, in
de kerk, in huis. Op de plaats door kinderstemmen, Mahalia
Jackson of door een showorkest.
Toch, na die ene kerstdag nu honderd vijftig jaar geleden is Stille
Nacht vermoedelijk jarenlang niet gezongen. In ieder geval kwam
het toen niet verder dan zijn geboorteplaats: het Oostenrijkse
Oberndorf.
Op 24 december bracht
Joseph Mohr. kapelaan in dat
Salzburger dorp, zijn vriend
Frans Xaver G ruber, school
meester en organist in het na
burige Arnsdorf, een gedichtje
van zes strofen, met het ver
zoek er een melodie bij te
schrijven voor twee solostem
men, koor en gitaarbegeleiding.
Gruber deed het dezelfde dag
nog.
Op 25 december werd het lied
in de kerstdienst in de Niko-
laaskerk voor het eerst opge
voerd. Mohr bespeelde zelf de
gitaar.
Tot zover het ontstaan van
het lied, zoals de componist het
zelf beschreven heeft, sober en
nuchter, zonder opschik van
vrome legenden. Vermoedelijk
juist daardoor scheen later deze
geschiedenis te waar om mooi
te zijn. Uit het wonder van de
indruk die het lied maakte,
concludeerde men tot wonder
bare gebeurtenissen bij zijn
ontstaan. Alsof het niet won
derlijk genoeg was dat deze
simpele melodie van een
dorpsorganist de wereld vero
verde.
Zover was het misschien
nooit gekomen, als niet de or
gelbouwer Carl Mauracher. die
in Oberndorf het kerkorgel
moest repareren, omstreeks
1825 het lied meenam naar zijn
geboorteplaats in Tirol. Van
daaruit werd het in heel
Duitsland bekend.
Joseph Mohr en Frans Xaver
Oruber waren in die tijd reeds
als de makers vergeten, en dat
zou zo gebleven zijn, als de Ko
ninklijke Hofkapel Berlijn in
1854 niet het Benediktijnen-
klooster St Peter in Salzburg
om inlichtingen had gevraagd.
Daardoor stuurde Gruber de
geschiedenis over het ontstaan
van het lied en een authentieke
kopie naar Berlijn.
Oostenrijk gaat het feest van
150 jaar Stille Nacht vieren. In
het grote festivalgebouw van
Salzburg is er op 22 december
een uitvoering van kerstliede
ren.
Ook in de kerstnachtdiensten
van de protestantse
Christuskerk en de Dom van
Salzburg wordt er aandacht aan
besteed. Zowel in Salzburg als
in Oberndorf is in december
een Stille Nacht-ten toonstelling.
In Oberndorf is er bovendien
Da Still* Nacht-Gadlchtniskapella in Oberndorf.
F. X. Gruber
behalve een officiële plechtig
heid ook een concertante uit
voering van de Stille Nacht-mis
van Klier, zelfs een opvoering
van een toneelstuk over Stille
Nacht en natuurlijk een jubi
leumviering bij de Stille Nacht
kapel.
In Arnsdorf viert de
school-van-meester-Gruber het
feest, en ook in Hallstein en
Wagrain, waar Gruber en Mohr
begraven liggen, wordt Stille
Nacht niet vergeten. In Hallein
wordt de nachtmis uitgezonden
door de Eurovisie. Het. koor van
de St John's universiteit van
Minnesota zingt het kerstlied.
Korte overwegingen van dr.
Okke Jager over Kerstfeest zijn
gebundeld onder de titel Een
witte Kerst en verschenen in de
Hoogtezonreeks van Zomer en
Keuning (62 blz., 3,75).
Een boekje vol verrassende
gedachten, haast spelenderwijs
ontvouwd en versierd met de
van Okke Jager welbekende
woordspelingen en verhaaltjes.
Echt een boekje om in deze da
gen eens cadeau te doen aan
iemand wie men iets heel goed?
gunt Verlucht met simpel-
mooie tekeningen van Jac. J. de
la Rie.
lijkheid gegaan, grote schokken
in zijn ontwikkeling zijn nau
welijks bespeurbaar.
Hij begon als zovelen van
zijn kunstbroeders: De Haagse
academie. Van geboorte Leide-
naar, onderhield hij langdurige
contacten met zijn veel oudere
Windt, met wie hij het toenma
lige schildersoord Nieuwkoop
regelmatig bezocht om er bui
tenstudies te maken.
Dan vier jaar kunstgeschiede
nis studeren in Leiden, bij prof.
De Waal, gevolgd door bui
tenlandse verblijven o.a. lang
durig in Keulen en Lugano.
Daar sprak de natuur hem wei
nig aan en verlangde hij terug
te keren naar eigen milieu.
