KENNEDY I Dit orgel zingt los van zijn legende Verwarde situatie helder belicht NA VIJF JAAR NIEUWE THEOLOGIE BELIJDEN VERWARRING J.den Boef Dispositie ZATÏRDAO 53 NOVEMBER '1»M dward Kennedy knielt bij de graven van zijn broers John en Robert. Gisteren f Jaar geleden werd de president in Dallas vermoord. Robert zou woensdag 3 Jaar zijn geworden. Naast Edward vijf kinderen van Robert en twee van emzelf, tegenover de eeuwige vlam op Johns graf. Even erg als de vanzelfsprekendheden waaraan het conventionele christendom zich zou schuldig maken, is de tuggestie, die telkens weer gewekt wordt, dat men de litspraak „God is dood" zonder meer als een adequate Vt. F. STAFLEU beschrijving voor het levensgevoel van de mens heeft te invaarden. De „God-is-dood"-theorie stikt zelf in de vanzelfspre- zendheden, waarmee zij de bekende leuze hanteert. Ook bij haar beschrijving van het naïeve traditionele christen lom. Dit heeft nog altijd in zijn bijbel het getuigenis over ten God, die als de Verborgene zo geheel anders is dan de roden van menselijke religiositeit. En het heeft telkens lijk gegeven weet te hebben van deze verborgenheid". DR.A.F.N.LEKKXRKERKIR SCHETS VAN DE THEOLOGISCHE SITUATIE kEen citaat uit het boeiende dat de Groninger dogmati- prof. dr. A. F. N. Lekker- :er gewijd heeft aan de theo- Isohe situatie van het ogen- (Nleuwe theologie, uitgave skencentrum Den Haag, pa- "iack, 272 blz., 12,50). ;iend, omdat hij de lezers vertrouwenwekkende manier ijs maakt in het bos van :nte theologische publika- ies, en de achtergronden en erbanden zo duidelijk en over- uigend aangeeft, dat ook de elangstellende leek er veel aan eeft. Dat is nuttig, want er is bij iet kerkvolk enige onrust. Ro- inson en Harvey Cox hebben e theologie als het ware op traat gebracht, en de televisie eeft daar een schep bovenop edaan. Prof. Lekkerkerker kiest zijn itgangspunt in de jaren dertig, iet de nieuwe belangstelling oor het belijden. Hij bespreekt apostolaatstheologie (met de ritiek erop van de bekende Ipen Brief), de liturgische be- reging, de oecumene en de ouding tegenover Israël (met ritische kanttekeningen bij de eweerde tegenstelling tussen lebreeuws en Grieks denken). Al deze ontwikkelingen zijn, egt de schrijver, ongeveer in 963 onder een geheel nieuwe lelie' ;ting gekomen, om niet te eggon overschaduwd en zelfs 'eggevaagd door de vragen van „vernieuwingstheologie". Die eranderingen hadden zich wei swaar al eerder aangekondigd Ie Entmythologisierung van ultmann en de niet-religieuze iterpretatie van bijbelse be- rippen door Bonhoeffer). Maar sinds de onverbidde- jke bestseller Honest to God an Robinson zijn ook de na- len van Van Buren, Vahanian, lltizer, Dorothee Sölle en Har- 'ey Cox zelfs de krantelezer liet onbekend gebleven. Sinds nensenheugenis heeft geen heologische kreet het grote pu- iliek zo snel bereikt als de litspraak „God is dood". Dit zegt Lekkerkerker over ie indruk die deze publikaties naakten: „Een sterk populariseren- e en vergrovende God- ls-dood-theologie is voort- iegaan de hoop op theologisch enken en doen, waarvan weer wervende en winnende kracht uitgaat, grondig te verstoren. In ien onzalige verwarring is bij voorbeeld gesteld, dat het fatsoenlijk geloof in een al machtige, alwijze en algoede Sod uit de tijd is; welke al machtige, alwijze en algoede God dan tegelijk vereenzelvigd Werd met de God van de sla vernij, het onrecht, de oorlog, de discriminatie, het nationa- lisme en aanverwante doodsza- ken. Het blijkt, dat hier gedacht is *80 een God die eindproduct is "W het menselijke denken, een dus zoals een theologia na- turalis in de stijl van de acht tiende eeuw zich voorstelt, het almachtig alomtegenwoordig en onveranderlijk Opperwezen uit de gezangenbundel van 1806 dat met zijn aan leder plaats en tijd beschikkende voorzienig heid ook wonderwel past bij een koloniaal tijdperk. Of de dood van deze God, zijn gestorven zijn in het hart van gelovigen en ongelovigen, nu ook iets te maken heeft met een dood van de God van Abra ham, Izak en Jacob, de God die geen denkconstructie is maar Zich geopenbaard heeft in Je zus Christus, wordt op geen en kele wijze duidelijk: van de ge wone krantenlezer kan men niet verwachten, dat hij on derscheid maakt tussen de God van de theologia naturalis en de God van Israël, van Jezus van Nazareth." Lekkerkerker heeft bezwaar tegen typeringen als „nieuw-modernisme", „nieuwe vrijzinnigheid" of een „tweede Aufklarung" de verschillen zijn echt te groot, al keren be paalde motieven van vroeger terug. Ook de nieuwe theologie bin nen de Rooms-katholieke kerk mag men z.i. niet beoordelen als voortzetting van enig moder nisme uit de negentiende eeuw. Naast aarzelend waarderend is dr. Lekkerkerker ook hevig verontrust over de Nieuwe Ka- techismus. „Het diepe geluid van zonde en genade, schuld en verzoening, wordt in de Nieuwe Katechismus nauwelijks ge hoord." Wat de eigenlijke „God-is-dood"-theologen be treft: hun ethiek stelt teleur, vindt Lekkerkerker. „Dikwijls komen ze niet verder dan een paar zinnen over eerlijk gestal te geven aan medemenselijk heid in het zogenaamde hori zontale vlak". Hij spreekt zelfs van een „oervervelende cultus van medemenselijkheid en vrij heid". Al maakt hij ook gewag van de scherpe kritiek van Harvey Cox juist op dergelijke „wazige meditaties". Het boek eindigt niet in mi neur. Na de „verwarring en de woestenij van de God-is-dood-theologie" kwani de theologie van de geschiede nis, en vooral die van de hoop, waaraan de naam van Jürgen Moltmann verbonden is, een theologie, die de neiging heefl te worden tot een theologie van de revolutie, waarnaar velen sinds de wereldconferentie te Genève in 1966 zo vurig verlan gen. „Met een zekere overdrijving kan men zeggen, dat wij nu in de era-Moltmann leven na de periode gekarakteriseerd door Barth en Bultmann." Een belangwekkend, leer zaam boek voor ieder die zich de vraag stelt, wat er in de theologie aan de hand is. Als de dag van gisteren herinneren velen zich nog, hoe zij vijf jaar geleden het schokkende bericht vernamen over de aan slag op president John Fitzgerald Kennedy. Het leek absurd dat zoiets kon gebeuren in een land, dat aan zijn belangrijkste toe gangspoort als machtig symbool een torenhoog Vrijheidsbeeld had staan. Naarmate de uren verstreken drong de rauwe werkelijkheid langzaam tot ieder door. Was het geweld dan toch niet geheel uit de Amerikaanse samenleving gebannen De wens was de vader der gedachten toen men er van uitging, dat het de daad was van een geestelijk gestoorde. De afschuw was groot, even als de verslagenheid. Men kon zich niet indenken, dat iets dergelijks nog eens zou kunnen gebeuren. Later zou blijken dat de aanslag op president Kennedy slechts het begin was van toe nemende geweldpleging en dat zelfs zijn jongere broer Robert onder moordenaarshand zou vallen. Voordat dit gebeurde had de gewelddadige dood van de negerleider dr. Martin Lu ther King al een nieuwe golf van verbijstering doen ontstaan. Veel Amerikanen en wellicht nog meer mensen buiten, de Verenigde Staten ervaren het wegvallen van president Ken nedy nog altijd als een groot gemis. Al werd zijn beleid ge kenmerkt door tal van tegensla gen en was Amerika internatio naal op een nieuw dieptepunt aangekomen zijn woorden werkten inspirerend en vooral de jongeren putten er hoop uit voor een betere toekomst. De moord in Dallas maakte beoordeling van John F. Ken nedy als president moeilijk, zo niet onmogelijk. Zijn werk was onvoltooid. Ten dele leek het te zijn mislukt in Amerika zelf, op Cuba, in Laos; en ook in Vietnam leek het Amerikaanse beleid te zijn vastgelopen. Wa ren drie jaren te kort geweest om de beloften uit de verkie zingscampagne waar te ma ken? Hierbij dient te worden aan getekend dat reeds in het' derde jaar van Kennedy's bewind sterke twijfel bestond of de president in 1964 kans zou ma ken op een tweede ambtsperio de. Het conservatisme, aange wakkerd door een niets ont ziende figuur als senator Barry Goldwater, had de kop opnieuw opgestoken en