Echter ook hier onderging hij
de direkte aanraking met de
glorie van een ver en een nabij
er verleden, zoals dit in de
Leidse musea, zo dichtbij, was
opgetast: Lucas van Leyden,
Jan Steen, maar ook een Floris
Verster en een Bakker Korf,
verschaften hem de moed, de
wil en de inspiratie om verder
te komen.
Aanvankelijk werkte Duiver
man door in de trant van de
nabloei van de Haagse School.
Eerst langzamerhand ziet men
hem duidelijk evolueren, het
geen via veel geëxperimenteer
en het uitoefenen van het moei
lijke métier van restaurateur
van schilderijen (hij werkte
voor vooraanstaande Haagse
kunsthandelaren als Sala en
Het Safari-Leeutuenpark van
de Beekse Bergen te Hilvaren-
b eek is ook gedurende de
winter geopend.
De veertig leeuwen, die het
park bewonen, hebben zich
goed aangepast en zullen niet
tegenstaande hun Afrikaanse
afkomst de Nederlandse winter
in de vrije natuur kunnen
trotseren. Onlangs is de
leeuwenstam opnieuw verblijd
met de geboorte van drie kern
gezonde jonge leeuwtjes. Het
park beschikt thans over totaal
negen op eigen terrein geboren
leeuwtjes.
In de eerste zes maanden na
de opening van het park heb
ben ongeveer 300.000 personen
een bezoek aan de leeuwen ge
bracht. Onder hen was een
groot aantal Belgen, Duitsers,
Engelsen, Fransen, Zwitsers en
Skandinaviërs.
„Compositie"
d'Autretsch) wonderwel wil
lukken.
„Om den brode" schildert hij
intussen het ene landschap na
het andere. Later worden ze in
reproductie door Kruseman uit-'
gegeven. Tenslotte belandt Dui
verman op de eenzame hoogtej
waar hij nu in zijn
drieënzestigste levensjaar, ver-j
toeft. \m
GIJS
KORDING JT
„Terugkeer van de verloren zoon", een gewassen
pentekening van Rembrandt.
In 1962 verscheen een kapitale uitgave van de „Rembrandt
bijbel". Menigeen, die er toen naar verlangde, deze met do
nobelste religieuze kunst geïllustreerde bijbel zijn bezit te kunnen
noemen, zal daar van hebben moeten afzien omdat haar of hem
de prijs honderddertig gulden „te begrotelijk" was.
Dan is het wel dubbel goed nieuws, te weten, dat Boeken
centrum N.V., Den Haag van de „Rembrandtbijbel" een goed
kopere editie heeft uitgebracht. Deze al even vorstelijk verzorgde
uitgave voorbereid door Proos en Brandt N.V. kost bij
intekening tot 31 december f 45,Daarna wordt de prijs
f 51,-.
Geen kunstenaar heeft een oeuvre nagelaten dat zo diep door
voeld en tegelijk zo innig Hollands het bijbels gebeuren in
beeld brengt als het werk van Rembrandt.
Tussen de tekst in de vertaling van het Nederlandsch Bijbel
genootschap zijn 44 kleurreproducties van schilderijen en 112
afbeeldingen van zijn etsen en tekeningen opgenomen.
Juist omdat Rembrandt zo verrassend de bijbelse essentie wist
te karakteriseren, zullen vooral de geïnteresseerden het een
beetje jammer vinden, dat in deze „Rembrandtbijbel" het werk
van de kunstenaar geen andere begeleiding heeft dan een tekst.
Een beknopte bijlage met informatie omtrent datering, werk
wijze en achtergronden, zouden wij althans waardevol hebben
gevonden.
Spijtig ook, dat de huidige verblijfplaats van de kunstwerken
achterwege is gelaten. Wie toch de Rembrandtbijbel leest en
getroffen wordt door een schilderij of een ets, kan de behoefte
krijgen, het origineel te zien. Bijvoorbeeld „De heilige familie".
Beter is het dan maar direct te weten, dat het schilderij zich
bevindt in de Hermitage van Leningrad.
Deze notitie onzerzijds staat evenwel los van onze waardering
voor de met zoveel toewijding uitgevoerde editie. Bereikt is
stellig, dat vele bezitters hun „Rembrandtbijbel" vaker en vaker
uit de mooie cassette halen. Misschien om via Rembrandt meer
te lezen.
gester
|u« i
moest
Jacht
l'n in
De ,,o
«nden
De 11
Se vro
nann i
hield d
;a Van
ijke g
•mvatt
estig j
)p weg
Voor
Ie arts
ils het
le vori
;indere
leid 76
inge k
De ge
ns lam
ets niei
- kan
lerspec'
11e moj
evensfa
Ijds mi
>r. Jas:
'erschri
ichting.