beloofde weinig goeds. Dat Johnson in dat verkie zingsjaar diezelfde Goldwater een formidabele nederlaag wisl te bezorgen, hield direct ver band met de uitwerking, die de moordaanslag op Kennedy op het Amerikaanse volk had. Zij was echter niet van blijvende aard, voornamelijk als gevolg van de zich steeds uitbreidende door oorlog in Vietnam en de scher per vormen aannemende ras- senstrijd. De betekenis van John F. Kennedy voor de Amerikaanse samenleving werd pas duide lijk, toen hij het slachtoffer was geworden van een produkt ervan of van een duistere macht die er belang bij meende te hebben hem de mond te snoeren. Nog steeds bestaat twijfel aan de ware toedracht van de aanslag en blijft de ge- dachce aan een wijdvertakt komplot velen bezighouden. Als staatsman moest Kennedy nogal wat teleurstellingen ver werken. Dat was in feite ook het geval, toen hij heel hoog spel moest spelen om te voor komen dat Cuba een enorme te gen de Verenigde Staten ge richte Russische raketbasis zou worden Het had nooit zo ver mogen komen. Niettemin had de Russische premier Chroesjtsjef de moed van de jonge president zwaar on derschat Het uitblijven van tastbare resultaten by het zoeken naar een oplossing van nationale en internationale problemen overschaduwde de werkelijke betekenis van Kennedy's optre den als president. Hij probeerde de Amerikanen nieuwe idealen te geven, oude structuren te doorbreken en de weg te banen naar een betere samenleving, ook internationaal. Hij heeft de weg gewezen Jacqueline Bouvier, weduwe van president Kennedy, sinds kort mevrouw Onassis. Naar men zegt tegen de wens van de familie Kennedy. naar een harmonieuze samenle ving. Het blijkt een moeizame weg te zijn, langs welke sluipschutters voortdurend op de loer liggen. De gebeurtenis sen van dit jaar hebben nog eens laten zien, hoe groot de weerstand is, die overwonnen moet worden en hoe groot de gevaren zijn, die de Ameri kaanse samenleving bedrei gen. Van de legendevorming rond om Kennedy is niet veel over gebleven, nu ook zijn broer Ro bert is vermoord en zijn wedu we enige tijd geleden met de Griekse reder en oliemagnaat Aristoteles Onassis in het hu welijk is getreden. Het is zelfs zo dat de belangstelling voor het doen en laten van de nieu we mevrouw Onassis de her denking van de vermoorde president in de schaduw dreigt te stellen. Dat neemt niet weg, dat John F. Kennedy juist nu de her innering aan hem is ontdaan van allerlei romantische franje zal blijven voortleven als de jonge begenadigde man, die naar menselijke berekening werd weggenomen op het mo ment dat men hem het hardst nodig leek te hebben. Het best kunnen de Amerika nen zijn nagedachtenis eren door hun meningsverschillen te vergeten en de handen ineen te slaan. Tijdens zijn verkie zingscampagne heeft de toe komstige president Nixon vaak woorden van John F. Kennedy geciteerd. Te wensen valt, dat hij in de geest van de vermoor de president zal handelen, als hij zelf in het Witte Huis ze telt. Dordtenaar Jan L. van den Heuvel: jongste orgelbouwer van Nederland „Dit orgel zingt. Zo'n instrument kunnen ze bij ons niet naken". Het was de bekende Amerikaanse organist David Ul- rich die deze lovende woorden sprak toen hij een uur lang het éénklaviersorgel van de jonge Dordtenaar Jan L. van den Heu vel had bespeeld. Inmiddels heeft al menigeen zich verbaasd over dat wonderlijk mooie mechanische pijporgel, dat de nu 22-jarige bouwer eigenhandig tot stand heeft gebracht in zijn werkplaats achter de ouderlijke woning aan de Amsfelwijckweg. Na een jaar verbeten doorzetten, zegt Jan van den Heuvel er zelf van: ,,'t Is allemaal berekening tot het moment dat het bespeelbaar is". Een nuchtere uitspraak voor een jongen, die duizenden guldens heeft uitgegeven aan een karwei, dat als experiment begon. Nuchtere en resolute uitspraken chljnen te horen bij deze veelbe- ovende orgelbouwer („het is mijn beroep geworden"). Hier is er zo een: „Ik wil gewoon niet slechter zijn dan da orgelbouwer, van wie Ik het vak heb geleerd." Dan moe hij dus van goeden huize komen Dat Is dan ook het geval. Van zijn zestiende tot zijn negentiende jaa doorliep hij bij de vermaarde or gelbouwer Flentrop In Zaandam de ene na de andere afdeling. In die tijd behaalde hij zijn diploma or gelbouwer en meubelmaker: tot verbazing van de grote baas een jaar eerder dan men er normaal over doet. Het gesprek staakt even om plaat9 te maken voor een „vol werkje" van Mendelssohn. Werve- Om het orgel in de werkplaats te kunnen bergen heeft men een 9tuk van het plafond moeten weg zagen, zodat een gedeelte van het Instrument op de zolder uitkomt. Vandaar dit „bovenaanzicht". lend gaan Jans handen over de toetsen, manipuleert hij met de re gisters en toont wat zijn product allemaal presteren kan. Moeder Van den Heuvel heeft al stoelen achterin de werkplaats klaargezet. Er trilt een deur als de ..Subbas 16 voet" speels door het koraal klinkt. „Geen wonder", zegt de heer Van den Heuvel, „het orgel is geschikt voor een kerk met 400 zitplaatsen". Als de laatste noot verklonken is, kijkt Jan vragend in onze rich ting. „Fantastisch", is onze spon tane reactie. De huisarts, die even langs komt, drukt het wat plastischer uit: „Ik krijg er kippe- vel van tot aan m'n knieën". Vanaf de orgelkruk vertelt Jan Iets over de geschiedenis van zijn instrument. „Na dienst vond Ik het tijd om voor mezelf te gaan begin nen. Zonder opdrachtgevers, want ik moest mezelf nog waar maken", zegt hij, terwijl hij een muziekboek van César Franck dichtslaat. Technische- gegevens rollen over zijn klavier. Alles is naar eigen inzicht gemaakt, waardoor het or gel zowel In klank als constructie iets zeer persoonlijks heeft. Geen ander naamplaatje dan „Jan L. van den Heuvel" zou het instrument dan ook mogen sieren. Vader Van den Heuvel kijkt trot3 als zijn zoon vertelt hoe alles met de hand Is vervaardigd. Enkele In drukwekkende machines dienden als groot handgereedschappen. Zorgvuldig uitgezochte houtsoor ten zorgen er voor dat de kast niet kan gaan „werken". Een Inge bouwd lampje, dat pas gaat bran den als een register wordt open getrokken, demonstreert dat de Dordtenaar zijn Instrument tot In de puntjes wilde afleveren. Jan is niet alleen orgelbouwer. Hij bespeelt dit instrument met veelbelovende virtuositeit. Na drie en een half jaar pianoles begon Voor de liefhebbers vol gen hier enkele technische gegevens van het orgel van Ian L. van den Heuvel. Het orgel heeft een rein mechanische tractuur, ver deeld over één klavier met vrij pedaal. Het instrument heeft tien stemmen en is geschikt voor een kerk van ongeveer 400 zitplaatsen. De dispositie is als volgt: Klavier: Prestant 8 vt. Hol- pijp 8 vt, Viola 8 vt, Octaaf 4 vt, Gedekte fluit 4 vt, Quint 2 l/j vt, Octaaf 2 vt, Mixtuur 3 sterk. Pedaal: Subbas 18 vt, Prestant 8 vt Koppeling: pedaal aan het klavier. De mechanische sleepla den zijn vervaardigd uit Sla vonisch eiken, sipo, maho nie en cederhout. De front- stukjes van de met ivoor be legde toetsen zijn van ge profileerd zwart Kongolees ebbehout. Ook de boventoet- 9en en de fraai gesneden registerknoppen zijn van de ze houtsoort. Het pedaal loopt rond; het is een zg. ra- diaalpedaal. hij aan de orgelstudie. Zijn eerste leraar was de organist van Dordta Grote Kerk Cor Visser. Na les te hebben gehad van organisten in Zaandam, waar hij tijdens IJn baan bij Flentrop op kamers was, ging hij voor „vast" bij Jan Bone faas. die hem door Feike Asma was aanbevolen. Als we de deur van de werk plaats achter ons hebben, en het grintpad aflopen, klinkt de roccata en Fuga van Bach. Ian kan moei lijk achter zijn instrument vandaan komen. Maar hij zal wel moeten. Er ligt een nieuw werk voor hem klaar de technische voorbereiding van de bouw van een tweekla- vlersorgel voor de hervormde kerk in Lage Zwaluwe Sinds enkele da gen heeft Jan hiervoor een con tract in zijn zak Dordrecht mag de jongste orgelbouwer van Neder land onder zi|n Inwoners rekenen. PETER VAN DER HOEST

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 13