Ameri
ie als
leschou'
Jachten
•erend
'erschil
en yan
-
NIET langs het lijntje
van het voetbalveld van
daag, maar een scheve
schaats op de gladde baan
in het mooiste landschap
dat er bestaat: de Hol
landse polder in de win
ter, en een Elfstedentocht
in het vooruitzicht, aan
het eind van een drukke
week overvol goede en
kwade berichten.
Nieuws over de vakbonden
en over de roomboter, over de
Tsjechen en over Nixon, over
de huren en de Delta. Het over
lijden van de theoloog Karl
Barth (82), burgemeester R. M
van Reenen (60), de musicus
Pierre Palla (66). De ramp die
aan vele buitenlandse zeelui
aan boord van de Liberiaansf
tanker Diane in Amsterdam he'
leven kost. De vierde moorr
die Hans van Z. wordt toege
schreven: die op Elly Hagers i
Rotterdam. En verder in ru
brieken bijeen:
POLITIEK - Een advie-
van De Achttien om bij de
staten- en raadsverkiezingen in
1970 ARP, CHU en KVP zo
veel mogelijk samen te laten
optrekken, valt bij de ch en
rk jongeren goed, bij de ar ra
dicalen slecht. Nieuwe ont
werpen voor het CHU-begin-
sel-program en het program
voor praktisch politiek hande
len.
BINNENHOF De Tweede
Kamer prijst de regering om
haar beleid met de Shell-ves-
tiging bij Moerdijk (dat geen
zeehaven krijgt). De huren gaan
l april 6 procent omhoog. Mi
nister Schut handhaaft ondanks
bezwaar van de Eerste Kamer
zijn voorstel voor een huurbe
lasting. Pleidooi in de Tweede
Kafner voor individuele huur
subsidie. Meer geld voor de
drie grootste steden.
DEN HAAG Koelhuisbo-
ter voor 60 cent per pakje
minder. Margarine kan straks
1 cent in prijs omhoog moeten.
Meer vergoeding voor repatri-
inten uit Indonesië. De com-
nissie-Van Walsum beveelt
Brabant voor de achtste medi
sche faculteit aan en is verdeeld
over Tilburg of Eindhoven. De
Academische raad vraagt meer
personeel voor de universitei
ten.
ECONOMIE De Delta kan
het grootste industriecomplex
van Europa worden, maar dan
moet er snel een en ander be
slist worden. De SER bepleit
een modernere aanpak van de
arbeidsmarkt. De betalingsba
lans valt tegen in het derde
kwartaal: de groeiende wel
vaart veroorzaakt te veel in
voer
Mansholt poneert een land-
bouwrevolutie. Met zijn directe
maatregelen o.a. om van de
enorme botervoorraden af te
komen (boter goedkoper, mar
garine duurder) waagt hij zich
op glad ijs. Er komt magere
margarine. Kon. Zout-Organon
verwacht een winst van 100
miljoen.
LOONFRONT In „de me
taal" wordt weer gepraat en
ook de hoogovens zullen wel
blijven branden. De vakbon
den klagen dat minister Witte-
veen de werkgevers aanvoert
Mertens' NKV wil meer samen
doen met NVV en CNV, en die
staan daar niet afwijzend te
genover.
BUITENLAND Nixons
ninisterploeg heeft meest on
bekenden, behalve gouverneui
Romney van Michigan. Buiten
landse zaken krijgt William
Rogers. Italië krijgt een kabi-
net-Rumor (centrum-links) met
Nenni als collega van Lui
Bonn probeert de NPD verl Mevroi
den te krijgen. De premier '?.ïp,ec' 1
het door godsdiensttwisten
schokte Noord-Ierland ontsl °ac.
de extremistische protestant i }e
nister Craig. de"
Nieuwe vredespogingen
het Nabije Oosten. Een succ en
volle Europese kunstmaan. een
Russen beloven voor 9 mei i inns f
troepen uit Tsjechoslowal v'
terug te trekken, vermoede 'e
in ruil voor het aftreden 7"
Dubcek en Smrkovsky en s
binnenhalen van orthodi "V c
communisten als Husak en m
nart in de top. In Parijs wo r 0
nog niet over de vrede v ,ej
Vietnam gepraat, wel over 1
vorm van de onderhandelin 1
,a,el Jede bibl
flijks bo
lis wat
"ie erg
dezelf
eens t
■eratuur?
,Er is geen kabinet met
ialisten geweest, dat niet
••en huurverhoging kwam.
kabinet zonder socialisten
de datum van een huurvi
ging te verschuiven." (Mr.
Aantjes) „Een avond in de
mer kost mij een kilo gewk
(Minister Luns).
enz
om.
in.
'ebel en
weef ee
aar Go c